Voorganger Franneke Hoeks
Lectoren Corrie Dansen & Maria Claessens
Koor Melodiek o.l.v. Hans Waegemakers |
Piano Coby Wagemans|
Fluit Maria Werner
Openingslied: Dit huis vol mensen
Welkom
Vandaag is het de laatste zondag voor de vakantieperiode. Nu houden we als gemeenschap niet echt vakantie: wij blijven de komende weken gewoon vieren. Toch is het een beetje anders. De scholen hebben hun deuren gesloten, clubjes hebben een zomerpauze en mensen gaan op vakantie.
Het woord vakantie is afgeleid van het Latijnse vacare, dat staat voor leeg of vrij zijn. Vrij-zijn is het thema van deze viering. We gaan op verkenning en zoeken samen naar wat is dat eigenlijk: vrij-zijn. Jesaja, Jezus en Christoffel wijzen ons de weg. Zo meteen slaan we het Bijbelboek open en lezen Corrie Dansen en Maria Claessens voor ons uit de Schrift. Jesaja vertelt over de Eeuwige die niet te kennen is, maar heel de schepping draagt. Mensen mogen daar deel van zijn, een klein, heel klein deel. Brengt ons dat misschien iets van vrij-zijn?
De tekst uit Mattheus is een lastige. Die gaat over onkruid en graan, over goed en slecht. Bij dit soort scherpe scheidingen voelen we ons vaak ongemakkelijk. Wat leert ons dat over vrij-zijn?
Op de drempel van de vakantieperiode horen jullie straks in de overweging ook het verhaal van Christoffel, beschermheilige van reizigers. Een man die draagt en daarin zijn bestemming vindt. Misschien is vrij-zijn wel iets anders dan we in eerste instantie denken.
In het licht van de paaskaars maken we ons klaar om te ontvangen. We zoeken stilte en vrijheid in ons binnenste op dat er ruimte komt voor de stem van de Eeuwige.
GEBED
Gij die er was vanaf den beginne
Gij die met ons meetrekt
Gij die ons hoedt en voedt
wees dit uur bij ons.
Zie ons als de mensen die we zijn
met onze lichte en donkere kanten
geschapen naar jouw beeld en gelijkenis.
Wees grond van ons bestaan
Leer ons het goede te doen
maak ons vrij.
Acclamatie: Het licht is kalm
1E LEZING Jesaja 40, 12-15, 21-25
Wie heeft de wateren met holle hand omvat,
de hemel met zijn hand gemeten?
Wie heeft het stof van de aarde met een maatbeker afgepast?
Wie heeft de bergen gewogen op een weegschaal,
de heuvels met balans en gewichten?
Wie heeft de geest van de Eeuwige gemeten?
Heeft iemand Hem ooit raad gegeven?
Wie raadpleegt Hij, wie biedt Hem inzicht?
Wie leidt Hem op de paden van het recht?
Wie leidt Hem naar kennis?
Wie toont Hem de weg van het inzicht?
In zijn ogen zijn de volken
als een druppel in een emmer,
als een stofje op een weegschaal;
Weet je het niet? Heb je het niet gehoord?
Is het je niet van meet af aan verteld?
Is het niet al helder sinds de grondvesting van de wereld?
Hij troont boven de schijf van de aarde
– haar bewoners zijn als sprinkhanen –,
Hij spreidt de hemel uit als een doek,
spant hem uit als een tent om in te wonen.
Hij maakt vorsten nietig,
de leiders van de aarde onbeduidend:
nauwelijks zijn ze geplant, nauwelijks gezaaid,
nauwelijks hebben ze wortel geschoten,
of Hij blaast over hen, en ze verdorren
Met wie wil je Mij vergelijken, zegt de Heilige,
aan wie ben Ik gelijk te stellen?
Kijk omhoog: wie heeft dit alles geschapen?
Hij laat het leger sterren voltallig uitrukken,
Hij roept ze bij hun naam, een voor een;
door zijn kracht en onmetelijke grootheid
ontbreekt er niet één.
