San Salvatorgemeenschap 1 – 2 aug 2015
Thema: Traditie – een boeiend spel
Voorganger: Erick Mickers
Muzikale ondersteuning: Marc Baghuis en Maria Werner
Openingslied: Hier gaan we zingend te buiten
Welkom en openingswoord
Wat of wie de reden is dat u hier bent, dat dit uur u mag geven, waar u naar op zoek bent, opdat u vrede vindt,
in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Welkom allemaal, goed om hier samen te zijn, om stil te staan bij het leven, om stil te staan bij ons eigen leven.
Niemand van ons is hier zomaar, niemand is hier heen gekomen omdat het zo hoort, maar ik neem aan dat u er bent omdat het voor u of voor jou goed voelt. Ook al komt u hier wekelijks of ook al ben je hier voor de eerste keer aanwezig.
We komen bij elkaar rondom de schrift, rondom de tafel van Jezus, en dat gebeurt al eeuwen lang zo. Het is een traditie geworden, voor miljoenen mensen over de hele wereld. Voor velen is traditie een beladen begrip,
een woord dat te maken kan hebben met oubolligheid, met vast geroest zitten. Terwijl traditie ten diepste betekent, doorgeven van wat van betekenis is, door geven van het goede voor het leven.
Vandaag gaat het over traditie.
Jezus helpt ons vandaag te kijken naar traditie, niet alleen naar de Joodse traditie, maar ook naar onze eigen traditie. De traditie die voortkomt uit zijn staan in het leven en zijn verhouding met de Eeuwige.
Laten we in verbondenheid met de Ene het leven gaan vieren vanuit de stilte om ons heen en de stilte in onszelf.
Gebed
Jij, onvoorstelbare,
onvoorspelbare, alom Aanwezige,
Vanuit de stilte breng Jij ons tot leven;
vanuit de storm breng Jij ons tot rust.
Jij heelt wat gebroken is,
Jij verbindt wat verbroken is.
Vanuit de leegte schep Jij ruimte;
vanuit de chaos schep Jij eenheid.
Laat jouw zachte kracht werkzaam zijn,
tussen ons en in ons,
opdat wij met hart en ziel jouw weg gaan.
Acclamatie: Een schoot van ontferming
Inleiding op de lezingen
Twee verhalen uit de Schrift. In het eerste verhaal laat men Mozes aan het woord, die de mensen oproept trouw te zijn aan God en zuiver van hart te zijn. In het tweede verhaal gaat het om de discussie aan wie of wat mensen trouw moeten zijn. Aan de traditie of aan het gebod van God?
1e lezing: Deuteronium 10,12-21
Welnu Israël, wat verlangt de HEER uw God anders van u dan dat u Hem vreest en zijn wegen gaat, dat u Hem bemint en dient met heel uw hart en heel uw ziel, dat u de geboden van de HEER onderhoudt en de voorschriften die ik u vandaag geef? Dan zult u gelukkig zijn.
Zie, aan de HEER uw God behoren de hemel, de hemel der hemelen en de aarde met al wat erop is; maar alleen met uw vaderen heeft de HEER zich verbonden, omdat Hij hen liefhad, en uit alle volken heeft Hij u, hun nakomelingen, uitverkoren.
Zo is het vandaag de dag. Besnijd de voorhuid van uw hart en blijf niet langer hardnekkig.
De HEER uw God is de God der goden en de Heer der heren, de grootste, de machtigste, de verhevenste God, die niemand naar de ogen ziet en die zich niet laat omkopen. Hij doet recht aan weduwen en wezen, en aan vreemdelingen bewijst hij zijn liefde, door hun voedsel en kleding te schenken. Ook u moet de vreemdeling uw liefde bewijzen, want u bent zelf vreemdelingen geweest in Egypte.
De HEER uw God zult u vrezen, Hem dienen, Hem aanhangen en bij zijn naam uw eden afleggen. Hem moet u loven, Hij is uw God, die voor u in Egypte zulke grote, indrukwekkende dingen heeft gedaan, zoals u met eigen ogen hebt gezien.
