San Salvatorgemeenschap 24 – 25 nov 2012
Thema: Wat is waarheid?
Voorganges: John Parker en Corrie Dansen.
Openingslied zat: Vrede voor jou, hierheen –
zon: Onstilbare tonen
Welkom:
Beste mensen, welkom vanmorgen/vanavond bij deze viering binnen onze gemeenschap. Fijn dat u er bent/jullie er zijn, oudgediende, nieuwkomer, vaste deelnemer of zo af en toe bijtanker, allemaal van harte welkom.
Het thema van vandaag is: “Maar wat is waarheid?”. Om eerlijk te zijn, het duurde even voor we iets konden met de teksten uit het leesrooster. We hadden kunnen afwijken, natuurlijk. Toch kozen we er voor de uitdaging aan te gaan. Wat kunnen we met een tekst uit Johannes, die gekozen is bij de zondag van Christus Koning. Christus Koning, wat kunnen we daarmee? Wat willen we daarmee? Op onze zoektocht kwamen we Nico ter Linden en Klaas Hendrikse en Tomas Halik tegen. Bij hen vonden we inspiratie. Zij hielpen ons op weg. “Maar wat is waarheid?”. Laten we die vraag met elkaar onderzoeken.
Gebed:
Jij, Enige, Eeuwige, Ander,
Jij die we eerder ervaren dan denken kunnen,
Jij Ontelbare, Ondeelbare,
Jij, die wij zoeken en vinden soms,
in de verwondering, in een klein gebaar,
in de ontmoeting met een ander,
Jij, geheim van het Leven,
wees ons nabij, vandaag, morgen
en alle dagen van ons bestaan.
Acclamatie zat:Onhoorbaar, onzichtbaar – zon: Ik ben zegt Gij
1e lezing: Parabel over Gods grootheid
In een reusachtige ruimte van een dierentuin werd een grote olifant verzorgd. Talrijke bezoekers kwamen er een kijkje nemen. Langs alle kanten kon men om het grote dier heen lopen, het zien en aanraken. Onder de belangstellenden was ook een groep blinden, die nieuwsgierig was naar het reusachtig beest. Zij echter moesten hun waarneming vooral aan de tastzin overlaten. Daarom bevoelden en betastten zij de olifant van alle kanten om er een zo goed mogelijk beeld van te krijgen.
Degenen onder hen die de slurf betastten beweerden dat de olifant een soort lange buis was. Zij die bij het grote oor stonden vergeleken de olifant met een enorme waaier. Anderen lieten hun handen langs de dikke poten van het dier glijden en dachten aan bomen. En zij die de rug betastten zeiden dat de olifant de vorm had van een grote troon.
Zo gaat het ook met de mens,
Lied zat: Gij komt tot ons waar – zon: Nu nog met halve woorden
2e lezing: Johannes 18 (33-38)
Nu ging Pilatus het pretorium weer in. Hij liet Jezus bij zich komen en vroeg hem: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Jezus antwoordde: ‘Vraagt u dit uit uzelf of hebben anderen dit over mij gezegd?’ ‘Ik ben toch geen Jood,’ antwoordde Pilatus. ‘Uw volk en uw hogepriesters hebben u aan mij uitgeleverd – wat hebt u gedaan?’
Jezus antwoordde: ‘Mijn koningschap hoort niet bij deze wereld. Als mijn koningschap bij deze wereld hoorde, zouden mijn dienaren wel gevochten hebben om te voorkomen dat ik aan de Joden werd uitgeleverd. Maar mijn koninkrijk is niet van hier.’ Pilatus zei: ‘U bent dus koning?’ ‘U zegt dat ik koning ben,’ zei Jezus. ‘Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen, en ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat ik zeg.’ Hierop zei Pilatus: ‘Maar wat is waarheid?’
Acclamatie: Oren en ogen gaan open voor Jezus
Overweging
Een bekend verhaal, dit uit het evangelie. Jezus is gearresteerd en de leiders van zijn volk brengen hem naar Pilatus en beschuldigen hem van landsverraad en Godslastering. Hun gesprek loopt niet gemakkelijk. Pilatus stelt vragen, Jezus geeft antwoorden, maar ze praten langs elkaar heen. Pilatus de politicus, Jezus de profeet, die het Woord van God vertaalt en probeert na te leven.
