KOMT HET GOED? Viering 2 okt.2022
Voorganger: Maria van den Dungen Koor Melodiek o.l.v. Marcel v.d. Maeden
OPENINGSLIED: Dit huis is een huis. waar de deur open staat.
Welkom: Goedemorgen. Welkom ieder die hier vandaag naar toe is gekomen, fijn om elkaar te ontmoeten.
Maar er is meer, misschien zoekt u bemoediging, troost of komt u uit dankbaarheid, welke reden ook: u bent welkom. Het thema van vanmorgen is: Komt het goed? Misschien vraagt u zich dat ook af.
In dit uur gaan we zingen, samen met Melodiek, we luisteren naar muziek en oude verhalen over mensen en hun en onze God.
We worden stil en maken ruimte om ons te laten raken door wat we horen en zien en soms iets onbenoembaars ervaren.
Gebed:
Samen hier bijeen maken we ons voor even los van wat ons vasthoudt en op ons drukt
Samen hier stellen we ons open voor een vleugje wind waarmee we verder mogen gaan.
Eeuwige, die ons beschermt en leidt, wees ons ook vandaag nabij, in vreugde en verdriet.
Kom ons tegemoet, blaas ons leven in en verlicht onze levensdagen. Amen.
Acclam: Licht zal ons leven zijn, het licht van de beginne
Inleiding van de lezingen
Enkele weken geleden stond ik hier ook en benoemde ik wat er zoal gebeurd was sinds het voorjaar.
Op dit moment lijkt alles nog erger en de aangewezen lezingen voor vandaag maakten dat ik me een onheilsprofeet voelde. Daarom heb ik voor de 2 lezingen uit het Eerste testament gekozen.
De tweede lezing is een psalm van David, die spreekt voor zich, maar de eerste lezing heeft wat inleiding nodig. Zo’n 6 eeuwen voor Christus werd Jeruzalem veroverd door de Babyloniërs, een wreed volk, dat veel ellende aanrichtte. Naar het denken van die tijd werd het beschouwd als een straf van God. De profeet Habakuk roept God ter verantwoording. Pas vele jaren later krijgt hij een visioen dat de Babyloniërs verdreven gaan worden. Hij is zich bewust van het geweld dat op het punt staat los te barsten. Dan zingt hij zijn klaagzang. En zijn vertrouwen, of is het hoop.
Eerste lezing: ( Habakuk 3, 16-19 )
31Gebed van de profeet Habakuk. Als een klaaglied.
16 Ik hoorde dit alles en ik beefde vanbinnen,
ik vernam het en mijn lippen trilden.
Mijn botten werden aangevreten,
ik stond te trillen op mijn benen,
wachtend op de dag van het onheil,
de dag dat u optrekt tegen het volk dat ons aanviel.
17 Al zal de vijgenboom niet bloeien,
al zal de wijnstok niets voortbrengen,
al zal de oogst van de olijfboom tegenvallen,
al zal er geen koren op de akkers staan,
al zal er geen schaap meer in de kooien zijn
en geen rund meer binnen de omheining –
toch zal ik juichen voor de HEER,
jubelen voor de God die mij redt.
God, de HEER, is mijn kracht,
Hij maakt mijn voeten snel als hinden,
Hij laat mij over toppen van bergen gaan.
Tussenzang: De steppe zal bloeien
Tweede lezing: Psalm 37
1 Een lied van David.
Wees niet jaloers op oneerlijke mensen,
op mensen die zich niets aantrekken van God.
2 Want ze verdwijnen net zo snel als gras,
als jong gewas dat verschroeit in de zon.
3 Vertrouw op de Heer en doe wat goed is.
Wees trouw aan Hem,
dan zul je veilig in het land wonen.
4 Blijf altijd dicht bij de Heer en geniet van Hem.
Dan zal Hij je geven wat je van Hem vraagt.
5 Vertrouw je hele leven aan Hem toe.
Dan zal Hij in alles voor je zorgen.
6 Hij zal altijd voor je opkomen.
Dat is net zo zeker als dat het ‘s morgens weer licht wordt
en de zon hoog aan de hemel zal komen te staan.
7 Wees kalm en wacht op de Heer.
Wees niet jaloers op mensen bij wie alles goed lijkt te gaan,
en bij wie alle misdadige plannen lijken te slagen.
8 Word niet boos of jaloers.
Boosheid en jaloersheid doen alleen maar kwaad.
9 Onthoud dat het met slechte mensen
uiteindelijk slecht zal aflopen.
Maar de mensen die op de Heer vertrouwen,
zullen het land bezitten.
