San Salvatorgemeenschap 3 – 4 dec 2016
Thema advent: Er gaat iets nieuws beginnen
Thema viering: Een stem!
Voorganger: Ard Nieuwenbroek
Muzikale ondersteuning: de Cantorij
Openingslied za: Heer onze Heer
zo: Om warmte gaan wij
Welkom
Welkom vandaag aan iedereen. Het is iedere keer weer bijzonder vanaf deze plaats in jullie ogen te mogen kijken. Altijd blijf ik benieuwd wat die ogen zeggen. Kijken ze me aan vanuit nieuwsgierigheid omdat je hier voor de eerste keer bent? Zien ze vol verwachting, wellicht zoekend, uit naar inspiratie, troost of energie? En wat willen jullie oren horen? Oude verhalen toegesneden op het hier en nu? Spirituele klanken, al of niet verwoord in zingen of spreken? En dan ervaar ik jullie harten. Om in Sinterklaastermen te blijven: misschien kloppen die ook wel vol verwachting! Hoe dan ook; welkom aan al die ogen, oren en harten.
Adventslied
Inleiding op de lezingen
Deze viering heeft als ondertitel gekregen: een stem. De afgelopen week las ik van een mooi mens persoonlijke woorden die ik hier graag wil laten horen als inleiding op deze viering:
Het is voor mij een jaar van verlies en verdriet. En de verleiding is groot om daarin ten onder te willen gaan, te willen worden opgeslokt door het verlies en te verdwijnen. Het voelt als een woestijn. Alleen maar leegte en dorheid die je in het niets laat verdorsten. Niets lijkt te willen groeien, geen water, geen leven, geen energie om nog verder te gaan. En toch is daar die stem in de woestijn. De stem die van binnen uit roept: ‘Dit is niet het einde; je bent veel meer dan wat je overkomt, de kracht in jou blijft altijd bestaan’. Die stem die tot mij komt vanuit chaos en verdriet en zegt dat alles weer goed komt. Die stem die mij weer richting geeft en rustig maakt. Ik ben niet alleen, ik word niet teruggeworpen op mijzelf. Ik ben meer dan het verdriet en de pijn. Ik heb een keuze om naar de stem te luisteren en mij in vertrouwen te laten leiden op nieuwe wegen. Tranen banen een weg door de woestijn en er is weer nieuw leven en nieuwe hoop. Mijn innerlijke stem is mijn ziel, mijn verbinding met God. Die stem die altijd roept, maar die misschien wel het duidelijkst hoorbaar is in de woestijn….
Laten we, voordat we gaan luisteren, zingen en nadenken, de stilte zoeken in onszelf en om ons heen om onze ogen, oren en harten te openen.
Gebed
Onnoembare:
In jouw naam, en vanuit jouw goddelijke energie, zijn we ook vandaag hier samen. Onze harten, handen, ogen en oren wijd open. Jij voedt ons met woorden en daden. O God, wat is onze aandacht toch vaak naar buiten gericht. De meeste tijd van de dag zijn we bezig met de wereld om ons heen zoveel mogelijk naar onze handen te zetten. We scheppen orde in ons huis, houden contact met vrienden; we verzetten bakens op ons werk, doen wat we kunnen in de buurt of vereniging. Bij al dit drukke doen in de buitenwereld komen we maar weinig toe aan de vraag waar we zelf staan op dit moment, wat we het liefste zouden willen, wie we ten diepste zijn. Op zielsniveau. In jouw naam. Laat ons daar tijd voor maken.
Hier en nu, straks en ooit.
Lied za: Voor wie in het donker – zo: Jij leert mij vliegen
In onze lezingen maken we vandaag kennis met verschillende stemmen. Het Evangelie laat de stem van Johannes horen. De eerste lezing neemt ons mee naar een wandeling richting je innerlijke stem.
1e lezing van Andries Govaart
Vroeg in de morgen; bevroren dauw lag op het land, zijn wij op weg gegaan, het afscheid van een vriend, verwaaide groet. Geen zware last, wat kleren en een brood. Geen stok om mee te gaan, een eerste struikelpas, steun voor elkaar. Nog onvervuld, verlangend zoeken wij, de ruimte van het land, de wijdte van de tijd, een vriend, mijn God. Langs groenend graan, belofte voor de oogst, een schaduw voor mij uit, gestalte vaag bekend, trekken wij op. Een smal hard pad, tussen de velden door, de aren barstensvol, verzengde zonnebloem, een stenen tijd. De dag is vuur, de aarde dichtgeschroeid. Met zout doordrenkt gaan wij, de lippen zwijgen droog, de ogen mat. Vergeten, waarom wij zijn gegaan, geen zicht meer op het doel, wij dwalen rond verdwaasd, haast zoekgeraakt. Geen schaduw achter mij, geen die mij schraagt, mij troost, een stok alleen. Het koren is geoogst, de velden leeg. Gedreven worden wij, niet meer op eigen kracht, weer met elkaar. Tot rust gekomen is mijn ziel in mij.