Lied: is een mens trouw
2e lezing: Marcus, 7,1-23
De farizeeën en enkele schriftgeleerden uit Jeruzalem kwamen bij Hem. Ze zagen dat sommige van zijn leerlingen hun brood aten met onreine, dat wil zeggen met ongewassen handen. Want als de farizeeën en alle Joden niet met een beetje water hun handen gewassen hebben, eten ze niet, omdat ze vasthouden aan de traditie van de oudsten; en wat van de markt komt, eten ze niet zonder het te wassen.
Zo zijn er vele andere dingen waar ze uit traditie aan vasthouden: het spoelen van bekers, kruiken en koperen vaatwerk.
De farizeeën en de schriftgeleerden vroegen Hem: ‘Waarom gedragen uw leerlingen zich niet naar de traditie van de oudsten, maar eten ze hun brood met onreine handen?’
Hij zei tegen hen: ‘Treffend heeft Jesaja over u geprofeteerd, huichelaars, zoals geschreven staat:
Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij. Hun verering stelt niets voor; wat ze als ware leer brengen, zijn voorschriften van mensen. U laat het gebod van God los en houdt vast aan de traditie van mensen.’
Ook zei Hij hun: ‘Het is fraai, hoe u het gebod van God opzij zet om uw traditie overeind te houden. Zo heeft Mozes gezegd: Eer uw vader en uw moeder,
en: Wie zijn vader of moeder vervloekt, zal de dood sterven.
Maar u leert dat iemand tegen zijn vader of moeder mag zeggen: “Waar ik u mee had kunnen ondersteunen, is korban” (dat wil zeggen: offergave ), waarmee u hem niet toestaat nog iets voor zijn vader of moeder te doen;, Zo ontkracht u het woord van God ten gunste van de traditie die u zelf overgeleverd hebt. U doet veel van dergelijke dingen.’
Weer riep Hij de mensen bij zich en zei tegen hen: ‘Luister allemaal naar Mij en begrijp Me toch. Niets wat van buitenaf in de mens komt, kan hem onrein maken. Maar wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein.’
Toen Hij thuisgekomen was, weg van de menigte, vroegen zijn leerlingen Hem om uitleg van dit beeld.
En Hij zei tegen hen: ‘Zijn jullie óók zo vol onbegrip? Weet je niet dat alles wat van buitenaf in de mens komt, hem niet onrein kan maken, omdat het niet in zijn hart komt maar in zijn buik, en in de beerput weer verdwijnt?’ Daarmee verklaarde Hij alle eten rein.
Hij zei: ‘Wat uit de mens komt, dat maakt de mens onrein. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen de kwade gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, gemeenheid, bedrog, bandeloosheid, jaloezie, laster, hoogmoed, lichtzinnigheid. Al deze slechte dingen komen van binnenuit en maken de mens onrein.’
Acclamatie za: Deze woorden aan jou opgedragen – zo: God geef de mens woorden van waarde
Overweging
Ons huis staat behoorlijk op zijn kop. Twee dochters komen weer thuis wonen en onze zoon gaat op kamers. Er worden kamers geruild en ook ik verhuis mijn bureau naar een andere plek. Alles wordt opgeruimd en zo komen we ook veel dingen van vroeger tegen. Onze kinderen allerlei tekeningen, agenda’s, foto’s en dagboeken. En ik kom allerlei spullen van mijn ouders tegen, papieren uit de tijd dat ik nog een banketbakkerij had. En bij alles wat we in onze hand houden, komen beelden van vroeger naar boven. Mooie beelden, pijnlijke situaties, lachwekkend en ontroerend.
En telkens is daar de afweging: wat bewaar ik en wat gooi ik weg? Wat is van waarde? Kan ik het nog gebruiken? Wat is me dierbaar?
Het mooie daarvan is dat we met elkaar aan de praat raken over vroeger. Hoe ging dat toen? Waarom doen we dat nog eigenlijk? Zo komt ook het geloof ter sprake. Dat ik verliefd was op een protestants meisje, maar dat dat thuis toch echt niet kon. Over wel of geen gemeenschap voor het huwelijk. Over het bidden voor en na het eten en hoe iedereen daar over denkt. De een vindt het onzin, de ander doet gewoon mee en weer een ander vindt het zelf gemaakte gebed wel mooi.