10 Nog maar even en dan zijn ze er niet meer,
die mensen die zich niets van God aantrekken.
Zelfs ieder spoor van hen is verdwenen.
11 Maar de mensen die willen leven zoals de Heer het wil,
zullen het land bezitten.
Ze zullen altijd in vrede kunnen leven.
Acclam.: Die chaos schiep tot mensenland
Overweging
Ik weet niet precies hoe het met jullie is. Maar ik denk, dat velen van ons zich terecht zorgen maken over de toekomst. Decennia lang voelden we ons veilig, in ons welvarend en goed georganiseerd land. Lang slaagden we erin oorlog in Europa weg te houden langs de weg van de samenwerking. Onze samenleving en ook de internationale verhoudingen op dit moment kraken in hun voegen, het zijn erg onzekere tijden.
Hopen is onze diepste aard en staat of valt niet met wat er in de wereld gebeurt, sprak Vaclav Havel.
Komt het goed ? En hoe komt het goed, als het ooit nog een keer goed komt ?
Dat antwoord is er eenvoudigweg niet; ook niet in de bijbel. Behalve dan om al je woede en ellende tegen God uit te schreeuwen.
God ter verantwoording roepen, dat is buitengewoon bijbels.
–In de eerste lezing van vandaag gaat Habakuk, (schrijver van een boekje met maar 3 hoofdstukken), met een klacht naar God. Hoe kan het toch dat onschuldige mensen zoveel kwaad kan treffen? Het is nu zo’n 2600 jaar geleden dat Habakuk deze woorden uitsprak en in al die eeuwen waren er opstanden, oorlogen en verzet. En zoals altijd zijn het de zwakken en rechtvaardigen die het slachtoffer worden. Tot op vandaag.
In 586 hebben de Babyloniërs Jeruzalem verwoest met een wreedheid, die aan IS doet denken.
Overal vloeit bloed, alles verwoest, geroofd, weggevoerd. Maar dan laat God – vele jaren later – weten: Habakuk Ik zal komen.
Het juichen van Habakuk voor God, in de laatste strofe is op geen enkele manier te verklaren door redenen voor geluk. Al het goede in zijn wereld is juist verdwenen. Weer zal er bloed vloeien, daarom beeft hij.
Juist in lastige tijden, of het nu goed voelt of niet, zin of geen zin, toch bidt hij, toch zingt hij, toch spreekt hij zich uit. Latere generaties hebben er zelfs een lied van gemaakt voor in de tempel.
Misschien kun je zo’n lied ook alleen maar samen zingen. In je eentje is het veel moeilijker om de toon van vertrouwen vast te houden.
Samen zingen geeft stem aan wat eigenlijk onzegbaar is.
Habakuk zingt en niet alleen op blije dagen. Zingen geeft je weer nieuwe moed en veerkracht.
Wie heeft als kind niet hard gezongen als je bang was in het donker? Dat hield de wolven weg en de boeven.
Na die lezing uit Habakuk hebben we bewust het Lied van de Opstanding gezongen: “De steppe zal bloeien, de rotsen gaan open, het water zal stromen. Het water zal tintelen, stralen, dorstigen komen en drinken, en zij zullen opstaan en lachen en juichen!”
Wat, een visioen dat Huub Oosterhuis, ons doorgeeft. Zelfs op de moeilijkste momenten, als je leven wankelt, geef God je leven blijkbaar zin.
In een Pools concentratiekamp werd tijdens de oorlog in de muur een tekst gekerfd door een Joodse jongen. Een eigen geloofsbelijdenis: Ik geloof in de zon, ook als ze niet schijnt. Ik geloof in de liefde, ook als ik haar niet bespeur. Ik geloof in God, ook als ik hem niet zie.
Op de vraag of het allemaal een keer goed komt, geeft de bijbel geen antwoord. Het enige antwoord, dat wij krijgen, is een aanwijzing: dat wat we hoorden in de tweede lezing: overwin het kwaad, wees rechtvaardig en doe het goede! Dat moet te doen zijn!
Geloofslied: Ten dage dat Hij maakte
Collecte, tafel; klaarmaken
Voorbede
God van het leven, wij bidden jou
voor allen onder ons die willen opkomen voor gerechtigheid en vrede.
– We bidden voor allen die bang zijn voor de nabije toekomst,
voor de energiecrisis, de inflatie, de dreigende armoede
dat zij gesteund worden,
door politieke maatregelen en in eigen kring door ons.
