SanSalvatorgemeenschap: 9 en 10 aug 2014
Thema: De kleine stem van de stilte!
Voorganger: Martien van Stiphout
Openingslied: Wees hier aanwezig, woord ons gegeven.
Begroeting en welkom
God, bron van liefde, wees aanwezig in onze angst en twijfel én in ons zoeken naar uitkomst en geluk.
Twee contrastverhalen worden ons vandaag verteld, waarin wij ons herkennen mogen: de profeet Elia en de apostel Petrus zijn voorbeeldmensen, die net als wij door angst en vertwijfeling heen zijn gegaan en daarin hebben zij God op een nieuwe manier leren kennen. In het leven van gelovige mensen komen ingrijpende gebeurtenissen voor, waarin we pas achteraf tot het inzicht komen, dat God zelf ons toen heeft aangeraakt. Waar storm en tegenwind ons houvast ontnemen, waar angst en twijfel de overhand krijgen, komt Hij ons tegemoet in ‘de kleine stem van de stilte,’ die rust geeft: Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang!
Gebed
Eeuwige Enige, niet in de storm zijt Gij, niet in het vuur.
Gij roept ons met de kleine stem van de stilte.
Geef dat wij U mogen verstaan
in het fluisteren van uw sprekende stilte
en in overweldigende gebeurtenissen van ons leven.
Lied: Van U is deze wereld, deze tijd.
Eerste lezing: Uit het Eerste boek Koningen: 19, 9-13
Elia ontmoet God op de berg Horeb
Na veertig dagen en veertig nachten lopen door de woestijn kwam Elia bij de Horeb, de berg van God. Daar ging hij een grot binnen om er de nacht door te brengen. Toen richtte de Heer zich tot hem met de woorden: ‘Elia, wat doe je hier?’
Elia antwoordde: ‘ik heb me met volle overgave ingezet voor de Heer, de God van de hemelse machten, maar de Israëlieten hebben uw verbond met hen naast zich neergelegd, uw altaren verwoest en uw profeten gedood. Ik ben als enige overgebleven, en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien.’
‘Kom naar buiten,’ zei de Heer, ‘en treed hier op de berg voor mij aan.’ En daar kwam de Heer voorbij.
Er ging een grote, krachtige windvlaag voor de Heer uit, die de bergen spleet en de rotsen aan stukken sloeg, maar de Heer bevond zich niet in die windvlaag. Na de windvlaag kwam er een aardbeving. Na de aardbeving was er vuur, maar de Heer bevond zich niet in dat vuur. Na het vuur klonk het gefluister van een zachte bries, Toen Elia dat hoorde, sloeg hij zijn mantel voor zijn gezicht. Hij kwam naar buiten en ging in de opening van de grot staan.
Antwoordzang: Zo vriendelijk en veilig als het licht
Tweede lezing: Matteüs 14, 22-33
Jezus komt te voet over het meer naar zijn leerlingen toe. Hij redt Petrus uit het water:
Meteen na de spijziging van vijfduizend mensen gelastte Jezus de leerlingen in de boot te stappen en alvast vooruit te gaan naar de overkant, hij zou ook komen nadat hij de mensen had weggestuurd.
Toen hij hen weggestuurd had, ging hij de berg op om er in afzondering te bidden. De nacht viel in, en hij was daar helemaal alleen.
De boot was intussen al vele stadiën van de vaste wal verwijderd en werd, als gevolg van de tegenwind, door de golven geteisterd. Tegen het einde van de nacht kwam hij naar hen toe, lopend over het meer. Toen de leerlingen hem over het meer zagen lopen, raakten ze in paniek. Ze riepen: ‘een spook!’ en schreeuwden het uit van angst. Meteen sprak Jezus hen aan: ‘blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang!’
Petrus antwoordde: ‘Heer, als u het bent, zeg me dan dat ik over het water naar u toe moet komen.’
Hij zei: ‘kom!’ Petrus stapte uit de boot en liep over het water naar Jezus toe. Maar toen hij voelde hoe sterk de wind was, werd hij bang. Hij begon te zinken en schreeuwde het uit: ‘Heer, red me!’ Meteen strekte Jezus zijn hand uit, hij greep hem vast en zei: ‘klein gelovige, waarom heb je getwijfeld?’
Toen ze in de boot stapten, ging de wind liggen. In de boot bogen de anderen zich voor hem neer en zeiden: ‘U bent werkelijk Gods Zoon!’
Lied: Onhoorbaar, onzichtbaar
Overweging
Het verhaal van Jezus lopend over het water, moet je lezen in aansluiting op het broodwonder dat vorige week verteld is. Het verhaal zit vol contrasten die ook wij in het leven tegenkomen. Matteüs zet het prachtig neer: na de spijziging van wel vijfduizend mensen laait een golf van enthousiasme op, maar Jezus stuurt zijn leerlingen met de boot vooruit en hij vraagt de andere mensen naar huis te gaan om zelf alleen te zijn en in alle rust te bidden. ‘De nacht viel in, en hij was daar helemaal alleen.’
Intussen blijkt dat de apostelen op het water in zwaar weer verkeren. Zij hebben het zwaar te verduren, omdat de wind tegenzit. Golven en storm herinneren de bijbelse mens aan chaos en ondergang. Zij zijn symbool van machten die het leven bedreigen of ondermijnen, symbool van onbewuste angsten die de mens naar de keel grijpen. De bijbelverhalen vandaag willen antwoord geven op de vraag: hoe overwin je de angst als je in de boot zit en het gevoel hebt daar nooit meer uit te komen?
