Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

At your service!
John en Wim 100 jaar dienstbaar

San Salvatorgemeenschap 9 – 10 juni 2012
Voorgangers: Wim de Bekker en John Parker
Met medewerking van de Cantorij
 Openingslied:Vrede voor jou hierheen gekomen

Welkom en inleiding:
Deze week is het 60 jaar geleden dat Wim de Bekker tot priester gewijd werd. Over een paar weken zal het 40 jaar geleden zijn dat ikzelf tot priester gewijd ben. Samen 100 jaar dienstbaarheid; samen 100 jaar voorgaan in verschillende gemeenschappen, waar je ook gestuurd werd, totdat wij beide een eigen plek hebben gevonden: hier, in deze geloofsgemeenschap.

Wat wij samen vieren vandaag is niet het priesterschap. Wan een priester is iemand die, volgens de traditionele opvatting, door een hogere macht gekozen is. Wij vieren iets dat tekenend is voor ons mens-zijn: dienstbaarheid. Er zijn voor de ander, wie dat ook mag zijn. Dit is ook iets dat tekenend is voor Kerk-zijn: er zijn voor anderen. Zoals de profeet Jezus: er zijn voor de armen, voor de zieken, voor de onderdrukten, voor de daklozen, voor de kleinen. Er zijn als mensen, medemensen: een hand, een oor, een hart.
Dit vieren wij vandaag.

Gebed:
Eeuwige, wij mensen geven U namen, wij maken beelden van U,
wij verzinnen ideeën over U, en schrijven U plannen en bedoelingen toe.
Deze beelden en ideeën geven ons vrijheid en dienen als inspiratie
om onze mensen te helpen, te steunen, en ervan te houden.
Moge deze inspiratie altijd bij ons zijn en ons versterken in onze gemeenschappelijke roeping. Amen.

Acclamatie: za: Kom over ons met Uw Geest- zo: Wek onze kracht, vuur onze hartstocht aan

1e lezing: Een Chassidisch verhaal.
Aan rabbi Mosje werd eens de volgende vraag gesteld:
“Wij geloven dat alles door God is geschapen. Betekent dat dan ook dat door zijn toedoen de godloochening bestaat? Wat kan daar nu voor goeds aan zijn?”
“Inderdaad,” antwoordde de rabbi, “de loochening van God heeft zijn bestaansrecht en is soms lange tijd heel erg nodig onder mensen. Want stel je voor: iemand komt bij je om hulp en je geeft hem de raad maar op God te blijven vertrouwen en al zijn noden op Hem af te wentelen. Dan zit je toch goed fout, denk je niet? En toch gebeurt dit veel meer dan wij durven denken.
Daarom zeg ik je: als een mens of een heel volk bij jou om hulp komt, dan moet je doen alsof er géén God is, en alsof er op de hele wereld maar één iemand is die deze mens of dat volk kan helpen, namelijk jij, jij alleen!”

Lied: Voor kleine mensen

2e lezing: Johannes 6 (24-35)
Toen de mensen zagen dat Jezus en zijn leerlingen er niet waren, stapten ze in die boten en voeren ze naar Kafarnaüm om hem te zoeken.
Ze vonden hem aan de overkant van het meer en vroegen: ‘Rabbi, wanneer bent u hier gekomen?’ Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: u zoekt me niet omdat u tekenen hebt gezien, maar omdat u brood gegeten hebt en verzadigd bent. U moet geen moeite doen voor voedsel dat vergaat, maar voor voedsel dat niet vergaat en eeuwig leven geeft; de Mensenzoon zal het u geven, want de Vader, God zelf, heeft hem die volmacht gegeven.’ Ze vroegen: ‘Wat moeten we doen? Hoe doen we wat God wil?’ ‘Dit moet u voor God doen: geloven in hem die hij gezonden heeft,’ antwoordde Jezus.
Toen vroegen ze: ‘Welk wonderteken kunt u dan verrichten? Als we iets zien zullen we in u geloven. Wat kunt u doen? Onze voorouders hebben immers manna in de woestijn gegeten, zoals geschreven staat: “Brood uit de hemel heeft hij hun te eten gegeven.”’ Maar Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader; hij geeft u het ware brood uit de hemel. Het brood van God is het brood dat neerdaalt uit de hemel en dat leven geeft aan de wereld.’ ‘Geef ons altijd dat brood, Heer!’ zeiden ze toen. ‘Ik ben het brood dat leven geeft,’ zei Jezus. ‘Wie bij mij komt zal geen honger meer hebben, en wie in mij gelooft zal nooit meer dorst hebben.