Lied za: Neem mij aan zoals ik ben – zo: Een schoot van ontferming
2e lezing uit Mattheus 3, 1-12
In die tijd kwam Johannes de Doper naar de woestijn van Judea. Daar zei hij tegen de mensen: ‘Dit is het moment om je leven te veranderen. Want Gods nieuwe wereld is dichtbij’. Over Johannes heeft de profeet Jesaja gezegd: ’Hij roep in de woestijn: Opzij voor de Heer! Maak de weg klaar voor de Heer!’. Johannes liep in een jas van kameelhaar, en hij had een leren riem om. Hij leefde van sprinkhanen en honing. Alle mensen uit Jeruzalem, uit Judea en uit het gebied van de Jordaan kwamen naar hem toe. Ze zeiden: ’We hebben spijt van alles wat we verkeerd gedaan hebben’. En Johannes doopte hen de rivier de Jordaan. Er kwamen ook veel farizeeën en sadduceeën naar Johannes om gedoopt te worden. Toen Johannes hen zag, zei hij: ’Stelletje slangen! Jullie denken dat je slim genoeg bent om te ontsnappen aan Gods straf. Jullie zeggen: ’We horen toch bij het volk van Abraham?’. Maar luister naar mijn woorden: God kan van de stenen die hier liggen een nieuw volk van Abraham maken. Laat eerst maar eens zien dat jullie je leven echt willen veranderen! Jullie moeten goede dingen doen. Dan zullen jullie lijken op een boom met goede vruchten. God zal alle bomen zonder goede vruchten omhakken en in het vuur gooien. De bijl ligt al klaar.’ Johannes zei tegen de mensen: ’Ik doop jullie met water. Dat laat zien dat jullie je leven willen veranderen. Maar na mij komt iemand die veel machtiger is dan ik. Ik ben niet eens goed genoeg om zijn schoenen uit te trekken. Hij zal jullie dopen met het vuur van de Heilige Geest. Hij lijkt op een boer die het koren van zijn akker haalt. De boer bewaart het graan in zijn schuur. Maar het stro dat overblijft, steekt hij in brand. Net zo zal de man die na mij komt, het goede bewaren. Maar het slechte zal hij verbranden, met vuur dat nooit uitgaat.’
Lied za: Kwam van Godswege – zo: Boom je was koud
Overweging
Geïnspireerd door Daniel van Egmond, ‘De wereld van de ziel’
Misschien is het oneerbiedig. Toch kon ik het niet laten. Iedere keer als ik het verhaal over Johannes lees, moet ik denken aan Sinterklaas en Zwarte Piet. Ja, echt oneerbiedig. Zo komt Johannes op een dag uit de woestijn tevoorschijn en kondigt aan dat Jezus op komst is. Hij zegt daarbij tegelijk dat je alvast de rommel van je leven op moet ruimen. Je moet weer helemaal schoon worden. In Sinterklaastermen: Vol verwachting klopt ons hart. En tegelijk: wie zoet is krijgt lekkers. Maar ook: wie stout is de roe! Want Johannes is nogal dreigend over de komst van Jezus. Er staat immers: ‘ Jullie moeten goede dingen doen. Dan zullen jullie lijken op een boom met goede vruchten. God zal alle bomen zonder goede vruchten omhakken en in het vuur gooien. De bijl ligt al klaar’. Bij Sinterklaas is het feitelijk niet anders. Al of niet via schoorsteenpiet of veegpiet met zijn roe, lopen we het risico in de zak te verdwijnen bij slecht gedrag. Met de sinterklaasgedichten worden al onze zonden ‘ schoon’ gewassen en nog eens op een rijtje gezet . Daarna kunnen we met een knipoog nog even lachen om onze goede en slechte eigenschappen. Overigens joeg men al ver voor Sinterklaas kinderen ook al schrik aan. Kinderen werden bang gemaakt voor sloten en vaarten met de Bullebak, die zich onder het kroos schuilhield om hen aan de vissen te kunnen voeren. Men probeerde hen weg te houden van korenvelden en bossen met wezens als de Roggemoeder en de Weerwolf. Volkenkundigen noemen dit verschijnsel ‘kinderschrik’. Maar kinderschrik was veel meer. Het was de hele opvoedmethode. Onder katholieken hield men de jeugd tot in de twintigste eeuw braaf met engelbewaarders, die weliswaar bescherming boden maar bij wangedrag niet aarzelden om een zieltje zwart te kleuren. Onder protestanten liet men haar sidderen voor de Heere met gebeden als: ‘Genaderijke weldoener, gelieft