SAN SALVATORGEMEENSCHAP
6 augustus 2023
Voorganger: Wilton Desmense
Lectoren: Maria Hoitink en Frans Langemeijer
Muzikale begeleiding: Coby Wagemans, Maria Werner
Cantor: Machteld Terlingen
Thema: Brood uit de hemel, water uit de rots
Openingslied: Hier gaan we zingend de wereld te buiten
Inleiding
Welkom, fijn dat we hier weer samenzijn.
Vandaag is het de derde zondag van de Grote Vakantie. Die is weer bijna op de helft.
Voor mij voelt deze tijd als een soort hoogtepunt in ons kerkelijk jaar.
Ik beleef het als een ontspannen rust, iets van vrijheid:
het weer is over het algemeen aangenaam, het leven voelt minder druk,
alles groeit en bloeit, om je heen, in de bloemenpluktuin aan de Engelsedijk
en noem maar op.
We zingen vandaag liederen die niet alleen heel serieus zijn, vol zeggingskracht,
maar tegelijk klinken als een klaterende fontein van blijheid.
Vandaar dat we zojuist het voornemen uitzongen om zingend de wereld te buiten te gaan
en daarom de uitnodiging om nu zingend te bidden
dat wij uit de rust en het bloemengevoel die we hier hopelijk ervaren
kracht mogen putten, minstens voor de komende week, maar liefst ons leven lang.
Acclamatie: Geef ons kracht
Geef ons kracht, heel ons leven Heer. (3x)
O, geef ons kracht.
Steeds op zoek naar de waarheid, Heer.
Steeds op zoek naar de liefde, Heer.
Steeds op zoek naar het leven, Heer.
O, geef ons kracht.
Wij zijn mens, onder velen Heer.
Wij zijn mens, zoals velen Heer.
Wij zijn mensen, die geloven Heer.
O, geef ons kracht.
We leggen nu de Bijbel open bij Nehemia 9 en lezen daaruit.
Lezing 1: (Nehemia 9: 15-20)
U gaf brood uit de hemel toen de Israëlieten honger hadden.
U liet water uit de rots stromen toen zij dorst hadden.
U zei tegen hen in welk land ze moesten gaan wonen.
Dat was het land dat U aan hen beloofd had.
Maar onze voorouders waren eigenwijs. Ze wilden niet naar U luisteren.
Ze dachten niet meer aan de wonderen die U voor hen gedaan had.
Ze waren eigenwijs en kozen een eigen leider.
Ze wilden weer als slaven leven, zoals vroeger in Egypte.
Maar U bent een goede God. U vergeeft de mensen, wanneer ze fouten maken.
U bent geduldig en trouw. Dus U liet hen niet in de steek.
De Israëlieten maakten een beeld van een stier. Ze zeiden:
“Dit is de god die ons bevrijd heeft uit Egypte!” Daarmee hebben ze U diep beledigd.
Maar zelfs toen was U goed voor uw volk.
U liet de Israëlieten in de woestijn niet in de steek.
Overdag ging de grote wolk niet weg, hij was bij hen als ze verdergingen.
En in de nacht was er een vuur om de weg te verlichten.
U bleef hun manna geven als ze honger hadden, en water als ze dorst hadden.
Tussenzang: Van grond en vuur
Voor de tweede lezing wordt nu het boek opengegelegd bij de evangelist Matteüs, hoofdstuk 14.
Lezing 2: (Matteüs 14: 13-21)
Toen Jezus hoorde dat zijn achterneef Johannes de Doper door de koning onthoofd was,
vertrok hij. Hij wilde met de boot naar een stille plek gaan om alleen te zijn.
Maar de mensen hoorden wat hij van plan was. Ze liepen over het land mee met de boot.
Jezus zag dat. Hij kreeg medelijden met hen, legde aan en stapte uit de boot.
Dat maakte iedereen blij: zelfs zieken voelden zich beter.
Toen het avond werd, zeiden de leerlingen tegen Jezus:
“U moet al die mensen wegsturen. Het is al laat, en er is hier geen eten te krijgen.
