SAN SALVATORGEMEENSCHAP 9 en 10 november
HOOP VOOR DE STAD
Voorganger: ds Ruud Stiemer (zaterdag Corrie Dansen)
Zaterdag volkszang o.l.v. Wilton Desmense | Piano Gieneke Ruyters
Zondag Melodiek o.l.v. Hans Waegemakers | Piano Coby Wageman
OPENINGSLIED: zat. Hier wordt een huis voor God gebouwd; zon. ‘Wees hier aanwezig’
WELKOM Welkom aan u allen. Wat fijn om elkaar vanmorgen te ontmoeten! Het is de achtste zondag van de Herfst en daarmee komt het einde van het kerkelijk jaar in zicht. Advent staat voor de deur. In de lezingen van vandaag gaat het over de stad Jeruzalem, waarin veel gebeurt dat het daglicht niet kan verdragen; maar er gloort een nieuwe morgen. Vandaar het thema: ‘Hoop voor de stad’. Een thema dat niet alleen slaat op Jeruzalem, maar ook op onze stad, ’s-Hertogenbosch.
Laten we allereerst even stil worden en ons openstellen voor de ontmoeting met de Eeuwige en met elkaar.
GEBED
Goede God, In een wereld zonder rust waarin tijd niet stilstaat
en de economie doordraait, maken wij hier, in deze dienst,
pas op de plaats……
In een wereld, waarin velen zich opgejaagd voelen door alle verantwoordelijkheden die op hun schouders rusten; door alle verwachting waaraan ze moeten voldoen; zoeken wij uw nabijheid in de stilte.
In een wereld, waarin velen zichzelf voorbij lopen en elkaar, om alles wat er moet; de volle agenda’s, in een wereld, waarin velen geleefd worden; gebukt gaan onder tijdsdruk, deadlines,
willen we op adem komen bij u en elkaar.
Dat wij vandaag rust vinden, stilte, vrede, om straks, vanuit deze rust, weer verder te gaan: lichter, vrijer; uitgerust en toegerust om elkaar en de wereld tot zegen te zijn.
Door Jezus Messias, uw zoon en onze broeder.
Allen: Amen
ACCLAMATIE: zat. Door de wereld gaat een woord;
zon. ‘Wees genadig’
INLEIDING OP LEZINGEN
De eerste lezing is uit de profetie van Jesaja. De profeet spreek stevige woorden tot de leiders in Jeruzalem. Namens God zegt hij hen de wacht aan, omdat ze het recht naar eigen handzetten en zich niet bekommeren om de kwetsbaren. God spreekt het oordeel over hen uit en belooft de bezem erdoor te halen. Ook belooft hij dat de stad haar naam met ere zal dragen: stad van gerechtigheid en trouw.
De tweede lezing is uit het evangelie volgens Lucas. Jezus rijdt op een ezel de Jeruzalem tegemoet. Zijn leerlingen halen hem als koning binnen, zingend en juichend. Maar, Jezus deel de blijdschap niet. Als hij de stad ziet liggen moet hij huilen.
1E LEZING Jesaja 1,18-26
18De HEER zegt: Laten we zien wie er in zijn recht staat.
Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw, al zijn ze rood als purper, ze worden wit als wol.
19Als je weer naar mij wilt luisteren, zal het beste van het land je ten deel vallen.
20Als je koppig bent en niet wilt luisteren, zul je vallen door het zwaard. De HEER heeft gesproken. 21Ach, de trouwe stad is een hoer geworden. Waar eens recht heerste en gerechtigheid woonde, daar huizen nu moordenaars. 22Je zilver is zwart en dof geworden, je wijn versneden met water.
23Je vorsten zijn schurken, ze houden het met dieven,
ze denken alleen aan geschenken en steekpenningen.
Wezen bieden ze geen bescherming, het lot van weduwen laat hen koud. 24Daarom – zo spreekt de Machtige, de HEER van de hemelse machten, de sterke God van Israël: Wee hun, ik zal me wreken op mijn tegenstanders, mijn woede koelen op mijn vijanden. 25Ik zal mij tegen je keren, je zilver zuiver ik met loog, al je vuil verwijder ik. 26Ik breng je rechters en raadgevers tot inkeer, het zal weer worden als voorheen.
Dan zul je deze naam dragen: ‘Stad van gerechtigheid’, ‘Stad van trouw’.
