Durf te geloven, 20-oktober-2024
San Salvator Gemeenschap
Welkom en Inleiding, ontsteken van paaskaars
Lied: Op mijn levenslange reizen
7 kaarsen met gebeden en acclamatie (mag jouw naam onze hulp zijn (eenstemmige versie)
Moge het rode licht van de liefde branden
voor wie liefdeloosheid voelen.
Moge het oranje licht van ons verlangen branden om elkaar te bevestigen en te behoeden.
Moge het gele licht van de warmte ons ontvankelijk maken om licht te zijn voor elkaar. (accl)
Moge het groene licht van de hoop branden
voor wie wanhoop kennen.
Moge het blauwe licht van de helderheid branden voor wie verward zijn (accl).
Moge het paarse licht van de ingetogenheid branden voor wie innerlijke rust zoeken.
Moge het indigo licht van de stilte branden
voor wie onrustig zijn.
Ontsteken vredeskaars (accl)
Gebed:
Het lijkt zo makkelijk: geloof me nou maar…
Geloof maar in mij, in de Eeuwige
Jij zegt: Ik zal er altijd voor je zijn, geloof me nou maar! Ongelovig reageren is soms iets anders dan niet in Jou geloven. Het is twijfelen op momenten dat het leven, en mensen in ons leven, ons op de proef stellen.
Wij bidden tot U: Steun ons geloof in onszelf, in anderen en in het leven zelf, opdat wij uw kinderen hier op aarde kunnen zijn, opdat wij leren geloven in ongeloof, opdat wij durven geloven in elkaar en de ander.
Verhaal: Er was eens…
Er was eens een man met een grote wens.
Hij was wat je noemt een idealist. Hij had in zijn hoofd een prachtig ontwerp van een wereld die bedekt was met gerechtigheid, een samenleving waarin alle mensen als gelijken zouden worden behandeld en als gelijken zouden bestaan; een wereld van harmonie waarin er voor iedereen iets te lachen viel.
De man geloofde heilig in zijn droom. Hij kon niet nalaten hem te vertellen aan wie het maar wilde horen, hij sprak vol vuur op pleinen en in parken en hij werd een bekende dromer. Steeds meer mensen lieten zich door hem meeslepen. Maar er kwamen ook tegenstanders. Mensen die bang waren voor de droom van de man, die hem gevaarlijk vonden. Ze lieten hem gevangen nemen en probeerden hem de mond te snoeren.
Jaren later bezocht een journalist hem in de gevangenis. Hij vond geen gebroken man maar een idealist die nog steeds vol was van hoop en verwachting en die met warmte sprak over een wereld vol recht. De journalist voelde zich beschaamd. Hoe kon deze man tientallen jaren lijden en blijven dromen terwijl de werkelijkheid met de dag somberder leek?
Uiteindelijk zat Nelson Mandela, want over hem ging dit verhaal, 27 jaar in de gevangenis.
Stilte
Lied: Ik zoek bij jou naar toevlucht voor mijn ziel
Uit de bijbel (Johannes 4, 47-54, Nieuwe Bijbelvertaling)
Er was daar een hoveling uit Kafarnaűm wiens zoon ziek was. Omdat hij gehoord had dat Jezus uit Judea naar Galilea was teruggekeerd, was hij naar hem toegekomen, en nu vroeg hij of Jezus mee wilde gaan om zijn zoon, die op sterven lag, te genezen. Jezus zei tegen hem: “Als jullie geen tekenen en wonderen zien, geloven jullie niet!”. Maar de hoveling drong aan: “Heer, ga toch mee vordat mijn kind sterft.” “Ga maar naar huis,” zei Jezus, “uw zoon leeft.” De man geloofde wat Jezus tegen hem zei en ging weg. En terwijl hij nog onderweg was, kwamen zijn dienaren hem al tegemoet om te zeggen dat zijn kind in leven was. Hij vroeg hen sinds wanneer het beter met hem was gegaan. Ze zeiden: “Gisteren, een uur na de middag, is de koorts verdwenen.“ De vader besefte dat dat het moment was dat Jezus tegen hem gezegd had “uw zoon leeft”. Hij kwam tot geloof, hij en al zijn huisgenoten. Dit deed Jezus toen hij uit Judea naar Galilea was teruggekeerd: het was zijn tweede wonderteken.
