Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

22 september 2024
Voorganger: Wilton Desmense
Lectoren:Fiet Vreeburg en Dorine Broekmeulen
Muzikalebegeleiding: Melodiek 

Thema: De mensen zijn als bomen

Openingslied: Voordat ik bomen zag

Inleiding en gebed
Goede morgen allemaal, hierheen gekomen in vertrouwden getale op de gedenkdag van de heilige Mauritius, die wordt aangeroepen om te beschermen tegen lawines. Het is vandaag de afsluitende zondag van de vredesweek 2024. “Vrede zal er zijn op aarde, wildernis een boomgaard zijn!” Ja, zalig zijn zij die er met hart en ziel in geloven, en heilig degenen die vrede leven. Bomen van mensen, zijn dat.

‘De bomen zijn als mensen’: dat is het thema van deze viering. Het is de reden dat we begonnen met een lied, waarin de hazelaar, steeneik en kastanje voorkomen. In de overweging kom ik terug op de themakeuze.

Keren wij ons eerst naar binnen, naar het diepste in onszelf, naar Hem, wiens beeld wij geloven te zijn.

Jij die wij vermoeden,
Jij die ons stil aanhoort,
Jij die wij ademen en roepen,
Jij die om ons treurt of glimlacht.
Jij die wij …, jij die ons …, wij die jou
Wij zijn als bomen, Jij bent jezelf,
bron van leven, eeuwig leven ten einde toe.

Acclamatie: Jij bent de God

Voorbereiding op de lezingen
De woorden van de eerste lezing komen uit een brief van Jakobus. Hij begint met zich voor te stellen als ‘dienaar van God en van de Heer Jezus Christus’ en hij voegt eraan toe: “Ik schrijf aan alle mensen op aarde die horen bij het volk van God: Ik groet jullie!”
In de tweede lezing uit het Marcusevangelie horen we Jezus, die rondtrekt door het land, op drie verschillende plekken spreken.

Lezing 1: Jacobus 3: 16 – 4: 6
Echte wijsheid krijg je van God.
Je laat zien dat je wijs bent, als je leeft zoals God het wil.
Wijze mensen leven namelijk in vrede met iedereen.
Ze zijn geduldig en gehoorzaam.
Ze zijn goed voor anderen.
Ze behandelen alle mensen gelijk,
en ze zijn altijd eerlijk.
Ze doen alleen maar goede dingen.
Mensen die goede dingen doen
en in vrede leven met iedereen
zorgen overal voor recht en vrede.
Jullie hebben felle discussies
en maken steeds ruzie met elkaar.
Weten jullie hoe dat komt? Dat komt
doordat jullie luisteren naar je eigen slechte verlangens.
Alles wat een ander heeft, willen jullie ook hebben.
Jullie zijn jaloers, zo jaloers dat jullie ruzie en strijd zoeken.
Maar het levert niets op, jullie krijgen niets.
Want als je iets wilt hebben, moet je God erom vragen,
en dat doen jullie niet.
Trouwens, als jullie God iets zouden vragen,
zouden jullie het toch niet krijgen.
Want jullie zouden het met een verkeerde bedoeling vragen,

alleen maar voor je eigen plezier.

In de heilige boeken staat:
«God heeft ons het leven gegeven.
Daarom moeten we hem trouw blijven,
anders wordt hij jaloers.»
En dat staat er echt niet voor niets!
God is goed voor mensen die hem trouw zijn.
Daarom staat er ook in de heilige boeken:
«God straft mensen die zichzelf belangrijker vinden dan anderen.
Maar hij is goed voor mensen die zichzelf onbelangrijk vinden.»

Tussenzang: Uit staat en stand

Lezing 2:  Marcus 8: 22-26 & 9: 30-37
Jezus en de leerlingen kwamen aan in Betsaïda.
Een paar mensen brachten een blinde man bij Jezus.
Ze vroegen: “Wilt u deze man alstublieft aanraken?”
Jezus nam de blinde man bij de hand
en bracht hem buiten het dorp.
Hij deed spuug op de ogen van de man.
Toen legde hij zijn handen op hem en vroeg: “Zie je iets?”
De man keek rond en zei: “Ik zie mensen, maar het lijken net bomen die rondlopen.”
Jezus legde nog een keer zijn handen op de ogen van de man.
Toen de man zijn ogen opendeed, kon hij zien.
Nu zag hij alles goed.
Jezus en de leerlingen gingen weer verder.
Ze reisden door Galilea.
Maar Jezus wilde niet dat iemand dat te weten kwam.
Want hij was bezig om zijn leerlingen iets uit te leggen.
Hij vertelde: “De Mensenzoon zal uitgeleverd worden
aan mensen die hem zullen doden.
Maar drie dagen later zal hij opstaan uit de dood.”
De leerlingen begrepen het niet.
Jezus en de leerlingen kwamen in Kafarnaüm.
Toen ze thuis waren, vroeg Jezus aan de leerlingen:
“Wat liepen jullie onderweg te bespreken?”
Maar de leerlingen durfden niets te zeggen.
Want ze hadden gesproken over wie van hen de belangrijkste was.
Jezus ging zitten en riep de twaalf leerlingen bij zich.
Hij zei: ‘Wie de belangrijkste wil zijn,
moet zichzelf op de laatste plaats zetten.
En hij moet alle anderen dienen.”
Jezus zette een kind midden in de groep.
Hij sloeg zijn arm om het kind heen en zei:
“Als je bij mij hoort, dan moet je
juist voor de minst belangrijke mensen
aandacht hebben. Zoals voor zo’n kind.
Want wat je voor de minst belangrijke mensen doet,
dat doe je voor mij. En niet alleen voor mij,
maar ook voor God.”

