SAN SALVATORGEMEENSCHAP
3 december 2023
Voorganger: Wilton Desmense
Lectoren: Albrecht Beeftink en Liesbeth van Leijen
Muzikale begeleiding: Melodiek
Piano: Coby Wagemans Dwarsfluit: Maria Werner
Openingslied: Nu daagt het in het oosten
Inleiding en aansteken tweede adventskaars
De tweede zondag van de adventstijd.
Fijn om hier bijeen te zijn, vol verwachting, hoop en vertrouwen.
‘n Kéér zal komen, iemand die heel welkom is,
in wat dan ook gehuld, in doeken of een kemelharen pij,
en met de beste bedoelingen: iemand die het ons voordeed.
Wij steken weer een kaars aan op de krans,
tot het licht overal schijnt en de advent weer is vervuld.
Acclamatie: Op wie wij wachten hoe dan ook
Gebed
Zolang de mensen woorden spreken,
zolang wij voor elkaar bestaan,
zolang zult U ons niet ontbreken,
wij danken U in Jezus’ naam.
Voorbereiding op de eerste lezing
De bijbel ligt open bij het boek Jesaja.
Jesaja spreekt. Tegelijk laat hij – o wonder – God aan het woord
en dáárna iemand-in-de-woestijn
en tenslotte als derde persoon: IEMAND.
Lezing 1: Jesaja 40: 1-11
Jullie God zegt: “Troost mijn volk alsjeblieft!
Spreek de bewoners van Jeruzalem moed in.
Roep hun toe dat er een eind is gekomen aan al hun ellende.
Ze zijn genoeg gestraft. Ze zijn meer dan genoeg gestraft
voor alles wat ze verkeerd hebben gedaan.”
Iemand roept in de woestijn: “Baan de weg voor de Heer.
Maak in de steppe een rechte weg voor onze God.”
Alle dalen zullen worden opgevuld en alle heuvels vlak gemaakt.
De weg zal rechtgemaakt worden. De rotsgrond zal vlak gemaakt worden.
Dan zullen de mensen de schitterende macht en majesteit van de Heer zien.
Alles wat leeft zal die zien, want de Heer heeft het gezegd.
Iemand zegt: “Roep!”
Er wordt gevraagd: “Wat moet ik roepen?”
Roep dit: “De mensen zijn als gras.
Hun schoonheid is als een bloem in het veld.
Het gras verdroogt en de bloem valt af,
als de adem van de Heer er overheen blaast.
Ja, de mensen zijn als gras.
Het gras verdroogt, de bloem valt af,
maar het woord van God blijft voor eeuwig.”
Bewoners van Jeruzalem, klim op een hoge berg
en roep daar het goede nieuws!
Roep, bewoners van Jeruzalem, en wees niet bang!
Zeg tegen de steden van Juda: ‘Kijk, hier is jullie God!’
Let op, de Heer zal de sterke komen verslaan.
Hij zal regeren. Hij heeft beloning én straf bij zich.
Hij zal als een herder zijn kudde hoeden.
Hij zal de lammetjes in zijn armen nemen en ze dragen.
De schapen die jongen hebben, zal Hij rustig leiden.
Tot zover Jesaja.
En de hoge berg kaatste de echo van die woorden terug.
En echo rolde van de hoge berg,
rolde door het groene gras en de bloemen hoorden haar:
Bewoners van de aarde, hoor uit den hoge het goede nieuws.
Roep, bewoners van de aarde, en wees niet bang.
Zeg tegen de werelddelen, de zeeën en de continenten:
“Kijk, hier was en is jullie leven gegeven.
Let op, laat het kwaad het goede nieuws niet verslaan.
Laat het leven regeren over schuld en door boete.
Laat de herder die in jullie leeft
jullie leven hoeden,
jullie lammetjes in de armen nemen
en de behoeftigen dragen.
Laat je begeleiden door dat woord.”
Tussenzang: Neerdalen als dauw uit de hemel
Voorbereiding op de tweede lezing
De tweede lezing komt uit de evangelist Johannes, hoofdstuk 1.
Hij laat naamgenoot Johannes de Doper een kruisverhoor ondergaan.
Pas na enig aandringen – iets wat wij tegenwoordig de Omzigtmethode
zouden kunnen noemen – laat die het achterste van zijn tong zien.
Lezing 2: Johannes 1: 19-28
De Joodse leiders stuurden priesters en Levieten naar Johannes toe.
