SAN SALVATORGEMEENSCHAP / DATUM zaterdag 16 februari 2019
THEMA: Integriteit?
Voorgangers Marga van de Koevering en Wilton Desmense Lector Ria van Luijk
OPENINGSLIED: Als woorden kunnen duiden
WELKOM
Hartelijk welkom allemaal. Fijn dat we hier weer bij elkaar zijn, deze avond, voor de woorden, het zingen en de stilte: fijn dat we die samen mogen beleven.
Morgen gaat dominée Erica Scheenstra voor in de viering, die als thema heeft “Integriteit”. Zullen wij daar vanavond ook iets mee hebben? Op het moment dat ik dit neerschreef, kon ik dat nog niet zeggen. De viering van zondag was woensdag nog niet ter beschikking. Toen kwam de viering, waarin Gepke elders zondag voorgaat, op mijn pad. Dankbaar heb ik gebruik gemaakt van vele elementen daaruit. Zo is er iets eigens ontstaan voor deze samenkomst. Hopelijk zal het ons inspireren.
GEBED
Wij bidden: Mogen hier woorden klinken die zinvol zijn om te horen, mogen ze ons hart wenden naar wat wij erkennen als een boodschap die goed voor mensen is, moge wat eeuwen her begonnen is, ons nog steeds richting geven.
ACCL.: Wat eeuwen her begonnen is
INLEIDING OP DE LEZINGEN
Morgen zal hier een andere eerste lezing klinken, van de profeet Jeremia. Vanavond horen wij een gedeelte uit het boek Ester. Het is een kort boek uit het Oude Testament. Ik heb het deze week gelezen: een spannend boek, maar als je dat uit hebt, dan blijf je toch wel met de nodige vraagtekens zitten.
In het verhaal uit Ester komt het woord God niet voor! God lijkt er niet toe te doen. Als het leven zwaar is, lijkt God afwezig, ongeïnteresseerd, onbestaanbaar. Maar als de zon weer door mag breken, lijkt Hij er al die tijd toch toe te hebben gedaan! In het boek Ester dreigen de joden te worden uitgeroeid, maar in hoge nood komt er redding. Dat doet denken aan het lied van Maria, haar Magnificat, over machtigen die van de troon worden gestoten. En ook aan de woorden van de Evangelielezing van vandaag: “Gelukkig ben je als je arm bent, hongerig of verdrietig. Streef naar het land, nu nog voorbij de horizon, waar het goed zal zijn voor iedereen.”
Een samenvatting van wat voorafging
Tijdens de ballingschap van het Joodse volk in Babylon waren een aantal Joden gedeporteerd naar Perzië. Daar heerste koning Ahasveros. Zwaar beledigd door zijn vrouw stuurde hij haar weg. Hij koos daarop een nieuwe vrouw uit: zij heette Ester. De koning wist niet dat zij joods was. Omdat haar ouders gestorven waren, was zij grootgebracht door haar oom Mordechai.
Nu werkte er in het paleis een zekere Haman. De koning benoemde hem tot de belangrijkste van zijn ministers. Iedereen moest voor hem buigen en knielen. Mordechai weigerde dat echter, zeggende: “Ik kniel niet voor Haman, omdat ik een Jood ben.” Haman vernam dat en werd woedend. Hij wenste Mordechai dood. En toen hij hoorde dat Mordechai een Jood was, wilde hij dat alle Joden in heel Perzie gedood zouden worden. Hij wist de koning zover te krijgen dat die daarmee instemde. De uitvoering van het besluit zou enkele maanden later plaatsvinden op een vastgestelde dag.
In die tussentijd ontdekte en verijdelde Mordechai een complot tegen het leven van de koning. Deze werd hiervan wel op de hoogte gesteld, maar vergat vooralsnog zijn dankbaarheid daarvoor te tonen. Mordechai spoorde intussen zijn pleegdochter, koningin Ester, aan voor de Joden te gaan pleiten bij de koning. En Ahasveros viel voor haar schoonheid en charmes.