Ze kunnen dat beter gaan kopen in de dorpen in de buurt.”
Maar Jezus zei tegen hen: “De mensen hoeven niet weg te gaan.
Wij kunnen wel voor eten zorgen.”
De leerlingen zeiden: “Maar we hebben hier alleen maar vijf broden en twee vissen!”
Jezus zei: “Breng die bij mij.” Vervolgens zei hij tegen de mensen
dat ze in het gras moesten gaan zitten. Toen pakte hij het brood en de vis.
Hij keek omhoog naar de hemel en dankte God voor het voedsel.
Daarna brak hij het brood in stukken. Hij gaf het aan de leerlingen,
en zij deelden het uit aan de mensen. Alle mensen konden eten zo veel als ze wilden.
De leerlingen haalden het eten op dat overgebleven was. Het waren twaalf manden vol.
(De Bijbelteksten zijn ontleend aan de Bijbel in Gewone Taal, © Nederlands Bijbelgenootschap 2014)
Acclamatie: Alle mensen samen
Overweging
Twaalf manden vol. Twaalf manden vol broodresten en vis.
Dat was het resultaat van delen met elkaar en zo elkaar zegen brengen.
Geloven in elkaar, dat verzet bergen!
Nehemia had het ook over brood: brood uit de hemel.
En hij sprak van water, maar niet in verband met vissen.
Toch was zijn verhaal was even bijzonder: hij liet het water uit de rotsen klotsen.
Je moet stevig in je schoenen staan om daar in te geloven
en nog steviger om daar levend water uit te putten.
Maar het gaat om het idee: als je ergens in gelooft, dan kan dat zomaar werkelijkheid worden.
Levend water en levens water versmelten tot een basisbehoefte,
die bloemen baart en laat groeien groeien op plaatsen waar je ze niet verwacht.
Ik moest hierbij denken aan bisschop Oscar Romero van San Salvador
en aan anderen zoals hij, die zich ontpopten als voorvechters van de onderdrukten en de armen.
En dan spreekt vandaag Nehemia, een jood in dienst van de Perzische koning Artaxerxes.
Juda, het latere Israel, was door de Perzen onderworpen. Het bewind van Artaxerxes
werd gekenmerkt door diplomatie. Hij bood liever bloemen aan dan granaten.
En zo vertrouwde hij aan zijn vertrouweling Nehemia op diens verzoek
het land Juda toe om als landvoogd te beheren.
Nehemia was een rechtvaardig man. Hij streefde naar vernieuwing
van het verbond van het Joodse volk met God.
“Onze voorouders waren eigenwijs”, zei Nehemia; ze hebben God diep beledigd.
Maar God is goed, geduldig en trouw: hij vergeeft de mensen.”
En dat is de reden, waarom ik me deze uitweiding heb veroorloofd
en dat is wat ons verbindt met deze episode uit het oude testament.
We kunnen hierin een appèl horen: een verbond met God,
versta dat als een verbond met Gods schepping, met de wereld waarin wij leven,
en ga daar goed, geduldig en trouw mee om.
En de vergiffenis dan, waar Nehemia van sprak in verband met die geduldige God?
Jezus hoorde dat zijn achterneef Johannes was gedood door de koning.
Behaagd door het dansen van zijn stiefdochter Salomé had hij haar een wens toegestaan.
Zij vroeg op instigatie van haar moeder om het hoofd van Johannes.
Jezus kennende kunnen wij ons goed voorstellen, wat er in hem omging, toen hij dit hoorde.
In zijn hart moet een enorme tweestrijd hebben gewoed:
zijn principes versus de harde werkelijkheid.
Hij zocht rust, een stille plek, maar de mensen om hem heen zochten hém,
de man die je blij maakte en beter.
Hoe kun je mensen die jou vertrouwen en in jou geloven teleur stellen!
Hij gaf zich aan hen over en daarmee overwon hij hen volkomen.