Lied: Die de aarde boetseerde
2E LEZING Mattheus 13, 24-30 – 36-43
Jezus hield hun een andere gelijkenis voor: ‘Het is met het koninkrijk van de hemel als met een mens die goed zaad op zijn akker uitzaaide. Terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand giftig onkruid tussen het graan zaaien en vertrok weer. Toen het jonge gewas opschoot en vrucht begon te dragen, kwam ook het onkruid tevoorschijn. De knechten kwamen de heer des huizes vragen: “Heer, hebt u soms geen goed zaad op uw akker gezaaid? Waar komt dat onkruid dan vandaan?” Hij antwoordde: “Dat is het werk van een vijand.” De knechten zeiden tegen hem: “Wilt u dat wij het onkruid weghalen?” Hij antwoordde: “Nee, want dan zouden jullie met het onkruid ook het graan lostrekken. Laat beide samen opgroeien tot aan de oogst, dan zal ik, wanneer het oogsttijd is, tegen de maaiers zeggen: ‘Haal eerst het onkruid weg, bind het in bundels bij elkaar en verbrand het. Breng dan het graan bijeen in mijn schuur.’”’
Daarop stuurde Jezus de mensen weg en ging naar huis. Zijn leerlingen kwamen bij Hem en vroegen: ‘Wilt U ons de gelijkenis van het onkruid op de akker uitleggen?’ Hij antwoordde hun: ‘Hij die het goede zaad zaait is de Mensenzoon, de akker is de wereld, het goede zaad dat zijn de kinderen van het koninkrijk; het onkruid dat zijn de kinderen van het kwaad, de vijand die het zaait is de duivel, de oogst staat voor de voltooiing van deze wereld en de maaiers zijn de engelen. Zoals het onkruid bijeengebracht wordt en in het vuur verbrand, zo zal het gaan bij de voltooiing van deze wereld: de Mensenzoon zal zijn engelen eropuit sturen, en ze zullen uit zijn koninkrijk al wat ten val brengt en al wie onrecht pleegt bijeenbrengen en in de vuuroven werpen; daar zullen ze jammeren en knarsetanden. Dan zullen de rechtvaardigen in het koninkrijk van hun Vader stralen als de zon. Laat wie oren heeft goed luisteren!
Acclamatie: Deze woorden aan jou opgedragen
OVERWEGING Vrij-zijn
Hebben jullie ooit van Reprobus gehoord? Een groot en sterk man, die altijd op zoek was naar wie sterker en groter was dan hij. Alleen de machtigste der machtigen wilde hij dienen. Hij ging in dienst bij de koning. Het hoogste van het hoogste. De koning bleek echter bang voor duivel. Dus Reprobus diende de duivel. Op een dag zag Reprobus dat de duivel met een grote boog om een kruisbeeld liep. Degene die aan het kruisbeeld hing was machtiger dan de duivel dus die man zou hij gaan dienen. Maar hoe? Op advies van een kluizenaar ging Reprobus mensen overzetten bij een rivier. Op een dag was er een kind dat hij op zijn schouders nam. Zwaarder en zwaarder werd dit kind, alsof dit kind de hele wereld met zich meedroeg. Dit kind was Christus en Reprobus kreeg een nieuwe naam: Christoffel. Hij werd de beschermheilige van reizigers.
Een mooi verhaal aan het begin van de vakantieperiode. Of je nu wel of niet op fysiek reis gaat de gedachte aan een beschermer en drager doet ons allemaal goed op de reis door het leven.
Ik ga wel op vakantie. Lekker met mijn tentje naar Frankrijk. Wandelen en buiten-zijn, vrij-zijn. Met dat vrij-zijn is wel iets geks aan de hand. Veel mensen snakken naar vakantie om even los te zijn van het leven van alledag. Wonderlijk dat het gevoel van vrij-zijn in het leven vaak zo ver te zoeken is.
Jesaja helpt me bij mijn bespiegelingen. De tekst die we vandaag hoorden wordt toegeschreven aan Deutro Jesaja, een onbekende auteur rond het jaar 538 voor Christus, het jaar waarin de joden de vrijheid kregen om terug te keren naar Jerusalem. Ze woonden decennia in ballingschap in Babylonië. Deze Deuterojesaja kreeg de opdracht het restje van het joodse volk vertellen over hervonden vrijheid en dat ze terug zullen keren naar Jeruzalem. Het wekt nauwelijks verbazing dat de toehoorders niets van zijn boodschap geloofden. De meeste mensen ongetwijfeld de moed verloren: men ging ervanuit dat het verbond dat God met zijn volk had gesloten, was verbroken; dat God genoeg van hen had.