Dat bidden voor en na het eten, dat was ook zo’n ding toen we net getrouwd waren en voor het eerst samen aan tafel zaten, in ons eigen huis. Wat doen we d’r mee? Zullen we bidden of vinden we dat onzin? Het was traditie, zowel bij mijn vrouw als bij mij thuis. Iemand mocht vòòr bidden, en de rest bad na. Wat de zin van het bidden was, wisten we niet, maar het voelde ook niet verkeerd. Laten we het maar doen, we kunnen het altijd nog afschaffen, zeiden we tegen elkaar. Dat voorbidden laten we achterwege en we zorgen er voor dat we het gebed niet meer afraffelen.
Nog steeds kunnen we het nog niet goed uitleggen aan onze kinderen, waarom we daar aan vasthouden. Toch voelt het nog steeds als een goede keuze. Het is meer de manier waarop we het bidden met elkaar ervaren. Als de spanning te snijden is aan tafel, dan is het bidden een welkome onderbreking. Wanneer er iets vreselijks is gebeurd, binnen of buiten ons gezin, dan voel je met elkaar een intense verbondenheid. Als er volop gelachen wordt, dan wordt het bidden ook minder serieus en moeten we elkaar helpen bij de les te blijven. En soms bidden we twee keer, omdat we vergeten zijn dat we al een keer gebeden hebben. Ooit raakt een woord of een zin uit een gebed aan het moment van die dag, iets in mij wordt dan aangeraakt. Maar eerlijk is eerlijk, veelal is het een spel der gewoonte.
Over spel en traditie gesproken: in het kader van mijn training heb ik het afgelopen jaar een boek gelezen, getiteld ‘zingeving als spel’. André Droogers, cultureel antropoloog van de Vrije Universiteit in Amsterdam, beschrijft in dat boek de religieuze traditie ook als een spel. Religie beschouwt hij als een cultuurvorm. Met die cultuurvorm betrekken mensen op een speelse, maar toch serieuze, manier een heilige werkelijkheid op hun alledaagse werkelijkheid. En zoals religie tegelijkertijd omgaat met verschillende werkelijkheden, zo gebeurt dat ook in het spel. In het spel heb je spelregels, gebruik je pionnetjes en de ene is groen en de ander is rood. En om het spel te spelen moet je het wel serieus spelen, je houden aan de spelregels en proberen te winnen. Je vereenzelvigt je ook met spel, door bijvoorbeeld te zeggen, ik ben groen, of jij bent rood. En als je het spel te serieus speelt, dan wordt je boos als je verliest, en kun je het niet meer zien als een spelletje.
In de ogen van André Droogers is religie dan ook een bijzondere vorm van spel. Het heeft zijn eigen spelregels. En om te weten of het leuk is moet je wel meedoen en het spel ook serieus meespelen. Hij omschrijft in zijn boek hoe religie als spel ook een machtsspel kan worden. Dat gebeurt wanneer mensen de spelregels willen aanpassen, niet ten behoeve van het spel, maar ten behoeve van hun eigen positie. Er komen dan spelregels die bepalen wie die spelregels mag maken en mag wijzigen. Voor een antropoloog die het e.e.a. aan de zijlijn beschouwt is religie of religieuze traditie een boeiend spel. En hij heeft gelijk. Je komt de mooiste en tegelijkertijd ook de meest schrijnende dingen tegen als je religie op die manier beziet.
Maar als je, zoals Jezus of zoals wij, niet aan de zijlijn staat, maar er midden in staat, dan wordt het een spannend spel. Een spannend spel wanneer je ziet dat het spel zo wordt gespeeld dat het niet meer gaat om het geluk van de mensen, om het goede van het leven, maar om posities van mensen en eigen belang. En dat spelletje wordt echt niet alleen gespeeld binnen religieuze tradities. Machtsspelletjes gebeuren in alle geledingen van de samenleving.
Jezus neemt stelling en zegt: het kan niet zo zijn dat je zegt dat je rijkdom bedoeld is als offer voor God, er zelf gebruik van blijft maken en je ouders aan hun lot over laat. Gedenk het gebod van God, zoals in Deuteronomium staat geschreven. God laat zich niet omkopen. Zoals hij zijn liefde schenkt aan mensen, zo moet jij dat doen aan anderen. Eert uw vader en uw moeder, zoals zij dat ook u gedaan hebben. Bewijs uw liefde aan de vreemdeling, zoals God dat voor ons gedaan heeft, toen wij vreemdeling waren.
