San Salvatorgemeenschap 4/5 augustus 2018
Ik heb je nodig!
Voorganger: John Parker
Openingslied: Hier gaan wij zingend
Inleiding:
Welkom iedereen bij de wekelijkse viering van onze geloofsgemeenschap. Een eenvoudige viering, waar wij kunnen zingen, naar verhalen luisteren, bidden, even stil zijn als wij dat willen. Als thema heb ik gekozen voor: Ik heb je nodig! Hier al, zonder elkaar kunnen we niet vieren. Je viert niet in je eentje. Wij hebben elkaar nodig. Van elkaar krijgen we steun, bemoediging, inspiratie.
Laten we zo samen vieren, en beginnen met een moment van stilte. Misschien even denken aan waar we zijn, naast wie we zitten, wat we van dit samenzijn hopen mee te nemen, hopen te geven.
Gebed: Eeuwige, onze wereld is zo mooi, en soms met heel scherpe kanten. Wij mensen zijn zo mooi, en soms met wrede kanten. Wij kunnen zo goed met elkaar omgaan, en soms zo erg zijn voor elkaar en voor onze wereld.
Eeuwige, wij hier zijn dankbaar om wie we zijn, om waar we zijn. Moge jouw vertrouwen ons meer en meer inspireren om zo goed als god te zijn voor onszelf, voor elkaar, voor onze wereld. Amen.
Acclamatie: zat: Dank u voor deze mooie aarde
zon: Onhoorbaar onzichtbaar
1e lezing: uit ‘Een handvol verhalen’ van René Hornikx.
Dit zegt de Heer tot ieder van ons:
Ik heb je aangesproken bij je naam. Ik heb je nodig. Ik laat je niet alleen.
Ik heb je handen nodig om anderen bij de hand te nemen en door het leven te dragen.
Ik heb je lippen nodig om woorden van goedheid te spreken, om het verhaal van mijn leven verder te vertellen.
Ik heb je ogen nodig om anderen te laten kijken in het verrijzenislicht.
Ik heb je voeten nodig om de eerste stap te zetten naar de nieuwe hoop.
Ik heb je lichaam nodig om het lijden van medemensen op te nemen.
Ik heb je nodig om anderen vrij te maken.
Ga met mij mee, ik zal je nooit meer alleen laten.
Lied: zat: Hoort hoe God met mensen
zon: Twee handen schoon gebleven
2e lezing: Marcus 7, 14-23
Jezus zei: ‘Luister allemaal naar mij en kom tot inzicht. Niets dat van buitenaf in de mens komt kan hem onrein maken, het zijn de dingen die uit de mens naar buiten komen die hem onrein maken.’
Toen hij een huis was binnengegaan, weg van de menigte, vroegen zijn leerlingen hem om uitleg over deze uitspraak. Hij zei tegen hen: ‘Begrijpen ook jullie het dan nog niet? Zien jullie dan niet in dat niets dat van buitenaf in de mens komt, hem onrein kan maken omdat het niet in zijn hart, maar in zijn maag komt en in de beerput weer verdwijnt?’ Zo verklaarde hij alle spijzen rein. Hij zei: ‘Wat uit de mens komt, dat maakt hem onrein. Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein.’
Acclamatie: zat: Wat eeuwen her begonnen is
zon: Maak uw woord
Overweging:
Al jaren gaat mijn gezin kamperen, tijdens de vakantie. Ergens in Europa heen rijden, de tent opzetten en van die plaats en de tijd met elkaar genieten. Toen de kinderen nog mee gingen hadden wij een grote tent. Op bepaalde momenten moest iedereen mee helpen om die tent goed op te zetten. Nu wij met z’n tweeën
gaan, hebben wij een kleinere tent die we met z’n tweeën gemakkelijker kunnen opzetten. Een van ons weet wat er moet gebeuren, en ik doe wat er van me gevraagd wordt….Samenwerken! Zij kan het niet Allemaal alleen doen, en dat mag en hoef ook niet. We hebben elkaar nodig, en niet alleen om een tent op te zetten.
Zoals in die eerste lezing werd gezegd: Dit zegt de Heer: Ik heb je nodig, ga met mij mee, ik heb je nodig om anderen vrij te maken.
Dit soort uitspraak heeft mij altijd verwonderd. Als ik ouder werd, meer van het leven begreep, en van mijn plaats erin kwam ik tot een beter beeld van dat waarin ik geloof. Niet langer een almachtige, maar een meelopende; niet meer een alomvattend wezen maar een die durft mij en iedereen te vragen om mee te werken aan de schepping. En als ik en iedereen iets doet, met zijn of haar eigen gaven, talenten, dan ik dat goed. Alle kleine beetjes helpen. Medeverantwoordelijk zijn.
Ik vind het leuk om gevraagd te worden om aan iets mee te doen. Het geeft een gevoel van: ja, ik hoor erbij, iemand heeft mij nodig. Ik mag dan altijd nee zeggen, maar het feit om uitgenodigd te worden doet goed, is opbouwend. Het komt over als goed nieuws. En na al dier verhalen over vluchtelingen die verdrinken, over de zeeën die vervuild raken door weggegooid plastic, over dodelijke bosbranden, aardbevingen, over aanslagen die veel levens kosten, na dit alles en nog zoveel meer komt dit goed nieuws wel aan, en doet vertrouwen groeien, en hoop.
