Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 28 – 29 sept 2013
Thema: Wat is in Godsnaam troosten?
Voorganger: Ard Nieuwenbroek  samen met Erick Mickers en Esther Bressers
Muzikale ondersteuning: Melodiek

Openingslied: Licht dat ons aanstoot

WELKOM
Welkom iedereen hier aanwezig. Wees welkom zoals je hier nu bent. Met de blijdschap en misschien ook het verdriet in jezelf. Met je verlangen naar harmonie, evenwicht en toekomst. Met je zoektocht naar kracht om het leven te leven en het ook te vieren.
Is er iemand op de wereld die nog nooit troost nodig heeft gehad? Vast niet. Er zijn veel situaties denkbaar waarbij je troost nodig hebt. Van je partner, je vader of moeder, je kind, je vriend… en van de Eeuwige. Er zijn net zoveel situaties te bedenken waarin je zelf degene bent die troost wil geven. Troost lijkt zo simpel en dat is het ook. In deze viering willen we de diepte van troost verkennen vanuit ons dagelijks leven en vanuit de inspiratie die het Evangelie ons hierbij geeft.

Stilte

GEBED
God van alle mensen,
Je lijkt soms ver weg te zijn
als mensen zich verloren voelen
en stormen hun levensweg verzwaren.
Waar het leven moeilijk wordt krijgt twijfel soms de overhand,
hebben mensen elkaar nodig.
Wees voor ons een gids.
dat wij ons geborgen weten
vanuit uw troostende kracht,
van dichtbij, in liefde, in stilte…

LIED: za: Licht zal ons leven zijn, het licht van den beginne zo: Gij hebt ons in de moederschoot gekend

Inleiding op de lezingen
Troosten kent vele gezichten. Een gezicht wordt ons gegeven door Anne Frank die ons laat meekijken vanuit haar schijnbaar uitzichtloze situatie in haar onderduikadres. De tweede lezing gaat over Lazarus die troost ontvangt van Abraham en de radeloze rijke man die tegelijk die troost moet ontberen.

1e LEZING.
Troost vol verwachting

Ik keek uit het raam
over een groot stuk
van Amsterdam heen;
over alle daken tot aan de horizon
die zo licht was dat de scheidingslijn
niet duidelijk te zien was.

Zolang dit nog bestaat, dacht ik,
en ik het mag beleven,
deze zonneschijn,
die hemel waaraan geen wolk is –
zolang kan ik niet treurig zijn …

Dat is het moeilijke in deze tijd:
idealen, dromen, mooie verwachtingen
komen nog niet bij ons op of ze worden
door de gruwelijke werkelijkheid
getroffen en zo totaal verwoest.
Het is een groot wonder, dat ik nog niet
al mijn verwachtingen heb opgegeven,
want ze lijken absurd en onuitvoerbaar.
Toch houd ik ze vast, ondanks alles,
omdat ik nog steeds aan de innerlijke
goedheid van de mens geloof.
Het is me ten enenmale onmogelijk
alles op te bouwen op basis van
dood, ellende en verwarring.
Ik zie hoe de wereld
langzaam steeds meer
in een woestijn herschapen wordt;
ik hoor steeds harder de aanrollende donder
die ook ons zal doden;
ik voel het leed van
miljoenen mensen mee
en toch, als ik naar de hemel kijk, denk ik
dat alles zich weer
ten goede zal wenden,
dat ook onze hardheid zal ophouden,
dat er weer rust en vrede
in de wereld zal komen.