Stilte
Lied: Dan nog
Soms weet ik het gewoon niet meer.
Wat is geloof?
Waar moet ik het zoeken?
De een zegt: in de kerk
En de ander: in de moskee.
De een zegt: in de ander
De ander heeft het over: in jezelf.
Dan weet ik het dus echt niet meer.
Wie is God?
Wat heeft hij te betekenen voor mensen die geloven?
De een zegt: god is goed
En de ander: god is mijn troost.
De een zegt: zij is liefde
De ander heeft het over zelfvertrouwen.
Maar wie of wat is god voor mij?
Ik weet het niet.
…
Credo (Remco Campert)
ik geloof in een rivier
die stroomt van zee naar de bergen
ik vraag van poëzie niet meer
dan die rivier in kaart te brengen
ik wil geen water uit de rotsen slaan
maar ik wil water naar de rotsen dragen
droge zwarte rots
wordt blauwe waterrots
maar de kranten willen het anders
maar de kranten willen het anders
willen droog en zwart van koppen staan
werpen dammen op en dwingen
rechtsomkeert
Stilte
Verhaal :
Een hardloopster liep langs het strand en zag daar een klein meisje. Langs de kustlijn lagen er heel wat zeesterren die daar bij hoog water waren aangespoeld en die zeker zouden sterven voor het water terug kwam. Het meisje liep langzaam langs het water en bukte zich telkens weer om zo’n aangespoelde zeester terug in het water te werpen. De hardloopster keek er even naar en liep naar haar toe en zei: “Ik zie jou bezig meisje. Je hebt een goed hart en ik weet dat je dit goed bedoelt. Maar weet je hoeveel kusten er op deze wereld zijn en hoeveel zeesterrem er elke dag wel sterven langs die kusten? Denk je niet dat een goedhartig en ijverig meisje als jij haar tijd beter zou kunnen gebruiken? Denk je echt dat hetgeen je nu doet enig verschil maakt?
Het meisje keek de vrouw aan en toen naar een zeester die vlak bij haar voeten lag. Zij raapte de zeester op en terwijl zij hem terug in de oceaan wierp antwoordde zij: “Voor deze hier maakt het zeker wel een verschil”.
Lied: Dat wij volstromen met levensadem
Collecte (Piano)
Gebed: Wees gegroet (Mariamaand), met inleiding door Rinus
Gedicht: Ontpopt (Hans Waegemakers)
Met de rug tegen de muur
uitzien naar licht
op je plaats gescholden
spreken van hoop
in de greep gehouden
voetstappen van bevrijding horen
terneergeslagen
je gedragen weten
de adem benomen
een neus hebben voor het ware
de lust vergaan
weer tintelen in lijf en leden
handenwringen wordt handen vouwen
handen vouwen wordt handen uit de mouwen
fronsen wordt stralen
verkrampen lost op in opengaan
kreunen zal zingen zijn
nieuwe mens
onweerstaanbaar
in mij ontpopt
Stilte
Slotgedachte: Geloven in groeikracht
Een vader ging eens ten einde raad naar de rabbi en zei: “Rabbi, van mijn jeugd af dien ik God elke dag met woord en daad. ’s-Ochtends zijn mijn eerste woorden voor hem en tot ik ’s-avonds mijn ogen sluit, wijkt Hij niet uit mijn gedachten. Nu heb ik er alles aan gedaan om mijn kind op de weg van God te brengen, maar het heeft niets gebaat. Wat moet ik doen?”
En de rabbi antwoordde: “Meer geloof hebben”.
Lied: Dat een nieuwe wereld komen zal