Roeping
San Salvatorgemeenschap 24-25 jan 2015
Thema: Roeping
Voorgangers: pastoraatsgroep
Muzikale ondersteuning: Melodiek
Openingslied: Heer onze Heer, hoe zijt gij aanwezig
Riek Merks, de vrouw van Toon, is donderdag overleden.
Ik meld u ook dat Thom van Veen is overleden. We ontsteken het licht voor hen.
Welkom
Welkom, u. jij die gekomen bent om liefde en om licht. Van harte welkom in dit huis waar we bijeen zijn in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Vandaag nemen we afscheid van twee leden van het pastoraatsteam: Ed Andriessen en John Parker.
Er worden drie nieuwe leden bevestigd: Mignon van Bokhoven, Franneke Hoeks en ikzelf, Gepke Kerssen. Juist dit weekend staan er lezingen op het rooster die gaan over roeping. Maar roeping is niet alleen voor pastores, wij allemaal zijn geroepen. Elk van ons geroepen bij onze naam. Waarvoor worden wij geroepen? Wie roept ons? Daar willen we hier over nadenken.
Zondag Bevestiging leden pastoraatsgroep
Lied zo: Hierheen Vrouwe ademtocht
Openingsgebed
U die het licht hebt geroepen
Die geroepen hebt: “Mens”
En wij werden geboren
Te midden van zoveel stemmen
stemmen die ons verwarren,
klein maken, gevangen houden
klinkt uw stem die ons roept bij onze naam
Dat wij U horen
dat wij U ademen
dat wij U leven
Lied za: Een schoot van ontferming
1e lezing: 1 Samuel 3:1-10
De jonge Samuel diende dus de HEER, onder de hoede van Eli. Er klonken in die tijd zelden woorden van de HEER en er braken geen visioenen door. Op zekere nacht lag Eli op zijn slaapplaats. Zijn ogen waren dof geworden, hij kon bijna niet meer zien. Samuel lag te slapen in het heiligdom van de HEER, bij de ark van God. De godslamp was bijna uitgedoofd. Toen riep de HEER Samuel. ‘Ja,’ antwoordde Samuel. Hij liep snel naar Eli toe en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen. Ga maar slapen.’
Toen Samuel weer lag te slapen, riep de HEER hem opnieuw. Samuel stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Maar Eli antwoordde: ‘Ik heb je niet geroepen, mijn jongen. Ga maar weer slapen. Samuel had de HEER nog niet leren kennen, want de HEER had zich niet eerder aan hem bekendgemaakt door het woord tot hem te richten. Opnieuw riep de HEER Samuel, voor de derde keer. Samuel stond op, ging naar Eli en zei: ‘Hier ben ik. U hebt me toch geroepen?’ Toen begreep Eli dat het de HEER was die de jongen riep. Hij zei tegen Samuel: ‘Ga maar weer slapen. Wanneer je wordt geroepen, moet je antwoorden: “Spreek,HEER, uw dienaar luistert.” Samuel legde zich weer te slapen, en de HEER kwam bij hem staan en riep net als de voorgaande keren: ‘Samuel! Samuel!’ En Samuel antwoordde: ‘Spreek, uw dienaar luistert.’
Lied za: Hoort hoe God met mensen omgaat – zo: Hoor, maar ik kan niet horen
2e lezing: Marcus 1: 14-20
Nadat Johannes gevangen was genomen, ging Jezus naar Galilea, waar hij Gods goede nieuws verkondigde. Dit was wat hij zei: ‘De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.’
Toen Jezus langs het Meer van Galilea liep, zag hij Simon en Andreas, de broer van Simon, die hun netten uitwierpen in het meer; het waren vissers. Jezus zei tegen hen: ‘Kom, volg mij! Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ Meteen lieten ze hun netten achter en volgden hem. Iets verderop zag hij Jakobus, de zoon van Zebedeus, en zijn broer Johannes, die in hun boot bezig waren met het herstellen van de netten, en direct riep hij hen. Ze lieten hun vader Zebedeus met de dagloners achter in de boot en volgden hem.
