8 december 2024
Voorganger: Wilton Desmense
Lectoren: Marga van de Koevering en Rinus van der Heijden
Muzikale begeleiding: Melodiek
Openingslied: Scheur toch de wolken weg en kom
Inleiding en gebed
Beste vrienden, goede morgen.
Op deze tweede zondag van de advent zijn wij begonnen
met een qua melodie prachtig lied.
Maar de woorden zijn vol van een loden last:
een blinde muur, doodsnacht regeert, bloed uit de aarde.
We zijn nog naar morgen op weg, naar overmorgen,
en onderweg soms even thuis, hier:
om de woorden te wegen, te zingen,
om de gebaren, om te tasten naar het licht.
We ontsteken de tweede kaars op de krans
van de hoop die diep in ons leeft,
daarbij biddend en zingend
voor de wereld en tot de eeuwige geest
die in ons leeft en altijd bij ons moge blijven:
wakker aan, wakker aan
in vurige liefde!
Acclamatie: Vonkje van hoop
Vonkje van hoop, diep in mij, lieve God, wakker het aan
tot een vlam van vertrouwen.
Wakker aan, wakker aan, dat wij gaan in vurige liefde.
Vonken die overslaan.
Voorbereiding op de lezingen
De Bijbel is geopend bij het Oude Testament, het boek Maleachi,
genoemd naar de twaalfde en laatste profeet van het Oude Testament.
De Joden waren teruggekeerd uit de Babylonische ballingschap,
vervuld van positieve verwachtingen.
Maar honderd jaar later was Jeruzalem weer een stad
van corruptie, onrecht en armoede.
De inwoners geven God daarvan de schuld: hij doet niets!
Maleachi laat dan in zijn profetie God aan het woord.
Luisteren en wegen wij, wat hij heeft neergeschreven,
vroeger, lang, heel lang geleden!
En daarna naar de woorden die Jesaja doorgaf
en door Lucas zijn herhaald, over de roepende in de woestijn.
Lectoren en medevoorgangers zijn vandaag
Marga van de Koevering en Rinus van der Heijden.
Lezing 1: Maleachi 3: 1-4
‘Let op!’ zegt de machtige Heer. ‘Ik stuur mijn boodschapper vooruit.
Hij moet de weg voor mij vrijmaken!
Hij is de boodschapper die ik beloofd heb,
hij is degene op wie jullie wachten. Hij is al onderweg.
En meteen daarna zal ik zelf naar mijn tempel komen.
Ik, de Heer naar wie jullie verlangen. Wie zal er in leven blijven
op de dag dat mijn boodschapper komt? Wie kan dat verdragen?
Mijn boodschapper zal ervoor zorgen dat de priesters weer rein worden,
zoals zilver en goud zuiver worden in een hete oven.
Alle schuld van de priesters zal weggenomen worden,
zoals vuil weggewassen wordt met zeep.’
Dan kunnen de priesters weer op de goede manier
offers brengen aan de Heer. En dan zal de Heer
de offers van Juda en Jeruzalem weer aannemen.
Net als vroeger, net als lang geleden.
Tussenzang: Zo hoog als Gij troont in uw hemel
Lezing 2: Lucas 3: 1-6
Het was het vijftiende jaar van de regering van keizer Tiberius.
Pontius Pilatus bestuurde de provincie Judea.
Herodes was koning van Galilea,
zijn broer Filippus van de gebieden Iturea en Trachonitis
en Lysanias was koning van Abilene.
Annas en Kajafas waren hogepriester.
In dat jaar werd Johannes, de zoon van Zacharias, door God geroepen.
Johannes leefde in de woestijn.
Toen ging hij naar het gebied bij de Jordaan.
Daar zei hij tegen de mensen:
“Begin een nieuw leven en laat je dopen!
Dan zal God je zonden vergeven.”
In het boek van de profeet Jesaja staat al over Johannes geschreven:
«Hij roept in de woestijn:
“Opzij voor de Heer! Maak de weg klaar voor de Heer!
Maak de weg recht, zonder bochten.
Maak de weg vlak, haal alle bergen en dalen weg.
Dan zal iedereen zien dat God redding brengt.”»
Acclamatie: Laat komen, hij die komen zal
Overweging
In de tweede lezing van vandaag, uit Lucas 3,
laat de evangelist zich kennen als een echte geschiedschrijver.
