SAN SALVATORGEMEENSCHAP
3 april 2022
Voorganger: Wilton Desmense
Lectoren: Maria Hoitink en Fiet Vreeburg
Muzikale begeleiding: Joost Boekhoven, Maria Werner
Cantor: Gerard van de Weijer
Thema: Dit land gemaakt voor jou en mij
Openingslied: Zomaar een dak boven wat hoofden
Welkom
Ook deze zondag trekken we verder. Op weg naar Pasen. Blij dat wij een dak hebben, blij dat het niet eens zomaar een dak is. Vandaag is het zondag Iudica. Met dat woord begint psalm 43, het intredegezang van deze zondag. Ik wil het begin ervan in een berijmde vertaling uit 1773 voorlezen als openingsgebed en daarna onze Oekraïnekaars aansteken.
Gebed
Geduchte God, hoor mijn gebeden;
Strijd voor mijn recht, en maak mij vrij
Van hen, die, vol arglistigheden,
Gerechtigheid en trouw vertreden,
Opdat mijn ziel Uw naam belij’
En U geheiligd zij.
Acclamatie
God bewaar mij als ik mijn toevlucht bij U zoek.
Die ik mijn Heer noem, staat mij voor ogen:
ik wankel niet, zijn hand houdt mij vast.
Introductie lezingen
De lezingen van vandaag zijn van Jesaja en Lucas. Lezingen plegen geen titel te hebben. Vandaag maak ik daar een uitzondering op. De eerste lezing is getiteld ‘Kijk, IK BEN’ en die uit het evangelie heet ‘De hoeksteen’. Lectoren zijn Fiet Vreeburg en Maria Hoitink.
Lezing 1: Jesaja 58, 2-10
Jesaja vertelt:
De Heer zei tegen mij: “Elke dag komen de mensen bij mij. Ze lijken ernaar te verlangen mij te kennen en ze vragen om goed voor hen te zijn: ze vinden dat ze daar recht op hebben. Ze lijken graag bij mij te willen zijn. En dan zeggen ze: ‘We slaan op vaste dagen het eten over, maar u ziet het niet eens. We doen moeite voor u, maar u let er niet op!’
Maar Ik zeg: ‘Op de dagen dat jullie het eten overslaan, doen jullie gewoon waar jullie zin in hebben en zetten jullie je arbeiders gewoon aan het werk. In de tijd dat jullie niet eten, maken jullie ruzie met elkaar en vechten jullie. Zo heb Ik het niet bedoeld. Daarom luister Ik niet naar jullie gebeden. Heb Ík soms tegen jullie gezegd dat jullie de hele dag je hoofd moeten laten hangen? Dat jullie rouwkleren moeten dragen en op as moeten slapen? Moet Ik dáár blij mee zijn?
Als jullie mij werkelijk willen dienen, zorg dan voor rechtvaardigheid. Haal het juk waaronder de mensen gebukt gaan, van hun schouders af. Laat de verdrukte mensen vrij. Geef eten aan de hongerigen. Geef onderdak aan vluchtelingen. Geef kleren aan de armen. Wees goed voor je volksgenoten. Dán zal het goed met jullie gaan. Dan zal de zon weer in jullie leven opgaan. Mijn goedheid zal voor jullie uit gaan. Als jullie mij dán roepen, zal ik jullie antwoorden: ‘Kijk, IK BEN!’
Stop met elkaar te verdrukken, te beschuldigen en leugens over elkaar te vertellen. Geef eten aan de mensen die honger hebben. Zorg voor de arme mensen. Dan zal in deze donkere tijd het licht weer voor jullie doorbreken. Jullie nacht zal veranderen in klaarlichte dag.’
Tussenzang: Gij spreekt zo zwart als de nacht
Gij spreekt zo zwart als de nacht
woorden zo wit als de dagen,
dingen die niemand verwacht,
werelden die ons verdragen:
zo sprekend is Uw kracht!
Oren gaan open en dicht,
weten niet goed als Gij fluistert,
ogen zien zonder gezicht,
speurend naar U in het duister:
zo treedt Gij aan het licht.