het U om ons, vloek- en helwaardige Adamskinderen…’. Allemaal stemmen van buitenaf, externe stemmen, die ons van het kwade af willen houden. Zodat, om in Johannes termen te spreken, we uiteindelijk een boom zijn met goede vruchten. Die niet met een scherpe bijl omgehakt hoeft te worden. Vandaag zet ik daar graag iets naast, misschien zelfs wel tegenover. Dan ga ik op zoek naar de kracht van onze innerlijke stem. Een interne stem die ons van binnenuit voedt om het goede te doen. Niet de stem van het geweten, ook wel het alter ego genoemd. Nee, ik zoek hier contact met een andere innerlijke stem: de ziel. In onze moderne wereld zijn veel mensen ervan overtuigd dat de ziel niet bestaat. Waar men toch over de ziel spreekt wordt zij meestal vereenzelvigd met de psyche. Oude mythen en verhalen leren ons wat de ziel is: zij is dat aspect van ons bestaan dat min of meer onsterfelijk is. Zij is dynamisch, voortdurend in beweging en draagt de kwaliteiten goedheid, schoonheid en waarheid in zich. Zij behoort tot een ander niveau van werkelijkheid dan de fysieke wereld. Als de innerlijke stem van de ziel verdwenen is, zijn we onze oriëntatie kwijtgeraakt en ontstaat er een niet te bevredigen verlangen en onrust. We zijn dan nog uitsluitend gericht op deze wereld van ruimte en tijd. Zolang we niet weten dat er een verticaal niveau van werkelijkheid bestaat waar de ziel haar domein heeft, zullen alle oplossingen voor deze onrust schijnoplossingen blijven. Voor mij betekent deze verticale verbinding de verbinding met het Goddelijke, wat dat ook moge zijn. In het besef van een verticale wereld wil ik leven. Zoals zo mooi verwoord in die persoonlijke woorden aan het begin van deze viering. Zodat vanuit deze verbinding ik gevuld en vervuld raak van Goddelijke energie en levenskracht. Niet of minder afgeleid door stemmen die mijn ego vullen en voeden. Dat zijn de horizontale verbindingen. Niet onbelangrijk in dit aardse bestaan maar secundair en afgeleid. Vervuld en verbonden met mijn ziel. De kracht van de ziel horen we ook terug in uitspraken over de ziel. Zoals: ‘ Ik ben zielsgelukkig’. ‘ Ik werk met hart en ziel’. ‘In die relatie leg ik mijn ziel en zaligheid’. ‘Ik houd zielsveel van haar’. Er gaat iets nieuws beginnen is ons motto van deze Advent. Met de aanstaande geboorte van het kind Jezus klopt ons hart vol verwachting. Is er misschien ook tijd en ruimte om onze innerlijke stem van de ziel te vernieuwen, te vitaliseren en meer toe te laten. Vroeg in de morgen; bevroren dauw ligt op het land, gaan wij dan op weg. Geen stok om mee te gaan, een eerste struikelpas, steun voor elkaar. Nog onvervuld, verlangend zoeken wij in onze ziel de ruimte van het land, de wijdte van de tijd, een vriend, onze God. Om stil te staan en stil te worden. Van binnenuit gevoed te worden om het goede te doen. Opdat met jouw en mijn ziel Goddelijke energie kan stromen in onszelf en in mensen om ons hen. In zijn naam.
Geloofslied za: De Heer heeft mij gezien – zo: Kom in mij
De tafel wordt klaargemaakt en er wordt gecollecteerd
Voorbeden
Eeuwige,
Vroeg in de morgen; bevroren dauw ligt op het land, gaan wij op weg. Geen stok om mee te gaan, een eerste struikelpas, steun voor elkaar. Nog onvervuld, verlangend zoeken wij in onze ziel de ruimte van het land, de wijdte van de tijd, een vriend, onze God. Wees ons toch nabij. Opdat jouw Goddelijke energie kan stromen in onszelf en in mensen om ons hen.
Zuivere vlam
Eeuwige,
Met de aanstaande geboorte van het kind Jezus klopt ons hart vol verwachting. Geef ons tijd en ruimte om onze innerlijke stem van de ziel te vernieuwen, te vitaliseren en meer toe te laten.
Zuivere vlam
Eeuwige,
Wereldleiders staan voor een zware taak. Vanuit een grote verantwoordelijkheid dragen zij zorg voor zovelen en voor Moeder Aarde. Beziel hen toch met jouw Geest, opdat zij hun innerlijke stem van de ziel vast kunnen houden.
