Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 13-14 juli 2013
Thema: Barmhartige Samaritaan
Voorgangers: Maria van den Dungen,
Forra van Reijswoud en Frits Bakker
Muzikale ondersteuning: Volkszang

Openingslied: Dit huis is een huis

Welkom
Welkom vandaag bij deze viering, die is voorbereid door Forra van Reijswoud en Frits Bakker en mij. Welkom die hier regelmatig komt en ook U die hier voor het eerst binnen gekomen bent om in dit uur samen te luisteren naar oude verhalen, naar liederen en goede woorden.
Vandaag is de eerste viering in de vakantietijd, we missen de koren, die vakantie hebben. Maar u merkt: we zingen toch. Dank zij Cor Rademaker aan de piano en Kiek van Boxtel en Frans Leonard.
Misschien bent u in alle rust vertrokken, misschien gehaast omdat u laat was, of door iets opgehouden. Ieder is langs een andere weg hierheen gekomen, met verwachtingen, andere hoop. We gaan onze weg door het leven, elk op onze eigen manier. Mensen van de weg zijn we, al vanaf Abraham: niet van grote kathedralen, meer van tenten die we op moeten kunnen nemen en soms rusten in een herberg.
Laten we alles maar los laten om ruimte te maken voor de geest, die ons samen brengt.
Gebed
God van mensen onderweg.
Wees voor ons een gids
Op de weg die wij door het leven gaan,
Maak ons gevoelig voor uw woord;
dat aanspoort tot liefde, gerechtigheid
en oprechte zorg voor elkaar.
Inspireer ons om een gemeenschap te worden
in de geest van Hem, in wiens naam wij hier samenzijn,
Jezus, uw Zoon, Amen.
Acclamatie: Wees hier aanwezig woord ons gegeven

1e Lezing: Iedereen liep langs de vrouw, die bevallen moest.
Op het station van Toronto stond de naaister Ana uit El Salvador op de metro te wachten, toen een Koreaans gezin met moeder, vader en kinderen kwam aanlopen. De moeder, die Maria heette, stond op het punt te bevallen en de weeën waren al begonnen.
Toen de metro het station binnen reed, haasten Ana en het Koreaans gezin zich om nog een plaatsje te vinden. Even later hoorde Ana, die ook naar het ziekenhuis moest, de kreet van Maria in barensnood. Haar ogen zochten de rijen voor en achter haar af om te zien waar de vrouw zich bevond. Toen ze uit de metro stapte zag ze de vrouw op de grond liggen, man en kinderen hulpeloos om haar heen. Bloed lag op de grond en het kind was geboren en zat klem in de pijp van de broek van Maria. Ana bukte zich en hielp Maria. Ze legde de baby, nog verbonden met de moeder door de navelstreng, op de buik van Maria en legde haar jas er overheen. Instinctief zocht ze een telefoon en belde de ambulance. Ze kreeg van de telefoniste tips: zorgen dat de baby niet kon onderkoelen en navelstreng afbinden. Passagiers die uit trams stapten liepen de jonge moeder voorbij. Ana vroeg hen om kleding. Niemand gaf iets. Totdat een oude vrouw bleef staan en haar jas gaf. Ana vroeg een veter. Een ambtenaar met een aktetas en keurig in pak bukte zich, trok een veter uit zijn schoen en gaf die aan Ana. Ze bond de navelstreng af. Terwijl ze daarmee bezig was hoorde ze de ambulancebroeders roepen.
Al gauw hadden ze Maria gevonden en namen haar mee. Ook Ana vervolgde haar weg. Ze maakte zich zorgen. Zou de baby het halen? Ze vreesde, dat de baby het in deze vrieskou niet zou overleven.
Thuisgekomen hoorde ze op het nieuws dat een vrouw op het metrostation bevallen was en dat moeder en kind het goed maakten. Gelukkig dacht Ana.
De volgende dag organiseerde een krant een ontmoeting met Ana en de familie van Maria. Maria zei in het Koreaans: ‘Zeg tegen Ana dat ik niet weet wat er met ons was gebeurd als zij er niet geweest was.’
Iedereen was langs de vrouw gelopen, die moeder werd. Alleen Ana niet, ze zette haar agenda opzij en hielp. Over mededogen gesproken.
Naar artikel in Reader’s Digest: in Verhalen, voedsel voor onderweg van René Hornikx
Tussenzang: Twee handen schoon gebleven