“Het is een wonder ” van Anne Frank

LIED: Mag ik dan bij jou   Claudia de Breij

Als de oorlog komt en als ik dan moet schuilen
Mag ik dan bij jou

Als er een clubje komt waar ik niet bij wil horen
Mag ik dan bij jou

Als er een regel komt waar ik niet aan voldoen kan
Mag ik dan bij jou

En als ik moet zijn, wat ik nooit geweest ben
Mag ik dan bij jou

Mag ik dan bij jou schuilen als het nergens anders kan
En als ik moet huilen droog jij mijn tranen dan
Want als ik bij jou mag, mag jij altijd bij mij
Kom wanneer je wilt, ‘k hou een kamer voor je vrij

Als het onweer komt, en als ik dan bang ben
Mag ik dan bij jou

Als de avond valt, en t’ is mij te donker
Mag ik dan bij jou

Als de lente komt, en als ik dan verliefd ben
Mag ik dan bij jou

Als de liefde komt, en ik weet het zeker
Mag ik dan bij jou

Mag ik dan bij jou schuilen als het nergens anders kan
En als ik moet huilen droog jij mijn tranen dan
Want als ik bij jou mag, mag jij altijd bij mij
Kom wanneer je wilt, ‘k hou een kamer voor je vrij

Mag ik dan bij jou schuilen als het nergens anders kan
En als ik moet huilen droog jij mijn tranen dan
Want als ik bij jou mag, mag jij altijd bij mij
Kom wanneer je wilt, ‘k hou een kamer voor je vrij

Als het einde komt, en als ik dan bang ben
Mag ik dan bij jou

Als het einde komt, en als ik dan alleen ben
Mag ik dan bij jou

2e LEZING,

EVANGELIE volgens Lucas 6,19-31

Lazarus en een rijke man
Er was een rijk man, die gekleed ging in purper en het fijnste linnen, en elke dag uitbundig feestvierde. Aan zijn poort lag een zekere Lazarus; hij was arm en zat onder de zweren. Hij had graag zijn honger gestild met wat er van de tafel van de rijke op de grond viel, maar nee, de honden kwamen en likten aan zijn zweren. Toen kwam de arme te sterven; de engelen droegen hem in de schoot van Abraham. Ook de rijke stierf, en werd begraven. In het dodenrijk sloeg hij gekweld door pijn zijn ogen op en zag van verre Abraham met Lazarus in zijn schoot. “Vader Abraham,” riep hij, “heb medelijden met me; stuur Lazarus om de toppen van zijn vingers nat te maken met water, en er mijn tong mee te verkoelen, want ik lijd hevig in dit vuur.”  Maar Abraham zei: “Kind, vergeet niet dat jij het heel je leven goed hebt gehad en Lazarus altijd slecht; nu wordt hij hier getroost, en jij lijdt pijn. Bovendien, er gaapt tussen ons en jullie een diepe kloof; al zou iemand van hier naar jullie willen oversteken, hij zou het niet kunnen; evenmin kan iemand van daar naar ons komen.” Maar de rijke zei: “Dan, vader, vraag ik u hem naar mijn ouderlijk huis te sturen, want ik heb nog vijf broers. Laat hij hen gaan waarschuwen, zodat zij niet eveneens terechtkomen in dit oord van pijn.” Maar Abraham zei: “Ze hebben Mozes en de Profeten; daar moeten ze naar luisteren.” Maar hij zei: “Nee, vader Abraham, als iemand van de doden naar hen toe komt, dan zullen zij zich bekeren.”  Maar Abraham antwoordde: “Als ze niet naar Mozes en de Profeten luisteren, dan zullen ze zich ook niet laten overtuigen als iemand uit de doden opstaat.” ’

LIED:  za: God is die goed is zo: Wat staat geschreven

OVERWEGING
Soms heb je een ervaring die je nooit meer vergeet. Eentje, waarbij je tot in het bot kunt navoelen hoe je een bepaald moment beleefde. Voor mij was zo’n moment jaren geleden, toen ik op bezoek was bij ouders die hun achttienjarige dochter net hadden verloren bij een verkeersongeluk. Ik zie en voel nog de wanhoop, het ongeloof en het duizendvoudige verdriet in hun uitzichtloze ogen. Ik wilde van alles en kon niets. Onmachtig heb ik daar gezeten, woordeloos, een half uur lang. Soms is troost onzegbaar, kent geen woorden. Het gebruikelijke, het voor de hand liggende, valt weg. Mijn armen waren als verlamd en niet in staat om de ouders te verwarmen en troosten. Misschien was dat maar goed ook.