Acclamatie: Nu nog met halve woorden (alleen eerste deel)

Overweging

In de eerste viering van deze maand hoorden we Marcus al vertellen over een van Jezus’ wonderen: de genezing van een blinde man. In eerste instantie leek het erop dat dit een wonder was dat we als half werk zouden betitelen. Jezus vroeg de patiënt immers: “Zie je iets?” Hij kreeg een bevestigend antwoord: “Ik zie mensen” en dat alleen al moet een bijzondere ervaring zijn geweest.
Stellen wij ons maar voor dat we, terwijl we hier zitten, ineens niets meer zouden zien. Dan gaat er een wereld voor je dicht! Bij die blinde man was het omgekeerde gebeurd. De mensen die hij zag leken echter op hazelaars, eiken, kastanjes en platanen, en misschien ook op mispels, judasbomen en treurwilgen.
Ik denk dat de man op dat moment in een tussenstadium verkeerde, het stadium van een visioen, niet van zicht, maar van inzicht. Ooit zongen wij daar een lied over, in de dagen dat de San Salvator aan het Schaarhuisplein ons huis was waar de deur openstond voor ons.
Aan dat lied moest ik denken: het heet ‘de mensen zijn als bomen die staan in weer en wind.’ Ja, zo is het met ons gesteld. Ons leven kan zijn als het weer dat ons overkomt: nu eens bestendig, dan weer de ene bui na de andere, nu eens windstil, dan weer worden we getroffen door een lawine van stortbuien, waar geen Mauritius zijn paraplu voor leent: depressies afgewisseld door zonneschijn.Zonneschijn zoals we hier op zondag ervaren: meestal een heerlijk gevoel van samenzijn, met elkaar zingen, of elkaar zoiets toezingen als: You are my sunshine, my only sunshine.
Dat is wat dit samenzijn met je kan doen, geïnspireerd door de woorden die wij evangelie noemen, die ons raken en die we soms ook niet begrijpen, waar we geen inzicht in hebben. Ik denk dan wéér aan dat lied, waarin de mensen niet alleen worden vergeleken met bomen, maar ook met blinden, ‘die horende verstaan en wat geen mens kan vinden gebeurt soms in Gods naam.’ De hemel zien wij immers niet, maar als we het woord ‘hemel’ horen, verstaan we maar al te goed, wat de hemel is. De hemel op aarde is voorstelbaar! Waarom zouden we er dan ook niet naar streven die waar te maken! Dan is het niet nodig om ons in te kunnen denken, wat het betekent dat er drie dagen na de dood leven is: dat horende begrijpen wij niet, hoe dat mogelijk is! Maar we hebben er wel begrip voor, een soort aanvoelen van waar Jezus heen wil, maar wat niet onder woorden is te brengen. Luister maar naar die andere boodschap van Jezus: ‘wie de belangrijkste is, doet er niet toe!’ Belangrijk is óók een begrip, een heel betrekkelijk begrip!Hier op tijd aanwezig zijn, een lied mooi vinden of niet, wie gaat er vóór:

het is allemaal even belangrijk, doch slechts éven belangrijk. Ménsen doen er toe, dat te beseffen is belangrijk!
Seqoia’s groeien heel hoog, cipressen wijzen omhoog en hoge bomen vangen de meeste wind.Maar het hoogste in het leven is de aandacht voor wie is als een kind. Dat staat het dichtst bij de Schepper. Mist u de eerste lezing in deze overweging, die brief van Jacobus? Als dat zo is, lees hem dan thuis nog eens na. Op zichzelf is dat al een complete overweging en glashelder op de koop toe. Ik bid dat zijn conclusie juist is: God is goed voor mensen die zichzelf onbelangrijk vinden. Woord dat trouw blijft, Licht dat aanblijft, Naam die trouw blijft.

Geloofslied: Die chaos schiep tot mensenland

Collecte met (piano-/dwarsfluit)muziek

Voorbede

Wij bidden dat mensen die hun medemensen doen leven in angst tot het inzicht komen dat alle mensen van hetzelfde vlees en bloed zijn als zijzelf.

