San Salvatorgemeenschap 9-10 april 2016
Thema: Aangeraakt worden
Voorganger: Ard Nieuwenbroek
Koor: de Cantorij
Openingslied za: Dit huis is een huis – zo: Gij komt tot ons waar niet verwacht
Welkom iedereen. Welkom voor jou, bekend of onbekend op deze plek. Gekend of ongekend door mensen om je heen. Voor jou, levend in een turbulente wereld vol pijn en onzekerheid. Voor jou, levend in een verwarrende wereld vol tegenstellingen. Voor jou die soms de vrede van de nabijheid ervaart. Voor jou die, met mensen om je heen, op zoek is en op zoek gaat naar de bodem van je bestaan, de bron van alle leven. Laten we nu samen in de stilte contact zoeken met die bron van leven.
Gebed
Vanuit de stilte van ons hart vragen we jou God om nabijheid. Raak ons aan tijdens deze viering om elkaar te vinden in wie we zijn, wat we elkaar kunnen geven en hoe we ook van elkaar kunnen ontvangen. Geef ons de moed om ook buiten de veiligheid van onze gemeenschap de ogen en oren wijd te openen en ons te durven laten raken door de wereld om ons heen. Door mensen, die vanuit de bodem van hun bestaan verlangen door ons aangeraakt te worden. We bidden om lef, wijsheid en kracht om vanuit jouw naam aanwezig te zijn in het leven van anderen en ons niet op te sluiten in ons eigen leven. Wees ons nabij, verwarm ons en raak ons aan met jouw goddelijke inspiratie. Nu, straks en ooit.
Lied za: Gij hart, Gij bron van leven – zo: In de parels van de morgendauw
Het thema van deze viering is ‘ Aangeraakt worden’. In de evangelie-lezing horen we hoe de leerlingen de verrezen Jezus weer ontmoeten. Ze herkennen hem opnieuw niet meteen. Pas nadat hij hen vraagt hem aan te raken, herkennen ze hem. Op dat moment worden ze ook zelf aangeraakt. In de eerste lezing gaat het om een heel andere ontmoeting met eveneens een prachtige ontdekking.
1e lezing
Een kleine jongen wilde God ontmoeten. Hij wist wel dat het een verre reis zou worden om bij God te komen, dus pakte hij zijn kleine koffer en stopte die vol met koekjes en pakjes sap. Zo ging hij op weg. Hij was nog maar langs drie grote flats gegaan, toen hij een oude vrouw zag. Ze zat op een bank in het park en staarde zo’n beetje naar de duiven. De jongen ging naast haar zitten en deed zijn koffer open. Hij wilde wat drinken, maar toen hij net een slok wilde nemen, merkte hij dat de vrouw er erg hongerig uitzag. Daarom bood hij haar een koekje aan. Zij nam het dankbaar van hem aan en glimlachte naar hem. Haar glimlach was zo intens mooi, dat hij het nog eens wilde zien en daarom gaf hij haar ook een pakje sap. Opnieuw schonk zij hem haar glimlach. De jongen was helemaal vertederd en verrukt! Zo zaten ze daar de hele middag, aten en glimlachten, maar er werd geen woord gesproken. Toen het begon te schemeren voelde de jongen zich moe worden. Hij stond op om naar huis te gaan. Maar na een paar stappen draaide hij zich om, rende terug naar de oude vrouw en omhelsde haar heel stevig. En zij schonk hem een stralende glimlach. Toen de jongen even later thuis kwam, verbaasde zijn moeder zich over de vreugde die op zijn gezicht lag en zij vroeg: “Wat heb je vandaag gedaan dat je zo blij bent?” En hij antwoordde: “Ik heb met God gepicknickt.” Nog voordat zijn moeder nog verder kon vragen zei hij: “En weet je, zij had de mooiste glimlach die ik ooit gezien heb!” Intussen was ook de oude vrouw stralend van vreugde thuisgekomen. Haar zoon was verbluft toen hij die vredige uitdrukking op haar gezicht waarnam. Hij vroeg: “Moeder, wat heb je vandaag beleefd, wat heeft je zo gelukkig gemaakt?” Zij antwoordde: “Ik heb in het park koekjes gegeten met God.” En voordat haar zoon nog iets kon zeggen, vervolgde ze: “En weet je, hij is veel jonger dan ik dacht!”
