San Salvatorgemeenschap 30 oktober 2016
Thema: Teruggeven
Voorganger: Mignon van Bokhoven
Muzikale ondersteuning: Gerard van de Weijer
Openingslied: Dit huis is een huis waar de deur open staat
Welkom
Van harte welkom op deze herfstdag in oktober. Wij zijn hier op deze morgen bij elkaar, terwijl de lichtjes van de Allerzielenviering van gisteravond nog branden. Het beeld van de boom werd ons getoond. Een boom die zich voedt uit de bodem, die voedingsstoffen onttrekt aan de bodem om te groeien, bladeren te maken. De boom die zich richt naar de zon, tot wasdom komt en dan in de herfst zijn bladeren weer terug moet geven. De bladeren worden opgenomen in de aarde en zijn weer voeding voor het volgend jaar. De boom die neemt en de boom die teruggeeft. Vandaag hebben we een verhaal van nemen, onttrekken, verrijken. En uiteindelijk ook een verhaal van teruggeven.
Laten we eerst stil worden, zodat wij ons kunnen openen.
Openingsgebed
God, wij mogen even stil worden
hier in dit uur.
In deze tijd die wij met elkaar mogen doorbrengen
mag het geroezemoes om ons heen
en het geroezemoes in onszelf even verstommen
mogen we tijd nemen om uit de stroom
van zorgen en beweging te stappen.
en mogen we ons openen voor u,
mogen wij rusten in u,
liefdevolle grond van ons bestaan,
u, die wij noemen
Vader, Zoon en Heilige Geest,
Amen
Acclamatie: Onhoorbaar onzichtbaar
Inleiding op de lezingen
Wij horen twee lezingen vandaag. De eerste lezing is een van de oerteksten van de bijbel. Over in beweging komen. Op pad gaan. Op weg naar een nieuw land.
Daarna horen we een bekend verhaal van de kleine tollenaar, Zacheüs.
1e lezing Genesis 12:1-8
De Heer zei tegen Abram: ‘Trek weg uit uw land, uw stam en ouderlijk huis, naar het land dat Ik u zal aanwijzen. Ik zal een groot volk van u maken. Ik zal u zegenen en uw naam groot maken, zodat u een zegen zult zijn. Ik zal degenen zegenen die u zegenen, maar degene die u verwenst zal Ik vervloeken. Om u zullen alle geslachten op aarde zich gezegend noemen.’
Toen ging Abram weg, zoals de Heer hem had opgedragen, en Lot ging met hem mee. Abram was vijfenzeventig jaar toen hij Haran verliet. Met zijn vrouw Sarai en met Lot, de zoon van zijn broer, met al hun bezittingen en met degenen die zij in Haran in dienst hadden genomen, ging Abram op weg naar Kanaän. In Kanaän aangekomen, trok Abram het land in, tot bij de heilige plaats van Sichem, de Eik van More. Toentertijd waren de Kanaänieten nog in het land. Daar verscheen de Heer aan Abram en zei: ‘Aan uw nakomelingen zal Ik dit land in bezit geven.’ Toen richtte hij daar een altaar op voor de HEER, die hem verschenen was. Vandaar trok hij verder naar het gebergte ten oosten van Betel, sloeg zijn tent op tussen Betel in het westen en Ai in het oosten, richtte een altaar op voor de HEER en riep de naam van de Heer aan. Daarna trok Abram verder naar de Negeb toe.
Acclamatie: Gekomen uit de nacht
2e lezing Lukas 19:1-10
Jezus ging Jericho in en trok door de stad. Er was daar een man die Zacheüs hette, een rijke hoofdtollenaar. Hij wilde Jezus zien om te weten te komen wat voor iemand het was, maar dat lukte hem niet vanwege de menigte, want hij was klein van stuk. Daarom liep hij snel vooruit en klom in een vijgenboom om Jezus te kunnen zien wanneer hij voorbijkwam. Toen Jezus daar langskwam, keek hij naar boven en zei: ‘Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet ik in jouw huis verblijven.’ Zacheüs kwam meteen naar beneden en ontving Jezus vol vreugde bij zich thuis. Allen die dit zagen, zeiden morrend tegen elkaar: ‘Hij is het huis van een zondig mens binnengegaan om onderdak te vinden voor de nacht.’ Maar Zacheüs was gaan staan en zei tegen de Heer: ‘Kijk, Heer, de helft van mijn bezittingen geef ik aan de armen, en als ik iemand iets heb afgeperst vergoed ik het viervoudig.’ Jezus zei tegen hem: ‘Vandaag is dit huis redding ten deel gevallen, want ook hij is een zoon van Abraham. De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.’
