Zet je in voor een ander
28 april 2024
Voorbereiding Corrie Dansen, Hennie Schiffer, Jan Wijgers, Ingrid Kappel & Franneke Hoeks
Melodiek o.l.v. Hans Waegemakers | Pianist Coby Wagemans | Fluit Maria Werner
Openingslied Dit huis vol mensen
Welkom
Een huis vol mensen, deze zondagochtend hier in Cello. Een bijzondere viering vandaag rondom het thema Zet je in voor de ander.
De bezoekgroep is vandaag aan het woord. De afgelopen tijd kwamen Jan, Ingrid, Henny, Corrie en ik bij elkaar om deze viering voor te bereiden. We wilden heel graag een keer het belang van elkaar bezoeken, van omzien naar elkaar voor het voetlicht brengen.
Met het oog op het ouder worden van ons allemaal is het goed om stil te staan bij dit stukje van gemeenschap zijn. Onze verbinding met elkaar houdt niet op na de zegen op zondag. Ook door de week proberen we er voor elkaar te zijn. We willen in de viering vandaag het belang van contact tussen mensen verkennen. Dat doen we onder andere aan de hand van verhalen. Een tekst van Toon Tellegen laat ons prachtig zien hoe belangrijk contact tussen de een en de ander is. In het tweede verhaal laten we Jezus aan het woord. Daarin klinkt liefde voor de Eeuwige en liefde voor je naaste door. Ook in de liederen die we zingen gaat het over verbinding met elkaar en met de Eeuwige. Stil mag het ook zijn. Hoe belangrijk we het gesprek ook vinden, veel van wat we “zeggen” gebeurt zonder woorden. We ontmoeten elkaar straks ook als we brood en wijn delen.
Een huis vol mensen. Soms zijn we onbekenden voor elkaar. Soms kennen we elkaar van gezicht. Soms kennen we elkaar bij name. Soms kennen we elkaar omdat we een tijdje met elkaar opliepen. Maar dit uur mogen we ons gekend weten door de Eeuwige. In zijn/haar licht mogen we de mensen zijn die we zijn met onze mooie en minder mooie kanten. We maken het stil om onszelf hier te laten landen. In deze ruimte, bij elkaar en bij de Eeuwige.
GEBED
Vloei in ons uit,
Stroom door ons heen,
Wees kracht in ons, liefde,
Wees licht in ons, ruimte,
Leer ons stil zijn, leer ons open zijn,
Uw heilige Naam in ons midden,
Uw heilig Woord in ons hart,
Verbondenheid met allen,
Grenzen doorbroken.
Onuitsprekelijke,
wees bij ons,
Raak ons aan. (Catharina Visser Uit: ‘Opstaan in stilte’)
Acclamatie Keer u om naar ons toe
1e LEZING
Toen de mier wakker werd zag hij door zijn raam dat het regende. Zijn hoofd deed pijn en hij vroeg zich af of hij op zou staan.
‘Ik vind er niets aan!’ riep hij.
Toen zag hij opeens een groot rond ding met ruwe uitsteeksels in zijn kamer liggen.
Ha, dacht de mier schamper, ik zie het al. De boosheid. Die gaat natuurlijk niet weg.
‘Ga weg!’ riep de mier. Maar hij wist heel goed dat dat niet hielp.
De boosheid rolde heen en weer en stak af en toe even een uitsteeksel uit waarmee hij de mier een klap op zijn hoofd gaf of in zijn nek prikte.
‘Au,’ zei de mier. ‘Hou op!’
Hij hield zijn hoofd vast. Maar de pijn werd alleen maar erger.
Hij probeerde onder zijn dekens te kruipen, maar de boosheid greep de dekens en slingerde ze weg. Vervolgens greep hij de mier zelf beet en sleurde hem uit bed.
De mier was razend en de boosheid groeide en: ‘Grgrgrm.’
Zo, dacht de mier, hij kan zelfs al praten….
Hij pakte zijn stoel, tilde hem boven zijn hoofd en wilde de boosheid een klap geven. Maar de boosheid greep de stoel, kneep hem fijn en liet hem in stukken op de grond vallen.
Toen stormde de mier met zijn hoofd naar voren op hem af.
Maar de boosheid was ruw en hard, alsof hij van steen was, en de mier viel op de grond. Zijn hoofdpijn was nu verschrikkelijk. Ondraaglijk, meende hij. Ik heb ondraaglijke hoofdpijn.