Op zo’n moment  kan ik ook opstandig worden als ik terugdenk aan mensen die me ooit zeiden dat lijden altijd een betekenis heeft. Zo van: het lijden zal later in de hemel worden gecompenseerd en het lijden wil je in dit leven iets leren. Wees toch getroost met deze gedachte was de achterliggende boodschap. Zo’n troost kan ik moeilijk ontvangen omdat de pijn van lijden daarmee kan worden genegeerd of zelfs ontkend vanwege een hogere betekenis.

Daarnaast vraag ik me wel eens af of we niet te gemakkelijk denken en praten over wat troosten nu ten diepste is of kan zijn? Als je te horen krijgt dat je een ongeneeslijke ziekte hebt, of als je als partners besluit te gaan scheiden of als je na veertig jaar wordt ontslagen, dan wensen veel mensen jou en je naasten ‘veel sterkte’ toe. Juist als je je zeer kwetsbaar voelt en soms ook behoefte hebt om die kwetsbaarheid te delen, wordt je sterkte toegewenst. Maar wat is sterkte? Welke sterkte wordt bedoeld? Moet je dan alsmaar flink zijn? Je kunt dan niet anders dan ‘dank je wel’ zeggen en je intussen aan je lot overgelaten voelen. Marinus van den Berg werkt als pastor in een verpleeghuis en vanuit zijn ervaringen geeft hij richting aan wat we dan wel kunnen doen of zeggen. Hij vraagt zich hardop af wat een mens nodig heeft die de reis van zijn leven moet ombuigen of afgebroken ziet worden. Wat iemand steunt die soms van het ene op het andere moment in een doolhof terecht is gekomen, waarvoor geen routebeschrijving beschikbaar is. Een verdrietig of lijdend mens heeft behoefte om gezien te worden in zijn authentieke zijn, in zijn ware gedaante. Dit is soms hard werken, vooral als er op de levensreis veel is gebeurd waardoor de mens zich heeft afgesloten voor zichzelf en anderen.

In het Evangelie heeft de rijke man zich in zijn leven afgesloten van verdrietige en lijdende mensen. Hij gaat gulzig genietend op in zijn rijkdom en is blind voor Lazarus. Na hun beider dood lijken de rollen omgekeerd. Lazarus wordt getroost in de armen van Abraham en de rijke man lijdt pijn. Beiden zijn ‘thuisgekomen’ alleen hun huizen verschillen. De rijke man smeekt Abraham: “ Vader, stuur Lazarus naar mijn ouderlijk huis om mijn vijf broers te waarschuwen”. Zijn verzoek wordt niet ingewilligd. Dit evangelieverhaal vertelt ons immers al dat juist de schrift, bij monde van de profeten, ons al meer dan voldoende aanreikt Daar is geen nieuwe tussenkomst van wie dan ook voor nodig. Sterker nog, we hoeven het helemaal niet zelf te doen. De schrift zegt ons dat de Ene altijd met je meegaat. Juist daar waar troost ervaren wordt is de Ene aanwezig. Hij die zijn handen uitstrekt die ons vol liefde wil dragen in alles wat ons zwaar valt. En ons uitnodigt, voedt en inspireert anderen in Zijn naam hier op aarde te willen dragen.

Troosten is dus ook mensenwerk. Vanuit onze onmacht is het een zoeken naar wegen om er troostend te zijn voor de ander. Conny Palmen schrijft in haar roman ‘Geheel de Uwe’ dat ze meent dat de kiem van elk verdriet ligt in het ongezien zijn. Is troost dan niet vooral  de ander trachten te zien in het authentieke zijn, in de ware gedaante? Ik heb het dan over erkenning geven en niet te proberen het verdriet van de ander te willen dragen of die ander te behoeden voor pijn.

