San Salvatorgemeenschap 25 dec 2014
Thema: De engel van het licht
Voorganger: John Parker,
Muzikale ondersteuning: Melodiek.
Openingslied: Nu zijt wellekome
Inleiding
Welkom bij het licht van Kerst. Een kind geboren is als een licht in het leven: hoop, toekomst, geluk.
Welkom aan iedereen op deze Kerstochtend. Wij komen tezamen vieren, de engel van licht is gekomen. Licht schijnt in de duisternis.
Welkom, wie je ook bent, waar je ook vandaan komt, wat je ook komt zoeken. Bidden, zingen, nadenken, geven en ontvangen. Om het licht te vieren. Welkom, en laat ons bidden.
Gebed
Het licht van het begin schijnt om ons heen, kleurt onze wereld, schijnt op onze weg.
De komst van het licht, in het donker van de winter, zien wij in het feest van vandaag.
In de geboorte van een kind, in het uitspreken van het Woord, komt er orde in de chaos, wordt er belofte gedaan van een toekomst van hoop en vrede.
Het begint klein, ontkiemt zich zoals een zaadje, kent dagen van weinig groei, kent momenten van grote groei.
Licht hebben wij nodig. Eeuwige, zend uw engel van licht op ons. Amen.
Acclamatie: Die ons voor het licht gemaakt hebt
1e lezing: Jesaja 52 (7-10)
Hoe welkom is de vreugdebode die over de bergen komt aangesneld, die vrede aankondigt en goed nieuws brengt, die redding aankondigt en tegen Sion zegt: ‘Je God is koning!’
Hoor! Je wachters verheffen hun stem, samen barsten ze uit in gejuich, want ze zien het met eigen ogen: de HEER keert terug naar Sion.
Breek uit in gejubel, ruïnes van Jeruzalem, want de HEER troost zijn volk, hij koopt Jeruzalem vrij. De HEER ontbloot zijn heilige arm ten overstaan van alle volken, en de einden der aarde zien hoe onze God redding brengt.
Lied: Het licht keert nu de duisternis
2e lezing: Johannes 1, (1-14)
In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in h aar macht gekregen.
Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God.
Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.
Acclamatie: In beginsel was dat woord
Overweging
Een principe: dat staat als fundering, als bodem. Als beginpunt, vanwaar uit alles vertrekt. In ons gedicht uit het evangelie volgens Johannes is het Woord aan het begin van alles, aan het begin van de geschiedenis van de relatie tussen God en mensen. Voor Johannes is God geen stille macht. God spreekt en het gebeurt. Het Woord is en doet. Johannes kent geen geboorteverhaal voor Jezus; hij zet zijn vriend en leraar neer als het Woord van het begin, als de persoon waar het Woord hoort. Een bijna mystieke ervaring, land jaren nadenken en herinneringen ophalen, Johannes komt tot de conclusie dat Jezus een zoon van Gos is, dat het Woord dat in het begin was, heeft in Jezus geleefd.
Voorspeld door profeten en zieners, hij bracht licht en vrede voor alle mensen van goede wil.
Een licht in de donkere dagen; een midwinterfeest, een tijd om met familie en vrienden samen te komen, de vreugde te proeven, in het licht van Kerst. Rijk of arm, vrede, vreugde en licht voor iedereen.
Je moet er wel iets voor doen, om in licht te komen. Schaapherders laten hun kudde in de wei, en lopen naar de stad; wijzen gaan op reis, weken lang, om erbij te zijn, om in het licht te komen.
Ik word uitgenodigd om bij vrienden te komen; ik zal wel mijn huis uit moeten om er te zijn.
De voorbereidingen die wij treffen om dit feest te vieren, de energie en tijd die wij besteden aan het versieren van huis, kerstboom, kersttafel. Er zijn weinigen die er niets doen, of ze christenen zijn, gelovigen of niet.
Het feestvieren kan moeilijk alleen; je hebt elkaar nodig. Daarom staan er vandaag mensen klaar, bijvoorbeeld, om een feestelijk maaltijd te dienen aan daklozen; bij elkaar gekomen om het licht van het kerstfeest met elkaar te delen. In Den Bosch en in andere steden en dorpen worden er tafels gedekt waar mensen die misschien anders eenzaam zijn ook van de feestelijke sfeer mogen proeven.
De vele goede doelen die een aanslag doen op onze aandacht, ons geweten en onze portemonnee weten het wel: wij mensen zijn goed, maar nog beter op bepaalde momenten, zoals Kerst. Het Glazen Huis is ook zo ’n voorbeeld.
En toch, als we de mens Jezus zouden kennen zoals Johannes hem kende, zou hij met zijn boodschap aan de basis zijn van ons heel doen, ons heel leven. Een principe. En niet in de zin van: ‘In principe wil ik zo zijn, maar eigenlijk…”
Het licht van de eerste Kerst, gebracht door de engel, de bode van de Eeuwige, biedt ons het perspectief van een Jezus en zijn liefde, zijn compassie en barmhartigheid als grondslag voor ons leven. In principe willen wij het wel aannemen, maar eigenlijk vraagt zoiets best veel van ons.
Gelukkig komt de engel van licht ieder jaar ons herinneren aan het principe, zoals Johannes hem noemde.