Matteüs brengt allereerst de vertwijfeling in beeld: de overtocht naar de andere kant van het meer duurt lang; en wat van de andere kant op je toekomt lijkt een spook, dat je angstig doet gillen, juist omdat het uit de sfeer komt waar wij het meest bang voor zijn: het onbekende! Als Jezus in het verhaal te voet over het water loopt, wordt op symbolische wijze beschreven, dat het er om gaat angst tegen het onbekende op te geven en ons leven te wagen! Daarvoor heb je lef en durf nodig en vooral vertrouwen! Want in angst en rusteloosheid schuilt ook waar we in werkelijkheid op hopen, de inhoud van onze lang verzwegen wensen. ‘Volg de kleine stem van je hart, ook als het stormt!’ is een bruikbare levensrichting!
Het gaat er immers om onze angsten te beteugelen; tegen de macht van de storm en de maalstroom van onze angst is een rustgevend woord te horen: ‘Blijf kalm! Ik ben het. Wees niet bang!’ Dat is het evangelie in een notendop; dat woord raakt de mens in zijn diepste angst en vraagt om overgave. …
Maar de moderne mens vertrouwt liever op zichzelf en sluit de ogen voor wat hem of haar overstijgt. Toch blijven de golven over de boot slaan. Angsten kun je niet zomaar wegduwen. Al proberen wij ze te negeren, ze blijven terugkomen. De diepste bestaansangst kunnen wij niet laten verdwijnen. Een mens kan niet anders dan zijn bestaansangst in de ogen kijken en de oren openen voor de stem die van elders komt: ‘blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang!’ Die vertrouwde woorden verwijzen naar de aanwezigheid van God, die de boze machten zal overwinnen.
Als Jezus in het verhaal over het water loopt, wordt niet verteld dat hij een wonderdoener is, maar wordt zijn goddelijke afkomst openbaar gemaakt.
Petrus en de andere leerlingen moeten dat nog leren. Op grond van zijn geloof in Jezus en diens woord stapt Petrus over zijn angst heen en waagt zich op het water. Hij wordt gedragen door vertrouwen en ervaart, dat het onmogelijke mogelijk wordt, al is het van korte duur, want geloof is geen wondermiddel. ‘Toen hij voelde hoe sterk de wind was, werd hij bang.’ Hij zakt weg, als zijn vertrouwen op de proef gesteld wordt, maar gelukkig roept hij: ‘Heer, red me’, én dat is zijn redding. Als Jezus niet ingegrepen had, was Petrus ten onder gegaan door gebrek aan vertrouwen. Maar Jezus greep wel in. En dat is voor ons wellicht het belangrijkste inzicht van dit evangelieverhaal. Er is een arm die redt, een hand die uitgestoken wordt, wanneer het water ons tot de lippen staat. Het is wel van belang te weten dat we daarvoor zelf stappen zetten.
Het verhaal van Elia vraagt ons niet bang te zijn: jezelf verstoppen is een slecht uitgangspunt. Kom in beweging en kom naar buiten. Vervolgens moet je je niet blindstaren op zoveel lawaai en gedoe; dat is de wereld van de idolen. God laat zich vinden waar storm en vuur overgaan in een lichte bries: daar is God onze zachte, menselijke, goede en getrouwe God. Hij is de kleine stem van de stilte die een helpende hand uitsteekt, als je desondanks in twijfel verzinkt. God doet wat in de naam Jezus besloten ligt: God redt. Houd je aan hem vast: stem die de stilte niet breekt!
Geloofslied: Niet als een storm, als een vloed
Muzikaal intermezzo en collecte: Op mijn levenslange reizen.
Voorbede
Enige, wij bidden U voor al uw mensen die niet meer verder kunnen,
lamgeslagen en moegestreden als ze zijn.
God, geef de mens woorden van waarde,
niet van het brood alleen leeft hij.
God, geef de mens leven op aarde,
spreek hem van dode wetten vrij.
Kyrie eleison.
Enige, wij bidden voor al uw mensen die worstelen met hun bestaansangsten,
voor hen die alles opgegeven hebben, voor hen die wegzinken in de storm van het leven.
Dat wij elkaar de hand reiken.
God, geef de mens woorden van waarde
Wees toevlucht en redding voor al uw mensen die luisteren naar de stem van de stilte:
in de storm en in natuurrampen; in oorlogsgebieden en in conflicten;
in Oekraïne, Israël en de Gaza, in bidden en werken
God, geef de mens woorden van waarde
Blijf trouw aan al uw mensen die gestorven zijn
God, geef de mens woorden van waarde
Tafelgebed 019: Ik zal er zijn
Onze Vader
Lied: Laudate omnes gentes
Vredeswens
Mensen die vertrouwen, stralen dat uit.
Je kunt het zien aan hun gezicht, aan wat zij doen.
Wens elkaar vrede toe met vertrouwen!
Vredeslied za: Wek mijn zachtheid – zo: Dona nobis pacem
Communie
Eten en drinken staan symbool voor alles waar de mens van leeft,
zeker als het leven zwaar of beangstigend is: Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang!
Communielied: Overal zijt Gij
Slotgebed
Eeuwige, wij hebben de wateren van chaos
niet onder de knie zoals uw Mensenzoon,
wij kunnen niet over water lopen.
Geef dat wij wel onze angsten overboord durven zetten;
onze kleingelovigheid niet laten overstemmen,
hier, nu en alle dagen.
Wegzending en zegen
Zegenen wij elkaar en God ons allen:
dat we de kleine stem van de stilte verstaan en in beweging komen.
In de naam van Vader, Zoon en heilige Geest.
Slotlied: Zolang wij adem halen