Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 24 – 25 sept 2016
Thema: Over dromen, stijgen en dalen
Voorganger: Ed Andriessen
Muzikale ondersteuning: Melodiek

Openingslied za: Zomaar een dak
zo:
Onstilbare tonen

Welkom en inleiding
Welkom. Ik ben een dromer. Meestal weet ik bij het ontwaken of ik gedroomd heb maar ik kan me lang niet altijd herinneren wát ik gedroomd heb. En ik denk dat dat niet weten ook een functie heeft. Toen ik nog volop actief was in het arbeidsproces vervulde ik lange tijd functies waarin ik regelmatig werd geconfronteerd met morele dilemma’s. En ik had een bepalende rol in de wijze waarop met deze dilemma’s werd omgegaan. Hoewel het natuurlijk niet echt de bedoeling is nam ik –zoals dat heet- deze dilemma’s nogal eens mee naar bed. Niet vreemd natuurlijk dat dit dan de bron bleek van een droom. Een droom, die –als ik me hem herinnerde- het dilemma heel erg uitvergrootte, soms tot in het bizarre toe. Maar, als ik dan ontwaakte en de droom bij mezelf weer opriep hielp het me wel om het in het juiste perspectief te zien.
We luisteren vandaag naar verhalen van dromers, zowel in de tijd van Genesis als in het heden; dromen waarin ladders een bepalende rol vervullen. Maar laten we eerst ruimte maken in onszelf en openen met een gedicht van Vazalis.

Openingsgedicht – Uit: Parken en woestijnen
Ik droomde, dat ik langzaam leefde ….
langzamer dan de oudste steen.
Het was verschrikkelijk: om mij heen
schoot alles op, schokte of beefde,
wat stil lijkt. ‘k Zag de drang waarmee
de bomen zich uit de aarde wrongen
terwijl ze hees en hortend zongen;
terwijl de jaargetijden vlogen
verkleurende als regenbogen …..
Ik zag de tremor van de zee,
zijn zwellen en weer haastig slinken,
zoals een grote keel kan drinken.
En dag en nacht van korte duur
vlammen en doven: flakkerend vuur.
De wanhoop en welsprekendheid
in de gebaren van de dingen,
die anders star zijn, en hun dringen,
hun ademloze, wrede strijd ….
Hoe kón ik dat niet eerder weten,
niet beter zien in vroeger tijd ?
Hoe moet ik het weer ooit vergeten ?

Lied za: Wek mijn zachtheid weer – zo: Verberg uw aangezicht niet voor mij

Inleiding op de lezingen
We hebben de vorige week het verhaal gehoord over de geboorte van Ezau en Jacob, de tweelingzonen van Isaac en Rebecca. We hebben gehoord hoe Jacob op een slinkse manier Ezau zijn eerstgeboorterecht afhandig maakt waardoor hij zich ten koste van zijn eerstgeboren broer de positie verwerft van hoofd van de familie en een dubbel deel van de erfenis krijgt als zijn vader komt te overlijden. Maar daar blijft het niet bij. Het verhaal gaat verder en leert ons dat hij ook nog met hulp van zijn moeder zijn oude, blinde vader misleidt en zo ook nog zijn vaders’ zegen in de wacht sleept die dat eerstgeboorterecht compleet maakt. Maar Ezau zint op wraak en zegt hem te zullen doden zodra hun vader is overleden. Gewaarschuwd door zijn moeder slaat Jacob daarom op de vlucht. En op dit punt begint de eerste lezing van vandaag.
De tweede lezing is genomen uit een blog van Hans Korteweg, leraar en schrijver. In zijn blogs schrijft hij onder andere over het leven met zijn vrouw Hanneke, die lijdt aan dementie.