‘Brbrbrgrm,’ zei de boosheid terwijl hij zich over de mier heen boog en met een zwaar en donker uitsteeksel zwaaide.
Op dat moment werd er geklopt. ‘Mier!’ riep een stem. ‘Mier!’
‘Nee!’ brulde de mier, die dacht dat het de boosheid was die de eekhoorn nadeed.
‘Ik ben het, de eekhoorn.’
De deur ging open en de eekhoorn stapte naar binnen.
‘Ga je mee?’ vroeg hij. ‘Op reis? Of in het gras liggen, bij de rivier?’ Achter hem scheen de zon tussen twee wolken door.
De boosheid kromp ineen, deed een stapje achteruit, kromp nog verder en glipte achter de rug van de eekhoorn langs naar buiten.
‘Wat?” zei de mier.
‘Ga je mee?’ vroeg de eekhoorn opnieuw. Hij zag de resten van de stoel op de grond. ‘Had je bezoek?’ vroeg hij.
‘Bezoek…’ zei de mier en hij voelde even aan zijn hoofd. ‘Nee, dat geloof ik niet.’
Na de boosheid glipte ook zijn hoofdpijn zomaar zijn hoofd uit en sloop achter de eekhoorn langs naar de deur. Hij zag er bleek en mismoedig uit. In de deuropening keek hij nog even vragend om naar de mier. Maar de mier schudde onmerkbaar zijn hoofd.
‘Heb je geen zin?’ vroeg de eekhoorn.
‘Jawel,’ zei de mier.
Ze besloten naar de rivier te gaan en met hun ogen dicht naar het kabbelen van de golven te luisteren.
Even later liepen ze door het bos. Het gras dampte. De zon scheen en de lucht was groot en blauw.
Toon Tellegen: Iedereen was er; meer verhalen over de eekhoorn en de andere dieren Querido, 2009, blz 116 en 117
Lied Die mij getrokken uit de schoot
2e LEZING Mattheus 22, 34-40
Nadat de farizeeën hadden vernomen dat Hij de sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar. Om Hem op de proef te stellen vroeg een van hen, een wetgeleerde: ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’
Acclamatie Waar vriendschap is en liefde
OVERWEGING De kunst van het vragen stellen
Een paar weken geleden stond in de Volkskrant een interview met David Brooks, een journalist en columnist uit de USA. Hij schrijft onder ander in de New York Times en is een stem waarnaar geluisterd wordt. De aanleiding voor dit interview was het verschijnen van een nieuw boek van zijn hand met de intrigerende titel ‘De kunst van mensen kennen.’ Ik kocht en las dit boek met veel plezier. Brooks neemt de lezer mee op zijn zoektocht naar manieren waarop we als mensen beter met elkaar om kunnen gaan. Het gaat niet om grote dingen, maar om kleine dingen die we allemaal zouden kunnen doen. Ieder mens heeft de behoefte om gezien te worden. Dat weten we eigenlijk allemaal wel. Waarom voelen zoveel mensen zich niet gezien? Misschien zijn we de kunst van het vragen stellen verleert. Een gevolg van onze sterk doorgeslagen individualisering misschien. We lijken de vaardigheid om anderen echt te zien, als wereldwijde samenleving langzaam te verliezen, is zijn analyse. Hij spreekt van een connectiecrisis en probeert met dit boek ons de vaardigheid van mensen kennen weer een beetje bij te brengen. Met een open blik, een gezonde dosis nieuwsgierigheid en de vaardigheid van het stellen van goede vragen komen we een heel eind. Sommige mensen hebben deze vaardigheid van nature, andere mensen kunnen het leren. Brooks noemt deze mensen verlichters: mensen met een warme, respectvolle, bewonderende blik. Dat gaat niet om hele grootse dingen, juist niet. De kunst van aanwezig zijn zit vaak in kleine gebaren.
Dit boek past mooi bij wat de bezoekgroep doet vanuit en namens de gemeenschap. Ik denk dat deze manier van omgaan met anderen sowieso past bij Salvatorianen. Een open blik naar de ander.