Hij geeft aan in welk jaar het verhaal dat hij vertelt zich heeft afgespeeld:
het vijftiende jaar van de regering van keizer Tiberius.
Die keizer was de opvolger van de befaamde Augustus,
de allereerste Romeinse keizer, die stierf in het jaar 14.
Lucas heeft het dus over het jaar 29 na Christus,
voor de Romeinen het jaar 783 sinds de stichting van de stad.
We zitten geschiedkundig in dezelfde sfeer als waarmee
het Lucasevangelie begint, een beetje ervoor zelfs!
Op kerstavond zullen we namelijk een hoofdstuk teruggaan,
naar Lucas 2, en de bekende woorden horen:
‘In die tijd ging er een bevel uit van keizer Augustus’.
Het verhaal van Jezus’ leven wordt door Lucas
meteen stevig verankerd in zijn context:
enerzijds hebben de Romeinen – niet-Joden –
het voor het zeggen, Pontius Pilatus wordt al genoemd;
maar anderzijds verschijnen de landgenoten van Jezus
evenzeer of nog meer dan dat ten tonele.
Zo worden we geconfronteerd met twee verschillende machtsvelden:
de Romeinen gaat het om de economische macht,
want het is heel profijtelijk geld naar zich toe te zuigen
uit de onderworpen wereld.
Maar daarnaast laten zij plaatselijke zetbazen,
de Herodessen, de tollenaars en de religieuze leiders
het volk onder de knoet houden. En wat doen die?
Hetzelfde als de Romeinen: geld naar zich toe zuigen
en macht uitoefenen over het gewone volk.
En wie zijn de slachtoffers? De onschuldigen!
De inwoners van Aleppo, van Gaza, de Jezidi, de holocaustdoden.
Heeft Jezus met die twee werelden ook geworsteld?
Ik moest denken aan zijn uitspraak:
“Geef aan de keizer wat de keizer toekomt
en aan God, wat aan God toekomt”.
En eens veegde hij de tempel schoon: alle handelaren naar buiten!
“Dit huis moet een huis van gebed zijn,
maar jullie hebben er een rovershol van gemaakt!”
Wat komt de keizer toe?
Zoekend naar een antwoord kan het geweten in het uiterste geval
gesteld worden voor de keus tussen leven en eeuwig leven.
En is dat niet meteen onze levensvraag: WAT KOMT GOD TOE?
Of mogen wij de vraag nog scherper stellen: WIE IS GOD?
Vonkje van hoop,
diep in de mens, die steeds weer,
die steeds geboren wordt.
Dat zijn een hoop vonkjes bij elkaar,
die met elkaar een vlam van vertrouwen vormen
en aanwakkeren tot een sámen gaan in vurige liefde.
Dat is onze hoop: dat de blijde boodschap, die luidt
“houd net zo veel van de ander als van jezelf”,
zal worden tot een wereldwijd evangelie
voor alle mensen van goede wil.
Mogen al het zilver en goud van de rijken der aarde
zuiver worden door de hete vuren
waar de armen en kleinen van deze wereld
doorheen gingen en gaan…..
Advènt: nog twee kaarsen te gaan!
Geloofslied: Gij zijt voorbijgegaan
Collecte met (piano-/dwarsfluit)muziek
Voorbeden
Wij bidden dat alle landen en volkeren van deze aarde
vrijheid en respect voor de rechten van de mens ervaren.
Accl.: Kom over ons met uw geest
Wij bidden dat de levens van weerloze en onschuldige mensen
nooit meer opgeofferd worden aan welke machten en krachten dan ook.
Accl.
Wij bidden dat wij altijd oog hebben voor tekenen van hoop
en dat wij die zelf zichtbaar mogen maken, hoe dan ook.
Accl.: Kom over ons met uw geest
Wij bidden voor onze persoonlijke intenties
en voor hen die ons met de beste intenties
zijn voorgegaan in het doorgeven van
het licht van de blijde boodschap.
Speciaal noemen wij ……………………………..
Accl.: Voor uw aangezicht
Tafelgebed:
Gezegend Jij, bron van hoop,
die vrijheid schept en warmte geeft,
die voelbaar in ons midden
er wil zijn voor elke kleine en grote mens.
Gezegend Jij, bron van leven, die ruimte schept
en als een kracht in ons
ons doet opstaan voor vrede en gerechtigheid.
Gezegend Jij die toekomst geeft,
visioen van wijd licht land,
waar gerechtigheid als rivieren stroomt,
waar gewerkt wordt aan een wereld,
waarin mensen gelijkwaardig zijn.
