VERDEEL HET ONDER DE ARMEN 13 &14 oktober 2018
voorganger: Tony de Meulder
zondag zingt Melodiek
OPENINGSLIED:
Voor mensen die naamloos / Onstilbare tonen
Paaskaars wordt aangestoken
WELKOM:
Welkom aan u allen in deze viering van onze geloofsgemeenschap. Iedereen is hier welkom wie of wat je ook bent. We komen vanmorgen samen in deze viering, waarin wij kunnen zingen, naar verhalen luisteren, bidden, even stil worden, op adem komen.
Het thema van deze viering is: “Verdeel het onder de armen.”
Verkoop wat je bezit”,
dat is Jezus’ taal in het evangelie van vandaag.
Uit handen geven, dat is nu juist waarmee wij, mensen,
zo’n moeite hebben.
Alles zelf in handen houden, ons leven veilig stellen met geld en goed, met aanzien en macht, dat is wat we graag willen.
Maar de verhalen uit de traditie laten ons vandaag iets anders horen “als je op die manier je leven wilt winnen, zou je het wel eens kunnen verliezen.”
Maken wij het een moment stil en brengen wij onze gedachten en gebeden op Godshoogte.GEBED:
God, van alle mensen,
jouw droom over ons wordt waar
als wij niet de grootste willen zijn,
maar ons inzetten voor de anderen.
Open ons hart voor jouw Woord
en geef ons een krachtig geloof,
opdat jouw liefde en trouw
zichtbaar worden in onze woorden
en onze manier van leven. Amen.
ACCLAMATIE: Zaterdag: God geeft de mens woorden van waarde
Zondag: Gij die een en eeuwig zijt
EERSTE LEZING: DEUTERONOMIUM. 15. 1-11
Om de zeven jaar moet u een kwijtschelding houden. Bij deze kwijtschelding gaat het als volgt: Ieder die iets aan zijn naaste heeft geleend, moet hem die schuld kwijtschelden. Hij mag zijn naaste of broeder niet tot betaling dwingen, omdat er een kwijtschelding ter ere van de HEER is uitgeroepen. Een buitenlander mag u tot betaling dwingen, maar wat uw broeder van u heeft, moet u hem kwijtschelden. Er zullen bij u trouwens geen armen zijn, want de HEER uw God zal u overvloedig zegenen in het land dat Hij u in eigendom geeft, als u tenminste gehoor geeft aan wat de HEER uw God zegt, en al de geboden nauwgezet volbrengt die ik u heden opleg. De zegen van de HEER uw God zal op u rusten, zoals Hij beloofd heeft. U zult aan veel volken leningen verstrekken, maar zelf niets hoeven te lenen. U zult over veel volken heersen, maar zij zullen niet heersen over u. Is in een of andere stad van het land dat de HEER uw God u schenkt, een van uw broeders tot armoede vervallen, dan moet u niet hard zijn voor uw arme broeder en uw beurs niet voor hem dichthouden. U moet die integendeel wijd openen en hem alles lenen wat hij tekortkomt. En laat niet de lage gedachte bij u opkomen dat het zevende jaar, het jaar van de kwijtschelding, nabij is, zodat u geen medelijden toont met uw arme broeder en hem niets leent. Want als hij zich tegen u op de HEER beroept, dan wordt u schuldig bevonden. Geef met milde hand en met een blij gemoed. Als u dat doet, zal op al het werk dat u onderneemt de zegen rusten van de HEER uw God. Armen zullen er altijd blijven in het land; juist daarom gebied ik u: open uw beurs wijd voor uw behoeftige en arme landgenoot.