Gij doet, maar niemand weet hoe,
dingen om nooit te vergeten.
Alles gaat ergens naar toe,
maar wil ‘n naam om te heten,
van U die leven doet.
Alles wacht slapend van hoop,
zoals een man op de morgen,
levend van waarheid en droom,
veilig en nog ongeborgen,
tot Gij in alles woont.
Lezing 2: Lucas 20, 9-19
Hij vertelde de menigte de volgende gelijkenis: ‘Een man legde een wijngaard aan. Hij verpachtte die aan wijnbouwers. Daarna ging hij voor geruime tijd op reis.
Na verloop van tijd stuurde hij een knecht naar de wijnbouwers. Die moest het deel van de oogst dat de eigenaar toekwam in ontvangst nemen. Maar de wijnbouwers ranselden hem af en stuurden hem met lege handen weg. Daarna stuurde hij een andere knecht. Ook die werd afgeranseld, vernederd en met lege handen weggestuurd.
De eigenaar stuurde nog een derde knecht, maar met hetzelfde resultaat. Toen dacht de eigenaar van de wijngaard: “Wat zal ik nu doen? Ik stuur mijn geliefde zoon naar hen toe, voor hem zullen ze toch wel ontzag hebben.” Toen de wijnbouwers hem zagen, overlegden ze met elkaar en zeiden: “Dat is de erfgenaam! Laten we hem doden, dan is de erfenis voor ons.” En ze gooiden hem de wijngaard uit en doodden hem.
Wat zal de eigenaar van de wijngaard nu met hen doen? Hij komt zelf, doodt de wijnbouwers en geeft de wijngaard aan anderen.’ Toen de mensen dit hoorden, zeiden ze: ‘Dat nooit!’
Maar hij keek hen aan en vroeg: ‘Wat betekent dan wat er geschreven staat: “De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden”? Iedereen die over die steen struikelt zal gebroken worden, en iedereen op wie die steen valt zal worden verpletterd.’
De schriftgeleerden en hogepriesters, die wisten dat Jezus deze gelijkenis met het oog op hen verteld had, wilden hem op dat moment laten grijpen, maar ze waren bang voor de reactie van het volk.
Acclamatie: Wie heeft zijn geld verloren: strofe 3+4
Wie heeft zijn God verloren
en zoekt niet her en der
op aarde, in de hemel,
geen verte gaat te ver.
Als zo de mensen leven
en zoeken is hun lot
en vinden is hun zegen:
hoeveel te meer dan God.
Overweging
Misschien kent u dit lied nog: This land is your land, this land is my land. Voor de meesten van onze generatie hoort het bij Trini Lopez.
(zang)
‘Dit land is jouw land, dit land is mijn land
van Vaalserberg tot Waddeneiland,
van de Noordzeestranden tot aan de oostgrens,
dit land, het land voor iedereen.’
Ik moest er bij de voorbereiding van deze viering weer sterk aan denken. Ik dacht aan de context, waarin je dit zegt, ‘Dit land is jouw land, dit land is mijn land.’ Hier bijv. in deze ruimte: “Beste mensen, dit land is jullie land, is ons land.” Ik dacht aan vreemdelingen, agressors, die dachten dat zij verwelkomd zouden worden met de woorden “dit land is jullie land”, in plaats van “dit land is ons land, wij moeten jullie niet!”. En ik dacht weer aan ons, in ontmoeting met mensen die verdreven zijn van hun land, van hen afgepakt, voor hen onleefbaar geworden. Zeggen wij dan: “Beste mensen, welkom, dit land van ons is ook jullie land?” Context en intentie zijn bepalend of je koude rillingen of een warm bad voelt bij deze woorden.
En dan hoor ik weer de woorden uit de lezingen van vandaag en besef hoe actueel en inspirerend ze zijn:
“Als jullie mij werkelijk willen dienen, zorg dan voor rechtvaardigheid in het land. Haal het juk waaronder de mensen gebukt gaan, van hun schouders af. Stop met elkaar te verdrukken, te beschuldigen en leugens over elkaar te vertellen.” Deze woorden, door Jesaja God in de mond gelegd, hadden al een waarde die de grens tussen oude en nieuwe testament overstijgen. Ze vormen het kompas om de trektocht van de mensheid naar hoge waarden vooruit te helpen.