Laat ons zingend bidden:
Acc.Gij hart gij bron van leven
–Bidden we voor alle mensen
die zich niet op sleeptouw laten nemen
door de taal van de oorlog en de haat,
maar de taal van de vrede leren spreken
en geweldloos opkomen
voor de waardigheid van elke mens.
Dat wij zelf zulke mensen mogen worden.
Laat ons zingend bidden:
Acc. Gij hart gij bron van leven
–Omwille van Jouw naam “God van het leven”
vergeet de velen niet die in onze dagen
door oorlogsgeweld worden gedood:
kinderen, oude en jonge mensen
verspreid over heel de wereld.
Vergeet niet allen die gevlucht zijn
of uit eigen land verdreven,
zoals ook wij hen niet willen vergeten.
Verhoor hun en ons gebed.
Laat ons zingend bidden:
Acc. Gij hart gij bron van leven
–Bidden we in stilte voor onze eigen intenties
–Bidden we voor alle zorgen, wensen en verlangens die zijn toevertrouwd aan ons intentieboek.
–We bidden voor wie ziek is en voor onze dierbare overledenen.
Acclam. Koester de namen
Tafelgebed:
Jij die Liefde bent,
wees aanwezig in ons midden
en vervul ons hart met jouw goede Geest
Jij hebt tot mensen gesproken
in dromen en visioenen,
die hun de kracht gaven jouw weg te gaan.
Jij hebt hen gemaakt tot mensen
die bergen konden verzetten.
Acclam: Waar twee of drie bijeen zijn in jouw naam..
Zo heb Jij ook tot ons gesproken door Jezus:
beeld van jouw goedheid.
Hij droomde van een volk van nieuwe mensen
die, één van geest en één van hart,
zich geroepen wisten tot elkaars geluk.
Zo heeft hij ons voorgeleefd.
Acclam: Waar twee of drie bijeen zijn in jouw naam..…
Op de avond voor zijn sterven,
nam Hij brood in zijn handen,
dankte jou, brak het,
gaf het aan zijn vrienden en zei:
Neemt en eet, brood voor deze gebroken wereld.
als teken van mijn leven,
gebroken en gedeeld, ter wille van jullie.
En ook de beker liet hij rondgaan
en zei: Als teken van liefde
verbindt deze beker jullie met mij
en met het leven en de toekomst van alle mensen.
Drink ervan en blijf dit doen om Mij te gedenken.
Acclam: Waar twee of drie bijeen zijn in jouw naam….
Daags daarna is Jezus gestorven,
maar niet voorgoed
Hij leeft verder als een droom in ons,
In zijn Geest zijn wij onderweg,
met zijn woorden willen wij bidden,
woorden van vrede, woorden van toekomst.
ONZE VADER
Vredeswens: Nu de wereld zo vol oorlogsdreiging is laten we elkaar van harte de vrede toewensen,
die onze wereld zo nodig heeft.
Lied: De vrede zal zijn
Uitnodiging: Samen delen we het leven op deze aarde. Laten we brood en wijn delen zoals Jezus dat gevraagd heeft.
Communie Dwarsfluit en Pianomuziek
Stil gebed
Slotgedachte:
Een koning zond twee dienaars uit met de opdracht: ‘Controleer mijn land en zie of er nog vrede is.’
De eerste dienaar kwam vlug terug en zei: ‘Majesteit, uw land is een land van vrede. Nergens heb ik wapens gevonden, nergens haarden van verzet. Overal heerst orde en regelmaat. U kunt rustig gaan slapen.’
De tweede dienaar kwam niet terug. In het begin was de koning ongerust. Later werd de dienaar met een standbeeld vergeten.
Enkele jaren later werd de koning midden in de nacht uit zijn bed gehaald.
Tot zijn verbazing stond daar zijn dood gewaande dienaar.
Die zei: ‘Sire, uw andere dienaar heeft gekeken of er nergens oorlog was, maar ik ben rondgegaan om te zien of er vrede was.
En vrede heb ik nergens gevonden.
Ik heb gesproken met zieken en bedelaars, met weduwen en wezen.
Ik moet u zeggen: de vrede moet nog gemaakt worden. Daarom, Sire, ben ik zo laat.’
Zegen:
Ga met de kracht die je hebt.
Ga gewoon, lichtvoetig, zacht,
op zoek naar de liefde.
En de Geest zal met jou gaan.
Dat die ons zo mag zegene,
één voor één
en allen tezamen,
hier vandaag in Cello,
In de naam van de Vader, de zoon en de heilige Geest.
Slotlied: In ’t laatste van de dagen zal het zijn