Een vijf-broden-en-twee-vissen-gevoel verenigde allen
en werd een uitbeelding van Jezus’ blijde boodschap.
Ik stel voor dat wij ons door beide lezingen van vandaag laten inspireren
om ruimte te scheppen voor water uit rotsen,
manna uit de hemel en voor de pracht van bloemen om ons heen.
Draag ze mee in je haar of in je hart,
en zeker als het hartje zomer is, is zo’n evangeliegevoel licht om te oogsten.
En daarom zou ik daar deze ene keer geen gras over willen laten groeien,
maar het meteen samen gelovig uitzingen.
Geloofslied: Het graan dat van de velden komt
Collecte met muziek
Voorbeden
Wij bidden dat deze aarde
nooit leeggeplukt zal worden
en dat elke bloem die erop groeit
meer blijheid en meer vrijheid zal kweken
in onderling begrip onder alle wereldburgers.
Acclamatie (melodie Where have all the flowers gone / Sagt mir wo die Blumen sind)
Waar zijn al die bloemen heen, lang geleden?
Waar zijn al die bloemen heen, lang, lang voorbij?
Waar zijn al die bloemen heen? Geplukt door mensen één voor één!
Zal men ooit blijder zijn, Zal men ooit vrijer zijn?
Wij bidden dat al het leven op deze wereld
zijn potentie zal gaan waarmaken:
dat het ondanks zijn sterfelijkheid een bijdrage zal leveren
aan de groei van de mensheid naar eenheid,
door het koesteren van de herinnering aan al het mooie
wat de verwelkte generaties al tot stand hebben gebracht
en ons als waardevol hebben nagelaten.
Acclamatie
Waar zijn al die mensen heen, lang geleden?
Waar zijn al die mensen heen, lang, lang voorbij?
Waar zijn al die mensen heen? Zij verwelkten één voor één!
Nu een herinnering, nu nog herinnering!
Wij bidden dat wij, voordat wij zelf tot stof wederkeren,
door ons leven een bloem zijn geweest,
die kleur heeft gegeven aan de wereld om ons heen
en dat wij zo zaad zijn geworden
om het aanschijn van de aarde te vernieuwen.
Acclamatie
Waar zijn al die bloemen heen, lang geleden?
Waar zijn al die bloemen heen, lang, lang voorbij?
Waar zijn al die bloemen heen? Zaad geworden één voor één!
Steeds nieuwe bloemen zijn, steeds nieuwe mensen zijn!
Wij herinneren ons in dankbaarheid
degenen die eens vertoefden in de tuin waarin wij wandelen:
de vele zonnebloemen, rozen en vergeetmenietjes,
de bidsprinkhanen, duizendpoten en pissebedden
de kemphaantjes, paapjes en de kiekendieven.
Moge Sint Petrus de hemelpoort wijd voor hen open hebben gezet.
Tafelgebed
In de geest van Uw Liefde zijn wij hier samen, als vrienden aan één tafel,
om U te danken voor alles wat groeit en bloeit,
voor de wereld waarop wij wonen,
dat U ons roept om goed te zijn en om te delen met elkaar.
Wij danken U voor Jezus van Nazareth,
in wie U zichtbaar werd als een vriend, begaan met ons,
als een broeder uit één familie, betrokken met ieder die op zijn pad kwam.
Hij ging ons voor op de weg naar vrede en geluk.
En hij vroeg ons te doen wat hij heeft gedaan:
het leven te delen, in vriendschap met elkaar.
Daarom zijn wij hier bijeen en doen zoals hij voordeed:
brood breken in dankbaarheid en het delen met elkaar
en ons zijn woorden daarbij herinneren:
“Dit is mijn lichaam, dit ben ikzelf voor jullie gebroken”;
een beker wijn nemen en die aan elkaar aanbieden, zoals hij het deed:
“Dit is mijn bloed, dat vol is van vergeving.
Geef het aan elkaar door
en deel vreugde en verdriet, deel het brood uit de lucht,
het water uit de rots en de bloemen die de aarde mooi maken”.
