EN DAN WEER AAN DE SLAG
voorganger: Maria van den Dungen
volkszang
OPENINGSLIED:
za: Dit huis is een huis, waar de deur open staat
zo: Hier wordt een huis voor God gebouwd
Paaskaars wordt aangestoken
WELKOM: welkom iedereen. Van de zomer is al een maand voorbij en het is volop vakantietijd. We hebben behoefte aan rust, aan loslaten en nieuwe ervaringen opdoen. Misschien nog wel meer om weer bij ons zelf te komen en dan opladen om weer fris aan de slag te kunnen.
Daarover gaat het ook in het evangelie van vandaag. Een verhaal dat maar liefst 6x in de evangelies voorkomt en dus erg bekend is. Maar misschien kan het weer nieuw klinken als we het vanuit een ander gezichtspunt bekijken.
Laat ons eerst maar de stille plek in onszelf opzoeken:
Gebed:
Gij, die als een vader en moeder voor ons zorgt,
geef ons zo nu en dan de rust en de stilte
die we nodig hebben om helder te zien in ons leven.
Geef ons uitzicht en toekomst
in dit uur van samenzijn rond uw woord
en rond de tafel van breken en delen.
Dat we jou en elkaar erin mogen herkennen. Amen.
Acclam: Bij u is de bron van het leven
EERSTE LEZING: Jullie zijn mijn handen
Een klein stadje in Normandië, Frankrijk, had zwaar geleden van de oorlog. Veel inwoners waren gedood, of gewond geraakt. De mensen voelden zich verslagen, eenzaam en ontroostbaar. De meeste huizen waren verwoest. Ook van het oude kerkje midden in de stad was weinig meer over.
De Amerikaanse soldaten, die dichtbij hun kamp hadden opgeslagen, hielpen de mensen bij het bouwen van noodwoningen en barakken. Een groepje soldaten hielp ook mee bij het herstellen van het kerkje. Veel mooie dingen waren onder het puin bedolven.
Er was in dat kerkje een beroemd middeleeuws kruisbeeld, waar de mensen van het stadje van hielden, en aan gehecht waren. Ze maakten zich zorgen. Wat zou er van overgebleven zijn? Na lang zoeken en voorzichtig puinruimen vonden de soldaten het oude houten kruis. Alleen de handen ontbraken. Hoe ze ook zochten, die bleven spoorloos, en de mensen hadden daar verdriet om.
Toen pakte een soldaat een stuk krijt, en schreef met grote letters op de balk van het kruis: “Jullie zijn mijn handen”.
De mensen van het stadje die het lazen, keken er eerst verwonderd naar. Wat betekende dat? Ze waren moe, ze hadden verdriet. Ze misten de mensen die gedood waren. Hun huizen waren kapotgeschoten. Het beeld waarvan ze hielden was stuk…
En ze lazen nog een keer: Jullie zijn mijn handen. Toen begrepen ze wat daar stond: Jullie moeten heel maken wat stuk is. Jullie moeten elkaar troosten. Jullie moeten samen nieuwe huizen bouwen. Dan kun je weer geloven in de toekomst.
Als je nu in dat herstelde kerkje komt, dan zie je vooraan nog steeds het kapotte kruis hangen, het kruis zonder handen.
En als je goed kijkt, kun je de woorden nog lezen die een soldaat er toen heeft opgeschreven.
Tussenzang:
za: gij komt tot ons waar niet verwacht
zo : Zo vriendelijk en veilig als het licht.
EVANGELIE: Marcus 6, 30-44 Het teken van de broden
De apostelen kwamen weer terug bij Jezus en vertelden hem over alles wat ze gedaan hadden en wat ze de mensen onderwezen hadden. Hij zei tegen hen: ‘Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten.’ Want het was een voortdurend komen en gaan van mensen, zodat ze zelfs niet de kans kregen om te eten.