Eerste lezing  Genesis 28, 10-22
Jakob vertrok uit Berseba en ging naar Haran. Nadat de zon al was ondergegaan, wilde hij op een bepaalde plaats overnachten. Een van de stenen die daar lagen nam hij als hoofdkussen en hij viel op die plaats in slaap. Hij kreeg een droom en zag een ladder die op de aarde stond en waarvan de top tot in de hemel reikte. Langs die ladder stegen Gods engelen op en daalden zij neer. Ineens stond de HEER bij hem en zei: ‘Ik ben de HEER, de God van uw vader Abraham en de God van Isaak. Het land waar u op ligt, zal Ik aan u en aan uw nakomelingen geven. Uw nageslacht zal als het stof van de aarde zijn; u zult zich uitbreiden naar het westen en het oosten, naar het noorden en het zuiden; om u en uw nakomelingen zullen alle geslachten van de aarde zich gezegend* beschouwen. Ik ben met u; Ik zal u behoeden waar u ook bent, en u terugvoeren naar dit land. Want Ik zal u niet verlaten tot Ik mijn belofte heb vervuld.’
Jakob werd wakker en riep uit: ‘Waarlijk, de HEER is op deze plaats en ik wist het niet.’ Hij werd bang en zei: ‘Ontzagwekkend is deze plaats! Dit kan niet anders zijn dan het huis* van God en de poort van de hemel.’ De volgende ochtend zette Jakob de steen waar hij met zijn hoofd op had gelegen, als een wijsteen* overeind en goot er olie over uit. Hij noemde die plaats Betel; vroeger heette die stad Luz. Jakob legde de volgende gelofte af: ‘Als God met mij is en mij beschermt op de reis die ik nu onderneem, als Hij mij voedsel geeft om te eten en kleding om mij te bedekken, en als ik ongedeerd naar mijn ouderlijk huis terugkeer, dan zal de HEER mijn God zijn. En deze steen, die ik als heilige steen opricht, zal het huis van God zijn; en van alles wat U mij schenkt, zal ik U tienden geven.’
Lied za: Gij spreekt zo zwart als de nacht – zo: Naar U levende, klimt mijn ziel

Tweede lezing (uit een blog van Hans Korteweg)
Een paar dagen geleden had ik een droom die gaat over het perspectief van de ziekte van mijn vrouw, Hanneke, en de gevolgen die dit perspectief heeft voor onze verhouding en alsof dat nog niet genoeg is voegt de droom daar nog een lichtende boodschap aan toe. De droom zegt om te beginnen: ‘Maak je geen illusies, dit is het ziekteverloop, hier gaat het naar toe, onafwendbaar.’ En dan, net wanneer de noodlotstekening compleet lijkt te zijn, komt er een plotwending, waardoor alles opeens toch in een ander licht komt te staan.
Nu de droom. Ik droomde dat Hanneke verliefd was geworden op de kapitein van een luchtschip dat zich ergens hoog in de hemel bevond en dat de liefde wederzijds was. Zij keek steeds omhoog of zij hem daar ergens kon zien.
Ik stond erbij en ik keek ernaar. Nuchter en verdrietig tegelijk. Ik was in het begin even jaloers geweest op hun liefde, maar die jaloezie loste snel op. Het was zo, er was geen schuld. Ik nam het haar niet kwalijk, ik was ook niet boos of somber, maar ik voelde mij wel eenzaam en verlaten. Hoe moest ik verder leven? Het was mij duidelijk dat zij de kapitein niet zou opgeven, wat ik ook probeerde, en ik merkte aan alles dat haar aandacht voor mij afnam.
Toen wierp de kapitein van bovenuit een soort touwladder omlaag. Hanneke klom omhoog en de kapitein trok tegelijkertijd de touwladder met rukjes omhoog. Zij verdween uit het zicht. Enige tijd later vernam ik dat zij zich van mij had laten scheiden en dat zij daarboven was getrouwd met de kapitein van het luchtschip. Ik stond in mijn eentje hier beneden. Ik voelde mij verlaten – dat is het beste woord.
En toen gebeurde er iets merkwaardigs: ik wist dat zij daarboven was met die andere man, dat zij daar gelukkig was met hem en ik gunde het haar. Meer dan dat: het drong tot mij door dat zij de liefde had gevolgd en dat dit het enig juiste was. Ik kon geen bruiloftscadeautje sturen, maar ik wilde het wel.
Lied za: God bewaar mij – zo: Blijf niet staren op wat vroeger was