LIED: zat. Hij ging van stad tot stad; zon. ‘Vergeet niet dat woord van oudsher’
2E LEZING: Lucas 19,41-48
4Toen hij Jeruzalem voor zich zag liggen, begon hij te huilen over het lot van de stad. 42Hij zei: ‘Had ook jij op deze dag maar geweten wat vrede kan brengen! Maar dat blijft voor je verborgen, ook nu. 43Want er zal een tijd komen dat je vijanden belegeringswerken tegen je oprichten, je omsingelen en je van alle kanten insluiten. 44Ze zullen je met de grond gelijkmaken en je kinderen verdelgen, en ze zullen geen steen op de andere laten, omdat je de tijd van Gods ontferming niet hebt herkend.’ 45Hij ging naar de tempel, waar hij de handelaars begon weg te jagen, 46terwijl hij hun toevoegde: ‘Er staat geschreven: “Mijn huis moet een huis van gebed zijn,” maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!’ 47Dagelijks gaf hij onderricht in de tempel. De hogepriesters, de schriftgeleerden en de leiders van het volk wilden hem uit de weg ruimen, 48maar ze wisten niet hoe ze dat moesten doen, want het hele volk hing aan zijn lippen.
ACCLAMATIE: zat. Jeruzalem mijn vaderstad; zon. ‘Een lamp voor mijn voet is uw woord’
OVERWEGING
Tekstschrijver en liedjesmaker Rikkert Zuiderveld schreef een lied met als titel ‘Als de stenen konden spreken’. Het eerste couplet klinkt zo:
‘Als de stenen konden spreken,
zou ik zwijgen als het graf,
dan zou ons geen brood ontbreken,
was geen kind meer bang voor straf
dan zou er geen oorlog dreigen
elk gevaar zou zijn geweken
maar, zolang de stenen zwijgen
zal ik spreken’
Hij schreef dit lied naar aanleiding van de woorden die Jezus sprak, vlak voor het gedeelte dat vandaag voorgelezen is. De leerlingen zingen het uit, als Jezus op het veulen op Jeruzalem toe rijdt: ‘Gezegend hij die komt als koning in de naam van de Heer….’. De Farizeeën horen het aan en zeggen tegen Jezus ‘berisp uw leerlingen’. Dan zegt Jezus: ‘Ik zeg u: als zij zouden zwijgen, dan zouden de stenen het uitschreeuwen’. Bedoelt Jezus daarmee dat de stenen van straat en de stenen van de stadsmuur dan de lofzang van de leerlingen overnemen? Of bedoelt hij iets anders?
De woorden van Jezus verwijzen naar de profeet Habakuk (2,11). Die zegt: ‘Zelfs de stenen klagen je aan vanuit de muur en de balken stemmen ermee in vanuit het gebinte.’ Habakuk stelt het onrecht aan de kaak dat in Jeruzalem geschiedt. Het machtsmisbruik en de zelfverrijking van de politieke en geestelijke leiders, dat ten koste gaat van de meest kwetsbaren. Tegen hen zegt hij namens God: ‘De stenen van de stad en de balken van de gebouwen – de stille getuigen van al het onrecht – schreeuwen het uit en klagen jullie aan ……’
Die schreeuw van Habakuk. De schreeuw van de stenen en de balken van de stad, worden vandaag door Jezus overgenomen. Om het nog even met Rikkert Zuiderveld te zeggen: ‘Maar, zolang de stenen zwijgen, zal ik spreken.’
Op het moment dat Jezus Jeruzalem ziet liggen ‘begint hij te huilen’, schrijft Lucas. Dat klinkt heel bescheiden, alsof Jezus in stilte huilt, zoals wij dat soms wel doen, wanneer we niet willen laten merken dat we verdriet hebben. We houden ons groot en we houden ons in en slikken onze tranen weg. De Naardense Bijbelvertaling vertaalt het anders en zegt hier: ‘Bij het zien van de stad breekt Jezus uit in een weeklacht over haar.’ Met andere woorden: Jezus brult het uit. Hij huil met horten en stoten. Het is een brullen – net zoals bij Jesaja toen en bij Habakuk – om het onrecht dat plaatsvindt in de hoofdstad, in het regeringscentrum, het hart van het land, zowel in politiek als in godsdienstig opzicht. ‘Wist je vandaag maar wat vrede kan brengen’, roept hij de stad toe.