Acclamatie: Neem mij aan zoals ik ben
Overweging
Abram wordt op weg gezonden. Letterlijk ‘weg’ gezonden. Abram laat het oude los, zijn land, zijn stam en ouderlijk huis en geeft gehoor aan de stém van God. Jack attendeerde mij daarop. Het is een stem die roept, geen duidelijk teken, geen wenkende persoon. De stem van God die oproept om hem te volgen naar een níeuw land. Van oud naar nieuw. Vele volken zullen de zonen en dochters van Abraham worden. Zoekende mensen, rondtrekkende mensen, mensen op zoek naar dat nieuwe land waar iedereen zal leven als gezegende mensen. Dat nieuwe land dat zo vaak zo ver weg lijkt te zijn.
Dat is niet het land van tollenaars, van graaiers, zichzelf verrijkende mensen. Zoals directeuren van woningbouwcorporaties of bankiers met hun dikke bonussen. Of van de directeuren van zorginstellingen die liever mooie pr maken, dan handen aan het bed. De internationale politici met hun schijnheilige oplossingen voor de vluchtelingen. Of de grote internationale concerns die weigeren mee te werken aan de vermindering van de CO2 uitstoot.
God, ik kreeg de smaak te pakken. Ik werd er goed in om de zondaars van deze maatschappij aan te wijzen en het was nog prettig ook. Heilige verontwaardiging over de misstanden van anderen. Ik voelde me als de menigte in het verhaal van Zacheüs. Poeh, die tollenaar. Hij, hij…
En tegelijkertijd wist ik. Ik ben het zelf. Ik ben die witte, hoogopgeleide vrouw in het rijke westen. Mijn levensstandaard, mijn huis, mijn auto, mijn groente op tafel, mijn telefoon heb ik omdat anderen daar een offer voor brengen. Omdat die gemaakt worden in landen waar mensen slecht betaald worden. Omdat mijn telefoon, mijn computer gemaakt worden ten koste van de aarde. Door onttrekking van grondstoffen, door uitstoot van schadelijke stoffen, door gebruik van brandstoffen voor het transport.
Ik ben hartstikke Zacheüs, ik neem waarvan ik denk dat ik er recht op heb. Wat geef ik terug aan de aarde, wat geef ik terug aan de arbeiders in Bangladesh?
Zacheüs doet het uiteindelijk wel. Hij geeft wat hij onterecht heeft gekregen terug en ook de helft van zijn rijkdom. Niet alles. Het is goed om jezelf niet te kort te doen. Mooi hè. Dat is wat zo’n tekst je teruggeeft als je er een tijdje mee leeft. Dat kan ik u ook best aanraden: lees de bijbeltekst, lees verschillende vertalingen en leef er een tijdje mee. Dan openen zich van die schatten. Er staat: hij gaf de helft van zijn bezit weg.
Vorige week was het dag van de armoede. Op het jeugdjournaal vertelden twee tieners wat het betekent voor hen betekent om arm te zijn. En hun verhaal vertelden ze ook in het tijdschrift Quiet500 een tijdschrift over stille armoede. Een knipoog naar en aanklacht tegen de Quote500 dat jaarlijks de 500 rijkste mensen ter wereld publiceert.
Het was een ontwapenend interview, misschien heeft u het wel gezien. Nicky zegt: je zou misschien niet zeggen dat wij arm zijn, maar dat komt omdat wij ook dingen krijgen, van mensen en zo. Het komt omdat er ook mensen zijn met een goed hart enzo.
Zo erg voel ik me ook eigenlijk niet. Ik zou ook niet zo iemand willen zijn die alleen maar rijk is, want ik denk, ik zou zo denken dat ik dan meer een verwend iemand word, van ik altijd maar meer meer meer want er is toch altijd geld.