Acclamatie: za: Samen hem achterna- zo: Eeuwige, onzienlijke, ver en zo nabij

Overweging:
Van de mensen die denken dat de kerk nog toekomst heeft noem ik er twee,
Een politieagent uit Amsterdam, bureau Warmoesstraat. Ik heb hem ontmoet toen ik daar nog als vrijwilliger meewerkte in het inloophuis voor straatprostituees. Hij zei: “Na vaak zware nachtdienst kom je tegen de morgen terug op het bureau. Je kunt je sleutelbos inleveren. Maar er is niemand die naar je verhaal luistert. Dat je tegenover een agressief, gevaarlijk iemand hebt gestaan en toch probeerde te beseffen dat je tegenover een mens stond. Thuis zitten ze ´s-morgens om zes uur ook niet op jouw verhaal te wachten. Lange tijd zat daar tijdens de laatste uren van de nacht een pastor. Hij schonk koffie en had een luisterend oor. Hij zei niets, hij beaamde met hm,hm! En ojé! Maar je kon er je gevoelens kwijt, met je boosheid tegen hem aan boksen. Om gezondheidsredenen moest hij stoppen. Wil jij niet solliciteren naar die functie? ” Deze agent bracht een evangelische boodschap te berde. Vandaag verwoord in termen van manna en brood des levens. Manna is lichamelijk voedsel. Voedselbank. Heel belangrijk. Maar het andere voedsel is brood des levens. En daar gaat het om bij pastoraal handelen. Luisteren naar wat er zich afspeelt in het binnenste van de mens. Voedsel voor de geest.
De tweede man is Mauritio. Mauritio: sinds vijf jaar ontmoeten wij elkaar bij het Pastoraal Uitzendbureau. Om vertrouwen op te bouwen en elkaar te leren kennen, moet je langdurig met elkaar optrekken. Dat is een proces en dat verloopt in drie fasen.

  • Na enige tijd vertelt iemand zijn geschiedenis.
  • Vertrouwen groeit en dan worden gevoelens meegedeeld: ik heb er genoeg van, ik wil niet meer aan mijn verleden terugdenken. Einde van de tweede fase.
  • In de derde fase komt de vraag of er nog perspectief is. Zijn er nog kansen, tel ik nog mee.

Mauritio, mag ik jou vragen mij te helpen. Je hebt een zware tijd achter de rug. Je las in de Bijbel.
Mauritio: `Jezus hing aan het kruis tussen twee boeven en vergaf hen. Mooi is dat. En ook de vorige Paus, hij vergaf zijn moordenaar. Vergeving wat mooi! En jullie bij het PUB vergeven ook, jullie praten het niet goed, maar geven ons een nieuwe kans. Vergeving wat mooi! En in Italië sprak ik met een priester en ook die vergaf mij. . . . .’

Kerk van de toekomst. Vragen over de zin van het leven en over het hoe van dit leven stel je niet bij een loket of in een intakegesprek maar aan een geloofsgemeenschap zoals hier. Ik mocht om een cadeau vragen. Het is een voorstel om te komen tot een pastoraal plan.
Ik droom daar al langer over. Geef het voorlopig een naam: pastoraal centrum of uitzendbureau voor levensbegeleiding en diaconie. Enkele mensen hebben zich al gemeld om het nader te gaan uitwerken. Het gaat om een evangelische opdracht: Ga naar de kruispunten der wegen. Ga naar de hoeken van de straten. Vertaald: Ga naar de huizen, verpleeghuizen, verzorgingshuizen, inloophuizen, gevangenishuizen, opvanghuizen, sterfhuizen. Om een mogelijke richting aan te duiden breng ik graag het volgende in. In al die huizen wordt volop manna verstrekt: een rollator of een scootmobiel, een veilig gevoel, lichamelijk voedsel. Maar veel begeleid(st)ers in die huizen zouden ook graag brood des levens uitdelen: meer aandacht geven, in de diepte gaan van het menselijk gemoed. Maar daar hebben ze niet zomaar de tijd voor. Wat zou het mooi zijn als we vanuit deze geloofsgemeenschap onze diensten konden aanbieden. Daarbij een voorwaarde stellend aan onszelf. We nemen een rugzakje mee met daarin een identiteitsverklaring die luidt: wij oefenen en blijven ons trainen in leren zien, leren aanvoelen, leren inleven, om welkom te zijn in de ziel van de medemens. Brood des levens. Ter afsluiting:- De geloofsgemeenschap als achterban, als terugkoppeling om te kunnen blijven geloven. – Mauritio, ik dank jou, we gunnen jou goede jaren. Jouw woorden klinken voor deze preek in mijn oren als AMEN.