Er zijn mensen, medemensen genoeg die bereid zijn om samen te werken aan de verbetering van het leven.
En die evangelielezing die we gehoord hebben, wat heeft die hiermee te maken?! Inderdaad een raar verhaal, waarschijnlijk toegevoegd door de schrijver in een tijd waar niet-joden de weg van die man Jezus wilden gaan volgen. De joodse voedselwetten die Jezus had op zich genomen, waren door mensen gemaakt, niet door de Heer. Wat de Heer wil, zegt Marcus, is een goed hart, puur en rein, dat goede dingen doet en voortbrengt, en de wereld mooier maakt. Al die onreine dingen die Jezus noemde zijn negatief; de goede dingen zijn opbouwend en bevorderen het samenwerken tussen mensen. En dit is uiteindelijk wat die Heer wil. Ik heb jullie nodig. Wees goed voor jezelf en voor elkaar en werk samen.
Geloofslied: zat: Ga dan op weg
zon: Niet op een troon van alleen
Voorbede:
Zat: Geef ons kracht
zon: Keer u om naar ons toe
1. Eeuwige, als trouwe luisteraar wil ik bidden
voor hen die keer op keer teleurgesteld raken
in hun plannen en in hun goed bedoelde initiatieven,
voor hen die te veel hebben zien mislukken;
dat geloof en inzicht bij hen mogen toenemen..
2. Eeuwige, ik wil bidden
voor hen die belangrijke beslissingen moeten nemen,
voor hen die keuzes moeten maken
waar het welzijn van anderen van afhangt;
dat ze zich kunnen bevrijden van angst en onzekerheid…
3. Eeuwige, ik wil bidden
voor hen die een groot verdriet met zich meedragen,
voor hen die spijt hebben over begane fouten
en die proberen nieuwe wegen naar de toekomst te gaan;
dat zij zich weten niet alleen te zijn…
4. Intenties: Mevr. Vaes; Lies Hummelman
Koester de namen
Tafelgebed
Niemand ontkomt aan uw gezicht,
geen mens verbergt zich voor uw licht
want Gij zijt van oudsher
de God die met ons gaat.
Gij roept om aandacht, recht en brood
in al die mensen die geschapen zijn
naar uw beeld.
Gij hebt de ellende van uw mensen gezien
zoals eens van uw volk in Egypte.
Geef ons uw ogen.
Zullen ooit de machten van geld en bezit
luisteren naar de armen der aarde?
Zal ooit de winzucht het afleggen
tegen het verlangen naar gerechtigheid?
Zullen we eindelijk de stem horen
van hen, die schreeuwen om recht?
Gij, die het jammeren van uw volk
hebt gehoord,
zoals eens in dat slavenland
Geef ons uw oren.
Jezus Salvator was altijd op weg
naar bedreigden, speurend naar hoop voor de minsten:
Waar Hij kwam gingen ogen en oren open
werden brood en vis, geld en goed gedeeld
groeide uit bijna niets voor een
overvloed voor allen.
Hem indachtig, bidden we voor ons allen:
dat we leren kiezen voor Zijn weg
Help ons hier en nu van zijn droom.
een welgemeend en vurig teken te maken:
dat oude gebaar van breken en delen
tot leven te brengen
Wij denken aan wat Hij deed
toen Hij op die laatste avond
brood nam en brak,
het uitdeelde en zei:
Dit ben ik zelf in jullie,
beschikbaar, breekbaar,
samen een lichaam.
En ook de beker
liet Hij toen rondgaan
met de woorden:
Neemt deze beker van mij over
het is mijn bloed
vergoten voor hen
die anders willen leven.
Dit is een nieuw begin
een verbond dat de wereld heel maakt.
Die dag zal komen dat wij, vol van Geest
bekeerd en luisterend naar de armen
samen aan tafel liederen zingen
van vrijheid en vrede,
van goed land en brood genoeg.
Want zo zijt Gij onze God en Vader
midden onder ons.
We bidden die toekomst naar ons toe
met de woorden die Jezus ons gegeven heeft:
ONZE VADER……
Vredeswens: Maak mij tot een bedding
Breken en delen van brood en wijn:
Zat: Geef mij je hand
zon: Zo vaak wij delen
Mededelingen:
Bloemetjes: – Marissa (straatkrant) – oma geworden
– Riet Kaanders, ivm verhuizing.
Slotgedachte: uit Kameroen.
Wie alleen loopt raakt de weg kwijt. Wie dan valt heeft niemand om te helpen, en wie dan schreeuwt heeft niemand die hoort. Twee voeten heb je slechts, twee armen en twee ogen. Maar in de gemeenschap heeft ieder duizend handen en duizend voeten.
In de gemeenschap loopt niemand alleen.
Zegen en wegzending:
Slotlied: zat: Vervuld door uw zegen
zon: Wonen overal.