Ze voeren met de boot naar een afgelegen plaats, om daar alleen te kunnen zijn. Maar hun vertrek werd opgemerkt en velen hoorden ervan, en uit alle steden haastten de mensen zich over land naar die plaats en kwamen er nog eerder aan dan Jezus en de apostelen. Toen hij uit de boot stapte, zag hij een grote menigte en voelde medelijden met hen, omdat ze leken op schapen zonder herder, en hij onderwees hen langdurig. Toen er al veel tijd was verstreken, kwamen zijn leerlingen naar hem toe en zeiden: ‘Dit is een afgelegen plaats en het is al laat. Stuur hen weg, dan kunnen ze naar de dorpen en gehuchten in de omtrek gaan om eten te kopen.’ Maar hij zei: ‘Geven jullie hun maar te eten!’ Ze vroegen hem: ‘Moeten wij dan voor tweehonderd denarie brood gaan kopen om hun te eten te geven?’ Toen zei hij: ‘Hoeveel broden hebben jullie bij je? Ga eens kijken.’ En nadat ze waren gaan kijken wat ze bij zich hadden, zeiden ze: ‘Vijf, en twee vissen.’ Hij zei tegen hen dat ze de mensen opdracht moesten geven om in groepen in het groene gras te gaan zitten. Ze gingen zitten in groepen van honderd en groepen van vijftig. Hij nam de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel, sprak het zegengebed uit, brak de broden en gaf ze aan zijn leerlingen om ze aan de menigte uit te delen; ook de twee vissen verdeelde hij onder allen die er waren. Iedereen at en werd verzadigd. Ze haalden de overgebleven stukken brood op, waar wel twaalf manden mee konden worden gevuld, en ook wat er over was van de vissen. Vijfduizend mensen hadden van de broden gegeten.
Acclam.
za.: Het woord dat Ik jou geef is niet te zwaar
zo.: Oren en ogen gaan open voor Jezus.
OVERWEGING:
Het woord dat ik jou geef is niet te zwaar, is niet te hoog, jij kunt het volbrengen was de acclamatie van zaterdagavond. Kunnen we het woord echt volbrengen? laat ons daar maar wat bij stilstaan.
Namens Jezus hebben de leerlingen het goede nieuws bekend gemaakt, duivels uitgedreven en zieken met olie gezalfd en genezen. Dat vertellen ze aan Jezus. En dan zegt hij tegen hen: “Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten”.
Het lijkt wel een perfect vakantietafereel: rust, tijd, onthaasten, tot jezelf komen. Het past helemaal in deze tijd van het jaar.
Zoals hijzelf mogen ook de leerlingen van Jezus niet alleen maar actief zijn, enkel doen. Zij moeten telkens de rust opzoeken, terug naar de bron van hun bezieling.
Die rust is, net als het werk, geen doel op zichzelf. Jezus verbreekt zonder aarzeling Zijn eigen rust als mensen aandringen of in nood zijn om hen te helpen, te troosten en te bemoedigen. Maar Hij zal steeds de stilte blijven zoeken voor dat wezenlijk gesprek met de Vader.
Terwijl de leerlingen rustten begon hij de mensen te leren: voedsel voor de ziel gaf hij hen, brood voor onderweg. Maar er is ook de behoefte aan brood voor het lichaam en de magen knorden.
Nu wil ik jullie eerst iets laten zien: Luk Van Soom overhandigde paus Franciscus in oktober 2015 een beeldje:
Op een gipsen wolk staat een bronzen Jezus in de bekende pose van Superman, met de bijhorende rode cape om de schouders. De kunstenaar heeft besloten Jezus van dat eeuwige kruis af te halen en hem een ander imago te geven: dat van Jezus de superfiguur. Hij zegt: “Ik zou niets liever willen dan dat Jezus weer de voorvechter wordt van de kleine mensen. Een superheld, die het opneemt voor wie het zelf niet meer kan. Zoals het een echte Superman betaamt.’
Een mooi streven, maar ik meen uit het evangelie op te mogen maken, dat dit niet is wat Jezus voor ogen heeft. Hij wil niet de superman zijn, die alles wel alleen oplost.
Terug nu naar de lezing:
De leerlingen wilden dat Jezus de mensen wegstuurde, want het was al laat en ze waren met velen. Ze vonden het duidelijk niet hun verantwoording.
Maar hij draagt de leerlingen op zelf te zorgen voor brood voor de mensen die bij hen zijn: Geven jullie ze te eten. Volgens de bijbelse traditie van gastvrijheid, – al begonnen bij Abraham, die drie vreemdelingen gastvrij ontving in zijn tent. Het is in het Joodse volk een diep gevoel, dat ze vreemdelingen op aarde zijn; Met het jaarlijkse Loofhuttenfeest wordt de herinnering aan een zwervend bestaan en afhankelijkheid van brood uit de hemel levend gehouden.