Gezegend ben jij,
voor ons zo zichtbaar geworden in Jezus van Nazareth,
belichaming van hoop, leven en toekomst.
Hij maakte jou kenbaar in woord en daad
door mens te zijn naar jouw evenbeeld,
vonk van hoop, geest van liefde,
waaraan hij zijn leven wijdde tot het uiterste toe.
Op de avond voor zijn sterven
nam hij brood in zijn handen,
sprak een dankgebed, brak het,
gaf het aan zijn vrienden en zei:
“Ontvang en eet dit brood,
als teken van mijn leven,
gebroken en gedeeld, ter wille van jullie”.
Ook nam hij de beker,
liet hem rondgaan en zei:
“Neem deze beker en drink eruit,
samen aan dezelfde tafel.
Blijf dit doen om mij te gedenken.”
Zo willen wij leven in zijn geest,
opdat er lente komt voor iedereen,
een wereld vol hoop,
waar wijnstokken bloeien tegen de klippen op.
En wij blijven ook aan hem denken
door te bidden met de woorden die hij ons gegeven heeft:
Onze Vader
Vredeswens
De aarde een thuis voor iedereen:
een wereld zonder oorlog, ruimte voor iedereen,
vrede in ons eigen huis, vriendschap voor elkaar.
De eerste schijn van een beginnend licht.
Wensen wij dat elkaar!
Vredeslied: Op wie wij wachten hoe dan ook
Communie
Wij willen graag de geest van dit samenzijn
bevestigen in het delen van wat ons in leven houdt:
de dingen die ons aanspreken,
de zon in het water, de bomen, de dieren,
de kleinste mensen, hun dromen, de hoop in hun ogen;
het woord van onze God en zijn zwijgen, zijn verte,
maar ook de naam die hij de wereld gaf
om te hopen en de tekens te verstaan.
Die houdt ons in leven: Jezus, brood van de wereld,
woord van de mensen, trouw van onze God.
Breken en delen in zijn naam.
Kom aan en blijf dat doen.
Communielied: Dauwt hemelen van omhoog (couplet 1 en 2)
Mededelingen
Slot
Aan het eind van deze viering
luisteren wij naar een brief van Paulus.
Er stond boven: aan de inwoners van Filippi!
Vandaag staat erboven: aan ieder die dit hoort of leest!
Filippenzen 1: 3-11
Steeds als ik aan jullie denk, dank ik mijn God.
En elke keer als ik voor jullie bid, doe ik dat met vreugde.
Want vanaf de dag dat jullie zijn gaan geloven,
hebben jullie altijd meegeholpen
om het goede nieuws bekend te maken.
Eén ding weet ik heel zeker:
God maakt nieuwe mensen van jullie.
Hij is daar al mee begonnen,
en op de dag dat Jezus Christus terugkomt, zullen jullie volmaakt zijn.
Natuurlijk denk ik zo over jullie allemaal,
want ik houd van jullie met heel mijn hart.
God is goed voor ons allemaal,
en daarom voel ik me sterk verbonden met jullie allemaal.
Het maakt niet uit of ik in de gevangenis zit,
of in vrijheid het goede nieuws verdedig.
God weet hoe ik ernaar verlang om jullie allemaal te ontmoeten.
Hij weet dat ik jullie liefheb, net zoals Jezus Christus jullie liefheeft.
Ik bid dat jullie liefde steeds groter wordt.
Want dan zullen jullie steeds meer weten en begrijpen.
Dan weten jullie wat echt belangrijk is.
Dan zullen jullie goed leven,
als mensen die gered zijn door Jezus Christus.
Dan leven jullie tot eer van God.
En dan zullen jullie volmaakt en zuiver zijn
op de dag dat Christus terugkomt.
Wegzending
Laten we vanhier gaan de nieuwe week in.
Zing zacht,
zing voor je uit.
Zing de zon en de wolk,
zing de namen van de bloemen,
zing het water en de wijn,
en het brood, zing jezelf.
En neurie van advent,
van zeven maal zeven maal
opnieuw geboren,
klein gekregen,
uitgeworpen,
om met de mensheid
eeuwig te worden.
Nemen wij die vonk van hoop mee in het hart,
in de naam van die wij willen noemen:
Moeder en Vader, Zoon en dochter, Oorsprong en Roeping.
Amen.
Slotlied: Nu daagt het in het oosten