San Salvatorgemeenschap 13-14 augustus 2016
Thema: Van dichtbij of veraf?
Voorganger: John Parker
Openingslied: Vrede voor jou, hierheen gekomen
Inleiding
Welkom allemaal bij deze viering. Welkom aan vakantiegangers, welkom aan thuisblijvers; wie je ook bent, wat je ook hoopt hier te vinden, welkom.
Het idee van een godheid is iets belangrijks geweest voor vele volken, voor vele culturen. Soms is die godheid heel dichtbij, bijna menselijk, persoonlijk; soms is die godheid afstandelijk, en lijkt heel ver weg van onze wereld te zijn.
Naar aanleiding van wat vakantiegedachten, en met behulp van de Schrift wil ik het hierover hebben dit komende uur. Hoe die godheid ook voor jou eruit ziet, die willen wij in ons midden zetten. Als een licht, een stilte, een woord, een muzieknoot, als een gebaar.
Laten we tot stilte komen, laten wij bidden.
Jij liefdevolle God, dichtbij gekomen in mensen; jij bent te ervaren in mensen die het goede doen, die voor elkaar zorgen, die naast elkaar durven te staan.
Jij God van kracht, bron van alles dat bestaat, soms lijk jij afwezig als mensen elkaar geweld aandoen, als de schepping mensen pijn bezorgt.
Jij God, Allah, Jahve, behoud jouw mensen, jouw wereld, jouw schepping. Wees hier met ons, help ons meer mens te zijn, help ons meer als jou te worden. Amen.
Acclamatie: Wat eeuwen her begonnen is
Eerste lezing van Eugen Drewermann
Waar woont God?
Als we dit aan verschillende godsdiensten vragen, dan geven ze heel uiteenlopende antwoorden.
‘God woont in de schoonheid van alle dingen en in levende wezens in de natuur om ons heen,’ antwoorden de Hindoes.
‘God woont in de diepte van je hart, wanneer je daarin wegzinkt tot de plek waar de stromen van je hart tot rust komen en alles transparant wordt tot op de bodem,’ antwoorden de Boeddhisten.
‘God woont boven de hoogte van het firmament dat de hele aarde overhuift en met zijn stalen blauwe koepel zich eindeloos hoog boven ons verheft,’ antwoorden de Moslims.
‘God is onze metgezel en ons doel op de weg naar een gemeenschappelijke menselijkheid, naar de wereldbroederschap van alle volken en van alle mensen als delen van één volk,’ zeggen de joden.
Wij christenen herkennen ons in al deze antwoorden en toch voegen wij er een bijzondere, centrale ervaring aan toe. Alleen wanneer we een andere mens ontmoeten, en in de ontmoeting met hem of haar ons eigen wezen vinden, vinden wij ook God. Zonder de ervaring van een mens aan onze zijde, die wij volkomen kunnen vertrouwen, zouden God en de hemel eindeloos ver van ons verwijderd zijn, en zijn zwijgende ruimte zou ons eerder bang maken dan troosten. Maar overal waar ons een mens in liefde nabij is, raakt de hemel de aarde en komt deze tastbaar dichtbij.
Lied: Wij zochten U, o Heer
2e lezing: Lukas 12, (49-56)
Jezus zei tegen zijn vrienden: Ik ben gekomen om op aarde een vuur te ontsteken en wat zou ik graag willen dat het al brandde! Ik moet een doop ondergaan, en ik word hevig gekweld zolang die niet volbracht is. Denken jullie dat ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde? Geenszins, zeg ik jullie, ik kom verdeeldheid brengen. Vanaf heden zullen vijf in één huis verdeeld zijn: drie tegen twee en twee tegen drie. De vader zal tegenover zijn zoon staan en de zoon tegenover zijn vader, de moeder tegenover haar dochter en de dochter tegenover haar moeder, de schoonmoeder tegenover haar schoondochter en de schoondochter tegenover haar schoonmoeder.