Ze moesten hem vragen wie hij nu eigenlijk was.
Op die vraag antwoordde hij eerlijk: “Ik ben niet de Messias.”
Toen vroegen ze hem: “Wie ben je dan? Ben je Elia?”
Maar Johannes zei: “Nee, ook niet Elia.”
“Ben je dan de profeet?” Hij antwoordde: “Nee.”
“Maar wie ben je dan? Wat moeten we zeggen tegen de mensen
die ons hebben gestuurd? Hoe noem je jezelf?”
Johannes antwoordde:
“Ik ben de man over wie de profeet Jesaja al heeft gesproken.
Ik ben de man die in de woestijn roept: ‘Maak de weg vrij voor de Heer!’ ”
Er waren ook een paar Farizeeërs naar hem gestuurd.
Ze vroegen hem: “Waarom doop je dan,
als je niet de Messias of Elia of de profeet bent?”
Johannes antwoordde: “Ik doop in water.
Maar ergens tussen jullie loopt de man rond die jullie nog niet kennen.
Hij komt na mij. En hij is veel belangrijker dan ik.
Ik ben het niet eens waard om zijn sandalen los te maken.”
Dit gebeurde allemaal in Bethanië, aan de overkant van de rivier de Jordaan.
Daar doopte Johannes de mensen.
Acclamatie: Maak uw woord tot een kracht in ons midden
Overweging
We hoorden de lezingen van vandaag.
De lezingen klinken vertrouwd. Eerst een echte Isaiastekst,
om nog eens een oude benaming te gebruiken.
En vervolgens voert Johannes ons over platgetreden paden.
Wat wij hoorden, hoe bekend het ook is:
het roept ongetwijfeld iets bij je op,
iets dat blijft resoneren in je gedachten
en de rest naar de achtergrond verdringt.
Komt er iets verrassends tevoorschijn als het venstertje van ons adventshuisje
geopend wordt bij deze dag?
Ik zag een plaatje van gras verschijnen, heel veel grashalmen,
wuivend in de wind onder een blauwe hemel,
terwijl de woorden resoneerden:
‘de mensen zijn als gras, het gras verdroogt,
maar het woord van God blijft eeuwig.’
Bij mij verscheen er toen onder dat plaatje een subvenstertje.
Het was een geluidsvenstertje, zoals je dat projecteert
op een powerpointplaatje, met een luidsprekertje als symbool
en dat zorgt voor een toegift van de muze bij het plaatje.
En die muze zong:
“Luister stil: je kunt God horen roepen,
terwijl je blootsvoets loopt langs een stroom.
En de tijd zal ván ons zijn
en het gras blijft als het was.”
Dat gras zijn wij niet, dat gras is die aarde van ons,
die begaanbaar en leefbaar moet zijn
voor de bloemen die ervan leven.
Ravijnen, bergen, woestenijen, doornstruiken,
stormen en aardbevingen: weerbarstig is deze planeet
en hij verzet zich, hij geeft zich niet zomaar over aan de mens!
Is er iemand op komst die roept in de woestijn,
iemand om de weg voor vrij te maken?
Ja, daar geloven wij in. Dat is echter niet voldoende.
We komen samen om steeds weer bezieling te zoeken bij elkaar.
Hier lopen we blootsvoets langs een stroom
en zingen de inspiratie toe naar ons hart,
opdat wij de bloemen blijven tussen het gras,
het gras dat het niet erg vindt om betreden te worden.
De bloemen verdorren, maar zolang de ziel van het leven
blijft blazen over het land, zal het eeuwige woord gehoord blijven worden,
het gras steeds weer groen worden
en zullen duizend bloemen blijven bloeien.
Laten wij ervoor zorgen dat het water van het leven blijft stromen
en daarin luisteren naar het woord dat roept
en een beroep op ons doet. Het woord dat ons blijft prikkelen met de vraag:
wie ben JIJ nu eigenlijk?
Geloofslied: Als groen dat in de wintertijd
Voorbeden
Bidden wij dat wij ons ervoor zullen blijven inzetten
om deze wereld vol mensen voor iedereen te behouden,
door zorg voor het klimaat en de natuur.
Acclamatie: Laat komen hij die komen zal
Bidden wij dat wij ons ervoor zullen blijven inzetten
om in deze wereld vol mensen iedereen te behoeden
door respect voor de rechten van de mens
en door het besef dat niemand invloed heeft
op de plaats waar je geboren wordt.