Als Jezus dan brood zegent en breekt, roept dat een hele reeks broodwonderen in herinnering, zoals aan het manna in de woestijn. Ook in de verhalen van Jezus gaat het vaak over een tafel met gasten.
Je bent als pelgrim, prediker of gelovige soms afhankelijk van de gastvrije opvang door anderen, én zelf moet je ook wie op jouw gastvrijheid een beroep doet bijbels gastvrij ontvangen.
Jezus wil dat de leerlingen zich bewust worden van de lijn waarin hij staat: van Mozes en de profeten en dat zij daarin hun rol op zich nemen. Want als hij er niet meer is moeten zij het overnemen: zijn zij zijn handen. Zij moeten a.h.w. volwassen verkondigers worden en aan de slag gaan. En wij zijn na hen aan de beurt, nu moeten wij zijn handen zijn en lukt ons dat??
Nu de zomer voor de deur staat zullen veel mensen in beweging komen en anderen blijven thuis. Of u nu op pad gaat of thuis wilt of moet blijven, iets van die beweging, van zorg en daadkracht wens ik ons allemaal!
Geloofslied:
za: wat altijd is geweest
zo: God is die goed is
Collecte, tafel; klaarmaken
Voorbede:
–Bidden we voor onze grote wereld.
– voor hen, die onderweg zijn om een veilig land te vinden,
dat zij welwillend worden geholpen een nieuw bestaan op te bouwen.
– voor hen die onderweg zijn om elders vakantie te houden
dat zij uitgerust terug keren om hun werk op te kunnen pakken.
-voor de thuisblijvers, die bezorgd zijn achtergebleven,
dat zij hun dierbaren weer in de armen kunnen sluiten.
Laten wij zingend bidden… Waar vriendschap is en liefde
–Bidden we dat we als gemeenschap vooral zorg hebben
voor de kleine, de zwakke en gekwetste mensen.
Dat wij mensen zijn, die naar hen omzien
en hen van harte in daden nabij willen zijn.
Laten wij zingend bidden… Waar vriendschap is en liefde
– Bidden we voor onze geloofsgemeenschap.
dat er onder ons een sfeer mag heersen
van waardering en erkenning,
van oprechte bekommernis en zorg.
Moge wij elkaar echt tot zegen zijn.
Laten wij zingend bidden… Waar vriendschap is en liefde
–Bidden wij voor wat ons zelf ter harte gaat…
Voor de intenties, opgeschreven in ons boek
voor de overledenen,
dat er licht mag zijn voor hen en ieder van ons.
Laten wij zingend bidden… Koester de namen
INTENTIEKAARSJE OP TAFEL WORDT ONTSTOKEN
TAFELGEBED
Acclam.
za. Alle mensen samen niemand meer alleen
zo. Omdat Gij het zijt
-Van jou, God, is de aarde
en wij die er op wonen,
zijn allemaal uniek,
allemaal dezelfde mensen,
die hunkeren naar warmte,
naar aandacht en liefde,
naar iemand, die er wil zijn,
naar méér dan een naaste.
Zo hebt jij ons geschapen
schouder aan schouder,
samen, méér dan alleen.
Wij danken je, dat jij zichtbaar bent,
daar waar mensen er zijn voor elkaar.
Ook hier in dit uur
houdt jouw geest ons in beweging,
Zo inspireer jij jouw mensen,
en houdt ons gaande.
Acclam.
Jij laat je zoeken in de stilte,
in de liefde tussen mensen,
in de zorg om elkaar.
Waar mensen zichzelf ontmoeten,
elkaar zien met nieuwe ogen,
daar komt Jij aan het licht,
daar wordt jouw naam: Ik zal er zijn
méér dan een woord,
daar wordt die metterdaad gedaan.
In Jezus werd duidelijk zichtbaar,
waar het om gaat in dit bestaan,
om leven, liefde en brood te delen.
Hij trok weg uit Nazareth
het onbekende tegemoet.
Hij maakte vrienden,
En Hij droomde een droom:
alle mensen broers en zusters,
niemand minder, niemand meer.
Acclam:
Daarom koos Hij partij,
voor mensen niet in tel.