Overweging
Waar het leven voor Jacob en voor anderen door zijn eigen schuld onleefbaar is geworden slaat hij op de vlucht en laat alles achter wat hem vertrouwd is. Eenmaal uitgeput en nadat de zon al was onder gegaan legt hij zijn hoofd te rusten op een steen. “Nadat de zon al was onder gegaan” kun je hier zowel lezen als een letterlijke betekenis als een beschrijving van de gemoedstoestand van Jacob, die – het ken bijna niet anders – zich toch gevangen moet voelen in een net van angst, schuld en schaamte. En je zou verwachten dat hij met alles wat hij op zijn kerfstok heeft, bezocht zou worden door een nachtmerrie. Maar niets is minder waar. Hij droomt over engelen die langs een ladder op en neer klimmen naar de hemel. Een prachtig beeld natuurlijk omdat engelen kind aan huis heten te zijn in de hemel, maar geacht worden hun werk te doen op aarde. Maar waarom lopen zij op en af? Ds. Nico ter Linden verwoord het als volgt: “Opstijgend dragen zij Jacobs’ nood omhoog, zijn schaamte, zijn schuld, zijn verdriet om wat was en zijn angst voor wat komen gaat. Afdalend dragen zij Gods’ vertroostingen met zich mee.”
Een droom die laat zien dat als je bereid bent in de donkere spelonken van je ziel te treden, oog durft te hebben voor de schaduwkanten van je bestaan en je er zelf mee durft te confronteren je ook weer kunt groeien naar het licht.
En gelukkig…….engelen bestaan. Nog steeds. Engelen van mensen die blijven geloven in het goede van de mens, die iemand niet afschrijven na een misstap, maar bereid zijn iemands schuld, iemands schaamte, iemands nood en verdriet mee te dragen en hem of haar zo tot steun te zijn. Zo wordt ook nu nog de Jacobsladder bestegen en afgedaald. Door engelen van mensen die nogal eens tegen de heersende opinie in moeten werken, omdat we in een wereld leven waar de roep om wraak steeds luider gehoord wordt. Omdat we in een wereld leven waarin vooral gekwetste en kwetsbare mensen de schuld in de schoenen geschoven krijgen voor de problemen in onze samenleving. Een wereld waarin vrijheid en solidariteit een moeilijke strijd te strijden hebben. Een wereld waarin engelen onontbeerlijk zijn en we hen moeten behoeden voor de ook bij hen toenemende neiging wat in hun schulp te kruipen. Een voorbeeld: als je soms ziet hoe mensen, die hun hart hebben opengesteld voor vluchtelingen worden bejegend door mensen die daar geen enkel begrip voor hebben slaat de angst je om het hart.
-stilte-
Je kunt Jacobs’ droom, net als de droom die als tweede gelezen is, in ieder geval duiden als een zichtdroom, een droom die je helpt zicht te krijgen op wat er ten diepste aan de hand is. Een droom die je ook helpt om in ons wakend bestaan een weg te vinden in de problemen waarmee we ons geconfronteerd weten.
In de droom van Hans over Hanneke en de kapitein van het luchtschip wordt duidelijk dat Hans vreselijk worstelt met zijn gevoel meer en meer verlaten te worden naarmate de dementie van Hanneke voortschrijdt. De Hanneke door de kapitein toegeworpen ladder en haar besluit om deze te bestijgen, onttrekt haar definitief aan zijn gezicht. Het is menselijk dat angst en jaloezie zijn deel zou zijn, maar niets van dat. Hij ziet in zijn droom dat Hanneke zich van hem verwijdert door zich volledig over te geven aan haar liefde voor de kapitein. Hij beseft dat Hanneke die gedroomde ladder niet beklimt omdat zij door het lot wordt gedwongen, maar uit liefde. Hij beseft dat het niet alleen die vreselijke ziekte is die haar het aardse bestaan van tijd en ruimte doet verlaten, maar ook de liefde. Hij beseft dat het niet om hem draait, maar om haar. Hij kan haar niet vasthouden en deze droom laat hem zien dat hij Hanneke haar liefdesweg moet laten gaan.
Wat een bijzondere droom, een jakobsladder in deze tijd. Ik moet eerlijk zeggen dat ik best wel een tijd op dit verhaal heb zitten kauwen. Het heeft me uiteindelijk wel een ander perspectief gegeven van waaruit je naar dementie kunt kijken, naar de weg die partners gaan als een van hen door deze ziekte getroffen wordt. Maar …..in alle eerlijkheid…..ik weet echt niet of ik, als ik in deze situatie zou geraken, de moed heb om de ander de ruimte te laten zich te bekennen tot de liefde voor de kapitein van een luchtschip of welk ander beeld zich in mijn dromen aandient.
Ik denk dat het goed is om op dit moment even stil te worden en ons over te geven aan een korte meditatie.
-stilte-
Droom je een engel die onverveerd en toegewijd
tot grote hoogten stijgt.
Die sans rancune en ijdelheid
naar troost en liefde neigt.
Vol van hemelrijk bravoure
duik je de diepte in en vind
de mens daar ver van huis,
dolend als een angstig kind,
omgeven door een warrig spinsel
van niet meer weten hoe en wat,
het perspectief verloren.
En je vraagt je in gemoede af:
Wat willen zij van mij nu horen?
Geloofslied za: Wij leven op aarde – zo: Nu nog met halve woorden

De tafel wordt klaargemaakt en er wordt gecollecteerd.