Koningschap, ook van 2 soorten. De ene, de leider van een volk, van een land; de andere, een meer spirituele eigenschap, meer een getuige dan een heerser.
En dan de bekende opmerking van Pilatus: ‘Maar wat is waarheid?’Alsof hij alles mee gemaakt heeft in zijn leven en er moe van is geworden; want in zijn wereld is de waarheid afhankelijk van degene die de macht heeft. En om je baan te behouden, om je vrijheid te verzekeren, soms om je leven te bewaren, moet je gaan knielen voor die macht, moet je het woord van de machthebber voor waarheid nemen.
In dit opzicht is Jezus een ketter. Hij leeft na wat hij als waarheid ziet. Trouw blijven aan deze waarheid, ongeacht wat anderen hem willen opleggen. Trouw blijven, vrij zijn in zijn menselijkheid. Zo leeft hij, zo heeft hij voorgedaan hoe een mens zichzelf kan verlossen van wat hem belemmert om te leven.
Klaas Hendrikse, zegt het zo: ‘Wat raakt en inspireert mij als ik lees wat er geschreven staat over wat Jezus heeft gedaan en gezegd? Het antwoord op die vraag is niet in een belijdenisgeschrift te vinden, maar in mijn eigen leven.’ Bijvoorbeeld, te midden van mijn gezin, vriendenkring, in min relatie met mensen die ik onderweg ontmoet. Hoe trouw ik probeer te zijn aan mijn vrijheid, aan mijn verantwoordelijkheid, aan mijn waarheid. Hoe trouw wij als gemeenschap zijn, trouw aan onze waarheid, die verandert met ons.
Straks zullen we het zo zingen: ‘Het licht is in mijn bloed, mijn lichaam is uw dag. Gij zijt een stuk van ons bestaan.’
Geloven betekent haast bezeten zijn. God overal vinden, in mensen, in alles wat leeft. Respect voor alles wat leeft. Respect voor mensen ongeacht ras, huidskleur, of religieuze mening.
Een paar dagen geleden heb ik film op televisie bekeken: ‘God on trial’, (God voor het gerecht..?) Een aantal ter dood veroordeelde joden in Auschwitz, die God beschuldigen dat Hij het Verbond heeft verbroken. Ze herroepen in herinnering heel de geschiedenis van het volk sinds de exodus uit Egypte (en watvoor gruwelen er daarvoor nodig waren..) tot heden, de dag voor hun dood. Ze komen tot de conclusie dat hun God niet altijd trouw is gebleven, zoveel mensen gedood, door geweld, door natuurrampen. En als ze naar de gaskamers gebracht worden, vraagt de ene naar de andere: En wat nu? Wat moeten we nu doen, als onze God nu tegen ons is? Bidden, luidt het antwoord. Met andere woorden, blijven geloven; blijf trouw aan jezelf, aan wat jij voor waarheid houdt.
Je zou over de redeneringen in deze film kunnen discussiëren, over de interpretatie van de Bijbelverhalen, maar het slot blijft waar: trouw blijven aan dat waarin je gelooft. Zoals eens Jezus dat deed.
De Tsjechische theoloog Tomas Halik heeft in een artikel gezegd: “Van atheïsten kunnen we leren dat we banale godsbeelden moeten overwinnen. God is geen ding tussen andere dingen. God is geest, een oproep, een stem, een woord. We moeten deze aarde serieus nemen, er geen andere wereld erachter vermoeden, maar deze aarde trouw blijven en opnieuw ontdekken. Godzijdank heeft de evolutietheorie aangetoond dat God niet direct achter de coulissen van de natuur te vinden is. Ook de ervaringen van Auschwitz hebben aangetoond dat God niet direct achter de coulissen van de geschiedenis valt aan te wijzen. We moeten God dieper zoeken dan we vroeger deden. God is een geheim, een stem die een appel op ons doet…. .”
God is een geheim, een stem, geest, een oproep. Ik kom deze God tegen in alledaagse dingen. De stem is in iedereen te horen; en iedereen hoort het even anders, zoals die olifant in ons eerste verhaal. En als die eerste groep bezoekers van de slurf naar een van de poten gaat, zal hun beeld veranderen, van wat ze voor zich hebben.
Zo verander ik iedere keer dat ik iemand ontmoet; ik word rijker.