LIED: Zaterdag: De wijze woorden
Zondag: Wie mag te gast zijn in uw tenten
EVANGELIE: MARCUS 10. 17-31
In die tijd toen Jezus zich op weg begaf, kwam er iemand aanlopen. Hij knielde voor Hem neer en vroeg Hem: ‘Goede Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwig leven?’ Maar Jezus zei tegen hem: ‘Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed, alleen God. De geboden kent u: Niet doden, geen echtbreuk plegen, niet stelen, niet vals getuigen, niemand oplichten, uw vader en uw moeder eren.’ Hij zei Hem: ‘Meester, aan dat alles heb ik mij van jongs af gehouden.’ Jezus keek hem aan en ging van hem houden. Hij zei hem: ‘Aan één ding ontbreekt het u nog: ga verkopen wat u hebt en geef het aan de armen, en u zult een schat hebben in de hemel. Kom dan terug om Mij te volgen.’ Maar hij verstrakte bij dat woord en ging verdrietig weg, want het was iemand met veel bezit.
Jezus liet zijn blik rondgaan en zei tegen zijn leerlingen: ‘Wat is het toch moeilijk voor mensen met geld om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ De leerlingen schrokken van zijn woorden. Maar Jezus ging door en zei opnieuw tegen hen: ‘Vrienden, wat is het toch moeilijk om het koninkrijk van God binnen te gaan. Een kameel komt gemakkelijker door het oog van een naald dan een rijke in het koninkrijk van God.’ Daar schrokken ze nog meer van en ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ Jezus keek hen aan en zei: ‘Bij de mensen kan dat niet, maar bij God wel, want bij God kan alles.’ Toen begon Petrus tegen Hem: ‘Kijk, wij hebben toch maar alles achtergelaten en zijn U gevolgd.’ Jezus zei: ‘Ik verzeker jullie, er is niemand die zijn huis, broers, zusters, moeder, vader, kinderen of landerijen heeft achtergelaten omwille van Mij en omwille van de goede boodschap, of hij krijgt nu in deze tijd een honderdvoud aan huizen, broers, zusters, moeders, kinderen en landerijen, vervolgingen inbegrepen, en in de komende wereld eeuwig leven. Vaak zullen de eersten de laatsten zijn en de laatsten de eersten.’
ACCLAMATIE: Deze woorden aan jou opgedragen
OVERWEGING:
‘Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?’ Is zo’n vraag al eens in uw/jouw hoofd opgekomen? Wat vraagt die man uit het evangelie eigenlijk? Er staat: hij wil het eeuwige leven verwerven. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
We horen in het evangelie bij het laatste Avondmaal een gelijksoortige vraag. Daar laat de evangelist Johannes zien dat we God kunnen kennen door zijn zoon die Hij gezonden heeft.
Wat is dus eeuwig leven? God kennen. Maar hoe leren wij God kennen?
Dat bereik je blijkbaar niet door de geboden te onderhouden, al doe je dat nog zo goed. De man uit ons verhaal zegt dat hij dat allemaal van jongs af aan gedaan heeft, en toch vraagt hij wat hij nou moet doen om het eeuwig leven te verwerven, om God te kennen. Dan is het goed te beseffen dat in de bijbel het woord ‘kennen’ een heel intieme betekenis heeft. Datzelfde woord ‘kennen’ wordt ook gebruikt voor seksuele gemeenschap. Zo staat er aan het begin van de bijbel: ‘Adam kénde zijn vrouw Eva: zij werd zwanger en baarde een zoon.’ Kunt u nagaan wat Jezus ons toewenst als hij bidt dat wij God en hem zouden mogen kennen… En dat is blijkbaar ook waar die man uit het verhaal naar verlangt, wellicht zelfs zonder het precies te beseffen.
Maar toch… het blijft moeilijk.
Huub Oosterhuis zegt: ”Waar ziet men God? Waar geen gisteren en morgen is; waar een hier is en een nu, daar ziet men God.”
Het gaat om ontmoeting. In het hier en nu gebeurt het woord van God. Ontmoetingen van mensen worden ontmoetingen van God. Dat is iets anders dat een belijdenis van leerstellingen, of het onderhouden van morele voorschriften, ethische gedragscodes, of het vieren van rituelen of het opzeggen van gebeden.