Voorbeden
Eeuwige, help ons te blijven dromen van een liefdevolle wereld, zelfs in een tijd waarin dergelijke dromen bedrog lijken te zijn. Help ons de weg te vinden waarlangs wij deze dromen tot werkelijkheid kunnen maken.

Jij die onze gedachten raadt

Eeuwige, help alle engelen in ons midden te blijven wie en wat ze zijn. Help hen om de tegenkrachten de baas te blijven.

Jij die onze gedachten raadt

Eeuwige, help alle verwanten van mensen die lijden aan dementie om een goede omgang te vinden met hun gevoel reeds bij leven verlaten te worden. Help hen ook zichzelf niet te verliezen.

Jij die onze gedachten raadt

Eeuwige, help ons er te zijn voor allen die in ons intentieboek zijn opgenomen. Help ons in herinnering te houden, de dromen van allen die ons in de dood zijn voorgegaan, vandaag in het bijzonder….
Jij die onze gedachten raadt

Tafelgebed
Eeuwige, jij spreekt tot mensen in dromen en visioenen,
die hen de kracht geven hun weg te gaan.
Jij maakt hen
van stotteraars tot enthousiaste redenaars,
van bange, kleine mensen tot mensen vol geloof,
die bergen kunnen verzetten.
Zo heb jij ook tot ons het woord gericht,
In de persoon van Jezus van Nazareth:
beeld van jouw goedheid,
beeld van jouw droom over de mens.
Hij leefde onder de mensen
en droomde van een volk,
van nieuwe mensen die,
één van geest en één van hart,
zich geroepen weten tot elkaars geluk

Op de avond, toen Zijn tegenstanders hem naar het leven stonden,
heeft Hij brood in Zijn handen genomen,
zijn ogen opgeslagen naar jou,
de zegen uitgesproken,
het brood gebroken en met zijn leerlingen gedeeld
in de verwachting dat zij dit gebaar begrepen
en het voortdurend zouden herhalen.

Zo nam hij ook, toen zij gegeten hadden,
de beker in zijn handen.
Hij sprak de zegen en het dankgebed,
reikte hem over aan zijn leerlingen en zei:
‘Neem deze beker, en drink hier allen uit,
want dit is de beker van het nieuwe, altijddurende verbond.
Blijf dit doen om Mij te gedenken.’
Nadat hij gestorven en begraven is,
heb jij hem als een droom in ons
laten verder leven.

Wij vragen Jou:
Laat jouw Geest ons aanzetten
om in zijn voetstappen verder te gaan,
doe ons onze roeping in het leven verstaan,
en laat die droom werkelijkheid worden.
Dat de eenzamen liefde moge vinden,
dat de rijkdom en de zorgen van het leven
ons niet mogen verstikken,
dat wij, ieder op onze eigen plaats,
de ander weten te versterken en te bevestigen
totdat al onze dromen in vervulling gaan.
Onze Vader . . .

Vredeswens
Vredeslied: Waar vriendschap heerst en liefde

Breken en delen
Communielied za: Gij komt tot ons waar niet verwacht – zo: Deep peace

Gebed aan tafel Renée van Loenen
Dat wij onszelf gewonnen geven
aan het bevrijdende bestaan,
aan wat ons uitdaagt om te leven.
Dat wij de stille roep verstaan.
Dat wij versteende zekerheden
verlaten om op weg te gaan.
Dat niet de greep van het verleden
ons achterhaalt en stil doet staan.
Omdat de huizen die wij bouwden
geen onderkomen kunnen zijn.
Omdat het bloedeloos vertrouwde
ons achterdochtig maakt en klein.
Dat wat wij hebben ons niet gijzelt,
dat wij van elke dwang bevrijd
naar onbekende plaatsen reizen.
Dat Gij ons onderkomen zijt.

Goed om te weten

Slotgedachte van Isaak van Ninevé, woestijnvader (gestorven ongeveer 700 na Chr.):
“Probeer door te dringen tot de schatkamer in je binnenste, dan zal je ook de hemelse zien. Als je er binnengaat, zal je ze allebei zien. De ladder naar het rijk der hemelen is verborgen in je eigen ziel. Duik onder in jezelf, weg van de zonde, want daar zal je de trap vinden om naar boven te klimmen.”

Zegen en wegzending
Sluit je ogen een seconde
zet een lach op je gezicht
zeg bedankt tegen het leven
voor de liefde en het licht
doe een wens voor iemand anders
al lijkt het nog zo klein en stil
elke golf begint als rimpel
maar maakt altijd een verschil.
In de naam van de vader. . .
Slotlied za: Een vader had een mooie droom – zo: Dat een nieuwe wereld komen zal

Plaats een reactie