Acclamatie za: Een schoot van ontferming – zo: Blijf niet staren op wat vroeger was
Overweging
Roeping van Gepke
Roeping heeft voor mij te maken met verlangen: verlangen naar een nieuwe wereld met brood en water genoeg voor allen, vreemden die vrienden worden. Met: niet rusten geen ogenblik.
Dat verlangen hier met elkaar delen, dat maakt me blij, dat geeft kracht. Toen ik hier bijna 30 jaar geleden voor het eerst kwam, stelde ik mij een tafel voor die tot in verre landen reikte en waaraan we brood delen. Mensen van overal, verbonden in hun opkomen voor gerechtigheid. Medemensen opvissen uit een poel van ellende, een zee van verdriet, een golf van wanhoop of geweld.
Er is vertrouwen, hoop dat die nieuwe wereld komen zal, omdat er Iemand is die ons roept, die ons aansteekt met dat verlangen, een lopend vuur. Die ons omarmt, in ons gelooft, ons moed inspreekt, elke week opnieuw, als ik goed luister elke dag opnieuw. Iemand, Bron van mijn bestaan, Nabije, Zorgzame, Bevrijdende, Helende. Iemand die ik God noem.
God, een belast woord, bijna net zo belast als het woord kerk. Velen hebben de kerk de rug toegekeerd. “Ik geloof wel dat er iets is, maar ik ga niet naar de kerk”, zeggen ze.
God en kerk, woorden belast door knellende regels, door harteloosheid en geweld van volgelingen. God onbegrijpelijk door onbegrijpelijke gebeurtenissen.
Tegelijk is er dat verlangen in mensen ook buiten onze kerken. Verlangen naar een u, een jij, groter dan ons hart. Om mee te praten, tegen te zuchten of het uit te schreeuwen als er iets gebeurt dat te groot voor ons is. Iemand die mij aanziet, die mij hoort. Er is ook dat verlangen naar een nieuwe wereld. Zonder verlangen en mensen om je verlangen mee te delen is de wereld koud, het leven leeg.
Zullen jonge mensen in onze tijd de stem herkennen die hen roept? Het woord van God is schaars geworden. Er zijn mensen nodig die kunnen vertellen waar die stem vandaan komt. Wie hen roept. Er zijn mensen nodig die verhalen vertellen. Oeroude verhalen die zichtbaar worden in het leven van mensen van nu. Verhalen die de goden die geweld prediken, de goden van macht en geld ontmaskeren. Verhalen die waar blijken omdat er mensen zijn die ernaar willen leven.
De godslamp is niet gedoofd. Wij zijn geroepen het vuur brandend houden. Een geloofsgemeenschap in beweging zijn. Mensen aangeraakt door de Bron van leven. Een huis vol mensen die liefde en gerechtigheid willen doen.
Roeping van Mignon
Mijn oma schreef meer dan veertig jaar geleden in mijn poëzie-album het volgende versje:
Jezus die langs het water liep
en Simon en Andreas riep
om zomaar zonder praten
hun netten te verlaten
misschien komt hij vandaag voorbij
roept ons, roept u en mij
Ik kon er natuurlijk niet zoveel mee. Maar het is wel het enige versje dat ik nog zo op kan zeggen, en het kwam onmiddellijk bij mij boven toen we de teksten doorspraken voor deze viering.
‘Om zomaar zonder praten’, blijft bij mij hangen. Dat klinkt aan één kant onverantwoordelijk, gaat het in het leven niet om weloverwogen keuzes te maken? Na rijp beraad, na ampele overwegingen daar moet wel iets goeds uit voort komen. Maar soms is er ook een innerlijk weten, dan stopt het praten en dan doe je gewoon. Bij cruciale beslissingen in je leven gaat dat zo. Toen mijn man en ik ja zeiden tegen elkaar, bijna woordeloos. Toen de San Salvator de moeilijke beslissing nam om uit het oude gebouw weg te gaan. Uiteindelijk zingend op weg gegaan, het praten even verstomd.
Als moeder vroeg ik mijn zoon een keer: jouw beste vriend, praat je daar wel eens mee? M.a.w. nee… onze vriendschap is zo.. wij zijn aan de top aangesloten… Moeders wilde daar nog wel verder over praten, maar zoon vond dit meer dan genoeg.