Jezus zegt ronduit: u laat het gebod van God los en houdt vast aan de traditie van mensen. Wat heilig is laat u los, en u heiligt het spel van de traditie. Niet het spel is heilig, maar het leven is heilig. Niet het leven maakt jou onrein, maar hoe jij daar als mens mee omgaat. Je ontheiligt het leven, door het spel te heiligen. Terwijl het spel juist bedoeld is, om de heiligheid van het leven te ervaren, te doorgronden en door te geven.
Jezus ervaart die heiligheid van het leven en wil die doorgeven. Hij ervaart God, voelt God in hem werkzaam juist in de verbondenheid met mensen en zijn omgeving. Jezus is zo doordrongen van deze ervaring, dat hij iedereen daar van deelgenoot wil maken. “Luister naar mij en begrijp me toch, ook jullie die zo dicht bij me staan, zien jullie niet waar het eigenlijk omgaat. Onbegrijpelijk. ” Het is een terugkerend motief bij Marcus, die telkens wijst op het onbegrip bij mensen, ook bij zijn leerlingen.
Jezus is een Joodse mysticus, die, zoals elke mysticus, de eenheid met God heeft ervaren in het alledaagse van het bestaan. Die ervaring van eenheid werkt bevrijdend en verbindt tegelijkertijd. Elke menselijke regel vervalt, daar voor in de plaats komt liefde voor al wat is en leeft.
Hij gunt elke mens diezelfde ervaring, dat het leven zelf een heilig spel is. Een leven waar God en mens op elkaar mogen vertrouwen.
Om zo’n diepe band met God te hebben, heeft Jezus de regels van de traditie niet nodig. Voor de religieuze traditie is dat gevaarlijk, want het ondermijnt de positie van diegene die de spelregels bepalen. Volgens de traditie kunnen zij immers bemiddelen tussen God en de mens. Toch kiest hij er voor om in de traditie te blijven staan, en tegelijkertijd zijn eigen weg te volgen. Niet om zijn positie, niet om macht, maar om de liefde.
Is dat ook wat Jezus ons vraagt, om in de traditie te blijven staan, om zo juist onze eigen weg te kunnen vinden? Als dat zo is, dan betekent dat voor ieder van ons, om een kritische houding naar die traditie en een zuiver hart, en een speelse, maar serieuze manier van leren luisteren naar het leven. Op die manier wordt het leven een heilig spel, waarin we Gods liefde telkens weer mogen ontdekken.
Het lijkt me het spelen meer dan waard!
Geloofslied: Gij komt ons waar niet verwacht
Klaarzetten van de gaven
Uitnodiging een bijdrage collecte
Muziek door Maria Werner
Voobede
Jij, bron van hoop, Baken van licht,
Jij bent alom aanwezig,
daarom bidden wij tot Jou:
voor mensen op invloedrijke posities,
dat zij zich bewust zijn van hun rol en verantwoordelijkheid,
dat zij hun macht gebruiken ten diensten van de mensheid en de wereld.
Luister Heer, ontferm U over ons
voor alle kerken binnen de christelijke traditie,
dat regels worden doorbroken om in eenheid met Jezus verbonden te kunnen zijn;
voor alle mensen die leven vanuit andere religieuze tradities en levensovertuigingen,
dat er ruimte gegeven wordt om elkaar te vinden,
samen op zoek naar vrede en rechtvaardigheid.
Luister Heer, ontferm U over ons
voor ieder van ons,
dat we met elkaar het goede mogen bewaren
en dat door kunnen blijven geven aan hen die er voor open staan;
dat wij daartoe een taal en een vorm vinden,
die recht doet aan het verleden en het heden,
aan de mens en aan de wereld.
Luister Heer, ontferm U over ons
voor datgene wat staat geschreven in het intentieboek
voor hen die lijden aan het leven,
door ziekte, fysiek of psychisch,
door armoede, onrecht en onmacht.
voor hen die dagelijks de leegte ervaren,
door het gemis van hun dierbare,
ons hart is bij hen, die ons zijn voorgegaan in de dood,
en wiens namen wij bewaren in ons hart
dat jouw licht nieuw leven brengt voor hen en ieder van ons.