Acclamatie: Laat komen hij die komen zal
Bidden wij dat wij ons ervoor zullen blijven inzetten
om vrede in deze wereld vol mensen
voor iedereen tot stand te brengen
door het besef dat mensen alleen in liefde
samen kunnen leven door te breken en te delen.
Acclamatie: Laat komen hij die komen zal
Wij bidden voor onze intenties en koesteren de nagedachtenis
van hen die ons lief zullen blijven hoe dan ook!
Acclamatie: Gedenk ons hier bijeen
Tafelgebed
Alle eeuwen door hebben mensen van U gezongen.
U bent ons doorgegeven als een levend verhaal,
U die onuitsprekelijk met de mensen bent verbonden.
U hebt in ons het leven uitgezaaid en ons gevormd naar uw beeld.
Met eindeloos geduld hebt U ons omringd,
opdat wij uw mensen zouden zijn en U ons leven.
Wij danken u voor alles wat U hebt gegeven.
U hebt de weg gewezen die naar behoud van het leven leidt.
Daarom zingen wij van de kracht van het leven
zoals Jezus het heeft voorgeleefd.
Hij is de weg gegaan van iedere mens en deelde met ons lief en leed.
Hij was als het brood, dat ons versterkt door breken en delen,
als een beker die overvloeit.
Daarom nam hij brood in zijn handen,
en met U voor ogen zegende en brak hij het en zei:
“Neem en eet, dit is mijn lichaam, doe dit tot mijn gedachtenis”.
Zo nam hij ook de beker en dankend zei hij:
“Deze beker is die van een nieuw verbond,
waarin ik mijn bloed en mijn leven pleng,
opdat jullie nooit zullen vergeten
de weg die ten leven leidt.
Blijf dit samen doen”.
Moge zo zijn gezindheid in ons blijven voortbestaan
en daarmee ook de woorden van het gebed dat wij nu samen zingen.
Lied: Onze Vader verborgen
Vredeswens
Wie zijn wij nu eigenlijk?
Laten wij onszelf zijn in het elkaar in de ogen kijken
en vrede toewensen, waar dan ook op deze aarde.
Vredeslied: Dona nobis pacem in terra
Communie
Wij breken het brood en delen de beker met elkaar.
Wees welkom hierbij, wie dan ook.
Communielied: Dat wij niet slapen, daglichtbewoners
Gebed aan de tafel
Dank voor uw woord dat ruimte schept,
toekomst biedt en zicht op wijd licht land,
waar gerechtigheid stroomt als rivieren.
Toon ons niet vergeefs waar wij naar verlangen
en geef dat wij doorgaan, doorgaan, doorgaan,
als gras dat steeds weer groen wordt
en waar duizend bloemen blijven bloeien.
Mededelingen
Slotgedachte
Een verhaal uit De eerbiedwaardige Rindzoewi,
een boek, dat is uitgegeven door de Stichting Nicola-Kommuniteit,
die genoemd was naar de heilige Nicolaas.
Tijdens een gesprek zei een vrouw tegen de eerbiedwaardige Rindzoewi:
“We hebben het nu wel over kiezen, over vrijheid, over het vinden van je eigen weg,
maar ik ben eens nagegaan hoeveel dingen je als mens in het leven
gewoon worden opgedrongen, hoe ingrijpend gebeurtenissen kunnen zijn
waar je geen invloed op kunt uitoefenen, hoeveel dingen al vastliggen.
Is er eigenlijk wel zoveel speelruimte voor je eigen beslissingen, je eigen spoor?”
Rindzoewi nam de vrouw mee naar een dichtbijzijnde beek, en zei:
“Kijk, de loop van deze beek is haar door het omringende landschap
vrijwel volledig opgedrongen, maar de beek heeft haar bedding
zèlf van diepgang voorzien!”
Wegzending
Wij gaan de week in en hopen dat wij van 9 tot 5,
of net zo vroeg als de bakker opstaat
en zo laat als hij zich na gedane arbeid weer neervlijt,
de bedding van onze beek van diepgang kunnen voorzien,
en dat wij, als wij er blootsvoets langs lopen, God horen roepen, hoe dan ook.
In de naam van die wij in een adem noemen: vader, zoon en heilige geest.
Amen.
Slotlied: Die in een ommezien van eeuwen