Maar ik kreeg er wel een beeld bij. Vriendschap en verbinding speelt zich tussen mensen af door spreken en luisteren, door samen eten, door samen dingen te doen. Maar is er niet nog een andere verbinding. Een verbinding die voorbij alle woorden gaat, die al het dagelijkse te boven gaat?
Ik stel me zo voor dat er een lijntje is, een verticaal lijntje dat zich door je ruggengraat en je kruin naar boven uitstrekt, van u van u, en dat ergens die lijntjes heel ver, misschien wel oneindig ver samen komen. Samen komen aan de top. Daar is ons praten allang niet hoorbaar meer, verstild. En misschien wil ik dat samen komen aan de top, op een onnoembare plek, waar woorden tekort schieten, misschien wil ik dat wel God noemen.
En ik voel mij geroepen om dat stukje van het leven te verzorgen en te koesteren. Om dat onnoembaar stille in de andere mens te zien. Daar zouden we eens over kunnen praten.
Roeping van Franneke
Als kind hield ik van de kerk. Ik zong in het kinderkoor en vol overtuiging deed ik mee aan de voorbereidingen van eerste communie en vormsel. Op mijn 18de ging ik in Tilburg theologie studeren. Ik heb nog even getwijfeld over geschiedenis of toneel academie maar de interesse in inspiratie, zingeving, geloven gaf de doorslag.
In mijn vijfde jaar sloeg de twijfel toe: voel ik me wel thuis binnen de officiële RK kerk? De stage op een vrouwenvormingscentrum liet me zien dat er meer was dan werken binnen officiële kerkelijke kaders. Na mijn studie vond ik een baan bij de vrouw-en-geloofbeweging in Limburg. Daar voelde ik roeping! Cursussen en trainingen opzetten voor vrouwen en daarbij oog hebben voor groepen die buiten de boot dreigende te vallen. Dat betekende soms ook je nek uitsteken en zaken aankaarten die tot dan toe onbespreekbaar waren. Iemand vroeg mij een tijdje geleden waar ik echt trots op was. Daar hoefde ik niet lang over na te denken: mijn betrokkenheid bij een theatervoorstelling over seksueel misbruik in pastorale relaties! Deze voorstelling was in die tijd spraakmakend, en heeft een belangrijk rol gespeeld in het bespreekbaar maken van misbruik binnen de kerken.
Ik werk nu 19 jaar voor het generaal bestuur van de Zusters van Liefde, hier in Den Bosch. Ik kwam bij de zusters te werken als jonge moeder en werd betrokken bij de internationale bijeenkomsten van deze congregatie. Door ontmoetingen met zusters uit alle windstreken leerde ik dat roeping ook iets is van gemeenschap.
Inmiddels had ik ook mijn weg naar de San Salvatorkerk gevonden. Daar klonk ‘aan deze tafel is iedereen welkom’. Woorden die me nog steeds diep raken. Sinds 2011 zing ik hier in deze ruimte bij Melodiek omdat zingen ook een beetje roeping is. Ik ben ook de mevrouw van Facebook omdat ik er heilig van overtuigd ben dat we ook via sociale media als gemeenschap een rol kunnen spelen als het gaat over zingeving en geloven.
En nu sta ik hier: kersvers lid van de pastoraatsteam. Ik voel me een beetje als de leerlingen die alles uit hun handen laten vallen om Jezus te volgen. Dit is voor mij een nieuwe uitdaging waar ik al mijn talenten voor wil inzetten. Ik voel me ook Samuel die in eerste instantie moeite heeft om de stem van God daadwerkelijk te verstaan, maar zijn oren wel openhoudt. Die open, luisterende houding is keer op keer nodig om roeping, van jezelf en van anderen, te kunnen verstaan.
De roeping van Erick
Kom volg mij, ik zal van jullie vissers van mensen maken! Een ongewone oproep van Jezus, waar je niet onmiddellijk ja op zegt. Tenminste ik niet. Want wat betekent dat: een visser van mensen te zijn? Misschien dat ik in zijn tijd uit nieuwsgierigheid met hem mee gelopen was. Dan had ik ontdekt dat Jezus iemand was die mensen aansprak. Hen opriep het leven te herpakken. Door hem stonden mensen weer op. Die visser bracht het mooie van mensen boven water.