Zacheüs gaat erop uit om te zien ‘Wie Jezus is’, Wie is hij? Ligt mooi in het verlengde van de vraag van vorige week ‘Wie ben jij’. Zacheüs wil weten wie Jezus is. Het antwoord ligt ook een beetje verscholen in de tekst. Het Grieks geeft een antwoord. Ik doe het toch, ik ga iets over het Grieks vertellen. Dat is iets wat mij vreselijk veel plezier geeft, een beetje zoeken in de grondtekst.. We hoorden net in de evangelielezing dat Jezus zegt: ‘Vandaag moet ik in jou huis verblijven.’ Dat moeten, daar wil ik wat over zeggen. In het Grieks staat δεί . Dat moeten is geen dwingelandij. Is geen opdringerigheid. In dat woordje δεί ligt besloten de hele opdracht van Jezus leven. In het evangelie van Lucas, waar deze tekst uit komt, komt het δεί twaalfmaal voor. En twaalfmaal gaat het woord over dat wat Jezus op aarde komt doen. Ik zal er één van noemen. De allereerste keer dat het woordje voorkomt is als de twaalfjarige Jezus aan zijn ouders uitlegt waarom hij in de tempel is. ‘ Wist u niet dat ik in het huis van mijn vader moet zijn… δεί noodzaak, het kan niet anders. Om het plan van God van een nieuw land, een nieuwe aarde te vervullen heeft Jezus een aantal dingen te doen. En een van de werken die Jezus moet doen is binnengaan bij Zacheüs, bij iemand die het niet goed doet in het leven. Die leeft ten koste van anderen.
En hoe doet Jezus dat. Op zo’n manier dat Zacheüs vol vreugde is. Niet die heilige verontwaardiging over zijn fouten, niet dat commentaar van de morrende menigte. Maar de aandacht van Jezus, de vreugde die hij oproept bij Zacheüs maken dat hij werkelijk zoon van Abraham wordt. Dat hij handelt, teruggeeft. Of zoals Jayno zei op het jeugdjournaal: er zijn ook mensen met een goed hart..
Zo proberen wij ook gemeenschap te zijn, niet alleen in vieren, maar vooral ook voelen wij ons erop uit gestuurd, om te kijken hoe wij in vreugde wat terug kunnen geven van onze rijkdom, om te werken aan rechtvaardigheid.
Maar wat gebeurde daar in dat huis, wat gebeurde er tussen de kleine man Zacheüs en de man Jezus die het werk van zijn vader moet vervullen.. Dat is ook iets van het mysterie. Van meer dan alleen maar rijkdom en schuld en teruggeven.
Imme Dros vertelt het verhaal van Zacheüs in de kinderbijbel vanuit het gezichtspunt van Zacheüs, door zijn ogen:
Ik kan vertellen wat er allemaal op tafel stond, hoeveel we dronken en wat, wie er nog meer waren, en wat hij zei en wat we deden. Maar wat er echt gebeurde, dat niet.
Ik kan vertellen dat ik zei: ‘Hier dan, de helft van wat ik heb, geef ik aan de armen en als ik iemand iets te veel heb laten betalen, dan geef ik het hem vier keer terug!’
Maar ik krijg niet over mijn lippen dat ik het alleen aan hem gaf, net als vroeger de helft van mijn knikkers aan mijn moeder. Dat niet. En hij nam het aan en we lachten samen. We lachten samen… We lachten.’
uit: Het hoogste woord. Bijbel voor kinderen. NZV 2003. p 227
Geloofslied: Hij die gesproken heeft
De gaven van brood en wijn worden op tafel gezet
Er klinkt muziek
Voorbeden
Bidden wij voor machthebbers,
voor hen die op de plek zitten waar één stap
zoveel meer betekent dan wat anderen met elkaar kunnen.
Kom over ons met uw geest
Bidden wij voor wereldverbeteraars,
voor hen die op de goede weg zitten
maar moedeloos worden van tegenslag op tegenslag.
Kom over ons met uw geest
Bidden wij voor zondaars,
voor hen die weten dat ze fout zitten
en hoe moeizaam ook: oprecht willen veranderen.
Kom over ons met uw geest
Bidden wij voor stemlozen,
voor hen die niet de kans krijgen
in een wereld die vol is van macht en gezag.