Tussenacclamatie: De wijze woorden (1e couplet)
EERSTE LEZING Ester 7,1-8,2 (Bible Gateway)
De koning en Haman zaten aan bij het diner bij Esther. Nadat de wijn was ingeschonken, vroeg de koning opnieuw: “Welk verzoek heb je, koningin Esther? Wat wil je? Ja, wat het ook is, ik zal het je geven, zelfs al was het mijn halve koninkrijk!” Eindelijk kwam de koningin met haar vraag voor de dag: “Als u mij een gunst wilt bewijzen, koning, en als het uwe majesteit behaagt, red dan mijn leven en dat van mijn volk! Want mijn volk en ik zijn verkocht om uitgeroeid te worden. Als wij als slaven verkocht waren, dan had ik misschien gezwegen, want dat zou uw belangen niet geschaad hebben.” “Waar heb je het over?”, vroeg de koning verbaasd. “Wie durft het in zijn hoofd te halen jou iets aan te doen?” “Daar zit de schurk,” antwoordde Esther, “Haman is de vijand die ons bedreigt!” Haman werd bleek van angst, toen hij hun gezichten zag. Woedend sprong de koning van tafel op en liep de tuin in. Haman bleef achter om de koningin te smeken zijn leven te redden, want hij wist dat hij ten dode opgeschreven was. Hij viel neer op het rustbed waarop koningin Esther lag, juist op het moment waarop de koning uit de paleistuin terugkwam. “Wat?”, bulderde de koning. “Durf je ook nog de koningin in mijn paleis, onder mijn ogen aan te randen?” Nadat de koning de beschuldiging had uitgesproken, bedekte men Hamans gezicht.
Harbona, een van de hofleden, zei: “Majesteit, Haman heeft juist een twintig meter hoge galg laten bouwen. Daaraan wilde hij Mordechai ophangen, de man die uw leven heeft gered! De galg staat bij Hamans huis.” “Hang Haman daaraan op”, beval de koning. Zo vond Haman de dood aan de galg die hij voor Mordechai had gebouwd. Toen nam de woede van de koning af.
Diezelfde dag schonk koning Ahasveros alle bezittingen van Haman, de jodenhater, aan koningin Esther. Mordechai werd bij de koning geroepen, want Esther had de koning verteld dat hij haar neef en pleegvader was. De koning deed zijn zegelring af, die hij van Haman had teruggenomen. Hij gaf deze aan Mordechai en Esther stelde hem aan als beheerder van Hamans bezittingen.
LIED: Ik zing van ganser harte voor de Heer
TWEEDE LEZING Lucas 6,17-26 (Bijbel in G.T.)
Samen met zijn twaalf apostelen ging Jezus de berg weer af. Hij bleef staan op een veld. Daar waren veel van zijn leerlingen bij elkaar gekomen. Er was ook een grote groep andere mensen. Die kwamen uit alle delen van Judea, uit Jeruzalem en ook uit het gebied bij Tyrus en Sidon.
Jezus keek zijn leerlingen aan en zei: “Het echte geluk is voor mensen die arm zijn. Want voor hen is Gods nieuwe wereld. Het echte geluk is voor mensen die nu honger hebben. Want zij zullen veel te eten krijgen. Het echte geluk is voor mensen die nu huilen. Want zij zullen lachen.
Het echte geluk is voor jullie. Jullie zullen het moeilijk hebben, omdat je bij mij hoort. Misschien wordt je gehaat of weggestuurd. Misschien schelden de mensen je uit of bespotten ze je. Dat is vroeger ook gebeurd met de profeten. Als dat met jullie gebeurt, moet je blij zijn en vrolijk. Want jullie krijgen een grote beloning in de hemel.
Maar het loopt slecht met je af, als je rijk bent. Want dan heb je het nu goed, maar straks niet meer. Het loopt slecht met je af, als je nu heel veel te eten hebt. Want dan zul je straks honger hebben. Het loopt slecht met je af, als je nu lacht. Want dan zul je straks verdriet hebben en huilen. Het loopt slecht met je af, als iedereen goede dingen over je zegt. Dan ben je net als de valse profeten: daar zeiden ze vroeger ook altijd goede dingen over.”
ACCL.: Het woord dat ik jou geef
OVERWEGING
Ester had een groot risico genomen door uit eigen beweging naar de koning te gaan. Dat was gevaarlijk! De koning vond dat hij als man de baas was over zijn vrouw en als koning over al zijn onderdanen. Ester wist wat er met haar voorgangster gebeurd was, toen zij tijdens een feest weigerde om zich te laten bekijken door een dronken koning en andere dronken mannen.
Maar de koning laat zich door haar charmes betoveren, inpalmen en zo komt uiteindelijk na een behoedzame voorbereiding het hoge woord eruit: Haman wil ons volk (ja, koning, ik ben een joodse) uitroeien!
Misschien herkent u die behoedzaamheid. Als het erop of eronder is, komt het nauw wat je doet. Het mag niet mislukken. Maar ook in situaties waarin mensen uit hun evenwicht zijn, komt het heel precies wat je zegt. Je wilt het niet nog moeilijker voor hen maken. Of wanneer je echt kritiek op iemand moet leveren. Hoe zeg je het zo, dat de ander niet dichtklapt, maar er ook iets mee kan. Ester had de koning gunstig weten te stemmen door hem samen met Haman te onthalen op een feestelijke maaltijd. En na het succes daarvan deed zij dat nogmaals. Toen ze die tweede keer begon te praten, gaf ze eerst de koning alle eer. Daarna zei ze: “Als wij Joden als slaven verkocht zouden worden, dan had ik de koning niet lastig gevallen. Slaven waren we in Egypte, totdat God ons bevrijdde. Maar nu dreigt de complete uitroeiing van het Joodse volk. Laat dat niet gebeuren. Houd ons in leven.”