Met dit brullen en roepen maakt Jezus duidelijk dat hij zich niet bij het onrecht wil neerleggen: Hij wil niet accepteren dat ‘het-nu-eenmaal-zo-is’ en ‘dat-je-er-als-gewoon-mens-toch niets-aan-kunt-veranderen’. Nee! Hij wil zich niet neerleggen bij de status quo en het recht van de sterkste. Integendeel, Jezus komt in verzet met heel zijn wezen, omdat hij gelooft dat het anders kan, dat vrede mogelijk is.
De stad en haar leiders zien het nu niet. Ze sluiten er hun ogen en oren voor. Met alle gevolgen van dien. Ze zijn gewaarschuwd. Waar onrecht de maat wordt, gaat een samenleving uiteindelijk ten onder. Maar, een stad, die weet wat vrede brengt, die zal opbloeien en openbloeien.
De vraag is: ‘Wat brengt de stad dan vrede?’ Het eerste wat Jezus doet als hij Jeruzalem is binnengereden, is dit: hij gaat naar de tempel en begint met het wegjagen van de handelaren. Hij haalt de bezem erdoor. Gods huis moet weer een huis van gebed worden. Niet de handel, niet het geld moet centraal staan, maar het gebed tot de Eeuwige. Dat is het begin van de vrede. Jezus maakt ruimte in het hart van de stad, in het hart van de samenleving. Waar ruimte is voor de omgang met de Eeuwige, daar is plaats voor rust, aandacht, bezinning, daar krijg je oor en oog voor de ander, je naaste, je medemens.
Het twee dat Jezus doet is: ‘hij geeft dagelijks onderricht in de tempel.’ Hij leert Thora, de leefregels die de God van Bevrijding aan zijn volk gaf. Het zijn deze spelregels aan de hand waarvan je het spel van de vrijheid kunt spelen. Dat spel moet je leren, dat gaat niet vanzelf. Het gaat met vallen en opstaan. Jezus leert het aan de mensen, opdat zij in vrijheid met God en elkaar zullen leven. Ook dat is het begin van vrede.
Ten slotte. Wij wonen in ’s-Hertogenbosch. Het is een heerlijke stad om in te wonen. Maar, is het ook een stad om van te huilen? Wat zouden de stenen en de balken roepen als ze zouden kunnen spreken? Is er ook onrecht in onze stad? Zijn er in onze stad mensen die de dupe zijn geworden van politieke en geestelijke leiders? Weet onze stad vandaag wat vrede brengt? Rikkert Zuiderveld schreef: ‘Maar zolang de stenen zwijgen zal ik spreken’. Met hem en met Jezus mogen we het dan op een brullen zetten, omdat we ons laten raken door het onrecht en de pijn; huilen van woede om de onverschilligheid. Maar, dat doen we niet vanuit radeloosheid, maar vanuit de hoop dat het anders kan en beter wordt! Daar, waar we ruimte maken voor de ontmoeting met de Eeuwige en we Thora leren, daar brengen we de stad vrede en dan worden – ook in Den Bosch – de contouren zichtbaar van die nieuwe stad van vrede, Jeruzalem – stad van shalom.
In de naam van de vader, zoon en heilige Geest….
Amen
GELOOFSLIED: Lichtcredo (Wij geloven in het leven)
KLAARZETTEN VAN DE GAVEN| COLLECTE | MUZIEK
VOORBEDE: Accl. zat. Eens komt de dag
Goede God, Wij bidden voor onze stad, voor de mensen met wie we wonen. Dat het een plek mag zijn waarin het goed wonen is, voor ieder mens. Geef dat we oog en oor hebben voor wie het moeilijk hebben; wie eenzaam is en wie in armoede gevangen zit; Geef ons een hart vol ontferming. Zo roepen wij tot U: Acclamatie: ‘Kom over ons met uw geest
We bidden voor onze broeders en zusters met wie we in deze stad samen kerk mogen zijn in alle veelkleurigheid en verscheidenheid. Dat we samen een teken mogen zijn van uw
menslievendheid en trouw. Dat handen en voeten en stem mogen geven aan de hoop voor onze stad. Zo roepen wij tot U: Acclamatie: ‘Kom over ons met uw geest
Goede God Wij bidden voor de stad Jeruzalem een heilige stad voor joden, moslims, christenen voor Israëliër en Palestijnen
dat ze haar naam mag waarmaken: stad van shalom Zegen hen die zich daarvoor inzetten. Zo roepen wij tot U:
Acclamatie: ‘Kom over ons met uw geest
Goede God, Wij bidden voor elkaar U kent ons, met onze vreugde en verdriet, met onze zekerheden en onze zorgen.