De verzen die we vandaag hoorden proberen mensen van toen, en ons hier nu, iets duidelijk te maken van wat de Eeuwige is. Een reeks vragen die ons doen stilstaan bij de verwondering van alles wat is. Waar komt het vandaan, bergen, water, heuvels? Onvoorstelbaar. En wij mensen, wij zijn onderdeel – klein onderdeel van dat grote geheel. Mooi hoe in het tweede stukje van de tekst machthebbers ook als onbeduidend worden neergezet. Ook zij zijn deel van het grote geheel. Het is misschien een beetje vreemd maar als ik deze woorden hoor, dan voel ik vreemd vrij. De troost me dat ik niet groot hoef te zijn, dan ik een deel van een geheel mag zijn. Een soort vrijheid in verbondenheid.
En dan de lastige Mattheus tekst. We horen de parabel zelf én krijgen van de meester ook nog de uitleg te horen. Niet dat de uitleg het verhaal voor mij gemakkelijker maakt. Ik word in eerst instantie vaak een boos als er zo zwart -wit gedacht wordt. Graan versus onkruid. Kinderen van het koninkrijk versus kinderen van het kwaad. Met de een loopt het goed af, de ander wacht het vuur. Een God die, als een oppermachtige poppenspeler, beslist wie leeft en wie sterft. Die God is niet mijn God. Zo’n karikatuur van de Eeuwige maakt me boos. Die boosheid zet me ook weer aan het denken, want een God die alles wel prima vindt en ons maar laat aanmodderen is ook niet mijn God. Mijn God is een god die ons en al wat leeft koestert – zeker, maar hij/zij is ook een kracht die ons ook richt op de weg van gerechtigheid en vrede. Daar is soms harde taal of een confrontatie voor nodig. Jezus doet dat in deze parabel in contrasten die mensen ui zijn tijd kenden. Graan- onkruid. Goed- slecht. Rechtvaardigen-zondaars. Deze versimpeling daagt uit en houdt ons een spiegel voor over hoe we in elkaar zitten. We hopen, denk ik allemaal, dat we graan zijn. Ben ik graan? Soms. Een andere keer ben ik onkruid. Het is niet zo simpel, niet zwart-wit. Het oordeel is niet aan ons. Op dit niveau oordelen gaat ons verstand, ons hele zijn te boven. Mooi dat de zaaier zijn dienaren niet aanspoort om het onkruid meteen te vernietigen. Dan maak je meer kapot dat God lief is. Stel je oordeel maar uit en vertrouw op dat grote geheel. In de uitleg die Jezus geeft, gebruikt hij grote woorden om aan te geven dat ergens in de toekomst dat oordeel komt. Niet nu! Niet wij zijn het die oordelen– god zij dank. Ergens in de toekomst, wordt dat oordeel geveld. Nu dit verhaal de afgelopen dagen met mij meetrok merk ik dat ik het meer en meer kan lezen als een aansporing voor ons allen om het goede te doen. Niet leuk om te horen, maar soms nodig om weer richting te krijgen.
Daar kan en wil ik wel mee leven. Een God die zo graag wil dat het leven goed is voor alles en iedereen. Dat wij op onze menselijke manier beeld van hem/haar zijn. Dat betekent dat keuzes, onze keuzes er toen doen! Hoe klein we ook zijn. Iedere verandering begint klein.
Vrij zijn zit hem – denk ik – minder totale vrijheid, maar juist in het besef van verbonden vrijheid. Vrijheid los van alles en iedereen brengt ons niet veel goeds. In verbondenheid vrij kunnen zijn des temeer. Verbondenheid met elkaar, met de schepping waar we deel van zijn en met de Eeuwige. Vrij-zijn op deze manier is niet een soort luilekkerland waarin je kunt doen wat je wilt. Vrij-zijn in verbondenheid draagt een opdracht tot zorg voor elkaar en al wat leeft in zich. Dan zijn wij samen dragers van het grote geheel en mogen wij ons op onze beurt gedragen weten door de Eeuwige.
