San Salvatorgemeenschap 12 aug 2017
Thema: Een (niet zo) moderne Mariaviering
Voorgangers: Gepke Kerssen en Wilton Desmense
Openingslied: Te Lourdes op de bergen
Welkom
Welkom, pelgrims, van wijd en zijd: avete, aan alle Maria’s (ik zelf ben er ook een) en niet-Maria’s.
Ze worden nog maar spaarzaam gezongen, deze Marialiederen: zelfs een meimaand kan hier voorbijgaan zonder Marialied. Maar vanavond is er volop, ja bijna een en al, ruimte voor het Marialied, direct en indirect. Want vanavond is er ook ruimte om vanuit het perspectief van Sint Jozef te (horen) zingen: Het mooiste geluid dat ik ooit hoorde: Maria. Vanavond is er ruimte voor nostalgie, voor een tikkeltje weemoed; en vaak zijn het prachtige liederen, ook al is de inhoud nog belegener dan oude kaas. Ze vormden voor mij de inspiratie tot het delen met u van enkele gedachten, die niet specifiek Mariagebonden zijn, maar ingegeven door wat we vaak gedachteloos zingen in deze liederen. Over het algemeen zijn deze liederen trouwens dankzeggingen of lofprijzingen.
Beginnen we met de volgende lofprijzing voor opofferingsgezindheid:
Lofprijzing
Bedankt dat je “ja” hebt gezegd
terwijl je voelde
dat er veel van je werd gevraagd.
Bedankt dat je “ja” hebt gezegd
en je zo tot helper hebt willen maken
van hulpbehoevenden.
Bedankt dat je “ja” hebt gezegd
en zo hebt gekozen
voor meer dan voor alleen jezelf.
Moge jouw voorbeeld ons helpen
ook “ja” te zeggen,
gevraagd en ongevraagd:
jouw verhaal is ons verhaal,
omdat ook wij
in het kleine leven van elke dag
de wereld mogen en moeten verlossen
geïnspireerd door het evangelie.
Lied: God groet u, zuiv’re bloeme
Inleiding op de lezingen
De eerste lezing is een fragment uit het zogenaamde proto-evangelie van Jacobus. Deze Jacobus was een stiefbroer van Jezus: Jozef had namelijk enkele kinderen uit zijn eerste huwelijk en was als weduwnaar hertrouwd met Maria. Jacobus, bijgenaamd de Mindere, zou aanwezig geweest zijn bij de geboorte van Jezus. Dit proto-evangelie is geschreven in de tweede eeuw na Chr.
De tweede lezing is uit het evangelie van Mattheus en betreft het bekende verhaal over Jezus, die op het water loopt.
1e lezing: Proto-Evangelie van Jakobus, hoofdst. 8-9)
Vanaf haar derde levensjaar verbleef Maria in de tempel onder de hoede van de hogepriester. Toen zij twaalf jaar was geworden, beraadslaagden de priesters en zeiden: “Zie, Maria is twaalf jaar geworden. Wat moeten wij nu met haar doen om te voorkomen dat zij het heiligdom van de Heer verontreinigt?”
En zij zeiden tot de hogepriester: “Gij zijt aangesteld over het altaar van de Heer, ga naar binnen en bid over haar en wat de Heer u dan bekend zal maken, zullen wij doen.” En de hogepriester ging het Allerheiligste binnen en bad over haar.
En zie, er verscheen een engel van de Heer die tot hem zei: “Zacharias, Zacharias, ga naar buiten en roep de weduwnaars van het volk bijeen en laat ze elk een staf meenemen, en aan wie de Heer een teken zal geven, diens vrouw zal zij zijn.” En de herauten vertrokken en doorkruisten het hele gebied van Judea. De bazuin van de Heer weerklonk en allen snelden toe.
Ook Jozef gooide zijn bijl neer en vertrok om zich bij hen te voegen. En toen zij er allemaal waren, het waren er tien, gingen zij met hun staven naar de hogepriester. Deze nam ieders staf aan en legde ze neer in de tempel voor de Ark. Vurig bad hij tot God, dat Hij hem duidelijk zou maken, aan welke man hij Maria als vrouw zou geven.
De volgende morgen gaat hij al vroeg naar de tempel. Hij schuift het grote gordijn, dat de ark voor het oog van de mensen verbergt, opzij en daar ziet hij de tien staven liggen. Hij bekijkt ze één voor één. Wanneer hij de vijfde staf in de hand wil nemen, valt zijn oog op de staf, die daarnaast ligt. Aan het boveneind van de zesde staf, Jozefs staf, is het knoestige eind veranderd in een prachtige bloem, een lelie.
Toen zei de priester tot Jozef: “U bent er door het lot toe aangewezen om de maagd van de Heer onder uw hoede te nemen.”
(uit ‘Dr A.F.J. Klijn ‘Apokriefen van het Nieuwe Testament I)
Lied: Maria (West Side Story; CD)
2e lezing: Mattheus 14, 22-33
Onmiddellijk daarna zei Jezus tegen de leerlingen dat ze alvast voor hem uit naar de overkant moesten varen. Zelf wilde hij eerst de mensen naar huis sturen. Daarna ging hij helemaal alleen de berg op om te bidden. Toen het avond werd, was hij daar alleen.