Geloofslied: za: Voor mensen die naamloos – zo: Kom in mij

Voorbede:
Eeuwige, wij bidden voor mensen die uw aanwezigheid in het dagelijkse leven
niet meer kunnen ervaren en er ook niet meer op hopen
omdat hun zicht belemmerd wordt door zorgen en ellende.

  • Heer ontferm U

Eeuwige, wij bidden voor hen die niet meer op mensen durven te vertrouwen
omdat ze beschouwd worden als uitschot van de maatschappij,
afgeschreven, uitgespuwd en vernederd.

  • Heer ontferm U

Eeuwige, wij bidden voor allen die in uw naam opkomen voor vergeten en eenzame mensen,
zij die in hun manier van leven laten zien dat U nabij bent
en dat er toekomst is voor wie op U vertrouwen.

  • Heer ontferm U

Intenties:

Tafelgebed:
Niemand ontkomt aan uw gezicht, geen mens verbergt zich voor uw licht
want Gij zijt van oudsher de God die met ons gaat.
Gij roept om aandacht recht en brood
in al die mensen die geschapen zijn naar uw beeld.
Gij hebt de ellende |van uw mensen gezien zoals eens van uw volk in Egypte.
Geef ons uw ogen.
Zullen ooit de machten van geld en bezit luiste­ren naar de armen der aarde?
Zal ooit de winzucht het afleggen tegen het verlangen naar gerechtigheid?
Zullen we eindelijk de stem horen van hen,die schreeuwen om recht?

Gij, die het jammeren van uw volk hebt gehoord, zoals eens in dat slavenland: Geef ons uw oren.
Jezus Salvator was altijd op weg naar bedreigden
speurend naar hoop voor de minsten:
Waar Hij kwam gingen ogen en oren open
werden brood en vis geld en goed gedeeld
groeide uit bijna niets voor een overvloed voor allen.
Hem indachtig, bidden we voor ons allen dat we leren kiezen voor Zijn weg
Help ons hier en nu van zijn droom een welgemeend en vurig teken te maken:
dat oude gebaar van breken en delen tot leven te brengen

Wij denken aan wat Hij deed toen Hij op die laatste avond
brood nam en brak, het uitdeelde en zei:
Dit ben ik zelf in jullie, beschikbaar, breekbaar, samen een lichaam.
En ook de beker liet Hij toen rondgaan met de woorden:
Neemt deze beker van mij over het is mijn bloed vergoten
om de schuldenlast weg te nemen van hen die anders willen leven.
Dit is een nieuw begin een verbond dat de wereld heel maakt.

Die dag zal komen dat wij, vol van Geest bekeerd en luisterend naar de armen samen aan tafel liederen zingen van vrijheid en vrede,
van goed land en brood genoeg. Want zo zijt Gij onze God en Vader midden onder ons.
We bidden die toekomst naar ons toe met de woorden
die Jezus ons gegeven heeft:
Onze Vader

Vredeswens: zo: Niemand heeft u ooit gezien

Communielied: za: Al sprak ik hoge woorden – zo: De woorden die wij spraken

Slotgedachte: Onze wijze van kijken. (van Ellen van Monsjou-Krijger)
Niet wat ons wordt aangedaan doet ons op- of ondergaan,
maar onze wijze van ernaar kijken zal ons verarmen of verrijken.

Zegen en wegzending:

Slotlied: za: Uit vuur en ijzer – zo: Van grond en vuur

2 Reactie

  • Ard Nieuwenbroek
    Posted 10 juni 2012 9:35 pm 0Likes

    Wat een prachtige en ontroerende viering met een verrassend einde!

  • Judi Waegemaker
    Posted 17 juni 2012 10:33 am 0Likes

    Wim en John, van harte gefeliciteerd. Ik kon helaas niet bij de viering zijn, gelukkig kon ik de tekst van de viering nog lezen en heb jullie ook nog gezien. Wat geweldig als je na al die jaren in het pastoraat nog zo bevlogen en ons tot inspiratie kunt zijn.

Plaats een reactie