Sterk ons met uw nabijheid Vervul ons met hoop Vernieuw ons door uw Geest. Zo roepen wij tot U:
Acclamatie: ‘Kom over ons met uw geest
Eeuwige we vragen uw liefdevolle aanwezigheid bij alles wat staat opgetekend in ons intentie boek. Goede God We bidden voor wie ziek is onze gemeenschap en in deze stad. Dat zij uw aanwezigheid en steun mogen ervaren. We staan vandaag stil bij mensen van wie we afscheid moesten nemen. Onze dierbare overledenen blijven in u met ons verbonden.
Acclamatie: Voor uw aangezicht
TAFELGEBED
Verzameld om deze tafel, danken wij U, God van mensen, Bron van ons bestaan, voor het leven ons aangereikt, voor mensen begaan met anderen, die bruggen slaan en muren afbreken. We danken u voor de rijkdom van de natuur,
voor alles wat we mogen oogsten, de vruchten van de aarde,
de vruchten van uw geest: vrede, vriendelijkheid en vreugde.
Gezegend U, die ons oproept en aanspreekt, te leven op de grens van uw liefde tot in eeuwigheid. Gezegend U, die gesproken heeft in Jezus, die leefde als mens onder mensen,
die opkwam voor de verstotene, die recht deed aan elke mens, de laatste en de eerste, die zijn leven deelde tot het einde toe.
Want op de laatste avond van zijn leven, heeft Hij zich aan ons gegeven met lichaam en ziel. In het bijzijn van zijn vrienden
heeft Hij brood genomen, dankte voor het brood, brak het
en deelde het aan zijn vrienden met de woorden: ‘Neem en eet van dit brood, dit is mijn leven, ik geef het aan jullie.’
Ook nam Hij een beker, sprak een dankgebed, en zei tot zijn vrienden: ‘Drink hieruit en proef van mijn liefde, zodat mijn vreugde in jullie zal zijn en haar volheid bereikt. Heb elkaar lief, zoals ik jullie heb lief gehad.’ Zo heeft Hij zich aan ons gegeven, als levend brood en wijn van volheid. Zo leeft Hij in ons midden, als Gods woord. Zo wordt zijn droom onze droom, een visioen van vrede en gerechtigheid voor elke mens hier op aarde. In die Geest gaan wij op weg, om te werken aan veiligheid en geborgenheid, aan vrijheid en vertrouwen, aan vreugde en vrede voor iedereen, in verbondenheid met elkaar, in verbonden met Jezus en zo verbonden met Uw vredelievende nabijheid die alle grenzen tart.
Daarom willen wij bidden het gebed dat Jezus ons leerde
ONZE VADER
VREDESWENS | VREDESLIED: zat. Ga met ons mee op onze wegen; zon. Shalom aleichem (a capella)
UITNODIGING AAN DE TAFEL VAN BROOD EN WIJN
LIED: zat. Hier is een stad gebouwd; zon. ‘Verlei uns Frieden’
GEBED
Goede God, wij brengen U dank voor de kracht en de blijdschap van deze kring van mensen voor de tekenen van brood en wijn voor Jezus Christus, in ons midden Voor zijn nabijheid, vandaag en morgen en alle dagen. end ons nu uit in de wereld met de kracht van uw Geest om te leven en te werken tot uw lof en eer. Allen: Amen
MEDEDELINGEN
SLOTGEDACHTEN
Aan kerkvader Augustinus, bisschop van Hippo, wordt de volgende gedachte toegeschreven: ‘Hoop heeft twee dochters: woede en moed. Woede over de situatie zoals deze nu is en moed om er iets aan te veranderen’.
ZEGENWENS
De genade van de Heer Jezus Christus, de liefde van God
en de eenheid met de heilige Geest zij met u allen.
Allen: Amen
SLOTLIED: zat. Nu wij uiteengaan; zon. ‘Een stad zal uit de hemel dalen’