San Salvatorgemeenschap 10 dec 2017
Thema: Mens worden doe je samen
Voorganger: Mignon van Bokhoven
Muzikale ondersteuning: koor Melodiek
Openingslied za: Uit uw hemel zonder grenzen
zo: Nu daagt het in het oosten
Welkom
Lieve mensen, van harte welkom op deze dag, op deze tijd. Op deze tweede advent. Fijn om weer bij u te zijn en fijn om met u de tweede kaars aan te steken.
Dit uur mogen we samen zijn rond het groeiend licht. Het licht waarin wij mens mogen zijn, mens mogen worden, samen. Het licht hebben we zo nodig op de weg van het leven. De weg die vaak vol kuilen is, met obstakels waarvan we buiten adem raken en met dalen waar het licht niet komen kan.
Vandaag spreken er twee profeten, Jesaja en Johannes. Jesaja in troostende woorden tegen een volk in duisternis. Johannes is de ruimtemaker, de ziener, wegbereider, de doper, getuige van het licht en hij spreekt over wat komen gaat.
Laten wij deze viering beginnen met ruimte maken in onszelf voor dat licht.
Openingsgebed
Goede God,
Wij zijn op deze dag op deze tijd
hier bij elkaar gekomen.
Omdat wij mensen zijn, mensen onderweg,
kwetsbaar en verlangend
om uw weg te gaan,
met alles wat wij daarop tegen komen.
Wij bereiden ons deze weken voor
op het ondeelbaar, helder licht
dat komen gaat.
Wek onze zachtheid weer, God.
Dat wij zien wat is.
Licht in uw licht.
Amen
De tweede kaars wordt aangestoken
Acclamatie: Wek mijn zachtheid weer
1e lezing Jesaja 40:1 – 11
God zegt: ‘Ga mijn volk troosten, ga het troosten. Zeg tegen de inwoners van Jeruzalem dat ze de moed niet mogen opgeven. Vertel hun dat ze niet langer onderdrukt worden. Ik, de Heer, zal hen niet langer straffen voor hun fouten. Ik heb hen nu genoeg gestraft.’
Ik hoor een stem die roept: ‘Maak in de woestijn een weg voor de Heer. Maak de weg vrij voor onze God. Maak de bergen minder hoog en de dalen minder diep. Maak het land vlak, en zorg dat de rotsen verdwijnen. Want de machtige Heer zal komen. Alle mensen zullen hem zien. Dat heeft hij zelf beloofd!’
God brengt zijn volk weer terug naar hun land, en hij zorgt goed voor hen. Net als een herder die zorgt voor zijn kudde. Een herder brengt zijn schapen bij elkaar en draagt de lammeren in zijn armen. Zo brengt hij zijn kudde rustig naar een veilig gebied.
Acclamatie za: De nacht loopt ten einde –zo: Dauwt heem’len van omhoog
2e lezing Johannes 1:19 ‐ 28
Hier volgt wat Johannes de Doper zei over de Messias.
Er kwamen priesters en Levieten uit Jeruzalem naar Johannes de Doper. Ze waren gestuurd door de Joodse leiders. Ze vroegen aan Johannes: ‘Wie bent u?’
Johannes aarzelde niet, maar gaf hen een eerlijk en duidelijk antwoord. Hij zei: ‘Ik ben niet de Messias.’ Ze vroegen hem: ‘Maar wie bent u dan? Bent u Elia?’ Johannes zei: ‘Nee.’ Toen vroegen ze: ‘Bent u dan de profeet die zou komen?’
En weer zei Johannes: ‘Nee.’
Toen zeiden ze tegen hem: ‘Vertel ons wie u bent! De leiders die ons gestuurd hebben, willen dat weten. Hoe noemt u zichzelf?’
Johannes antwoordde met deze woorden uit het boek Jesaja: «Ik ben degene die roept in de woestijn. Ik roep: Maak de weg vrij voor de Heer!
Er waren ook een paar farizeeën naar Johannes de Doper toe gekomen. Die zeiden tegen hem: ‘U bent dus niet de messias, niet Elia, en niet de profeet die zou komen. Waarom doopt u de mensen dan?’
Johannes zei: ‘Ik doop de mensen met water. Maar na mij komt iemand die belangrijker is dan ik. Ik ben het zelfs niet waard om zijn schoenen uit te trekken. Hij is al te midden van jullie, maar jullie zien het niet.’
Dat gebeurde allemaal in Betanië, aan de overkant van de Jordaan. Dat was de plaats waar Johannes de mensen doopte.
Acclamatie za: Kwam van godswege
zo: Sla uw ogen op naar het licht
Overweging
We zien Johannes aan de rivier de Jordaan. Johannes is een profeet, net als Jesaja die we deze dagen horen. Hoe kom ik bij het thema ‘mens worden doe je samen’ vroeg ik me in enige wanhoop af. We hebben te maken met profeten. Eenlingen, roependen in de woestijn.
