Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 22 juli 2017
Thema:
Onderweg
Voorganger: Wilton Desmense
Pianist: Cor Rademaker

Openingslied: De vreugde voert ons naar dit huis

Welkom
Voor velen is een belangrijk aspect van vakantie: niet thuis zijn, maar weg / onderweg / op weg.
Wij hier bijeen zouden ons op dit moment de thuisblijvers moeten noemen. Het is maar hoe je het bekijkt: vanavond gingen wij op weg, hierheen. Waarom? Voerde de vreugde ons naar dit huis? De hoop om geïnspireerd door de kracht van het evangelie verder te gaan tot waar de hemel opengaat? Straks wat meer gedachten daarover. Nu alvast één gedachte:

Gedachte
Ik ben op reis
Al weet ik niet waarheen
Maar ergens stond geschreven
Dat ik deze weg moest gaan
En al aarzel ik soms even
Langs die eindeloze baan
Toch weet ik
Iemand ging me voor
En daarom
Ga ik door
(Elly & Rikkert, Ik ben op reis)
Accl: Wonen overal nergens thuis

Inleiding op de lezingen
De eerste lezing lijkt, als je de eerste woorden hoort, op een sprookje. Onderweg zijn wordt erin bekeken vanuit het perspectief van een pelgrimstocht.
In de tweede lezing, die van het jaarleesrooster, bezien we, zoals we graag doen in vakanties, de kruiden en het onkruid in de natuur.

1e lezing: Er waren eens…
Er waren eens drie jongeren
die op pelgrimstocht waren geweest.
De eerste kwam thuis en dacht:
“Nu terug met de voeten op de grond;
gedaan met dromen!”.
En voor hem werd alles terug zoals vroeger…
… alsof er nooit een pelgrimstocht geweest was.
De tweede kwam thuis en zei:
“Vanaf vandaag wordt alles anders!”.
Maar na een maand was hij ontgoocheld
dat hij steeds weer faalde
in al die radicale eisen die hij zichzelf oplegde.
En – noodgedwongen bijna –
gooide hij dan maar alles overboord. . .
alsof er nooit een pelgrimstocht geweest was.
De derde had enkele goede voornemens gemaakt:
kleine haalbare stapjes. En hij werkte daar rustig aan
En als hij het de ene week al eens vergat,
dan begon hij de volgende week opnieuw eraan.
En de mensen zeiden:
“Jij bent zeker op pelgrimstocht geweest!”
(Uit: Omdat God de mens nabij wil zijn: www.ccv.be)
Lied: Alle wegen van de wereld
(origineel: Soeur Sourire, Tous les chemins)

2e lezing: Mattheus 13, 24-30
Een andere gelijkenis hield Hij hun voor: “Het Rijk der hemelen lijkt op een man die op zijn akker goed zaad had gezaaid; maar terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand, zaaide onkruid tussen de tarwe en ging heen. Toen de halmen opgeschoten waren en vrucht hadden gezet, was ook het onkruid te zien. Nu gingen de knechten naar hun meester en zeiden tegen hem: Heer, u hebt toch goed zaad op uw akker gezaaid? Hoe komt het dan dat er onkruid op staat? Hij antwoordde hun: Dat is het werk van een vijand. De knechten zeiden tot hem: Wilt u dan dat we het bijeengaren? Maar hij zei: Nee, ik ben bang dat jullie, wanneer je het onkruid bijeengaart, de tarwe mee uittrekt. Laat beide samen opgroeien tot de oogst, en met de oogsttijd zal ik maaiers zeggen: Haal eerst het onkruid bijeen en bindt het in bussels om te verbranden; maar sla de tarwe op in mijn schuur.”
Accl: Uw woord is een lamp

