Viering Witte Donderdag
29 maart 2018
Voorgangers: Gepke Kerssen, Ard Nieuwenbroek en Jack Steeghs
Lector: Maria Hoitink
Muzikale ondersteuning: Melodiek o.l.v. Hans Waegemakers
Piano: Marc Baghuis
Welkomstwoord
Welkom wie je ook bent en waarom je ook gekomen bent. Welkom mede namens Jack Steeghs met wie ik deze viering heb voorbereid en lector Maria Hoitink. Welkom in deze viering die drie dagen duurt, met daarna een nieuwe morgen: Pasen. Maar het is nog lang niet zo ver en onze reis voert door het donker van het bestaan.
Welkom aan deze tafel waar we moed verzamelen door Jezus te herdenken.
Herdenken is meer dan alleen het herinneren. Het is ervaren dat het ook nu gebeurt: een gebaar van liefdevolle zorg voor elkaar, samen vieren dat het kan: dat niemand slaaf is van een ander.
Herdenken is: breken en delen van het brood en daarin komt heel Jezus’ leven samen, heel het geheim van ons leven, samen met anderen. We drinken met elkaar van de wijn als teken van onze hoop dat onze wereld verandert in een nieuwe wereld.
Stilte
Openingsgebed
Liefhebbende God,
leer ons zingen
tegen de klippen op
Leg een lied in onze mond
dat het houdt
te midden van de grote monden
en de klemmende vragen
Schenk ons uw Licht
In de naam van de vader, de zoon, en de heilige geest, amen ………………….
Naar Jurjen Beumer, uit: Recht uit het hart. Gebeden, gedachten, gedichten
Acclamatie: De avond valt
Johanneslezing (Johannes 13)
Het gebeurde tijdens een maaltijd. De duivel had inmiddels iemand ertoe aangezet Hem over te leveren: Judas, de zoon van Simon Iskariot. Jezus, die wist dat de Vader Hem alles in handen had gegeven en dat Hij van God gekomen was en naar God zou teruggaan, stond van tafel op, legde zijn bovenkleren af en bond een linnen schort om zijn middel. Daarna goot Hij water in een waskom en begon Hij de voeten van zijn leerlingen te wassen. Hij droogde ze af met de schort om zijn middel. Zo kwam Hij bij Simon Petrus. ‘Rabbi,’ zei deze, ‘gaat U mij de voeten wassen?’ Jezus gaf hem ten antwoord: “Wat Ik doe, daar heb je nu geen begrip van; later zul je het begrijpen.”
Petrus hield vol: “Nooit in der eeuwigheid zult U mij de voeten wassen!”Maar Jezus zei: “Als Ik je voeten niet mag wassen, hoor je niet bij Mij.” “Heer,” zei Simon Petrus toen, “dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd.” Maar Jezus antwoordde: “Wie in bad is geweest, is helemaal gezuiverd; buiten de voeten hoeft hij niets meer te wassen. Zo zijn ook jullie gezuiverd – hoewel niet allemaal.”Hij wist namelijk wie Hem zou overleveren; daarom zei Hij: “Jullie zijn niet allemaal gezuiverd.” Toen Hij hun voeten had gewassen en zijn bovenkleren had aangetrokken, nam Hij weer aan tafel plaats en zei: “Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb? Jullie noemen Mij meester en Heer, en terecht, want dat ben Ik. Welnu, als Ik, jullie Heer en meester, jullie voeten heb gewassen, dan behoren jullie ook elkaar de voeten te wassen. Ik heb jullie het voorbeeld gegeven: je moet doen zoals Ik voor jullie heb gedaan.”
Tekst voorafgaand aan handenwassing
Niets zo kwetsbaar als het lichaam van een mens.
Niets zo ingrijpend als een mens die ons lichaam aanraakt.
We willen zo graag zelfstandig zijn
Niet onszelf uit handen geven
We willen liever geven dan ontvangen
Liever zorgen dan verzorgd worden
Maar om te kunnen zorgen
Moet je ook zelf zorg kunnen toelaten.
Laat het maar toe
Laat je handen maar wassen
Als een gebaar van liefde
Want jij bent een mens om lief te hebben
Handenwassing: tekst: Jij bent een mens om lief te hebben.
Lied: Waar vriendschap is en liefde daar is God
Vredeswens: Jij bent een mens om lief te hebben, net als degene die naast je zit.
Later we dat maar doen: elkaar vrede toewensen, als mensen om lief te hebben.
Tweede lezing: Gedenken
Mensen die massaal de straat op gaan omdat hun leven geen leven meer is. Hun brood wordt duur betaald, hun leven telt niet. Ze voelen zich genegeerd, gekleineerd.
En toen was er die man die hen wel zag. Hen vertelde van een God die voor kleine mensen bereikbaar is. En hij liet zien wat dat betekende: zieken werden genezen, lamgeslagen mensen kwamen weer in beweging. Buitengesloten mensen hoorden er bij. Bij hem werd het brood dat er was, voldoende voor iedereen, bij hem smaakte het water naar wijn.
Eindelijk een leider die er voor hen is. Ze gooien hun jassen op de grond als een rode loper voor de koning. Ze zien in Jezus de opvolger van de geliefde koning David van lang geleden.
En dan zijn naam: Jezus, God zal ons redden. Ze roepen het uit: Gezegend Hij die komt in de naam van de Eeuwige.