Lied za: Bij U is de bron van het leven – zo: Jij leert mij vliegen
2e lezing Lucas 24,35-48
In die tijd vertelden de leerlingen wat er onderweg gebeurd was en hoe Jezus door hen herkend werd aan het breken van het brood. Terwijl ze daarover spraken stond hijzelf plotseling in hun midden en zei: “Vrede zij u.” In hun verbijstering en schrik meenden ze een geest te zien. Maar hij sprak tot hen: “Waarom ben je ontsteld en waarom komt er twijfel op in je hart? Kijk naar mijn handen en voeten: Ik ben het zelf. Betast mij en kijk: een geest heeft geen vlees en beenderen zoals je ziet dat ik heb.” En na zo gesproken te hebben toonde hij hun zijn handen en voeten. Toen ze het van vreugde en verbazing niet konden geloven, zei hij tot hen: “Heb je hier iets te eten?” Zij reikten hem een stuk geroosterde vis aan; hij nam het en at het voor hun ogen op. Hij sprak tot hen: “Dit zijn mijn woorden, die ik tot jullie sprak toen ik nog bij jullie was: Alles moet vervuld worden wat over mij geschreven staat in de Wet van Mozes, in de profeten en in de psalmen.” Toen maakte hij hun geest toegankelijk voor het begrijpen van de Schriften. Hij zei hun: “Zó spreken de Schriften over het lijden en sterven van de Messias en over zijn verrijzenis uit de doden op de derde dag, over de verkondiging onder alle volkeren, van de bekering en de vergiffenis der zonden in zijn Naam. Te beginnen met Jeruzalem moeten jullie van dit alles getuigen.”
Lied za: Die chaos schiep – zo: Weet je waarom ik er ben?
Overweging
Op zoek naar het goddelijke en door dat goddelijke te worden aangeraakt. Wat ik heel vaak niet weet is, wat ik nu precies onder dat goddelijke moet verstaan. Ik ben een goddelijke twijfelaar. In die zin voel ik me erg verbonden met de leerlingen uit het Evangelie van vandaag. Ze lijken er helemaal niks van te snappen. Jezus verschijnt aan hen en ze herkennen hem niet. Pas als hij zijn gekruisigde handen en voeten laat zien, weten ze het. Hij is het: de bron van alle leven. Dan pas worden ze door hem geraakt. Dan pas raken ze hem aan. Het mooie aan het voorbereiden van een viering is dat je, met anderen, gaat nadenken. Beetje bij beetje, twijfelend en schoorvoetend komen er gedachten en beelden. Nu dan over hoe je wordt aangeraakt door het goddelijke, soms terwijl je het niet eens in de gaten hebt. Dat denken wil ik graag met jullie delen. Om te beginnen een kwetsbare ervaring. Over bidden. Dat vind ik nog niet zo eenvoudig. Wat zoek ik daar eigenlijk bij? Inmiddels weet ik het een beetje: de aanwezigheid van het goddelijke. Niet dat de bron van alle leven tegen me terug gaat praten. Maar vooral dat ik die ervaar, gewaar wordt. Soms in een ‘split-second’ . Vaak ook helemaal niet. In de stilte van het gebed start de zoektocht naar aangeraakt worden. In die aanraking ervaar ik zo nu en dan troost, warmte, liefde en energie. Een stroompje van hoop dat mij vitaliseert en activeert. Het goddelijke ervaar ik dan, soms even, als een aanraking in mijn ziel. Naast wat ik bidden noem zijn er zoveel momenten dat we het goddelijke in ons dagelijks leven tegen kunnen komen. Signalen waarmee de bron van alle leven ons aanraakt en op hetzelfde moment ons uitnodigt die bron aan te raken. Laten we het concreet maken. Op bezoek in een verpleeghuis voor mensen die dementeren kijkt een verschrompelde oude vrouw me met haar lege ogen aan. Ogen die me aanraken door de diepte van de leegte. Of dat beeld in het journaal van dat kind, ploeterend in de drassige koude modder van Macedonië. Zijn worsteling, wanhoop en verdriet raken me tot in mijn ziel. Zoals ook die huilende jonge