Als kind voelde ik me door hem aangesproken: “kom, volg mij.” Daarom wilde ik graag de missie in. Ik heb het niet gedaan. Uit angst dat ik dat niet kon werd ik banketbakker. Dat beroep werd mijn roeping. Ik voelde me er thuis. Het verhaal van die visser kwam op de achtergrond.
Ik volgde een lieve vrouw, en zij volgde mij. Samen kregen we kinderen. Hun beroep op mij werd mijn roeping. Het verhaal van die visser werd het verhaal van de bakker die vader werd. Langzaamaan veranderde er wat. Mijn kinderen brachten iets in mij naar boven, waardoor ik thuis kwam bij mezelf. Dat verhaal van die visser kwam weer op de voorgrond en iemand of iets sprak: “kom, volg mij.” Iets van mij was boven water gekomen, de moeite waard om achteraan te gaan.
Ik stapte uit de bakkerij en ging theologie studeren. Het voelde weer als thuiskomen. Mijn studie voltooid dacht ik dat de katholieke kerk mijn bestemming zou zijn, maar ik kreeg te horen: “je hoort hier niet thuis, want de mens is voor jou belangrijker dan de kerk.”
Een priester wees mij later op een vacature als pastor voor verstandelijk beperkten. Ik ging eerst maar eens kijken, en bij dat bezoek vroeg iemand mij: “wanneer kom je voor ons voor pater spelen?” En opnieuw kwam ik thuis.
Het was carnaval 2010. De media sprak over de weigering om homoseksuele mensen deel te laten nemen aan de communie. Ik ging naar de weekendviering in de Sint Jan om het een en ander zelf waar te nemen. De voorganger vond de oplossing om namens iedereen aanwezig, zelf het brood en de wijn tot zich nemen. “Dit”, zo zei hij: ¨om het heilige der heiligen niet te ontheiligen¨. Kwaad werd ik. Als er ergens iets ontheiligt werd, was het daar. Uit protest ben ik de demonstranten achter in de kerk de vrede gaan wensen. Iemand vroeg mij: “geldt die wens van vrede ook voor mij, want ik ben homo?” Ik raakte van slag, maar wist nog net te zeggen: “ook voor jou!” Mijn boosheid sloeg om in pijn.
Het is vanaf dat moment, dat ik me geroepen voel, om te vertellen dat Jezus dit zo nooit bedoeld heeft. Dat het heilige nooit los staat van het menselijke. Dat in het meest humane, het meest goddelijke boven water komt. Dat elke mens zich gezien mag weten en ten diepste voelt: jij mag er zijn, jij doet er toe, jij bent welkom.
Sinds 2011 ben ik in deze gemeenschap opnieuw thuis gekomen. Hier mogen we met elkaar vissers van mensen zijn.
Geloofslied: Kom en volg mij op de weg
De gaven van brood en wijn worden op tafel gezet en er wordt gecollecteerd
Er klinkt muziek
Voorbeden
Bron van leven, Bron van hoop,
U hebt ons geroepen om vissers van mensen te worden
Kom over ons met uw Geest
Wij bidden voor mensen die het hoofd niet boven water kunnen houden
Mensen met zorgen over geld, werk, gezondheid, kinderen
en die te weinig steun ervaren
Dat er mensen op hun pad komen die naast hen staan
Kom over ons met uw Geest
Wij bidden voor mensen die overspoeld worden
door een golf van geweld
Van Boko Haram, van IS, van hun regering
Dat de zachte krachten sterker mogen zijn.
Kom over ons met uw Geest
Wij bidden voor jonge mensen
op zoek naar een doel om voor te leven
Dat zij de stem mogen horen die hen roept
om mens te zijn voor anderen
liefdevol en bevrijdend
Kom over ons met uw Geest
Wij bidden voor onze gemeenschap
Help ons om een huis van liefde te zijn,
Mensen op weg naar een nieuwe wereld
Kom over ons met uw Geest
Wij bidden vanwege het overlijden van Riek Merks en van Thom van Veen. Dat zij die achterblijven, zich gedragen mogen voelen door God en door mensen.