Zuivere vlam
Eeuwige,
Steun ons in een ethisch evenwicht tussen ons ego en onze zielskracht. Opdat onze innerlijke stem de ziel verstaat, en niet in de schaduw staat van ons ego.
Zuivere vlam
Eeuwige,
Vandaag bidden we ook voor de gebeden die in ons gebedenboek staan geschreven. We gedenken hen die zijn overleden en niet meer in ons midden zijn. We bidden dat ze als zielen in hun licht en warmte mogen zijn. Vandaag noemen we in het bijzonder
Zuivere vlam
Tafelgebed
Gezegend Jij, die onze oren opent, ons laat luisteren naar de mensen: hun plezier en hun noodkreet naar de aarde: haar klanken en haar zuchten
Gezegend Jij, die onze monden opent, ons laat spreken woorden van vergeving ons laat zingen tonen van vrede
ons laat proeven geluk van leven
Gezegend Jij, die onze ogen opent ons laat zien ongerechtigheid en lijden, opstand en hulpvaardigheid, ons licht geeft en inzicht hoe kwetsbaar de schepping is.
Gezegend Jij, die onze zielen opent, ons laat voelen warmte en mildheid ons laat geven, goedheid en nabijheid, ons laat ontvangen, mensen van goede wil.
Gezegend Jij, die onze harten opent, ons laat raken door eenvoud en broosheid, vriendschap en liefde en ons aanspreekt door Jezus naar wiens geboorte we ook vandaag reikhalzend uitkijken.
In de avond voor zijn sterven, nam hij brood in zijn handen, sprak zijn dank uit naar Jou, brak het en deelde het aan zijn vrienden met de woorden: dit is mijn leven, gebroken voor jullie, deel en eet dit met elkaar, telkens opnieuw,
breng zo de hemel bij de mensen.
Zo nam hij ook de wijn, gaf die door en zei daarbij: dit is mijn liefde, tot vreugde van iedereen, drink samen uit deze beker, als vrienden aan één tafel. Blijf dit doen, als levende herinnering aan mij.
Zo willen wij op weg gaan, in zijn geest, zo willen wij bidden, met woorden die Hij ons gegeven heeft:
Onze Vader (zo: gezongen)
Vredeswens
Vredeslied za: God is die goed is – zo: Maak mij tot een bedding
Iedereen wordt van harte uitgenodigd aan de tafel van brood en wijn
Communielied za: Midden onder u staat hij die gij niet kent – zo: Adem jij die liefde bent
Afsluitend gebed aan tafel
Slotgedachte
Een stem vroeg: “ Wie ben je?”. “ Ik ben Els”, antwoordde de vrouw.” Ik vroeg niet hoe je heette, ik vraag: wie ben je?”. “ Ik ben de vrouw van de burgemeester”, gaf ze als antwoord. “Ik heb niet gevraagd wiens echtgenote je bent, mar wie je bent.”. “ Ik ben de moeder van vier kinderen”. “ Ik heb je niet gevraagd wiens moeder je bent, maar wie je bent.” “ Ik ben onderwijzeres.” “ Ik heb je niet naar je beroep gevraagd, maar ik vroeg wie je bent.” “ Ik ben christen.”. “Ik vroeg niet welke religie je aanhangt, maar ik vroeg wie je bent.” “ Ik ben degene die bijna elke dag naar de kerk ging en de armen en minder bedeelden steeds geholpen heeft.” “Ik vroeg niet wat je deed, ik vraag: wie ben je?” Toen had de vrouw geen antwoord meer. Zij kon niets meer bedenken. Haar geest was leeg. Er was alleen nog maar stilte. En ineens, in die innerlijke stilte, zei een stem vanuit de diepte van haar hart: ik ben! Toen fluisterde de stem zacht: ” Ja, dat ben je!”.
Zegen en wegzending
Heb de avond lief, het wijkende licht, de rust van je handen en van je geest,
Heb het zwijgen lief en ontdek de geheimen waar geen woorden voor zijn.
Heb de eenzaamheid lief. Ze hoeft niet leeg te zijn. Ze is de schaal waarin alles wordt bewaard.
Laat je ziel waken, ook wanneer je slaapt, en zie geduldig en zielsgelukkig vol verwachting uit naar de nieuwe morgen, die nieuwe glans zal geven aan wereld en leven en mensen.
Van hieruit zegenen we elkaar en onszelf in de naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest, Amen
Slotlied za: Gij spreekt zo zwart als de nacht – zo: God mag weten wie de mens is