Tegen de menigte zei hij: Wanneer jullie een wolk zien opkomen in het westen, zeggen jullie meteen dat er regen op komst is, en dat is ook zo. En wanneer jullie merken dat de wind uit het zuiden komt, zeggen jullie dat er hitte op komst is, en dat is ook zo. Huichelaars! De aanblik van de aarde kunnen jullie duiden, hoe kan het dan dat jullie deze tijd niet kunnen duiden?
Acclamatie: Uw woord is een lamp
Overweging
Een paar weken geleden zijn Rens en ik op vakantie geweest. Wij gingen kamperen in Zuid-Polen, bij Krakow. Een mooie, levendige stad, veel oude gebouwen. Wij zijn ondergronds geweest; oeroude grotten, en ook de beroemde zoutmijn, meer dan 800 jaar oud. Diep onder de grond zie je hoe mensen gewerkt hebben, om voor ons eenvoudige zout te winnen. Grote ruimtes daaronder, zelfs een enorm kapel, waarin alles uit zout is gevormd: het altaar, kroonluchters, de standbeelden van heiligen,, zelfs een van de Poolse paus.
Wij zijn ook naar Czestochowa geweest, de bedevaartsplaats met de icoon van de Zwarte Madonna, waar mensen op hun knieën rondkruipen.
Een van de eerste dagen hebben wij Auschwitz bezocht. Indrukwekkend. Nog meer indrukwekkend was het bezoek aan Birkenau, de exterminatiekamp enkele kilometers van Auschwitz. Velden, leeg behalve de stenen schoorstenen. Dit vond ik persoonlijk het meest ontroerend. Geen gebouwen (allemaal verbrand); de leegte spreekt mij meer aan, laat meer over aan mijn eigen verbeelding. Zo kon ik me afvragen hoe zoiets ooit kon gebeuren, waarom er niet meer verzet was, en de grote vraag voor een gelovige: waar was God, waar was de Heer toen dit gebeurde? Draaide de Heer zich om, om niets van te weten? Kon de Heer niets aan doen? Onmachtig?
De God waarop ik mijn hoop vestig, zou zich misselijk hebben gevoeld, als ik die God wat menselijke eigenschappen zou kunnen geven. De God die voor mij bestaat, zou een hand op de schouder zijn, zou moed en hoop willen geven aan de medeslachtoffers.
En dan kom ik naar huis en ik heb de opdracht om een viering te maken rondom twee teksten uit de Bijbel waar ik moeite mee heb. Een heb ik ingewisseld voor de gedachten van Eugen Drewermann, een Duitse schrijver; onze eerste lezing.
De tweede tekst is onze lezing uit het evangelie, waarin Jezus die vreemde woorden uitspreekt: ik ben gekomen om verdeeldheid te brengen, geen vrede. De ene mens zal het niet mee eens zijn met de andere, er zal conflict zijn in gezinnen, in gemeenschappen. Hij klinkt gestrest, misschien voelt hij zijn dood dichtbij naderen. Als het evangelie van Lukas vastgezet wordt, heeft het navolgen van Jezus als veel verdeeldheid veroorzaakt, in families, in gemeenschappen. Dit is niet het beeld van een liefhebbende God, die zorgt voor zijn volk, in vrede en gerechtigheid. Dit is meer een beeld van de menselijke conditie, waar het soms moeilijk is om anderen lief te hebben.
Ondanks alle spanning, alle stress over zijn eigen toekomst ging Jezus door met het naleven van zijn boodschap. Op zulke momenten misschien voelde hij de warmte, de aanwezigheid van diegene die hij zijn vader noemde. Misschien geen almachtige God en Heer, maar een vader die meeleeft, die naast hem staat, die van hem houdt.
Geen afstandelijke God, maar een God die dichtbij is, die treurt met wie lijdt, die blij is met wie lacht.
Een God die gezien heeft hoe mensen geleefd hebben; sinds de tijd van die grotten, hoe mensen hebben geleerd het leven te verbeteren voor elkaar; een God die meegeleefd heeft met allen die geleden hebben aan de handen van medemensen, tot op de dag van vandaag. Een God die weet heeft van de mogelijkheden die mensen hebben in zich om goed te zijn, om goed te doen voor elkaar en voor de wereld.