Troost willen ontvangen gaat ook over de behoefte van iemand zichzelf weer te hervinden, weer thuis te komen bij zichzelf. Erkenning is zoeken naar taal die de ander weer helpt thuis te komen bij zichzelf. Voorbeelden zijn er genoeg, al zijn ze niet altijd even makkelijk uit te voeren.

In gesprek met een wanhopige vader, die zijn zoon dreigt te verliezen aan heroïne, is het voor de hand liggend om hem op te beuren met goedbedoelde adviezen, te steunen met hoopgevende voorbeelden of hem stevig te omarmen. Vaak zijn deze acties echter dempend en leiden tot een afstand tussen jou en de ander. Echt troosten is deze vader open vragen te stellen naar wat hem het meest pijn doet. Hoe hij zelf probeert zijn radeloze gedachten bij elkaar te houden. Op welke momenten hij rust en vertrouwen kan vinden. In deze vragen zit de erkenning van wat jij vermoedt dat de ander kan doormaken.

Iets minder ingewikkeld. Als je met iemand in gesprek bent die huilt van verdriet dan heb je vaak de neiging, uit troostende empathie, de ander een zakdoek aan te reiken. Het effect is vrijwel altijd dat die ander snel stopt met huilen. Onbedoeld kan onze boodschap dan zijn: het is beter te stoppen met huilen. Iemand voluit laten huilen, vraagt soms ook iets van jezelf. Kun jij daar tegen? Of is dat voor jezelf onverdraaglijk? Ik geef de ander erkenning en toelating door juist geen zakdoek aan te reiken en er simpelweg te zijn.

Troosten is soms geen woorden kunnen vinden waarmee je de ander tot troost kunt zijn. Erkenning geven door je woordeloze aanwezigheid, geduldig wachtend op toestemming van de ander om betekenisvolle vragen te stellen. Met de ander even op diens levensweg mee mogen lopen zonder het over te nemen. Dan zijn we rijke mensen die Lazarus zien, ontmoeten en troosten. In de naam van wie de Eeuwige noemen.

Laten we dan nu ons geloof staand en zingend belijden

GELOOFSLIED  za: Zo vriendelijk en veilig als het licht zo: Die mij getrokken uit de schoot

KLAARMAKEN VAN DE TAFEL /COLLECTE

VOORBEDEN ACCLAMATIE: za: Barmhartige Heer, genadige God zo: Kom over ons met Uw geest       Koester de namen die wij hier gedenken

Voorbeden
Wij bidden voor alle mensen die geen vrede ervaren, waar zorgen, ziekte en verdriet mensenharten plagen, waar vreugde en geluk onvindbaar lijken te zijn.   Wij bidden voor hen die verlangen naar troost, maar deze niet ontvangen of kunnen ontvangen. Dat medemenselijkheid zich aan hen openbaart en ook zij met troost omarmd mogen worden.   Wij bidden voor allen die willen troosten. Dat zij in hun onmacht en kwetsbaarheid moedig blijven zoeken naar momenten van naast die ander blijven staan.   Wij danken voor alle voortekenen van verandering, als pijn en verdriet hun scherpte lijken te verliezen, lijden meer draaglijk wordt en mensen de ruimte krijgen hun levenslot te kunnen aanvaarden. “

Intenties ….