Geloofslied: Geen taal die hem vertaalt
COLLECTE| INSTRUMENTALE MUZIEK
VOORBEDE
We bidden hier, rond de tafel, om leiderschap in binnen- en buitenland. Dat er mensen opstaan die het goede voor allen voor ogen hebben en die ruimte krijgen om de daad bij het woord te voegen. Gij hart, Gij bron van leven
We bidden hier, rond de tafel, voor mensen die vrijheid zoeken en zich los willen maken van wat bekneld. Dat er perspectieven van gedragen vrij-zijn ontstaan.
Gij hart, Gij bron van leven
We bidden hier, rond de tafel voor iedereen die op reis gaat en mensen die thuisblijven. Dat reizigers momenten van vrijheid koesteren en dat thuisblijvers zich gedragen mogen weten. Gij hart, Gij bron van leven
We bidden hier, rondom de tafel, voor mensen die ziek zijn, dat zij zich gesteund en gedragen mogen weten jouw zachte kracht. We bidden voor mensen die we missen en vinden troost bij de gedachte dat zij voor altijd thuis zijn in jouw ruimte van liefde. Koester de namen G 53
TAFELGEBED
Eeuwige, bron van ons bestaan, wij danken Jou voor het graan op onze velden dat geoogst werd in toewijding en zorg,
om brood te worden, kracht voor onderweg.
Voor woorden die wij horen, danken wij Jou, jouw taal van liefde geschreven in ons hart;
We danken jou voor het hoogste woord van heilige schriften en profeten, sprekend tot op vandaag, opdat wij doen jouw liefste wil: recht en vrede metterdaad.
Voor de mensen om ons heen danken wij Jou, broers en zussen, die ons gaande houden in de veelkleurigheid van vriendschap, wijsheid en geduld.
Voor Jezus van Nazareth danken wij Jou, mens naar jouw hart,
die kwetsbaar werd als de minste, die nooit zei: ‘het raakt me niet’, maar die geweldloos en zonder reserve een kracht tot leven werd voor ieder die Hem binnen liet.
Zo heeft jezus zich gegeven als brood en wijn in ons midden,
gebroken en geschonken om te dienen, om Leven te zijn.
Zo willen wij Hem gedenken het brood breken en delen,
de beker nemen en uitreiken.
Zo willen wij verbonden zijn met Hem, met elkaar en zo met Jou. Dit blijven wij doen, in zijn naam.
Zo heeft Hij ons aan elkaar gegeven, als vruchtbare aarde,
om in te zaaien en van te oogsten, om te dienen en te danken, om elkaar te dragen in zijn geest van liefde.
Zo willen we gaan op Zijn weg, zo willen we zingen met elkaar, met woorden door Hem gegeven:
ONZE VADER: Onze Vader verborgen G 109
VREDESWENS
VREDESLIED: de vrede de vrede zal zijn
BROOD EN WIJN
LIED: Wat in stilte bloeit G 22
MEDEDELINGEN
SLOTGEDACHTE Corrie
Een man,
groot en sterk.
Hij vecht voor de sterkste:
de koning,
nee, de duivel!
Een kruis als keerpunt.
Dienen aan de oever.
Draag mensen!
Dat kind op je schouder,
zwaar als de wereld,
en lichter dan licht.
Op nieuw geboren.
Christoffel zal hij heten.
ZEGENWENS
Dat je de weg mag gaan die je goed doet,
dat je opstaat wanneer je valt,
dat je mens mag worden in Gods ogen
en die van anderen.
Weet dat de aarde je draagt,
dat je gaat in het licht
en de wind je omgeeft.
Dat je de vruchten van je leven proeft
en gaat in vrede.
in de naam van de Eeuwige
die we kennen als Vader/Moeder, zoon en heilige geest.
(Andries Govaart)
SLOTLIED: Nu wij uiteengaan G77
1 Reactie
Hans Moerman
Zijt Gij Mijn God een Herder?