Mensen met een urgente opdracht, die niet anders kunnen dan gehoor geven aan de oproep om hun boodschap in de wereld te brengen. Een wereld die vaak niet hoort, of niet wil horen. Niet ziet, of niet wil zien. Mensen als Martin Luther King, Nelson Mandela. Maar ook dichterbij: mensen in het onderwijs die lang vóór de hervormingen riepen dat passend onderwijs een verzwaring in de klas betekent, of werkers in de zorg die aangeven dat administratieve verplichtingen ten koste gaan van échte zorg. Of de advocate Ni Yulan uit China, die opkomt voor mensen die uit hun huis gezet worden. Roependen in de woestijn. Mensen die zien wat er gedaan moet worden, dit uitspreken en vervolgens door de mensen met het geld, die daardoor macht hebben, worden genegeerd. En erger. Mandela, Ni Yulan, Johannes, ze eindigen in de gevangenis. Alleen. Niet bepaald samen.
Johannes is een tijdgenoot van Jezus, al sinds de moederschoot kennen ze elkaar. Johannes is een ziener. Hij ziet wat er mis is in de samenleving, hij is gedreven om de dingen ten goede te keren. Hij kent de kuilen, hij kent de donkerte. Hij roept op tot verandering. Hij is aanzegger, voorloper, vooruitkijker. Woestijnman. Hij heeft een goed verhaal en aantrekkingskracht. Mensen komen in drommen op hem af.
Het nieuwe komt in twee fasen. Eerst de reiniging met het leven gevend water, de doop door Johannes. En later, de doop met de geest door Jezus. De mensen staan in de rij om gedoopt te worden. Daar moest ik aan denken toen ik het artikel in Trouw las over moeder Amma, een wijze vrouw uit India, die regelmatig naar Nederland komt. Mensen staan in de rij voor een omhelzing van haar. Een omhelzing van Amma wordt beschreven als een ervaring van alles omvattende liefde. Mensen knielen en ontvangen een omhelzing van liefde.
Joris Vercammen van de Raad van kerken zei het in andere woorden, na een gesprek met de verschillende kerken over voltooid leven: ‘het is dat iemand anders mij uitnodigt om te leven en juist dat brengt mij tot leven. Wie zou ik zijn, als niet een ander zegt: ik wil dat je leeft’ Misschien fluistert moeder Amma dat wel in de oren van wie voor haar knielt: ik wil dat je leeft.
Vandaag is het dag van de mensenrechten. Een dag waarop Amnesty aandacht vraagt voor de verdedigers van de mensenrechten. De rechten die zeggen dat iedereen vrij en met gelijke rechten geboren wordt, dat ze gelden voor jou, wie je ook bent en waar je ook bent. Dat je recht hebt op leven, vrijheid en veiligheid. Er worden brieven geschreven, ook voor Ni Yulan de advocate in China.
Johannes was zo iemand die opkwam voor de mensen. Die aanklaagde waar onrecht was. Daar kwam hij ook voor in de gevangenis. Misschien zouden we wel brieven schrijven voor Johannes als hij in deze tijd leefde.
Hij was een weg voorbereider. Hij getuigde: kijk naar wat ik doe. Luister naar wat ik vertel. Ik ben de doper met water. Water dat zorgt dat het leven weer gaat stromen, dat mensen niet vast komen te zitten. Water, dat reinigt. Maar dat is allemaal voorbereidend werk. Er is een groot licht dat gezien wil worden. Allemaal voorbereidend werk voor de geboorte van het licht. Mensen die met elkaar en voor elkaar bewerkstelligen dat het woord van liefde mens wordt. Mogelijk maken. De ander mogelijk maken.’
De tragiek van Johannes is dat hij ziet wat er is. Dat wat anderen nog niet zien. Hij zegt: hij die het licht komt brengen staat al te midden van jullie. De tragiek van een ziener. Maar hij blijft ruimteschepper en wegbereider. Ondanks de ledigheid. Misschien wel dankzij de ledigheid.
Ineens wist ik het. Ik begreep waarom het thema mens worden doe je samen toch het thema van deze viering moest zijn. Mens worden doe je samen met God.
Weet je als er zo’n inzicht komt dan gebeurt er iets van binnen. Een trilling van herkenning dat uiteindelijk alles samenwerkt om tot een goed einde te komen.
Johannes stelt zich volledig ten dienste van het grote licht dat moet komen. Zo kunnen wij ons ook open stellen voor dat wat met ons mee wil werken als wij het werk willen doen. Ons werk dat kuilen van ongerechtigheid vult met werken van vrede.
En soms mogen we dan die stem horen die uitnodigt tot leven, en die zegt: ‘ik wil dat je leeft. Wie zou ik zijn als die ander mij niet vraagt.’