Het evangelie van vandaag laat ons zien dat iemand door gewone dingen verhinderd kan worden, het bestaan van God te zien. De man had vele bezittingen waar hij aan vast zat. Het gaat er niet om dat iemand veel bezit, maar wel dat iemand eraan vast zit. Het werd voor hem een belemmering om Jezus van Nazareth te volgen.
Het antwoord van Jezus komt korzelig over.
Je voelt bij Jezus de irritatie als de man zegt: “Goede meester. Waarom noem je mij goed?” Het is de benadering waarop de man de goedheid van Jezus benadert, die is niet goed. Hij blijft aan de buitenkant hangen.
In die nieuwe wereld, dat wij het rijk van God mogen noemen. Gaat het niet om de buitenkant. Daar gaat het om gelijkwaardigheid, dat je jezelf mag zijn wie of wat je bent. Dat de ander mag zijn of worden waar hij of zij toe bedoeld is. Dat we zoals in de eerste lezing leren vergeven of zelfs verzoenen. Dat we onze bezittingen, talenten en al wat we hebben onder der armen verdelen. En niet zoals kloosterlingen zeggen die grappig willen zijn: ik heb de armoede afgelegd en nu verdeel ik het onder (mijn) armen. Hier een beetje en daar een beetje.
Beste mensen, het is niet voor niets dat jezus vandaag weer het huis uitgaat om op weg te gaan naar Jeruzalem. Dat is een uitnodiging aan ons allemaal om onze huizen te verlaten, de Heer achterna.
Of zoals Augustinus het verwoordt, “Trek verder” onderweg gebeurt het.
Het gaat er nog wel veel meer om dat we bereid zijn om onze vastgeroeste gewoonten achter ons te laten. Dat we nieuwe mensen worden die ons geloof als een uitdaging zien.
Met de Eeuwige en elkaar op weggaan naar een leven dat méér inhoudt!
Wie vast blijft zitten in een levenswijze die al tot het graf uitgestippeld lijkt; wie het er vooral om te doen is ongestoord verder te kunnen leven; wie niet bereid is de loodzware ketenen die we met ons meeslepen los te maken, die zal in het leven die nieuwe wereld niet ervaren.
Het verhaal van de rijke jongeman lijkt sterk op de parabel van de barmhartige Samaritaan. Daar is het een wetgeleerde die vraagt wat hij moet doen om het eeuwig leven te beërven en ook daar worden de twee belangrijkste geboden geciteerd als antwoord, maar toch ziet de wetgeleerde de concrete noden van zijn medemens niet. ‘Wie is mijn naaste?’ (Lucas 10,25-29). Die vraag van de wetgeleerde is dezelfde als die van de rijke jongeman. Beide kenden ze de geboden, maar ze hadden geen oog voor de naaste in nood. Ze kenden het Woord van God wel, maar ze voerden het niet uit. Ze trachtten zich door hun vragen te onttrekken aan de concrete gehoorzaamheid. Niet vragen of twijfelen, maar doen is de boodschap. ‘Wie is mijn naaste?’ is een foute vraag. Ik ben het zelf die geroepen wordt tot daden van liefde, tot werken van barmhartigheid, tot eenvoudig handelen.
Die rijke jongeman is geen uitzondering. Het gaat niet om de machtigen der aarde. Het gaat over iedereen, over elk van ons. De leerlingen vragen immers niet: ‘welke rijke kan dan nog gered worden?’ maar wel: ‘wie kan dan nog gered worden?’ Wij behoren ook zelf tot die rijken, voor wie het zo moeilijk is het koninkrijk van God binnen te gaan. Wij staan voor de keuze. Het hachelijkste punt voor in onze samenleving, in onze wereld eigenlijk, is de bereidheid van de mensen tot herverdeling van de welvaart en de goederen. Onze overvloed is niet evident.