Evangelie: Lucas 10,25-37: Het enig noodzakelijke
Er kwam een wetgeleerde die hem op de proef wilde stellen. Hij vroeg: ‘Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ Jezus antwoordde: ‘Wat staat er in de wet geschreven? Wat leest u daar?’ De wetgeleerde antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.’ ‘U hebt juist geantwoord,’ zei Jezus tegen hem. ‘Doe dat en u zult leven.’ Maar de wetgeleerde wilde zich rechtvaardigen en vroeg aan Jezus: ‘Wie is mijn naaste?’
Toen vertelde Jezus hem het volgende: ‘Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers, die hem zijn kleren uittrokken, hem mishandelden en hem daarna halfdood achterlieten. Toevallig kwam er een priester langs, maar toen hij het slachtoffer zag liggen, liep hij met een boog om hem heen. Er kwam ook een Leviet langs, maar bij het zien van het slachtoffer liep ook hij met een boog om hem heen.
Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag liggen. Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Hij zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde. De volgende morgen gaf hij twee denarie aan de eigenaar en zei: “Zorg voor hem, en als u meer kosten moet maken, zal ik u die op mijn terugreis vergoeden.”
Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?’ De wetgeleerde zei: ‘De man die medelijden met hem heeft getoond.’ Toen zei Jezus tegen hem: ‘Doet u dan voortaan net zo.’
Lied: Wek mijn zachtheid weer