Ik werk nu bijna 10 jaar voor de gemeenschap en in die 10 jaar heb ik de bezoekgroep zien veranderen. We zijn allemaal 10 jaar ouder geworden. De bezoekgroep werd wat kleiner en je zou denken dat we ook veel meer vragen voor bezoek zouden krijgen. Dat blijkt heel erg mee te vallen. Op de een of andere manier hebben lopen er ontzettend veel lijntjes tussen mensen binnen deze gemeenschap. De manier waarop we samen vieren, we bouwen iedere week letterlijk een gemeenschap met elkaar, maakt dat we elkaar steeds beter zijn gaan kennen. Die zorg voor elkaar gaat verder dan het uurtje ( met koffie erbij anderhalf uur) op de zondag. Ook op andere dagen van de week zijn er veel onderlinge contacten, merken we. Hoe mooi is dat!
Brooks schrijft in zijn boek dat mensen echt zien, aandacht geven misschien wel het mooiste is wat je mensen kunt geven. Het verhaal van de mier en de eekhoorn laat zien dat in contact tussen mensen (pardon mier en eekhoorn) de boosheid het veld moet ruimen. Door dit contact kan de mier uit zijn eigen boosheid stappen. Daar is vaak de zachte aandacht van een ander voor nodig. Door het geven van die aandacht geef je waarde aan het leven van die ander. Onverdeelde aandacht geven aan een ander is even voorbij je eigen ik gaan. Het gaat in dat moment niet om jou, maar om die ander. Het lijk allemaal zo vanzelfsprekend maar een wereld die meer en meer verhard, mogen we die aandacht voor elkaar best eens als bijzonder en waardevol laten oplichten. Aandachtige momenten scheppen verbinding en dat is een groot goed in een samenleving verhard en verkild.
Simone Weil zei: ‘Aandacht is de zeldzaamste en zuiverste vorm van vrijgevigheid.
Jezus is een mensenmens. De evangelies staan vol met verhalen van ontmoetingen. Jezus is iemand die juist ook buiten zijn eigen kring op zoek gaat naar verbinding. Hij heeft oog voor wie anders is. Hij is ook iemand die zelden zijn eigen mening aan een ander opdringt, maar door middel van een verhaal of een vraag de ander aan het denken zet.
In de voorbereiding van de deze viering hebben we samen gekeken naar welke Bijbeltekst zou in deze viering passen. We kwamen bij deze basistekst van Jezus uit. Een gebod, twee geboden aan elkaar gelijk die in de woorden van Jezus de grondslag van goed leven zijn.
In veel Bijbelverhalen pareert Jezus kritische vragen met een verhaal. Hier niet. De farizeeën willen onze rabbi op de proef stellen. Het grootste gebod? Heb god lief met heel uw hart, heel uw ziel en heel uw verstand. Joodse woorden uit Deuteronomium. Woorden van de Sjema de Joodse geloofsbelijdenis. God, de Eeuwige, of hoe hij/zij ook mag heten is voor Jezus kern van zijn geloof. Hij voegt er wel een tweede gebod aan toe. Heb je naaste lief als jezelf. Wat ons vanuit de bezoekgroep raakte was dat deze twee geboden door Jezus even belangrijk worden geacht. Je kunt God niet liefhebben als je niet omziet naar je naaste. Door je naaste lief te hebben, heb je God lief.
In het Lucas evangelie volgt op deze dubbele leefregel de vraag naar wie dan je naaste eigenlijk is. Het antwoord van Jezus is het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Een pleidooi om dat begrip naaste niet louter te zien als je directe naast, je vrienden of verwanten, maar als de mens die hulp nodig heeft. Aandacht hebben voor mensen die je lief zijn, die op je lijken, die vertrouwd zijn is soms al ingewikkeld genoeg maar daar willen we over het algemeen wel ons best voor doen. Wat zou het mooi zijn als die zorg voor elkaar niet blijft steken in je eigen vertrouwde kringetje, maar dat we die open blik, die nieuwsgierigheid ook op minder vanzelfsprekende plekken vast zouden houden.
Wat zou het prachtig zijn als wij straks naar huis gaan en ons voornemen om de komende tijd vragen te stellen aan de mensen die we tegenkomen. Omdat we oprecht nieuwsgierig zijn. David Brooks zegt dat het stellen van vragen een morele handeling is en een daad van nederigheid. Je erkent dat jij iets niet weer en iets wilt leren. Een vraag aan een ander mag je zien als een eerbetoon aan de persoon. De eekhoorn en de mier, de mens en zijn naaste, jij en ik we hebben elkaar nodig. Laten we proberen goede vragen stellen en zo het gesprek aangaan met wie we maar op ons pad tegenkomen. Dan borrelt er leven op. Zeker weten!