Zo houden wij zijn geest levend, verbonden met elkaar en met hem.
Laten wij dat bevestigen door samen
het gebed te bidden dat hij ons gegeven heeft
en dat zingend afsluiten met het belijden
van ons geloof in zijn toekomst!
Onze Vader
(eindigend met gezongen: Want van U is de toekomst, kome wat komt)
Vredeswens
Moge dat geloof in zijn toekomst ons vredesvleugels geven!
Vredeslied: Jij leert mij vliegen
Jij leert mij vliegen, jij geeft mij vleugels, jij leert mij leven zonder gewicht.
Te spelen met vuur, te lopen op water, je ademt mij open, mijn duister wordt licht.
Jij geeft mij handen, jouw handen die delen, jij geeft mij ogen naar het licht.
Op alle wegen daar kom ik jou tegen, in alle mensen jouw gezicht.
Communie
Laten wij nu daadwerkelijk doen zoals Jezus deed:
delen wij met elkaar met een gevoel van dankbaarheid
waarmee twaalf manden of meer gevuld kunnen worden.
muziek
Communielied: Dank U voor alle bloemengeuren
Dank U voor alle bloemengeuren
dank U voor ieder klein geluk.
Dank U voor alle held’re kleuren,
dank U voor muziek.
Dank U voor alle goede vrienden,
dank U, o God, voor al wat leeft.
Dank U voor wat ik niet verdiende,
wat U mij toch geeft.
Dank U voor hen die mij omringen,
dank U voor wat mij toebehoort.
Dank U voor alle kleine dingen,
ieder vriend’lijk woord.
Dank U, uw liefde kent geen grenzen,
dank U, dat ik dit zeggen kan.
Dank U, o God, ik wil U danken,
dat ik danken kan.
Mededelingen
Epiloog en wegzending
De vorige drie zondagen zongen wij telkens als slotlied
‘Nu wij uiteengaan’ oftewel ‘Vaya con Dios’.
Daarmee hebben we voldaan aan het spreekwoord “Alle goede dingen in drieën”.
Het slotlied van vandaag wordt hier nu ook voor de derde keer gezongen,
maar dan wel verdeeld over zelfs meer dan drie jaren!
Het is dus geen Salvatorklassieker, maar wat de melodie betreft is het zeker
een altijd-groentje, een arbeidsvitamientje, een evergreen.
Het gaat over onszelf en over de schoonheid, die de schepping ons te bieden heeft
en waar wij mee de tuinpaden op kunnen gaan, de week in die voor ons ligt,
in de naam van de Schepper, die wij in één adem noemen:
Vader, Zoon en Heilige Geest.
Amen.
Slotlied: De tuin waarin wij wandelen (melodie English Country Garden)
Honderden duizenden bloemensoorten zijn er
in de tuin waarin wij wandelen.
Geel, bruin en rood, zwart, blank of karmozijn
te mooi om iets aan te veranderen.
Zonnebloem en anemoon,
anjelier en duizendschoon,
roos, blauwe druifjes, juffers in ‘t groen,
afrikaan, madelief, chrysant, vergeetmenietjes
in de tuin waarin wij wandelen.
Honderd en meer insectensoorten zijn er
in de tuin waarin wij wandelen.
Vlijtig en naarstig gaan ze heen en weer
om de wereld te veranderen.
Prachtkever en bidsprinkhaan,
duizendpoot en metselaar,
mier, horzel, vlinder, mulder, bij en daas,
lieveheersbeestjes, spinnen, zelfs de pissebed
in de tuin waarin wij wandelen.
Honderden duizenden vogelsoorten zijn er
in Gods tuin waarin wij wandelen.
Soms zijn ze groot en andere piepklein
te mooi om iets aan te veranderen.
Zanglijsters en papegaai,
kemphaantjes en bonte kraai,
mus, pimpelmeesjes, paapjes, kwartel, vink,
hier een raaf, daar een groenling of een kiekendief
in de tuin waarin wij wandelen.