De grootste honger en armoede uitbannen, onderwijskansen voor iedereen, kindersterfte verminderen, de gelijke behandeling van mannen en vrouwen, toegankelijke gezondheidszorg en werken aan een duurzaam milieu, dat alles klinkt evident in onze oren, maar voor de meerderheid van de wereldbevolking is dat alles problematisch.
Augustinus stelde ooit de vraag over onze wereld: ‘Waarom zijn wij bedroefd en maken we ons beklag bij God? Men zegt: omdat de wereld slecht is. Maar wat is een slechte wereld? Toch niet de hemel of de aarde, of het water? Toch niet de vissen, of de vogels of de bomen? Die zijn alle goed. Maar slechte mensen maken de wereld slecht. En goede mensen maken de wereld goed. Wij zijn de tijd: zoals wij zijn, zo is de tijd, onze tijd.’ Welke invloed zullen wij, christenen, nalaten op het beeld van onze tijd? Laten we van de wereld een plek maken waar het goed is om te wonen voor iedereen, zodat God ziet dat zijn schepping inderdaad ‘goed’ is.
Dat heeft de man uit het evangelie van vandaag in elk geval goed begrepen, want hij gaat op Jezus af. De man beseft dat hij met zijn leven een andere kant op wil. Bij Marcus gaat het om zomaar iemand terwijl er in het Mattheüsevangelie over een jongeling wordt gesproken.
Het lijkt alsof Marcus wil zeggen dat je op elke leeftijd op Jezus af kunt gaan. Dat je nooit of te nimmer te jong of te oud bent om Jezus de grote vragen van je leven voor te leggen.
Amen.
GELOOFSLIED: Zaterdag: Wij zochten U, o Heer
Zondag: Ik zal in mijnhuis niet wonen
COLLECTE
De gaven van brood en wijn worden op tafel gezet
INSTRUMENTALE MUZIEK
VOORBEDE
ACCLAMATIE: Luister Heer, ontferm U / Koester de namen
-Bidden wij voor mensen die er niet meer in geloven
dat het visioen van een nieuwe wereld, werkelijkheid kan worden.
Dat zij kracht ontvangen
en zich niet uit het veld laten slaan door momenten van ongeloof.
Dat zij mensen ontmoeten die hen weer op weg helpen.
Laten we bidden…
-Bidden we voor mensen die bij ons hun toevlucht zoeken,
vreemdelingen, vluchtelingen, ontheemden, asielzoekers gescheiden mensen en mensen met een seksuele diversiteit.
Dat zij zich beschermd weten in onze samenleving
en dat zij voelen dat ze mensen zijn om van te houden.
Laten we bidden…
-Bidden wij voor mensen in onze nabije omgeving.
Dat zij een groeiende verbondenheid ervaren door solidariteit,
goede werkverhoudingen en leefbare verstandhoudingen binnen de geloofsgemeenschappen.
Laten we bidden voor onze overleden…
INTENTIEKAARSJE OP TAFEL WORDT ONTSTOKEN
TAFELGEBED
Gij, Vader door alle tijden gezien en gevierd
als bron van leven, gezocht
vermoed voorbij de dood
van wie wij vol zijn zonder het te weten,
aan wie wij hangen zonder het te beseffen;
die wij noemen met dierbare namen:
Leven, Liefde, Trouw, een Hemel van Geluk
die ons wacht Gij van wie gezegd wordt
dat Gij de mens met zorg uit aarde
hebt geboetseerd
en als een kunstenaar uw ziel in hem gelegd;
Gij die hem het leven hebt ingeblazen
en zo met U en al wat adem heeft hecht verbonden
Gij die wordt geroepen
wanneer de nood het hoogst is;
die wordt gevoeld wanneer het leven pijn doet;
die nadert waar alles wijkt;
die wordt gezien in diepe nacht
Gij God en Vader,
Gij hebt uw ware gezicht laten zien in die ene mens,
Jezus Christus ons ‘n naaste, U een zoon geworden.