Het volk trekt voor Jezus uit Jeruzalem binnen. Het is bijna Paasfeest, het feest van de bevrijding uit Egypte waar het volk toen erg onderdrukt werd. Het herdenken van de bevrijding geeft mensen het vertrouwen dat het kán: God die hen bevrijdt van de Romeinen. God die ons bevrijdt van de Trumps, de Assads en de Poetins.
Wat zou het mooi zijn als het nu opnieuw zou gebeuren, dit Paasfeest.
Red ons toch, hosanna, bevrijd ons van hen die ons zo vreselijk onderdrukken.
Wat is dat eigenlijk bevrijding? Is dat dat de ene leider vervangen wordt door een andere?
Jezus wil geen koning worden, niet de weg van de macht gaan, maar de weg van een aanstekelijke liefde, een weg die mensen samen gaan.
De schriftgeleerden en de mensen van de tempel worden bang, als ze zien hoeveel mensen Jezus volgen. Bang voor hun positie, bang voor onrust. Ze proberen hem te vangen met woorden.
Als dat niet lukt beramen ze plannen om hem gevangen te nemen en te doden, maar ze durven het nog niet uit te voeren vanwege het volk.
Jezus voelt de spanning. Het loopt vaak verkeerd af met mensen die het in Godsnaam opnemen voor het onderdrukte volk. Het is Paasfeest en ook Jezus herdenkt de bevrijding en vertrouwt dat God opnieuw kan bevrijden. Zal God hem redden uit de handen van zijn moordenaars?
Of gaat God een andere weg. Bevrijdt God van de angst om het te verliezen van de machtigen, de angst om misschien zelfs je leven te verliezen?
Liefde waagt zichzelf te geven. Jezus waagt het. Deelde zijn leven, zoals hij brood deelt. Zal tot het einde toe zijn leven blijven delen. Zijn bloed wordt vergoten, maar niet voor niets. Mensen zullen het er op gaan wagen, met die liefde. Hij is ons brood voor onderweg.
Hij roept ons op om ons brood en leven te blijven delen. Onstuitbaar vrij te leven, vertrouwend dat de liefde het altijd wint van de dood. Wanneer wij hem gedenken door ons leven te delen met elkaar, met anderen, dan leeft hij bevrijdend midden onder ons.
Lied: Zoudt gij ooit mij beschamen?
Voorbeden met acclamatie
Wij bidden voor mensen die een moeilijke weg gaan
Voor mensen die net als toen in Egypte, onderdrukt worden, als slaaf behandeld, bidden wij om bevrijding. Dat zij op die lange weg bondgenoten mogen vinden, dat hen brood voor onderweg mag worden aangereikt
Voor mensen die door ziekte of leeftijd moeten loslaten. Loslaten van hun zelfstandigheid. Loslaten van dingen die je graag deed. Dat er mensen zijn die hen liefdevol, zorgzaam en met respect omringen. Dat er brood is, om toch op weg te gaan.
Voor mensen die bevrijdend aanwezig willen zijn voor anderen. Die opkomen voor hun recht, die heel maken wat gebroken is of gekwetst. Dat zij gevoed worden met brood op hun weg
Wij bidden voor onze gemeenschap
Bevrijdt ons van de angst voor de toekomst
Dat wij zijn als de ogen en oren van Jezus, als zijn handen, zijn voeten die gaan waar geen wegen gaan en dat hij zo aanwezig is onder de mensen. Dat wij ons brood en ons leven delen met wie op onze weg komen, verbonden in ons verlangen naar een nieuwe wereld.
Acclamatie: Hoor ons bidden God
Derde lezing : Marcus 14:22-25
Terwijl ze aten, nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood, deelde het uit en zei: “Neem hiervan, dit is mijn lichaam.” En hij nam een beker, sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker, en allen dronken eruit. Hij zei tegen hen: “Dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen vergoten wordt. Ik verzeker jullie: ik zal niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat ik er opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van God.”
Samen bidden wij om dat Koninkrijk van God, een nieuwe wereld; we bidden met zijn woorden
Onze Vader
Lied: Telkens als wij eten van dit brood
Uitnodiging aan tafel van brood en wijn
Dit is mijn lichaam en mijn bloed, zei Jezus, dat wil zeggen geef je leven zoals hij het gaf: wees zijn zachte kracht, wees met lichaam en ziel in deze wereld zoals hij.
Lied: Eet en drink van brood en wijn
Dankgebed
Wij danken u voor Jezus
Die de weg van de liefde ten einde toe gegaan is
en zo voor ons tot brood werd,
zodat ook wij de weg van de liefde kunnen gaan
Amen
Nadat ze hadden gezongen dat de goedheid van God tot in eeuwigheid duurt, vertrokken ze naar de Olijfberg
Stilte
Blijf bij me
Blijf bij me
want de dag versmalt;
nog even, en de nacht
zal het licht verjagen.
Blijf bij me
want het donker dreigt
met eindeloosheid.
Blijf bij me
want de nacht vertelt niet
of de morgen komt.
Blijf bij me
als je kunt.
Help me het zwart te verdragen,
hou de nacht met me uit.
Zing me
liederen van liefde,
vertel me
verhalen van licht
en
als je kunt
dat na de nacht
de morgen komt.
( Margreet Spoelstra )
Zingen: Blijf bij mij ( Taizé )