Overweging
In de evangelielezing wordt gesproken over het rijk der hemelen. Het lijkt op een man die goed zaad had gezaaid op zijn akker.
Velen van ons investeren in hun tuintje, hun grote tuin of hun volkstuin. In het voorjaar gaan we aan de slag: we zaaien en planten en hopen in de zomer te genieten van fraaie bloemen en planten en van een rijke oogst. Als die verwachting in vervulling gaat, dan genieten we daarvan: om dat een hemels gevoel te noemen, is misschien overdreven, maar toch, het gaat in die richting.
Het kan echter ook anders uitpakken: de vijand ligt op de loer. Hij is vermomd als slak, rups, luis, buxusmot, phytophthora, noem maar op. Wij proberen dan te redden wat er te redden valt. En ook onkruid laten we niet samen opgroeien met al dat moois, waarop we hopen. Conclusie: hierin lijken wij niet op die man van het evangelie en dus ook niet op het rijk der hemelen. Ik geloof niet dat dat erg is. Jezus beoogde iets anders met zijn vergelijking.
Het is vakantietijd. Het moois in onze tuinen verruilen velen voor ander moois, in eigen land of in het buitenland.
Wat drijft je om weg te gaan? Een tijdje “eruit zijn”, anders leven dan anders. Aan thuis zijn kleven immers vele dingen die moeten, aan weg zijn vele dingen die dan niet moeten of kunnen: het voelt als “vrij”.
Daar zitten dan wel weer andere dingen aan vast, die moeten, om elke dag in den vreemde goed door te komen: enige zorg om de eerste levensbehoeften blijft immers, waar je ook bent. Dat vormt ook wel een uitdaging, het is nieuw, spannend of boeiend.
Intussen moeten we niet blind zijn voor de negatieve kanten die het weg zijn met zich mee brengen: bijv. de aanslag op het milieu, het klimaat, de vrijheid van andere mensen.
Kennis maken met een andere cultuur heeft als keerzijde van de medaille verlies van de eigen cultuur: wil je één wereld als een eenheidsworst (Mac Donalds, Shell, Heineken all over the world), wil je eenheid in verscheidenheid of wil je behoud van gescheidenheid?
Vaak zie je dat zij, die een boodschap hebben, op weg gaan om die te verspreiden in den vreemde; en zij, die een boodschap hebben aan hen, die een boodschap komen brengen, zoeken elkaar op om elkaar te bevestigen en inspiratie te geven. Ooit stonden de apostelen buiten iedere gemeenschap, maar zelf waren zij een nieuwe gemeenschap en ze gingen op weg en wisten menige nieuwe gemeenschap tot stand te brengen, waaruit uiteindelijk de christelijke gemeenschap zich vormde. Daartoe behoort onze San Salvatorgemeenschap, ook al is zij door het “gezag” buiten de kerkgemeenschap gezet: buitengesloten door de een, aanvaard als medechristenen door de ander.
We doen wat ons hart ons ingeeft, de stem van het geweten volgend. We laten ons inspireren door het evangelie dat verhaalt over leven en werken van Jezus, en door elkaar.
En zo komen we, in die geest, hier samen, één keer in de week. Onder zo maar een dak, boven wat hoofden: maar niet boven zo maar wat hoofden! We hebben immers iets gemeenschappelijks: voor ons geldt het tegenovergestelde van de uitdrukking “daar heb ik geen boodschap aan”. We hebben wel een boodschap, namelijk aan die verhalen, die over de eeuwen, de generaties heen tot hier zijn gekomen, opgetekend in het boek dat achter mij staat.
Verhalen, waarover je zou kunnen zeggen:
Wat zoek je pelgrim,
welk doel hoop je te vinden?
Nee, de Heer die je zoekt,
wacht niet op jou
bij het einddoel van de weg.
De Heer die je zoekt
is je metgezel op de reis.
Draag zijn blijde boodschap
met je mee.
Moge die je behoeden
voor alle kwaad
en inspireren tot alle goed.
Ga die weg met liefde,
draag hem als je zuster, je broeder.
(Voor onderweg. Teksten voor de pelgrim)
Geloofslied Ga dan op weg

Voorbeden
We hebben het soms moeilijk om de weg te zien. Er zijn zoveel keuzes die we moeten maken.. zoveel kruispunten en rotondes op de weg van ons leven. Soms raken we verloren.
Mogen wij kracht vinden in ons geloof

Geef mij kracht

We ervaren wel eens leegte, eenzaamheid, verlatenheid. Zelfs al weten we dat er mensen zijn die van ons houden.
Mogen wij kracht vinden om de weg omhoog weer te vinden en dagelijks minstens één blij lied te zingen.

Geef mij kracht

We zijn vaak met onszelf bezig. Zo lopen we de mensen die op ons pad wandelen voorbij; we kijken zelfs over de mensen heen die naast het pad zitten.
Mogen wij kracht vinden om verder te kijken dan de grenzen van ons eigen lichaam.