Hij keek en luisterde blij
en onbekommerd naar vogels en bloemen;
maar moest huilen om de dood van een kind,
het verlies van een vriend.
Hij wees op de bomen en leerde ervan:
Al verliezen ze hun tooi en staan ze naakt in de winter,
straks in de lente botten ze uit;
maar zag met angst en beven zijn uur naderen.
Hoog op de berg, verrukt van U, straalde hij van geluk;
maar aan het kruis schreeuwde hij vertwijfeld:
God, mijn God, waar ben je nu?
Op het laatst heeft hij met het brood in zijn handen gezegd:
‘Dit ben ik en ik verzeker u dat ge zult eten en drinken aan mijn tafel in Vaders huis; neem en eet.’
Zijn beker droeg hij over en zei: ‘Deel deze beker samen, geef hem door, want ik zal er niet meer van drinken voordat alle leven in God is voltooid; maak een nieuw begin.’
Met gebroken ogen heeft hij ten slotte kunnen uitbrengen: ‘Vader, in uw handen leg ik me neer’. Tot meer is een mens niet in staat.
Zoals Hij voelde voor het leven, leefde met de mensen, vertrouwd was met de Vader, had de dood geen vat op Hem, moest het leven overwinnen. In Hem, met Hem en door Hem zal het leven dat wij delen eens voor altijd worden voltooid.
Daarom vieren wij Hem, om naam te geven aan wat wij hopen en vermoeden: alle leven hangt aan God, aan God die liefde is en niets en niemand vallen laat.
ONZE VADER
VREDESWENS:
Alleen het brood dat we samen delen, voedt.
Alleen het water, dat we samen drinken, lest onze dorst.
Alleen de strijd die we samen voeren, brengt bevrijding.
Alleen de kleren die we samen delen, maken mooi.
Alleen de woorden die we samen vinden, zijn verstaanbaar.
Alleen de weg die we samen gaan, heeft een doel.
Alleen het doel dat we samen stellen, is bereikbaar.
Alleen de vrede die we zelf maken,
wordt wereldwijd.
Die vrede wensen wij elkaar toe.
VREDESLIED:
Zaterdag: Het graan dat van de velden komt
Zondag: Waar vriendschap is en liefde daar is God.
COMMUNIE
LIED:Zaterdag: CD Enya, Marble Halls
Zondag: Waar staat een gedekte tafel
GEBED:
God van liefde, Jij neemt geen vrede met een wereld
waarin nood en rijkdom naast elkaar bestaan.
Jij wilt dat alles anders wordt
en dat ook wij ons omkeren,
weg van macht en hebzucht.
Maak jouw kijk tot de onze.
Sterk onze handen en voeten
zodat wij jouw Boodschap uitdragen,
vandaag en alle dagen tot in eeuwigheid. Amen.
MEDEDELINGEN
SLOTGEDACHTE:
Om niet
Zeg eens
Wie heeft de aarde betaald en wie de hemel
Wie de bloementrossen en wie de wolken
Wie het rietgras
De boterbloemen en de blaadjes van de bomen.
Wie de dauwdruppel
Wie de hagewinde
Wie de vlinders
Wie de vader
Wie de moeder
Wie het kind
Zeg eens
Wie heeft jou betaald
En wie mij
Wie het begin en het einde
En wie het totaal
Het is: OM NIET
ZENDING EN ZEGEN
Jezus’ radicale oproep in het evangelie
is een uitnodiging aan elk van ons,
om wat we hebben aan talenten en aan mogelijkheden,
te delen met anderen.
Moge de Eeuwige ons kracht geven om elke dag te delen
en het beste van onszelf te geven,
Moge Hij met ons meegaan + Vader, Zoon en H. Geest. Amen.
SLOTLIED:
Zaterdag: Honderden duizend bloemensoorten zijn er.
Zondag: Dat een nieuwe wereld komen zal.