God wordt waar als we elkaar echt ontmoeten.
Christus koning…zijn getuige, een dienaar
Geloofslied: Gij zijt voorbijgegaan
Voorbede met zat: Jij die onze gedachten raadt – zon: Gedenk ons hier bijeen
Eeuwige, barmhartige, wij bidden voor allen
die gebukt gaan onder zware schuld,
die hun geschiedenis als een last met zich mee torsen;
mogen zij medemensen tegenkomen
die hun vergeving en genade betuigen.
Eeuwige, barmhartige, wij bidden voor allen die verhard zijn,
voor wie zich onttrekken voor ieder gesprek,
voor wie zich opsluiten in hun eigen gelijk;
wek hun zachtheid weer.
Eeuwige, barmhartige, wij bidden voor allen
die verzoening brengen,
voor vredestichters en bruggenbouwers,
voor wie dromen van een rechtvaardige wereld;
houd hen gaande op hun goede weg.
Tafelgebed:
Wij prijzen Jou, God, levende stroom die ons leven doet.
Jij bent de bron van al wat leeft.
Onze Vader, onze moeder ben Je.
Zo koester Je ons: mensen uit aarde gemaakt
kwetsbaar als het gras en de bloemen op het veld.
Jij houdt ons de hand boven het hoofd
als een boom die ons beschaduwt.
Wij danken Je, God om het vertrouwen dat Je aan ons schenkt
Jouw trouw waarop wij kunnen bouwen.
Ieder van ons is Jou oneindig lief
Wij denken aan Jouw beeld ten voeten uit,
Jezus van Nazaret, levensboom en levend water
waarmee wij ons verbonden voelen
als ranken aan de wijnstok
als bladeren van een boom.
Als wij zijn wegen gaan geef Jij ons levenskracht
om mens te worden naar Jouw beeld
en kunnen ook wij liefde geven
als uit een bron van stromend water
die nooit opdroogt.
Zijn woord en daad werd levend water
bron van overvloed aan moed en geloof.
Een onbekend land van vertrouwen
bloeit er van open: mensen vinden elkaar
zingen elkaar een nieuwe toekomst tegemoet.
Zij delen er brood en wijn en meer dan dat.
Zo was zijn gebaar waarin heel zijn leven samenstroomde
toen hij op die laatste avond brood nam, het brak
en aan zijn vrienden uitdeelde met de woorden:
Neemt en eet:
zo blijf ik onder jullie als gebroken brood
dat wordt gedeeld tot geluk van jou en jou en jou.
Ook de beker liet hij rondgaan en zei:
Dit is mijn bloedeigen leven.
Blijft met mij en met elkaar verbonden
om samen een nieuw begin te maken.
Zo gedenken wij zijn dood en opstaan
als de levende in ons midden overal en elke keer
waar twee of drie in zijn naam bijeen zijn
en hun leven willen delen.
Zo gedenken wij zijn en onze God
de grond onder onze voeten.
Gezegend en geloofd, Jij goede Geest
die nieuwe geschiedenis schrijft met andere namen
die mensen samenbrengt en bezielt
om het risico aan te durven
van de grote tocht naar morgen.
Maak ons standvastig trouw aan elkaar
vol zorg dat niemand achterblijft.
Maak ons vrolijk en eensgezind
sterk als bomen die weer en wind doorstaan.
Op Jouw adem zingen wij het levenslied
van mond tot mond, van hart tot hart
Onze Vader gezongen: Onze vader in het verborgene
Vredeswens
Communie met zat: Om warmte gaan wij – zon: Kom in mij
Slotgedachte: De hemel van de mus
Er was eens een klein musje dat tijdens het onweer altijd op de grond ging liggen, met zijn pootjes omhoog.
“Waarom doe je dat?” vroeg een vos. “Om de aarde te beschermen, die zoveel levende wezens draagt,” antwoordde de mus. “Voor het geval de hemel plotseling naar beneden komt, snap je? Dan kan ik hem met mijn poten opvangen.”
“Wil je met die iele pootjes van jou de onmetelijke hemel opvangen?” vroeg de vos weer.
“Ach, weet je, jij snapt dat niet. Maar hier op aarde heeft ieder zijn eigen hemel.”
Zegen en wegzending
Slotlied: Zolang wij adem halen.