Tafelgebed
Gezegend Jij, die er bent voor ons,
die ons enkel het goede gunt,
die ons meeneemt naar plaatsen van rust,
vrede en weldaad,
die ons op het spoor brengt van hoop en liefde,
en zich zo laat kennen, als de Ene,
genoemd: ik zal er zijn.
Gezegend Jij, die ons vertrouwen geeft,
in tijden van duisternis en dood,
wanneer wij gaan door diepe dalen,
over wegen van verdriet en onzekerheid,
want jij bent bij ons, als steun en houvast,
jij geeft ons nieuwe moed om bergen te beklimmen,
nieuwe uitzichten te ontdekken.
Gezegend Jij, die zich laat zien in de mens tussen mensen,
zoals eens, in Jezus van Nazareth,
die zich liet zien, door er te zijn
voor vreemden en vervreemden,
voor verguisden en ontspoorden,
voor onderdrukten en ongezienen;
de mens, één met Jou, die zich liet kennen
door er te zijn, puur, begaan, om niet;
zo heeft Hij zich aan ons gegeven,
trouw aan zichzelf, vol vertrouwen in Jou,
het Leven zelf;
zo ging hij ons voor, door brood te nemen,
door Jou te danken en het brood te delen,
door wijn te schenken en de beker door te geven
met de woorden: deel van dit brood,
drinkt uit deze beker, als teken van verbondenheid
met mij en met elkaar,
om zo verbonden te zijn met de Ene,
die er is en blijven zal, voor ieder van ons.
In zijn Geest willen wij leven, brekend en delend,
vertrouwend op jouw goedheid en liefde,
alle dagen van ons leven,
opdat ons huis, jouw huis is,
ons lichaam, jouw lichaam,
onze naam, jouw naam,
ik zal er zijn, tot in lengte van dagen.
In zijn geest willen wij bidden,
met de vertrouwde woorden:
Onze Vader
Vredeswens
Die kracht en die heerlijkheid is daar waar mensen vrede vinden, in vrede leven.
Laat die vrede maar voelbaar zijn, in onze wens aan elkaar.
Vrede en alle goeds.
Vredeslied: waar vriendschap heerst en liefde, daar is God
Iedereen wordt van harte uitgenodigd aan de tafel van brood en wijn
Jezus breekt het brood, en geeft aan zijn vrienden door,
wat voor hem zo dierbaar is, zijn leven en zijn liefde.
Geen regels, geen voorwaarden,
want ware liefde kent geen regels of voorwaarden.
Weet dus dat je welkom bent, open je hart en je hand,
en ontvangt en wordt, Brood van liefde, Wijn van leven.
Lied: hier wordt een huis voor God gebouwd
Gebed
Mededelingen
Slotgedachte
Een schoenlapper vroeg eens aan een rabbi: ‘Wanneer moet ik mijn ochtendgebed bidden?
Mijn klanten zijn arme mensen die het met één paar schoenen moeten stellen. Ze brengen ze ’s avonds laat
en de hele avond en een stuk van de nacht ben ik er mee bezig. Vaak ben ik ’s ochtends nog aan het herstellen, want ik wil de schoenen zeker klaar hebben tegen dat ze gaan werken. Wanneer moet ik dan toch mijn ochtendgebed bidden?’
‘Hoe heb je dat probleem tot nog toe opgelost?’, vroeg de rabbi.
‘Soms rammel ik mijn gebed snel af, maar dat geeft me een schuldgevoel. Soms laat ik het gebedsuur gewoon voorbijgaan, maar dan voel ik mij niet op mijn gemak. En iedere keer als ik mijn hamer op een schoen laat neerkomen, hoor ik mijn hart zuchten: ‘Wat voor sukkel ben ik toch, dat ik niet eens mijn ochtendgebed kan bidden.’
‘Wel,’ zei de rabbi, ‘Ik denk dat God die zucht misschien wel hoger aanslaat dan een gebed.’
Zegenwens
Laten we gaan en elkaar tot zegen zijn, in vertrouwen dat het leven een zegen wil zijn voor elke mens, Gods’ liefde voelbaar nabij op ieders eigen weg.
Mogen we dat doen in het teken van
de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
Slotlied: Om warmte gaan wij een leven