Geef mij kracht

Wij bidden voor de intenties.

Tafelgebed
Hoe kleurrijk is de wereld,
met al wat leeft en bloeit,
met al wat is en wordt,
in de zee, op het land en in de lucht.

Hoe kleurrijk zijn de mensen,
van binnen, van buiten,
dichtbij en veraf,
in huizen en tehuizen,
op straat, op het werk.

Hoe kleurrijk ben jij, Enige!
In alles en iedereen aanwezig
dans jij telkens een nieuwe wereld,
weet jij ons te verwonderen
met jouw zegen,
voelbaar aanwezig
in een bevrijdende lach,
in glimmende ogen,
in de vreugde en het plezier,
de humor en de muziek.

Hoe kleurrijk was jij, Enige, aanwezig
in Jezus, die ons voorging
om mensen te bevrijden,
hun ogen te laten stralen,
mensen op de been te helpen,
op te nemen in de kring,
hen aan te spreken op een manier
die klonk als muziek in de oren.

De avond voor zijn sterven,
gaf hij ons woorden van troost.
Hij brak het brood en zei:
“Deel dit brood, dat is als
mijn leven, dat ik geef voor jullie,
opdat jullie zullen leven.”
Hij nam ook de beker,
sprak zijn dank uit,
reikte hem over en zei:
“Deze wijn is als mijn liefde
stromend in mijn lijf;
drink ervan, opdat mijn liefde
blijft stromen in jullie.
Blijf dit doen
om mij te gedenken.”

In die geest willen we verder gaan,
willen we samen dansen,
er zijn voor elkaar,
in blije dagen, in bange dagen,
elkaar dragend, vertrouwend op de waarde
van zijn boodschap, wat er ook gebeurt.
En ook in die geest willen we samen bidden,
met de woorden die Jezus ons heeft aangereikt.
Onze Vader

Vredeswens
Vredeslied: Maak mij tot een bedding
Iedereen wordt van harte uitgenodigd aan de tafel van brood en wijn.
Pelgrimsgebed video (Amanda Strydom)
Vader God U ken my naam
My binnegoed en buitestaan
My grootpraat en my klein verdriet
My vashou aan als wat verskiet.

U ken my vrese en my hoop
Die pad wat ek so kaalvoet loop
Die pad het U lankal berei
U maak die pad gelyk vir my.

Alle pelgrims keer weer huistoe
Elke swerwer kom weer tuis
Ek verdwaal steeds op die grootpad
Soekend na U boardinghuis.

Moeder God U ken my waan
My ego en my regopstaan
Die drake waarteen ek bly veg
U wys my altyd weer die weg.

U het my met U lig geseën
Die lig strooi ek op iedereen
Net U weet hoe my toekoms lyk
Ek het niks, U maak my ryk.

Alle pelgrims keer weer huistoe
Elke swerwer kom weer tuis
Ek verdwaal steeds op die grootpad
Soekend na U boardinghuis.

Goed om te weten

Slotgedachte: Een oude pelgrim
Een oude pelgrim was midden in de winterse kou
op weg naar de Himalaya toen het begon te regenen.
Een herbergier vroeg hem:
“Hoe wil je daar ooit geraken met dit weer, lieve man?”
En de man antwoordde minzaam:
“Mijn hart gaat voorop.
De rest volgt vanzelf.”
(Anthony de Mello)

Slotlied: Door de wereld gaat een woord

Vader God, U kent mijn naam,
u kent mij van binnen en van buiten,
mijn grootspraak en mijn klein verdriet,
mijn vasthouden aan alles wat voorbijgaat.

U kent mijn vrees en mijn hoop,
het pad waarop ik blootsvoets loop.
Dat pad hebt U al lang bereid,
U maakt dat pad voor mij gelijk.
Alle pelgrims gaan weer op huis aan,
elke zwerver komt weer thuis.
Ik verdwaal steeds op de grote weg
zoekend naar Uw gastvrij huis.

Moeder God, U kent mijn ongelijk,
mijn ego en mijn trots
de slang waartegen ik blijf vechten.
U wijst mij altijd weer de weg.

U hebt mij met Uw licht gezegend;
dat licht strooi ik op iedereen.
Alleen U weet hoe mijn toekomst eruit ziet.
Ik heb niets, U maakt mij rijk.

Plaats een reactie