Overweging
Beste mensen, We hoorden in het evangelie het bekende verhaal van de Barmhartige Samaritaan. Het is U waarschijnlijk niet opgevallen, maar dit is de derde achtereenvolgende viering dat ik het thema barmhartigheid heb gekregen. Dat kan natuurlijk toeval zijn, dat kan, maar toch … Het is ook mogelijk dat men denkt dat ik het wel mooi kan vertellen, dat van die barmhartigheid. Maar het kan ook zo zijn – als iets steeds maar op je weg komt- dat je er nog heel wat van te leren heb; laten we het daar maar op houden.
In het evangelie van vandaag wordt Jezus door een wetgeleerde ondervraagd om zijn kennis van de Joodse wet te testen. Hij antwoordt met een dubbele vraag: Wat staat er? En Hoe lees je dat?
De wetsgeleerde weet heel goed dat er staat, hij vraagt naar de bekende weg: Wie is mijn naaste?.
En dan vertelt Jezus het verhaal van de Samaritaan. Langs de weg tussen Jeruzalem en Jericho ligt een man, die het slachtoffers van rovers is geworden.
De priester en de leviet op weg naar hun taken in Jeruzalem komen voorbij het slachtoffer, als zij hulp bieden kan het zijn dat ze volgens de wetteksten onrein worden en dus hun werk gedurende een aantal dagen niet kunnen doen. De man ligt niet in de weg, maar hij blokkeert wel hun plannen, zij kiezen ervoor hem niet te zien en lopen door.
Dan komt er een Samaritaan langs, iemand op wie de Joden neerkijken. Deze man ziet de gewonde man, hij ziet hem echt en wordt daardoor zo geraakt dat hij hem direct gaat helpen. Hij laat zijn hart spreken en verzorgt de wonden van de onbekende. Hij brengt de man naar een herberg en laat hem achter in de zorg van de herbergier. Want hij moet nog verder, hij belooft de waard bij zijn terugkomst gemaakte kosten te vergoeden. De Samaritaan neemt de volledige verantwoordelijkheid op zich, maar hij probeert er anderen bij te betrekken, zoals de herbergier. Hij is niet bezig met vragen stellen over de wet, nee hij doet de wet.
Hetzelfde zien we in de eerste lezing, daar waar de Koreaanse vrouw bevalt en alle Canadezen haar gewoon voorbij lopen. Ook hier komt de spontane hulp van iemand, die misschien toch als een tweederangs burger wordt beschouwd: een naaister uit El Salvador. Zonder vragen helpt zij een medemens in nood en ook zij probeert er anderen bij te betrekken. Zij vraagt om kleding, om een veter om de navelstreng af te binden. Dan staat een oude vrouw haar jas af en geeft een keurige ambtenaar zijn schoenveter. Zij helpen, maar Ana houdt de verantwoordelijkheid, totdat de door haar gebelde ambulanciers de zorg van haar overnemen. Dan vervolgt ook zij haar weg.
Wie is mijn naaste? Is dat de vluchteling, de dakloze, iemand in mijn straat? Jezus draait het om; het gaat om gelijkwaardigheid, De vraag is niet wie jouw naaste is, maar van wie jij de naaste kunt worden. Naaste is niet degene die geholpen moet worden, maar degene die helpt waar iemand in nood is.
Eeuwenlang is er gekeken vanuit het standpunt van degene die hulp kan verlenen, die een ander goed kan doen; zeg maar van boven naar beneden. Onze samenleving is steeds meer georganiseerd in clusters, in kleine afdelingen, in afzonderlijke taken. Vooral in de zorg is degene die geholpen wordt zo object van zorg. Niemand is meer aanspreekbaar op verantwoordelijkheid, op een menswaardige relatie
Paus Franciscus op Lampedusa klaagde over een “globalisering van de onverschilligheid”. Die maakt iedereen tot “anonieme verantwoordelijken zonder naam en zonder gezicht. (…) Wij zijn aan het lijden van de anderen gewend geraakt, het betreft ons niet, het is onze zaak niet”. Onder de dekmantel van de anonimiteit probeert iedereen de verantwoordelijkheid af te schuiven, zei de paus deze week. De mensen leven als in een “zeepbel” en zijn ongevoelig voor de “kreet van de anderen”.
Zijn er nu zoveel mensen die zich niets van een ander aantrekken? Dat denk ik niet, maar ons leven is tegenwoordig zo gepland, onverwachte dingen verstoren onze programma’s. En dat is ook wat beide lezingen laten zien: mensen zijn onderweg en dan doemen onverwachte dingen op. En wie is er bereid dit toeval zo dwingend een beroep op jouw verantwoordelijkheid te laten doen? In dit “toeval” kun je een opdracht zien, je moet reageren op wat je overkomt. Het is niet de vraag wat we moeten dóen, maar naar wie we zíjn. Wat zíen wij? Wie zien wij? “Ieder voor zich en God voor ons allen” werkt niet om een menselijke samenleving te krijgen. Dat wordt een toekomst waarin het slecht leven is. Naastenliefde komt altijd vrijwillig tot stand tussen mensen, die elkaar op hun levenspad ontmoeten: zij hebben elkaar iets te bieden.
Zeepbellen zijn prachtig, maar U weet ze zijn hol.
Geloofslied: Kom en volg mij op de weg

Collecte en klaarmaken van de tafel
Lied door Frans Leonard: In mijn armen

Voorbede met: Barmhartige Heer, Genadige God
Laat ons een ogenblik stil worden om ons af te vragen hoe barmhartig wij zelf zijn?
Ben ik zelf wel barmhartigheid waard?
Kan ik wel barmhartig voor een ander zijn
als ik zelf meen geen barmhartigheid nodig te hebben?
Heb ik zelf wel eens een beroep op de barmhartigheid van een ander gedaan?
Dat deze vragen ons hart mogen raken.

Barmhartige Heer, Genadige God.

Van wie ben ik de naaste?
Zijn dat niet als vanouds de mensen die uit de boot vallen,
die gewond langs de weg liggen, die worden achtergesteld,
nagewezen, gepest omdat ze zijn zoals ze zijn.
En hoe barmhartig zijn wij voor onze ouderen in zorg en verpleeghuizen,
of vinden wij dat een taak van professionals en van onze overheid?
Is het verhaal van de barmhartige Samaritaan ook juist bedoeld
als zomaar zorg tussen mensen die elkaar op hun levenspad ontmoeten?