Op zo ’n God hoop ik, dichtbij en meelevend, de mensen ruimte geven om hun eigen leven te leiden, in vrijheid, in vrede en geluk.
Geloofslied za: Wees hier aanwezig –zo: God, woon niet in wolken
Collecte en voorbereiding van de tafel.
Voorbeden
Eeuwige, wees aanwezig als trrost en heling
waar ouders treuren om het verlies van hun kind,
waar kinderen veel te jong afscheid moeten nemen van een vader of moeder.
Luister Heer, ontferm U over ons
Eeuwige, wees aanwezig als een steun in de rug en een arm om de schouders
waar mensen de moed verloren hebben om hun levensweg te vervolgen,
waar wanhoop elke weg naar de toekomst lijkt af te sluiten.
Luister Heer, ontferm U over ons
Eeuwige, wees aanwezig hier bij ons die tot Jou proberen te bidden,
wees aanwezig in de wereld die er vaak geen weet van heeft
dat het zonder jou geen leven is.
Luister Heer, ontferm U over ons
We herdenken onze overleden dierbaren
Tafelgebed
Jij, liefdevolle God, dichtbij gekomen in mensen
hier willen wij bijzonder gedenken
die ene mens Jezus van Nazareth
Jouw zoon geworden; sprekend Jouw gezicht.
Waar hij was verdwenen kramp en koorts
uit het lijf van mensen.
Waar hij was werd in Jouw naam
de melaatse weer opgenomen in de kring,
kreeg de blinde nieuwe ogen
en gingen dovemans oren open.
Waar hij was verliet Jij Jouw hoge hemel
en werd je een Vader en Moeder tegelijk
die leeft en medelijdt met mensen.
Hij was een man naar Jouw hart
die niet dat moeilijke had van geleerden
die met letter en wet het leven verduisteren.
Dichtbij U op de top van de berg
midden tussen ons mensen
zag hij de wereld op zijn kop:
Zalig de armen van geest
want je bent niet gelukkig om wat je bezit
en je wordt niet rijk van wat je hebt.
Zalig die van wapens niet willen weten
die de wereld winnen zonder geweld.
Zalig die de stilte liefhebben op zoek naar God:
zij zullen Hem vinden in het diepste van hun hart.
In dit vertrouwen heeft hij van het leven
afscheid genomen.
Hij nam brood van het veld verzameld
zegende het, brak het en zei:
Dit ben ik. En ik beloof je
dat je zult eten en drinken aan mijn tafel.
Neemt daarom en eet en belichaam samen
wat ik heb voorgeleefd.
Hij nam een beker wijn, zegende,
reikte hem over en zei:
Neemt deze beker van mij over
en geef hem door aan elkaar:
dit is mijn bloedeigen leven
dat ik met vreugde heb geleefd en gedeeld.
Doe wat ik gedaan heb en vergeet mij niet.
Bij zijn leven niet begrepen en in de steek gelaten
is hij onweerstaanbaar
door de dood heen tot leven gekomen,
is hij voor allen die hem zoeken
een zoon van God geworden
weg, waarheid en leven.
Zo gedenken wij hem hier
en bidden met de woorden
die hij ons heeft gegeven:
Onze Vader
Vredeswens / lied: Zuster en broeder
Communielied: Zoudt Gij ooit mij beschamen.
Goed om te weten
Slotgedachte
Na vele jaren keerde een missionaris terug naar het eiland waar hij ooit het geloof gezaaid had.
“Ons geloof is niet veranderd,” zeiden de eilandbewoners trots, “wij hebben het ongerept bewaard.”
De missionaris verstijfde. “Dan is er iets grondig misgegaan,” zei hij.
“Het geloof is niet om te bewaren, het is om iets mee te doen, en dan verandert het.”
Zegen en wegzending
Slotlied: Uit vuur en ijzer.