Accl.: Keer U om naar ons toe, keer ons toe naar elkaar

Wij bidden dat mensen die denken de wijsheid in pacht te hebben tot het inzicht komen dat iedereen deze wereld in pacht heeft gekregen om er duizend bloemen te laten bloeien.

Accl.

Wij bidden om als bomen te kunnen meebuigen met de winden die ons doen wankelen, om de kracht te kunnen putten uit oprechte wijsheid om onze weg door het leven te gaan, en in de naam van God te kunnen vinden de zin van ons bestaan.

Accl.

Wij bidden voor onze persoonlijke intenties en voor hen die ons met de beste intenties zijn voorgegaan in het doorgeven van het licht van de blijde boodschap.

Speciaal noemen wij …

Accl.: Keer U om naar hen toe, keer ons toe naar elkaar

Tafelgebed:

Wij prijzen jou, God, levende stroom die ons leven doet. Jij bent de bron van al wat leeft. Onze vader, onze moeder ben je. Zo koester je ons, mensen uit aarde gemaakt, kwetsbaar als het gras en de bloemen op het veld. Jij houdt ons de hand boven het hoofd, zoals een boom die ons beschaduwt. Wij danken je, God, om het vertrouwen dat je aan ons schenkt, jouw trouw waarop wij kunnen bouwen. Ieder van ons is jou oneindig lief. En toch denken wij vooral aan jouw beeld ten voeten uit, Jezus van Nazareth, levensboom en levend water, met wie wij ons verbonden voelen zoals ranken aan een wijnstok, zoals bladeren aan een boom. Als wij zijn wegen gaan, geef jij ons levenskracht om mens te worden naar jouw beeld en kunnen ook wij liefde geven als uit een bron van stromend water die nooit opdroogt. Zijn woord en daad werden levend water, bron van overvloed aan moed en geloof. Een onbekend land van vertrouwen bloeit ervan open: wij vinden elkaar, zingen elkaar een nieuwe toekomst tegemoet. Wij delen er brood en wijn en meer dan dat. Zo was zijn gebaar waarin heel zijn leven samenstroomde, toen hij op die laatste avond brood nam, het brak en aan zijn vrienden uitdeelde met de woorden:
“Neemt en eet: zo blijf ik onder jullie als gebroken brood dat wordt gedeeld tot geluk van jou en jou en jou”.
Ook de beker liet hij rondgaan en zei: “Dit is mijn bloedeigen leven. Blijf met mij en met elkaar verbonden
om samen een nieuw begin te maken”.

Zo gedenken wij zijn dood en zijn opstaan als de levende in ons midden, overal en elke keer waar twee of drie in zijn naam bijeen zijn en hun le ven willen delen. In verbondenheid met hem gedenken wij jou, de grond onder onze voeten. Gezegend en geloofd, jij goede Geest, die nieuwe geschiedenis schrijft met andere namen, die mensen samenbrengt en bezielt om het risico aan te durven van de grote tocht naar morgen. Maak ons standvastig, trouw aan elkaar en vol zorg dat niemand achterblijft. Maak ons vrolijk en eensgezind, sterk als bomen die weer en wind doorstaan. Op jouw adem zingen wij ons levenslied van mond tot mond, van hart tot hart. Op jouw adem bidden wij het gebed dat ons is gegeven:

Onze Vader

Vredeswens

Vrede wens ik je toe, wijsheid wens ik je toe, geduld en goede ogen.
Moge die heilige geest je altijd vergezellen.Alle goeds wens ik je toe.

Vredeslied: Vrede wens ik je toe + Shalom chaverim

Communie

Laten wij met elkaar eten en drinken van de vruchten der aarde en daarin de inspiratie herdenken die uitgaat van het leven dat Jezus heeft geleefd. Wees daartoe van harte uitgenodigd.

Communielied: De boom is de aarde dankbaar

Mededelingen

Slotgedachte

De mensen: ze zijn als bomen
die staan in weer en wind.
Ze hopen op de zomer,
verlangend als een kind.

Ze bladeren al hoger
en vangen steeds meer wind.
Ze groeien, zienderogen,
al zijn ze stekeblind.

De mensen zijn als blinden
die horende verstaan,
maar wat geen mens kan vinden,
kan gebeuren in Gods naam.

Want in het land der blinden
loopt altijd wel een vriend.
Dan worden ze bemind
en dan zullen ze wel zien,
dan worden ze bemind
en dan zullen ze wél zien.

Wegzending

We gaan weer de nieuwe week in, de aarde bewonen, het hoofd niet in de wolken, wel geheven naar de zon; met handen die kunnen hoeden en dienen, een van velen, één met allen, om elkaar tot zegen te zijn:
in de naam van die wij noemen Vader, Zoon en Heilige Geest.

Amen.

Slotlied: Dat ik aarde zou bewonen










Leave a comment