En licht schijnt in het duister…
Geloofslied: Het licht keert nu de duisternis
Voorbede: God verscholen in den hoge licht der mensen
Wij bidden om licht voor mensen die lijden onder oorlogsgeweld,
voor mensen die gebukt gaan onder tirannie en onderdrukking,
voor hen die honger lijden…
God verscholen in den hoge licht der mensen
Wij bidden om licht voor zieken, waar ze ook mogen zijn,
voor eenzame mensen, straatmensen, vluchtelingen,
voor hen die geen dak boven het hoofd hebben.
God verscholen in den hoge licht der mensen
Wij bidden om licht voor onszelf hier aanwezig,
voor christelijke gemeenschappen die verdeeld zijn,
voor allen die uitzien naar een rijk van vrede.
God verscholen in den hoge licht der mensen
Wij bidden om licht voor onszelf en onze familie,
en op deze feestdag vergeten wij niet allen die overleden zijn:
God verscholen in den hoge licht der mensen
Tafelgebed
God, wij danken U om het teken ons gegeven
Uw liefde en trouw vlees geworden
in mensen om ons heen.
Mensen die ons tot troost zijn
en ons nieuwe hoop geven op een betere wereld.
Wij danken U vandaag vooral voor het kind Jezus
zoon van Jozef en Maria helemaal van hen
maar meer nog van U.
Hij heeft het bestaan zo goddelijk goed te leven
dat hij sprekend op U is gaan lijken
Uw woord geworden is
Uw lieve inzet voor het geluk
van ieder van ons.
Wij denken met eerbied en respect aan zijn ouders
die hem hebben groot gebracht
menslievendheid geleerd
en diep geloof in U.
Wij danken U dat Gij zijn openheid
hebt overschaduwd vol van genade
dat hij de gezegende geworden is
onder alle mensen en U van zover weg
dichtbij heeft gebracht.
Gezongen refrein
Vanwaar zijt gij gekomen
Wij wisten niets van U
In onze stoutste dromen
Was God nooit hier en nu
Een nieuwe god zijt Gij
Die onder ons wilt wonen
Zo ver weg zo dichtbij
Toen de oude wereld hem niet meer verdroeg
omdat hij te goed bleek voor deze wereld
toen heeft hij afscheid genomen
van ieder van ons.
Hij deed – maar nu voor het laatst-
wat hij altijd al had gedaan
brood breken en delen
zoals zijn moeder hem had geleerd
en zijn vader hem zonder veel woorden
dagelijks voordeed.
Hij nam brood in zijn handen brak het
en zei: God heeft zijn eigen levenslot
met jouw en mijn geluk verweven
als brood dat gegeten wordt.
Hij nam ook de beker,
gaf die aan ons te drinken en zei:
drinkt uit deze beker
die vertelt van mijn vroege dood
die het oude verhaal vertelt
dat jouw en mijn God
medelijdt met alles
wat ons overkomt:
zijn eigen levenslot
ook met ons verdriet verweven.
Gij zijt ons doorgegeven
Een naam, een oud verhaal
Uw woorden uitgeschreven
In iedere mensentaal.
Ons eigen levenslot
Met Uw geluk verweven
Zo zijt Gij onze God.
God, als het ooit mag
laat het vandaag nog gebeuren
dat wij van oorlog weten
en de vrede zien komen
weten hoe de wereld is verdeeld
in licht en duisternis,
in arm en rijk
in blank en zwart
en een Kind zien geboren worden
dat een nieuwe koninkrijk begint
een volk onderweg naar U.
Als het ooit mag
laat het vandaag nog gebeuren
dat wijzelf
licht en vrede brengen waar we kunnen
deuren openen voor wie aanklopt
woorden van welkom voor wie verloren
ontheemd of verstoten is;
wijzelf: en een uitgestoken hand
voor vriend en vreemde
Dan zal het zalig zijn
dit kerstfeest te vieren:
Uw komst in ons bestaan.
Gij zijt in ons verloren
Wij durven U niet aan.
Uw stem in onze oren
Uw komst in ons bestaan
Een mens van vlees en bloed
Een kind voor ons geboren
Een naam die sterven moet
Onze Vader….
Vredeswens: Welkom op de bergen
Communie: Er waren herders
Slotverhaal: Een ander Kerstverhaal
Het gaat over een man die in een Japans concentratiekamp gevangen zat. Met vele anderen was hij gevangen, niet alleen achter prikkeldraad, maar ook in wanhoop en uitzichtloosheid. Zou er ooit een einde komen aan hun lot?
De man had een klein stukje kaars bewaard. Hij wilde het opeten als de honger te zwaar zou worden. Zo was dat stukje kaars een houvast voor hem dat hij bewaakte en verdedigde en dat hem overeind hield ondanks alles. Toen werd het Kerstmis. In die nacht, toen ze allen met hun gedachten thuis waren, stak hij zijn kaars aan. Zijn laatste redmiddel en houvast tegen de wanhoop, tegen de honger, liet hij opbranden. Maar al de gevangenen van zijn barak verzamelden zich rond dat licht, putten hoop uit dat licht. Een gevangenen, een predikant, citeerde uit zijn hoofd de Bijbelteksten van Kerstmis: licht straalt over hen die wonen in het land van doodse duisternis, licht schijnt in de duisternis, en de duisternis kon het niet overwinnen. En toen de kaars allang op en uit was, brandde het licht nog in hun hart en gaf het hun kracht om het vol te houden.
Zegen en wegzending: Ere zij God in den hoge
Slotlied: Vrienden hoort ik deel u mede