De boot was intussen midden op het meer. Ze hadden veel last van de golven, want ze hadden de wind tegen. Om ongeveer 4 uur ‘s morgens kwam Jezus naar hen toe, lopend over het meer. Toen de leerlingen hem over het meer zagen lopen, raakten ze in paniek. Ze riepen: “Een spook!” en ze schreeuwden van angst. Onmiddellijk zei Jezus tegen hen: “Rustig maar! IK ben het, wees maar niet bang.” Petrus antwoordde: “Heer, als u het bent, beveel mij dan om over het water naar u toe te komen!” Jezus zei: “Kom!” Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe. Maar toen hij op de wind ging letten, werd hij bang en hij begon te zinken. Hij schreeuwde: “Heer, red mij!” Onmiddellijk stak Jezus zijn hand uit en greep hem. En hij zei: “Je hebt niet genoeg geloof! Waarom ging je twijfelen?” Ze klommen in de boot. Toen ging de wind liggen. De leerlingen in de boot vielen voor hem op hun knieën en zeiden: “U bent werkelijk de zoon van God!”
Lied: Maria te minnen
Overweging
Het is niet meer van deze tijd om te accepteren dat er over je beslist wordt. Tenminste: dat er over je beslist wordt, zonder dat je daar inspraak op hebt gehad. Ik kan me nog goed herinneren dat onze oudste dochter tegen Ria en mij zei: Dat mag ik zelf wel bepalen: ik ben mijn eigen ikke en niet jullie eigendom! Toen was ze misschien 4 of 5 jaar. Het kan er al heel jong inzitten!
Het principe lijkt me duidelijk en, hoewel er natuurlijk vele nuanceringen en kanttekeningen bij te plaatsen zijn, algemeen geldig: een mens is verantwoordelijk voor zichzelf en voor zijn daden. Mgr. Bekkers noemde in dat verband duidelijk ons geweten!
Past daar een houding bij van onderwerping? Uw wil geschiede? Niet onvoorwaardelijk! Geweten en vertrouwen moeten er een beslissende rol in spelen. Ja, ook vertrouwen, een begrip, waarvoor het Latijn één en hetzelfde woord gebruikt als voor de begrippen “trouw” en “geloof”: fides. Zolang je maar vertrouwt en erin gelooft, kun je naar Jezus, dat wil zeggen naar de verwezenlijking van zijn boodschap, op weg gaan, zonder kopje onder te gaan! Dan kun je alles aan. Niet twijfelen, gewoon doen! Hij wil nogal wat, maar vooruit: laat het gebeuren!
Verantwoordelijk voor jezelf en voor je daden: past daar een gedachte in van uitverkorenheid: Waarom ik? Wat heb ik gedaan om dit alles te mogen ontvangen? Om moeder en vader te mogen zijn van zo’n kind, zulke kinderen.
Of van negatieve uitverkorenheid: Waarom moet mij dit overkomen? Waarom moest ik dit kruis dragen, waarom moest ik komen te staan aan de voet van dat kruis?
Ben jij bewust uitverkoren of uitverkozen om een bepaald lot te ondergaan? Geloven en aanvaarden zijn geen voor de hand liggende zaken: talenten zijn je toevertrouwd om er zelf mee te woekeren. Het “waarom” ervan ligt buiten ons begrip, het antwoord is hier op aarde niet te vinden.
Ook vanuit het perspectief van Jezus is er geen almachtige vader op aarde, maar wel een vader in de hemel. Wat voor een vader in de hemel schotelt het evangelie ons voor? Jezus probeert dat hemelrijk van degene, die hij zijn Vader noemt, te schilderen in parabels en ik denk dat we moeiteloos zo enkele van de ongeveer 30 gelijkenissen uit de mouw kunnen schudden: de verloren zoon, de onwillige genodigden, de dienaren met de in bewaring gegeven talenten. Jezus gebruikt die gelijkenissen om waarden en normen in het rijk van God voor het voetlicht te brengen: vrijheid, gerechtigheid, eerlijkheid, gastvrijheid, liefde … In andere parabels wil hij de toehoorders doen nadenken over hun gedrag, zodat ze ertoe komen het te veranderen en zich te bekeren. Jezus wil de rijkdom van het rijk van God duidelijk maken.
Maar steeds ligt in die verhalen het initiatief bij de mens: aan dat rijk van God moet hier gebouwd worden. In de christelijke traditie zijn er volop rolmodellen van bouwers aan te wijzen: het zijn martelaren en heiligen en bovenaan in de rangorde staat het kind van Anna en Joachim, de grootouders van Jezus.