PS Als je je zorgen maakt over iemand en je denkt dat hij of zij wel wat aandacht kan gebruiken, schroom dan niet: stel een vraag of tip de bezoekgroep. Zo zijn we met elkaar gemeenschap.
Geloofslied De woorden die wij spraken
TAFEL | COLLECTE | MUZIEK
VOORBEDE
Laten we bidden voor die mensen die zich niet gezien voelen.
Dat zij de kracht mogen vinden om contact te leggen met iemand in hun omgeving.
Acclamatie Jij die onze gedachten raadt
Laten we bidden voor onszelf. Dat wij een open oog mogen houden naar mensen rondom ons. Dat wij hen de warmte en aandacht kunnen geven die zij nodig hebben.
Acclamatie Jij die onze gedachten raadt
Laten we bidden om een geest van nieuwsgierigheid. Dat het stellen van vragen en het tonen van belangstelling zachtheid en mildheid brengen mag op plaatsen van verharding en geweld.
Acclamatie Jij die onze gedachten raadt
Laten we bidden voor iedereen die steun kan gebruiken.
We denken aan de mensen die ziek zijn en met de kwetsbaarheid van het leven worden geconfronteerd. We denken aan de mensen die het leven lieten in oorlogsgebieden of stierven op de vlucht naar veiligheid.
We denken aan de mensen die we missen, onze dierbare overledenen.
Acclamatie Koester de namen
TAFELGEBED
Gezegend Jij, die onze oren opent,
ons laat luisteren naar de mensen:
hun plezier en hun noodkreet naar de aarde:
haar klanken en haar zuchten
Gezegend Jij, Die onze monden opent,
ons laat spreken woorden van vergeving
ons laat zingen tonen van vrede
ons laat proeven geluk van leven
Gezegend Jij, die onze ogen opent
ons laat zien ongerechtigheid en lijden,
opstand en hulpvaardigheid,
ons licht geeft en inzicht hoe kwetsbaar
de schepping is.
Gezegend Jij, die onze handen opent,
ons laat voelen warmte en mildheid,
afstand en verharding, ons laat geven,
goedheid en nabijheid, ons laat ontvangen,
mensen van goede wil.
Gezegend Jij, die onze harten opent ons laat raken door
eenvoud en broosheid, vriendschap en liefde ons aanspreekt door Jezus, kind van jou mens onder mensen,
en ons voorging, met de hemel op weg, opdat niemand verloren zou gaan.
In de avond voor zijn sterven, nam hij brood in zijn handen,
sprak zijn dank uit naar Jou, brak het en deelde het aan zijn vrienden met de woorden: dit is mijn leven, gebroken voor jullie, deel en eet dit met elkaar, telkens opnieuw, breng zo de hemel bij de mensen.
Zo nam hij ook de wijn, gaf die door en zei daarbij:
dit is mijn liefde, tot vreugde van iedereen, drink samen uit deze beker, als vrienden aan èèn tafel. Blijf dit doen, als levende herinnering aan mij.
Zo willen wij op weg gaan, in zijn Geest, in wie Jij aanwezig bent, zo willen wij zingend bidden, met woorden die Hij ons gegeven heeft.
LIED: ONZE VADER VERBORGEN
VREDESWENS | VREDESLIED vrede voor jou
BREKEN EN DELEN
LIED Wij zullen kennen zoals wij gekend zijn
STILTE – TAFEL AFRUIMEN
MEDEDELINGEN
SLOTVRAGEN
ZEGENWENS
Wie kan ik voor je zijn?
Wat kan ik voor je doen?
Wees ontvankelijk als de aarde
Wees aanstekelijk als het vuur
Wees verkwikkend als het water
Wees zachtmoedig als de wind
Wie kan ik voor je zijn?
Wat kan ik voor je doen?
Wees een weg voor hen die dwalen
Wees een brug die samenbrengt
Wees een huis voor hen die vluchten
Wees een haard die warmte schenkt
Wie kan ik voor je zijn?
Wat kan ik voor je doen?
Wees een mens die kan vergeven
Wees een mens die hoop kan geven
Wees een mens die wil ondersteunen
Wees een mens die steeds een Ander zoekt
Laat ons zo gaan van hier in het vertrouwen dat de Eeuwige met ons gaat.
De Eeuwige die we kennen als vader/moeder, zoon en heilige geest.
SLOTLIED Een wereld vol mensen van allerlei slag