vrouw in een sloppenwijk in Zuid Afrika. Op haar schoot, in een lekkend krot met een kartonnen dak, zoogt ze haar ondervoede kind en smeekt me huilend om haar, met haar baby, een droog onderdak te geven. Allemaal voorbeelden van verbinding en me voorstellen wat die ander vermoedelijk mee en doormaakt. Er zijn ook andere ervaringen van verbinding met de bron van alle leven. Gisteren zag ik in ons mooie dorp Esch de prachtige ontluikende knoppen van onze eeuwenoude kastanjeboom. Die, naar men zegt, al meer dan 300 jaar elk voorjaar de weg vindt naar nieuw leven. En mocht ik vorige week getuige zijn van een hereniging tussen een ooit zonder reden weggelopen vader met zijn nu dertigjarige dochter, die trots aan haar hervonden vader zijn kleinkind liet zien. Weer allerlei vormen van verbinding. Voor mij signalen van goddelijkheid. Van geraakt worden door het goddelijke, zo dagelijks in ons leven. Soms opgemerkt, vaak niet gezien. Net zoals de leerlingen hem niet herkenden en pas hun ogen en hart openden nadat hij hen zijn kruisigingswonden liet zien. Het is ook voor ons een aanmoediging om door de bron van alle leven meer aangeraakt te mogen worden. In ons hoofd en hart. In ons handelen en stil zijn. Niet doordromen in onze eigen comfortzone maar verder kijken dan je neus lang is. In de details zitten vaak de geluksmomentjes. Door details geloof je meer wat er om je heen gebeurt. Nog niet zo gemakkelijk. We leunen zo vaak op de vertrouwde veiligheid van onze privé-bovenzaal. Met oogkleppen op de wereld door. Ons leven wordt zo vaak beheerst door patronen in ons denken en handelen die weinig ruimte laten om het goddelijke in onze omgeving toe te laten. Ook hebben we soms last van vastgeroeste overtuigingen van hoe de ons omringende werkelijkheid eruit ziet. Onder het motto: “ Aangezien ik niet gek ben is de ander het”. Kunnen we nog wel onbevangen en zonder vooroordelen om ons heen kijken? Vaak bieden ze ons bescherming tegen de pijn van het onverdraaglijke. Dan gaan we lastige beelden en situaties, soms onbewust, uit de weg. Datzelfde geldt ook voor de mooie dingen. Zien we het wonder van de natuur vaak genoeg om ons heen? Merken we de zachtheid op van die toevallige voorbijganger? Ervaren we de menselijke kwetsbaarheid in onze gevreesde leidinggevende? Durven we ons zo nu en dan helemaal leeg te maken en ons over te geven aan de stilte? Het zoeken, en het soms vinden, van een glimp van het goddelijke ligt vaak in de omgang van mensen met elkaar en met hun leefomgeving. Iemand zei me dat haar twee dochters, toen zij klein waren en hun knuffels vertroetelden, dat noemden: ‘goddelen.’ Levinas noemt de impliciete vraag van een medemens om jouw ‘aanraking’ en jouw ingaan daarop, jouw dienst aan de naaste, als een ‘gaan in het spoor waar de eeuwige voorgaat’. Het gelaat van de ander, zo zegt Levinas, voorkomt dat we daarvan afdwalen. ‘Toen maakte hij hun geest toegankelijk’ . Een belofte uit de schriftlezing die voor ons een richtingbord kan zijn. Opdat onze geest zich opent voor die wanhopige vrouw in de sloppenwijk. Zodat we ontroerd raken door de ontluikende natuur. Met de aarde in ons hart en de hemel in onze ogen. Waarmee we positief leven in het licht dat hij ons gegeven heeft. Licht voor onszelf en licht voor anderen. Aangeraakt worden.
Geloofslied: Wij wisten dat ’t moest bestaan
Klaarmaken van de tafel / collecte
Voorbeden
Eeuwige, zoveel mensen leven iedere dag in een verstikkende wanhoop. In de sloppenwijken van Zuid Afrika, de modder van Macedonie, in de verpleeghuizen overal ter wereld. Wees hen nabij in hoop en vertrouwen.