Overal waar Hij kwam bracht hij uitzicht,
nieuwe levenskansen voor ieder.;
zo vol was Hij van Jouw warme liefde.
Acclam.:
Met de dood voor ogen,
vierde Hij de bevrijding,
ergens op een bovenzaal,
Daar proefde Hij, net als iedereen,
de bittere kruiden en at van de zoete,
want zo is toch het leven?
Daar dankte Hij Jou
en temidden van zijn mensen,
deelde Hij brood
en vroeg ons zijn gebaar
te herhalen tot zijn gedachtenis.
Hij gaf hij de beker door als zijn testament.
Daarom nemen wij dit brood
en breken het voor elkaar,
Zo blijft Hij in ons midden,
Zijn geest leeft, Zijn vrede groeit,
-waar mensen er zijn voor elkaar
-brood in Zijn naam delen.
-en het gebed bidden dat hij ook bad:
Onze Vader
VREDESWENS
Laten we elkaar van harte de vrede toewensen, die onze wereld zo nodig heeft.
Lied:
za: Maak mij tot een bedding
zo: Samen hem achterna.
Uitnodiging
Brood breken en wijn ronddelen
is een teken van Gods aanwezigheid onder ons,
van God met ons, van God voor ons.
Iedereen dus uitgenodigd om met elkaar te delen.
Communie lied:
za: Eet en drinkt van Brood en Wijn
zo: Het brood in de aarde gevonden
STIL GEBED
Mededelíngen
SLOTGEDACHTE ( vrij naar Jan Groot)
Je mag hier op adem komen, troost zoeken, kostbare stilte,
Je mag rusten in het groene gras, er is brood voor het hart,
en dan is er steeds weer een gáán, terug naar waar je leven is.
Geloven, kerk-zijn is een soort heen-en-weer:
tussen buiten, waar we thuis horen, ons dagelijks bestaan,
met alles erop en eraan,
en binnen, plekken als deze waar we met elkaar,
samen met allerlei soorten mensen,
de naam van God roepen, vieren, bezingen,
met alles wat er in ons is aan mooi en lelijk, lief en leed.
En dan weer genieten van een goed weekend!
Zending en zegen
Wij zijn naar deze plaats gekomen,
waar we verbondenheid en rust mochten ervaren.
Maar net als Jezus moeten wij weer op weg gaan
om herder te zijn voor de mensen die we ontmoeten.
Met handen om de aarde te dienen en te bewaren,
Met ogen en oren om elkander te zien en tot antwoord te zijn,
Zijn geest wil ons in beweging krijgen,
om iets te veranderen, aan te sporen, op te porren.
Want je kunt niet in het groene gras blijven zitten.
Laten we daarom gaan met de zegen van elkaar en de Eeuwige
in de naam van + de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
Slotlied: :Dans van de zee
2 Reactie
Loek Mostertman
Over de verrassend druk bezochte viering van 22 juli werd in twee groepen nagepraat. Indruk maakte het verhaal uit de eerste lezing over het gevonden kruisbeeld zonder handen, waarop een soldaat krijtte: jullie zijn mijn handen!
Iemand verbaasde zich erover dat er bij de tweede lezing (over de wonderbare broodvermenigvuldiging) niemand ging staan. Dezelfde persoon had vorige week in Duitsland een viering meegemaakt in de Lutherkirche van Radebeul (bij Dresden) en hij kon melden dat men daar wat royaler met de wijn omging.
Men was het er in onze groep over eens dat het een mooie viering was geweest met zeer toepasselijke volkszang!
Complimenten voor voorganger Maria v.d. Dungen en alle andere medewerkers!
Anthoon Budel
Afgelopen zondag 22 juli was er na de mooie viering met Maria van den Dungen, over het teruggevonden kruisbeeld, van een kerk in Frankrijk met het verhaal dat van het Christusbeeld de handen ontbraken, symbolisch voor de betekenis dat wij de handen en voeten van het Christus gedachtegoed mogen zijn. Was er weer een Omzien naar elkaar na de viering. Helaas was er een misverstand betreffende de derde zondag van de maand. Maar de belangstelling is er, om na de viering met elkaar in gesprek te gaan.
Dus in augustus weer de ‘derde zondag’ van de maand op 19 augustus 2018, “Omzien naar elkaar” Vrolijk genieten van de wederzijdse dialogen.
Anthoon