TAFELGEBED
Om te komen tot onszelf,
tot het stil en diep geheim
dat ons leven in zich draagt,
daarom noemen wij jouw naam:

God onmeetbaar en onzichtbaar,
als een woord aan ons gegeven,
toch aanwezig in ons midden
als de warmte om ons heen,

die wij noemen: vader, moeder,
vuur en adem van ons leven,
lieve schaduw, zachte vrede,
altijd bezig in ons hart,

die wij zien in elke mens
die op aarde leven mag,
in ieder kind dat wordt geboren,
in ieder die een ander vindt,

die wij zoeken om de troost
in het mateloos verdriet
om verloren idealen
en een mens die sterven moet,

die wij vieren om het licht
dat doorbreekt als wij donker zijn,
om de toekomst die wij dromen
en de liefde om ons heen,

in wie wij wonen als een huis
waar ruimte is voor alle mensen,
en waar mensen voor elkaar
een plaats bewaren in hun hart,

om wie wij hopen, hoe dan ook
op de redding van de wereld,
dat dood het laatste woord niet is,
en dat mensen vrijuit gaan,

die wij smeken om bevrijding
voor ontrechten en vertrapten,
om de kracht in onze handen
om recht te doen en op te staan,

die wij danken, vast en zeker
voor die Jezus van Nazareth,
van wie wij de naam bewaren
doorverhalen aan elkaar,

omdat hij arm was met de armen
liefde droeg voor iedereen,
en daarom niet was klein te krijgen
door de waarheid van de dood,

omdat hij ons heeft aangewezen
hoe wij ons leven moeten gaan:
liefde geven tot wij breken,
brood voor elkander zijn.

Zo willen wij gaan op zijn weg,
een handvol brood zijn voor elkaar
en samen drinken uit de beker

Laten we dan nu vanuit die Geest het gebed bidden dat ons al zo lang geleden is gegeven:

Onze Vader

VREDESWENS

Elkaar zien, horen en aanraken zijn basiselementen van menselijk contact. Contact dat nodig is om het leven te vieren en het leven te leven. Laten we elkaar hier en nu de vrede wensen opdat in onze ogen, stem en handen de vrede kan worden gedeeld.

VREDESLIED: za: Vrede voor jou en alle goeds je vrienden zo: De vrede, de vrede zal zijn

BREKEN EN DELEN

In het breken van het brood nodig ik jullie allen uit om brood en wijn te ontvangen, niemand uitgezonderd. Zoals Jezus ons dat op zo’n ontroerende wijze heeft voorgeleefd.

Lied: zo: Zo hoog als Gij troont in uw  hemel

Gebed

Jij God, zegt niet
Dat we maar niet moeten huilen
Dat het er nu op aankomt sterk te zijn
Jij zegt, dat je weet wat zwakheid is en pijn
Mijn kind, zeg Jij,
Kom nu maar bij Mij schuilen

Jij God zegt niet
Dat we maar niet moet vragen
en dat we flinker moeten zijn dan we zijn
Jij zegt: Mijn kind,
Laat Mij maar helpen dragen

vol vertrouwen dat Jij er zult zijn,
zoals Jezus, jouw zoon en onze medemens,
dat ons heeft toegezegd.

Mededelingen

SLOTGEDACHTE

Schuilen
Goed dat je bij me staat
om even stil te schuilen
om zachtjes uit te huilen
voordat je verdergaat…

ZEGENWENS

Laten we van hier vertrekken,

Met de kracht om te delen
Met het verlangen om het leven te leven
Met het genieten om het leven te vieren
Met hernieuwde energie om een ander werkelijk te troosten
en wellicht getroost te worden

In zijn naam,
Die we noemen de Vader, de Zoon en de heilige Geest

SLOTLIED:  Za: Gij spreekt zo zwart als de nacht Zo: De woorden die wij spraken tot elkaar

Boeken van Marinus vd Berg over Troost:
– Voor de laatste tijd
– Om levensmoed

1 Reactie

  • Cees van Hoof
    Posted 2 oktober 2013 2:33 pm 0Likes

    Een indrukwekkende viering. Prachtige teksten en evenzo mooie liederen. Op meerdere momenten kreeg ik een brok in mijn keel, waardoor mijn stem tijdens het zingen soms omfloerst was. Voor mij was dit een viering met een gouden rand.

Plaats een reactie