Heer ontferm U
Eeuwige, zo vaak zoeken we jou in de stilte van ons bidden. Als bron van ons leven. Als licht dat ons zichtbaar maakt. Wees ons in de stilte nabij met hoop en vertrouwen.
Heer ontferm U
Eeuwige, levend in een turbulente en verwarrende wereld zijn we jou soms kwijt. Laat je vinden en omhul ons met jouw troostende aanraking. Opdat turbulentie en verwarring ons juist kunnen sterken in ons zoeken naar het licht in ons leven.
Heer ontferm U
Eeuwige, ook vandaag horen we hoe mensen jou weer herkennen. Niet als geest maar als een mens zoals wij. Met handen en voeten. Wees ons dichtbij om jou te herkennen in mensen van vlees en bloed in ons leven. Opdat in de ontmoeting met andere mensen we jouw goddelijke warmte en energie mogen ervaren.
Heer ontferm U
Eeuwige, ook vandaag staan in ons intentieboek gebeden die we bij jou neerleggen. Vanuit onze harten noemen we de namen van onze dierbaren . Wees hen nabij met jouw licht en warmte opdat ze geborgen zijn in jouw aanwezigheid.
Tafelgebed
Alomzijnde, moeder en vader van ons mensen: wij danken jou voor de schoonheid van de aarde, voor de wind en de zon, voor de geuren en de regen, voor de kleuren en de wolken, voor de dieren en de planten, voor de mensen om wat ze zijn en om hoe ze zijn, allemaal verschillend, mooi op hun eigen manier. Wij danken jou voor Jezus. Door hem leren wij jou kennen: door hoe Hij heeft geleefd, door wat hij zei en deed. Hij leefde ons voor dat liefde het grootste gebod is, dat liefde de basis vormt van echte gemeenschap. Zijn spoor is onuitwisbaar, zijn geest in ons is niet te doven. Want op de laatste avond van zijn leven, heeft hij ons zijn lijf en ziel voor eeuwig gegeven. In het bijzijn van zijn vrienden heeft hij brood genomen, dankte jou voor het brood, brak het en deelde het aan zijn vrienden met de woorden: ‘Neem en eet van dit brood, dit is mijn leven, ik geef het aan jullie.’ Hij nam een beker, sprak een dankgebed, en zei tot zijn vrienden: ‘Drink hieruit en proef van mijn liefde, zodat mijn vreugde in u zal zijn en haar volheid bereikt. Heb elkaar lief, zoals ik u heb lief gehad.’ Zo is Hij voor ons levend brood geworden, zo delen wij ons gebroken leven, om ten volle mens te zijn. Alomzijnde, voed in ons het respect voor alle mensen, geschapen naar jouw beeld, die in velerlei aard en afkomst de aarde bewonen en bewerken. Laat in ons het besef groeien dat wij geen gemeenschap zijn waar het recht van de sterkste geldt, waar vastgehouden wordt aan oude wetten, waar geen plaats is voor andersdenkenden. Laat ons met de hulp van jouw geest een gemeenschap zijn van mensen in beweging, vol ruimte en openheid voor elkaar. Raak ons met jouw liefdesvuur. Verfris ons, doe ons herleven in het doen van gerechtigheid. Laten wij elkaar tot brood worden, brood van vrede en liefde, zodat wij elkaar niet loslaten.
Vredeslied za: Vrede voor jou – zo: May the road rise to meet you
Breken en delen
Lied za: Gij zijt voorbij gegaan – zo: Waarom, wanneer
Slotgedachte van: Eckart Tolle
Je bereikt God niet door boven jezelf uit te reiken, wat mensen duizenden jaren hebben gedaan als ze over God spraken. Ze keken omhoog en zochten God ergens daarboven. Maar niemand heeft God daar ooit gevonden.
Er is zelf een Russische astronaut geweest die terugkwam uit de ruimte en zei: ‘ Ik heb God daarboven nergens gezien’. Natuurlijk niet, want God is de goddelijke energie die ons als levend wezen vormt. Van wie en wat we zijn. Nu, straks en ooit.
Zegenwens
Eeuwige,
Raak ons met jouw licht van vrede.
Raak ons met jouw licht van kracht.
Raak ons met jouw licht van woorden.
Raak ons met jouw licht van vertrouwen.
Slotlied za: Dit is de dag – zo: Trek ik de zee door