Er is op NPO radio 5 een programma van Tineke, waarin luisteraars dagelijks drie blijmakers mogen aanvragen. Nu wordt iedereen weer van andere liedjes blij; zo is het ook afwachten of de voor vanavond gekozen Marialiederen u blij maken. Misschien wel de melodie, misschien de woorden ervan minder. Ik heb een poging gewaagd toch iets te ontlenen aan de teksten, waar wij nu nog iets aan zouden kunnen hebben.
Dat Maria in het openingslied de moeder van God wordt genoemd is een betiteling die onze kritische geest wel aankan, als beeldspraak, dus zonder het letterlijk te nemen; maar dat pelgrims en mensen die lijden zalving kunnen vinden op plaatsen als Lourdes en Santiago de Compostela, wie zou dat durven ontkennen! “Dat pelgrims hier komen van wijd en van zijd, ‘k zal zalving hier geven aan ieder die lijdt.”
Dat bepaalde woorden en vooral namen een bepaalde magie kunnen hebben, een magie die een appèl doet op je diepste gevoelens, die je gerust religieus mag noemen, zal menigeen hebben ervaren:
Say it loud and there’s music playing
Say it soft and it’s almost like praying
De gedachte aan iemand die je missen moet, kan heel troostend en bemoedigend zijn, dat is sterkende liefde over de grenzen van het leven heen, zoals in het lied Maria te minnen:
Zijn menschlijke krachten te zwak in den strijd,
Dan sterkt ons Uw liefde en
Gij zijt mijn vertrouwen in voorspoed en nood,
Op U zal ik hopen in leven en dood.
En zo kan een mens ook alle negatieve ervaringen, die doen twijfelen aan het bestaan van dat rijk van God (en wie zal er meer aan getwijfeld hebben dan Jezus, toen hij stierf aan het kruis), zo kan een mens alle negatieve ervaringen vergeten in tijden van zonneschijn en geluk en zingen van dankbaarheid over een zuivere bloeme, een hemelse koningin en cherubijnen en serafijnen.
Lied: Wij groeten u, o koningin (Salve, regina)
Voorbeden
Laat ons in dank bidden,
heb aandacht voor
alles wat wij u toevertrouwen:
de vele kleine zorgen die beginnen te wegen,
de bedrukte vragen die blijven hangen,
de weemoed van wat we niet begrijpen,
de pijn bij vertrapte goedheid,
het zoeken naar genegenheid en begrip.
Magnificat (Taizé)
Geef kracht aan ons mensen,
als moeheid en machteloosheid ons lam leggen,
als eenzaamheid zwaar drukt,
als opeenhopende last ons te boven gaat,
als gelovig enthousiasme slinkt en wankelt,
als de trouw aan uw Jezus dreigt stuk te lopen.
Magnificat (Taizé)
Bescherm de jeugd en jongeren in onze wereld,
bemoedig alle ouders die met veel zorgen zitten,
laat de open houding van begrip
een brug slaan, als er tweedracht dreigt.
Magnificat (Taizé)
Wij bidden voor de intenties.
Tafelgebed
Het was als het gefluister
van een hemelse stem in het gehoor,
als het geruststellende ruisen
van de zee in de oren:
vertrouw die ander,
word een paar,
schep samen een nieuwe toekomst.
Zij gaven zich over, gaven zich aan elkaar
en hun samenzijn werd zwanger
van een blijde verwachting.
De gefluisterde woorden werden realiteit,
de nieuwe mens werd geboren.
De nieuwe mens koos nieuwe woorden;
een nieuw vertrouwen,
een nieuw geloof kwam en woonde onder ons.
Wij vieren dit in ons trouwe samenkomen
en in het vieren van dat wezenlijke moment
waarin belichaamd werd
wat die hemelse stem ons boodschapt,
altijd weer opnieuw:
neem en eet dit brood
en blijf het breken en delen
zoals wij dit hier nu doen.
Geef deze beker door aan elkaar
en drink er met mij uit:
blijf je dit levensbrood en deze levensdronk herinneren,
als een bevestiging
dat je mijn geest van naastenliefde
in je vlees en je bloed levend wilt houden.
Zo bleef dat bijzondere moment
door de eeuwen bewaard
en zijn wij ook nu hier gedenkend bijeen
en bidden dat het zo blijve geschieden.
In die geest spreken we de woorden uit
die ons gegeven werden om ons vertrouwen te sterken:
Onze Vader
Vredeswens
Vredeslied: Sterre der zee
Iedereen wordt van harrte uitgenodigd aan de tafel met brood en wijn
Communielied: Mon vieux Joseph
(Georges Moustaki, cd)
Gedachte aan de tafel
Dat komt er nou van, m’n oude Jozef,
dat je het leukste meisje hebt gekozen van Galilea,
haar die Maria heette.
Je had, m’n oude Jozef,
Sarah kunnen kiezen of Deborah
en er was niets aan de hand geweest.
Maar jij wilde zo nodig Maria.
Je had, m’n oude Jozef, thuis kunnen blijven
en je hout bewerken
in plaats van in ballingschap te moeten gaan
Goed om te weten
Wegzending en zegen
Slotlied
Het dorpje van Sint Bernadette (4e couplet)
Het lied van de Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch (2e en 4e couplet)