Geloofslied za: Het mensenvolk dat in duisternis
zo: Licht dat ons aanstoot
De gaven van brood en wijn worden op tafel gezet
Er klinkt muziek
Voorbeden
Laten wij bidden,
Laten we bidden voor mensen die de moed in leven verloren hebben
die niet meer kunnen horen naar de stem die zegt: ik wil dat jij leeft.
Dat er iemand is die volhoudt en niet opgeeft om goede woorden te spreken.
God verscholen in den hoge
Laten wij bidden voor de slachtoffers van de bombardementen op Ghouta in Syrië.
Machthebbers deinzen er niet voor terug om bommen te werpen op burgers, vrouwen, kinderen, jongens, mannen. De rest van de wereld kijkt toe.
Laten we hen niet vergeten en wakker blijven voor hun lot.
God verscholen in den hoge
Laten we bidden op de Dag van de Mensenrechten voor mensenrechtenverdedigers die zich inzetten voor vrijlating van gewetensgevangenen; voor geloofsvrijheid, voor rechten van asielzoekers en vluchtelingen, en voor mensenrechten van vrouwen en kinderen. Voor Ni Yulan, die gevangen zit en gemarteld wordt omdat zij opkomt voor mensen die uit hun huis gezet worden in China. Dat wij hen steunen en bemoedigen.
God verscholen in den hoge
Laten wij bidden uit bezorgdheid om Jeruzalem.
Heilige stad voor velen.
God verscholen in den hoge
Laten we bidden voor de zieken in onze gemeenschap
voor hen die zorgen hebben en
voor wat vandaag opgeschreven is in het intentieboek.
Voor allen die we moeten missen door de dood,
maar met wie wij ons nog altijd diep verbonden voelen.
Vandaag noemen wij met naam:
God verscholen in den hoge
Tafelgebed
Goede God, schepper van al wat is,
Die ons adem geeft, ons tot leven wekt,
die met ons meetrekt, ons bevestigt op onze weg,
die liefdevol nabij is, ons erkent om wie wij zijn,
die ons aanvaardt, ons ruimte en vrijheid geeft,
om tot bloei te komen, mens te worden, ten volle.
Dankbaar zijn we voor Jezus,
één met Jou, één met ons,
die ons voorging op zijn weg
zich liet dopen door Johannes,
met stromend, leven gevend water.
Om licht te zijn, om leven te zijn,
om moeder te zijn, en vader te zijn,
om troost te zijn voor een wereld in duisternis.
Zo herinneren wij ons
de avond voor zijn sterven,
waar hij het brood nam,
het zegende en brak met de woorden:
‘dit ben ik en ik zeg jullie,
dat je met mij aan tafel
zult eten en drinken
in het huis van mijn Vader. ‘
Zo nam hij ook de beker,
met alles wat hem lief en heilig was,
en gaf deze aan hen die bij hem waren
met de woorden:
‘neem de beker van mij over
en drink hem samen;
maak een nieuw begin
en doe wat ik heb gedaan.’
Zoals Johannes doopte met water,
doopte Jezus, uw zoon, met geestkracht.
Zo willen ook wij telkens weer opnieuw
gedoopt worden.
Om in zijn geest,
te zien wat gezien wil worden.
te horen wat gehoord moet worden.
te spreken over wat verzwegen wordt.
Zo willen wij gedoopt worden,
om in zijn geest nieuw leven te ontwaren
toekomst, reeds onder ons,
klaar om opgedelfd te worden.
En verbonden met elkaar,
willen wij bidden,
met woorden die Jezus ons heeft gegeven:
Onze Vader. . .
Vredeswens
Vredeslied za: Komen ooit voeten
zo: Waar liefde is een vriendschap
Iedereen wordt van harte uitgenodigd aan de tafel van brood en wijn.
Communielied za: Eet en drinkt van brood en wijn
zo: Veni, veni Emmanuel
Afsluitend gebed
Slotgedachte Gedicht van Martin Bril
Wat we willen:
Momenten van helderheid
Of beter nog:
van grote Klaarheid
Schaars zijn die momenten
En oog nog goed verborgen
Zoeken heeft dus
Nauwelijks zin, maar
Vinden wel
De kunst is zo te leven
Dat het je overkomt
Die klaarheid, af en toe
Zegenwens
Gaat allen heen in vrede.
Moge Gods liefde u omgeven,
haar trouw u dragen en
zijn vrede uw hart vervullen bij al uw streven
om God en de mensen van dienst te zijn.
Gaan wij van hier met de zegen
van elkaar en de zegen van de
Ene, die wij noemen
Vader, Zoon en Heilige Geest
Amen
Slotlied za: Nu daagt het in het oosten
zo: Scheur toch de wolken weg