Wij bidden ook voor het verdriet en de zorgen, uitgesproken in het intentieboek of onuitgesproken maar levend in ons hart.
Dat er licht mag zijn voor hen en ieder van ons
De intentiekaars wordt aangestoken
Lied: Voor uw aangezicht
Tafelgebed
U die ons bijeenroept hier en waar ook ter wereld
Kom over ons met uw Geest
Gezegend bent u
om licht en levensadem, woord en geestkracht,
om mensen die leven uit kracht van U ontvangen
om Jezus van Nazareth, uw joods kind.
Die ons tot voorbeeld werd,
Die tot op het laatst van zijn levensweg,
Uw Woord volbracht, toegewijd en trouw.
Die ons leerde gaan op de oude weg van uw liefdeswoord
naar een goed en wijd land waar de dood niet heerst.
Die ons een teken heeft gegeven
waar zijn geest in openbaar en werkzaam is
tot op vandaag.
Die op de avond voor zijn dood brood gebroken heeft
en aan zijn vrienden uitgedeeld-
die een beker wijn genomen
dankgebed en zegen gesproken heeft en heeft gezegd:
Doe dit ter gedachtenis
aan de God die ons bevrijd heeft uit het slavenhuis,
Die ons uit de macht van de dood bevrijden zal.
Zo doen wij dan wat hij heeft voorgedaan,
Eten, drinken, brood en wijn,
teken van geloof dat niets bij God niet kan
Dat ook door ons en met ons en in ons
Een nieuwe wereld komen zal
waar brood en liefde is genoeg voor allen.
Kom over ons met uw Geest.
U die ons bijeenroept hier en waar ook ter wereld
die ons raakt met uw woord,
die ons kent van gezicht en ons roept bij name
Kom over ons met uw Geest.
In zijn geest bidden wij met de woorden:
Onze Vader
Gezongen tafelgebed zo: Om te komen tot onszelf
Vredewens
Dat de stem die je geroepen heeft vrede mag brengen
voor jou en de mensen die op je weg komen
Lied za: Waar vriendschap heerst – zo: De vrede, de vrede zal zijn
Uitnodiging
Nog altijd nodigt Hij ons uit aan deze Tafel,
waar we ons brood en ons leven delen met elkaar.
Wie je ook bent, voel je welkom.
Communielied za: Wij leven op aarde – zo: Wat in stilte bloeit
Mededelingen en bloemetje van de week
Slotgedachte
Dat jij er bent; je weet voor wie.
Een arm, een oor, een schouder.
Dat jij er bent en dat je blijft.
Je weet voor wie.
Zegen
Dat je wegen vindt, gebaande en ongebaande,
dat je voelt de zon in je gelaat,
dat je merkt de wind die met je gaat,
dat een milde regen je omarmt,
dat je geborgen bent, tot wij elkaar weer zien,
in de palm van Gods hand
dat wensen wij elkaar in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest
Slotlied za: Zijt Gij mij , God, een herder – zo: Dat een nieuwe wereld komen zal
Ed Andriessen
ma 26th jan 2015 at 11:09
Ruimte maken loont.
Dat is in deze viering eens te meer bewezen.
Vol vertrouwen genoten van de nieuwe leden van de pastoraatsgroep.
Fiet Vreeburg
zo 25th jan 2015 at 18:53
Arie, wat heb je dat mooi verwoord! We sluiten ons aan bij jouw woorden! Ton en fiet
Ans Mettes
zo 25th jan 2015 at 18:35
Een prachtige viering met liederen die naadloos aansloten aan de teksten.
Mooie persoonlijke getuigenissen. De pastoraatsgroep kan vooruit.
Veel succes Franneke, Gepke, Mignon en Erick.
Arie Akkermans
zo 25th jan 2015 at 13:44
Buitengewoon inspirerende dienst waaraan iedereen vol overgave deelnam. Dit is het gezicht van de kerk. Zo is het ook begonnen in de gemeenschappen van de vroege kerk: nog geen verstarring maar vitaliteit en hoop. Als we dit volhouden hebben we toekomst, bieden we troost, bezinning en de moed de schouders eronder te zetten.
Dank jullie wel.