De gehoorzame Ester geeft gehoor, maar aan een andere stem dan die van de koning. Zij luisterde naar de stem van haar pleegvader Mordechai: “Misschien ben jij niet voor niets koningin geworden!” Of was het ook een andere stem, de stem van Hem, Wiens naam soms onuitspreekbaar blijft? Je voelt heel diep van binnen dat je moet doen wat op jouw pad komt en waarvoor jij de mogelijkheden hebt. Jij bent er niet voor niets. Het kan iets kleins zijn, maar ook iets wat het leven van jezelf of anderen grondig verandert. Ester moet het kwaad bij de naam noemen. Het is belangrijk er niet je ogen voor te sluiten. Hier betreft het het kwaad van een macht die geen tegenspraak duldt, waarvoor iedereen moet buigen en knielen. Haman die een heel volk aanziet op iets wat hem niet bevalt aan één man. Zo iemand als Haman die zegt: “Dat jij het slecht hebt komt door…..: zij hebben je baan, je huis afgepakt. Die anderen zijn slecht: ze houden zich aan geen enkele wet. Ze zijn gevaarlijk, ze nemen de macht over. Straks zijn zij hier de baas. Weg met hen!” Als er zoiets verschrikkelijks dreigt, kun je niet wegkijken. Ester benoemt het kwaad en noemt de naam van de aanstichter: “Die meedogenloze vijand, dat is die ellendeling daar, Haman!” De koning staat eigenlijk in zijn hemd: achteloos had hij de macht uit handen gegeven aan Haman. En niets had hij gemerkt van de angst in zijn paleis, stad en land. Niet meer door Haman, maar nu door Ester ingepalmd laat hij Haman oppakken en terechtstellen. De zwakkeren hebben bescherming gevonden. Wat een happy end, die omkering.
Dit verhaal van bevrijding doet zo denken aan al die andere bevrijdingsverhalen: verhalen over God, verhalen over mensen die opstonden toen ze een stem hadden gehoord. Een stem die nog altijd klinkt. Mensen die altijd weer opstaan. “Zalig”, zegt Jezus, “de hongerigen, want zij zullen gevoed worden. Zalig de armen, want voor hen is Gods nieuwe wereld.” Kijkt God een andere kant op? Doet Hij niets tegen het kwaad? Zijn er nooit mensen die protesteren tegen onrecht en hun best doen om er een eind aan te maken?
Dat mogen wij laten zien. Een omgekeerde wereld, daar word je gelukkig van.
GELOOFSLIED: Zijn woord wil deze wereld omgekeerd
VOORBEDEN
Moge de wereld omgekeerd worden voor hen die arm zijn, de bedelaars van deze wereld.
Moge de wereld omgekeerd worden voor hen die nu honger hebben, de slachtoffers van klimaatgrillen en machtsstrijd.
Moge de wereld omgekeerd worden voor hen voor wie het leven duister is, getroffen door verdriet, door geestelijke nood.
Wij bidden speciaal voor hen die ons zeer nabij zijn, waar zij ook zijn, en die zich getroost weten door onze aandacht.
ACCL.: Wees hen nabij
TAFELGEBED: Gij die weet wat in mensen omgaat
ONZE VADER
eindigend met accl.: Want van U is de toekomst
VREDESWENS
LIED: Maak mij tot een bedding van Uw vrede
BREKEN EN DELEN
INSTRUMENTAAL: Jerusalaim
GEBED
God van licht en leven, schenk ons uw Geest.
Breng de oude woorden tot leven, opdat wij zien, waar er kwaad gebeurt,
waar het leven wordt bedreigd.
Houd ons dat visioen voor ogen van een wereld waarin het kwaad is uitgebannen,
waar er recht wordt gedaan aan mensen, waar er vrede heerst en liefde tussen mensen.
Schenk ons de moed om te zeggen wat gezegd moet worden, om te doen wat moet worden gedaan.
MEDEDELINGEN
SLOTGEDACHTE
Voor alles is er een tijd, keer om, keer om, keer om.
Een tijd van einde en van nieuw begin, een tijd van verlies en een tijd van gewin,
van weemoed en van frisse gedachten, van aanpakken en van niet langer wachten.
Keer om en geef, geef om.
GEZAMENLIJKE ZEGEN
In de geest van deze viering gaan wij vanhier.
Wij bidden bemoediging mee te krijgen van elkaar en van de woorden die wij hier hoorden.
Mogen die ons inspireren, in de naam van Die wij noemen: Vader, Zoon en Heilige Geest.
Amen.
SLOTLIED: Jij leert mij vliegen