Barmhartige Heer, Genadige God.

Kennen we elkaar binnen de San Salvatorgemeenschap goed genoeg
om te zien of iemand aandacht en zorg nodig heeft?
Kan het een aandachtspunt van zorg zijn dat ons leven
van tijd tot tijd wordt opengebroken door tegenslag en ziekte?
Zijn we ons bewust dat zorgen voor een ander ook zin aan ons leven geeft?
Is zorg geen kwestie van wederkerigheid? Doe je zorgen niet samen?
Moge deze gedachten ons hart in beweging zetten.

Barmhartige Heer, Genadige God.

We bidden voor Liandro, die dit weekend gedoopt wordt binnen onze gemeenschap.
Dat hij zich op zijn levensweg door gedragen mag voelen.
Daarnaast bidden we voor twee mensen
die beiden deze week de ziekenzegening hebben ontvangen.
Gedenk in jouw goedheid allen die ons zijn voorgegaan.
Bewaar hen in jouw liefde.

Afsluitend gebed
Maak vandaag nog barmhartige mensen van ons.
Dat wij bewogen worden om onze naasten te zien en te doen leven.
Dat wij er voor hen zijn en Gij God voor ons.

Tafelgebed: Gij, bron van al wat leeft, wonderlijk zijn de wegen
die Gij met ons gaat: Gij plaatst ons op uw weg
en roept ons om mens te worden, om zoekend en tastend
te komen op het spoor van het leven.

Waar vriendschap heerst en liefde

Wij danken U dat Gij ons de weg ten leven hebt gewezen
in Jezus, de man van Nazareth,
die mens is geworden, net als wij
die onze weg geworden is,
die voert van Egypte naar Kanaän, van oorlog naar vrede,
van Jeruzalem naar Jericho, – van U tot elkaar

Waar vriendschap heerst en liefde

Gezegend zijt Gij om uw woord dat kracht geeft.
door profeten verkondigd
door Jezus gedaan en geleefd.
Gezegend zijn de barmhartigen, die Jou nabij brengen
zichtbaar, voelbaar maken waar ook ter wereld.
Die doen wat moet worden gedaan

Waar vriendschap heerst en liefde

Gezegend zijt Gij omwille van Jezus
die lief en leed met ons heeft gedeeld
die de laatste avond van zijn leven
afscheid nam van deze wereld
die brood gebroken heeft en aan ons gegeven met de woorden:
Neemt en eet, dit ben ik ten voeten uit
want zo heb ik onder jullie geleefd:
alles gedeeld: leven en dood.

Toen nam Hij de beker gaf die aan zijn vrienden en zei:
drinkt hier uit en deelt met elkaar
de beker van vreugde en verdriet
zoals ik heb gedaan en blijf mij zo gedenken.

Geen wonder dat zijn naam is blijven leven
dat hij over de dood heen voor ons bezieling is geworden
geestkracht, stuwende liefde
troost, bemoediging en vrede.
Geen wonder dat hij de levende is hier in ons midden
en dat we samen met hem kunnen bidden:
Onze Vader..

VredeswensDe vrede van Jezus de levende :
Is licht op onze weg,
Is liefde sterker dan de dood,
die vrede zij met ons allen
in onze wereld, in onze huizen, hier aan de tafel van één.

Uitnodiging communie
In het voetspoor van Jezus delen wij lief en leed met elkaar,
werken wij samen aan vrede en gerechtigheid.
Moge dit samen vieren met brood en wijn die kring van mensen
steeds groter maken, waarbij niemand wordt uitgesloten.
Kom dus.
Communielied za: Vrede voor jou en alle goeds je vrienden – zo: klezmermuziek

Slotlied: Ga dan die hier bent, ga terug naar je woning

Plaats een reactie