Kom over ons met uw geest
Bidden wij voor alle mensen van goede wil,
voor hen die onderweg goed en fout doen
en in hun eentje het spoor wel eens kwijt raken.
Kom over ons met uw geest
Tafelgebed
Wij danken Jou, bron van Licht,
om alles wat ons leven zo zinvol maakt:
om alles wat wij zomaar ontvangen,
om zoveel dat wij mogen geven;
om elke oproep die gehoord wordt,
om elke uitdaging die begrepen wordt.
Wij danken Jou,
om mensen die naast ons staan
als steun en bemoediging,
als lot- en tochtgenoot.
Om de vriendschap
en de kracht die van mensen kan uitgaan,
om het wonder
dat ook dit samenzijn
meer is dan mensenwerk.
Wij danken jou,
bron van Leven,
om Jezus van Nazareth:
zijn woorden van hoop blijven gehoord,
zijn daden van goedheid
roepen ons blijvend op,
zijn aanklacht tegen kwaad
en onrecht blijven onrustig maken,
zijn keuze voor kleine mensen
wordt ook onze keuze,
zijn trouw ten einde toe,
wordt ook onze kracht.
Steeds weer blijven wij vertellen
hoe Hij – vlak voor zijn dood –
zijn leven samenvatte,
toonde wie Hij was
en wie Hij blijven wou voor ons.
Hij nam brood, zegende,
brak het en zei:
‘Dit ben ik en ik beloof jullie vast
dat je zult eten en drinken
aan mijn tafel in Vaders huis,
neem het, eet het. ‘
Hij nam de beker, zegende die,
reikte hem over en zei:
‘Neem de beker van mij over
en geef hem door;
want Ik zal er pas van drinken
wanneer alles is voltooid.
Doe wat ik heb gedaan
en vergeet me niet.’
Zo willen ook wij eten van dit brood,
drinken uit deze beker,
om hem te gedenken,
die doorheen de dood
weer tot leven is gekomen,
zo willen leven in zijn geest,
met handen vol vrede,
met woorden van leven,
met een hart vol liefde.
Zo willen wij bidden met woorden die Hij ons gegeven heeft:
Onze Vader
Vredeswens
Laten wij niet de morrende menigte zijn, maar degene die blijdschap brengt in het huis.. degene met wie je samen kunt lachen. Wensen wij elkaar de vrede.
Vredeslied: Komen ooit voeten gevleugeld
Iedereen wordt van harte uitgenodigd aan de tafel van brood en wijn.
Communielied: Wie als een God wil leven hier op aarde
Afsluitend gebed
Goede God, wij danken voor de rijkdom van het samenzijn. Gezegende mensen zijn wij, met een dak boven ons hoofd, met het eten op tafel. Laten wij steeds die stem blijven horen die ons oproept op weg te gaan naar een wereld die voor iedereen rechtvaardig is en recht doet. Amen
Mededelingen
Slotgedachte
Van de week kwam op Facebook de vraag voorbij: Wat zou jij doen als Jezus bij jou in huis binnen kwam? Zou ik snel nog wat vuile vaat van het aanrecht halen? Zou ik al het lekkers wat ik in huis had op tafel zetten? Of maar snel een selfie maken, je weet maar nooit hoe lang hij blijft? Zou ik het op de straatapp zetten, en iedereen uitnodigen? Zou ik blij zijn .. zou ik..
Zegenwens van Ron Reijsbergen
In jou, Abraham, zullen alle volken der aarde gezegend worden.
Misschien is de weg van de vrede niet ver
ligt die gewoon onder je voeten.
Plaag jezelf niet met:
dit is geen goede weg, of,
ik doe dit of dat niet goed,
maar ga en merk
hoe lichtvoetig je kunt reizen.
Weet je gedragen, gekend, gehoord en blijf onderweg.
Maak van deze plaats heilige grond
en van dit moment een heilig nu.
Leef en wees gelukkig!
Zoek geen weg naar vrede
Vrede is de weg.
Dat wij mogen gaan in vrede,
in de naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest.
Slotlied: Hij gaf aan blinden het gezicht
Bereikbaar
Mignon is bereikbaar op telnr 073-6425915,
speciaal maandagochtend van 10.00–11.00 uur
en altijd via mail m.a.vanbokhoven@hotmail.com.