Wie het niet hadden begrepen, die oude boodschap, kregen nog een knecht op hun wijngaarddak gestuurd. De knecht, zijn naam was Jezus, bracht de boodschap van zijn baas over: ‘Jullie hebben de wijsheid van mij in pacht gekregen: betaal nu die pacht aan mij uit.’ Tot drie keer toe werd die boodschap verloochend, verworpen, in de kiem gesmoord. Kraaide daarbij een haan? En op een zwarte dag werd zelfs de zoon, die gezonden was, de olijfgaard van Gethsemane uitgegooid en op Golgotha gedood.
Toch bleek deze zoon een hoeksteen te zijn, die tot op heden standhoudt. Zijn evangelie is het kompas op de lange trektocht van de mensheid door verschillen en geschillen heen. Zal die trektocht ooit stoppen? “Dat nooit!”, riep de menigte. “Laat het nooit zover komen!” Want deze aarde is gemaakt voor ons allemaal, voor jou én voor mij. Niet voor multinationals en overheden die hun acties faciliteren, waarvan locale gemeenschappen en hun leefmilieu de dupe worden. De steppes van Marioepol tot Babel, ze zullen weer bloeien!
Geloofslied: De steppe zal bloeien
Collecte met muziek
Voorbeden
Bidden we voor mensen in ontwikkelingslanden die lijden
onder de gevolgen van klimaatverandering of machtsmisbruik.
Moge hun recht worden gedaan, zodat zij
in hun levensonderhoud kunnen voorzien
en de zon in hun leven zien schijnen.
Bidden we voor onze westerse wereld,
waar het levensmilieu in het geding is,
zowel door consumptie als door machtsmisbruik
Mogen wij een ommekeer tot stand brengen
zodat zorg voor de mens en zijn rechten voorop staat.
Wij zijn op trektocht over Uw wegen,
komen rondom ons Uw schepping tegen
in al zijn glorie, in al zijn schoonheid,
dit land, het land voor iedereen.
Moge het zo zijn.
En bidden we voor onze persoonlijke intenties
en voor de nagedachtenis aan hen,
die wij nooit willen vergeten.
Acclamatie:
Keer U om naar ons toe,
keer ons toe naar elkaar.
Tafelgebed:
Gezegend, Jij, God-met-ons,
uit jouw liefde is ons leven ontstaan,
uit jouw handen mogen wij het leven ontvangen,
om ten volle mens te zijn, in al onze grootsheid,
in al onze kleinheid.
Wij willen Jou danken voor dit leven,
voor de schoonheid en de vreugde,
voor de kwetsbaarheid en gebrokenheid,
voor de liefde en verbondenheid
om samen door het leven te gaan,
elkaar te dragen en ons gedragen te weten.
Wij willen Jou danken voor de boodschap
die al gegeven werd in heel oude tijden:
haal het juk, waaronder mensen gebukt gaan
van hun schouders
en draag elkanders lasten.
Zo dragen wij die boodschap met ons mee,
en doen zoals Jezus
die dat evangelie uitdroeg
en die op de laatste avond van zijn leven,
in het bijzijn van zijn vrienden
brood nam, Jou dankte, het brak
en deelde met zijn vrienden
met de woorden:
‘Neem en eet van dit brood,
dit is mijn leven, ik geef het aan jullie.’
Die een beker nam, een dankgebed sprak,
en zei tot zijn vrienden:
‘Drink hieruit en wees elkaar
en de herinnering aan mij trouw.’
Zo heeft hij zich aan ons gegeven,
om samen de weg te kunnen gaan
die ons gegeven is.
Mogen wij in zijn Geest
een gemeenschap zijn
van mensen in beweging.
Laten wij elkaar tot brood worden,
brood van vrede en liefde,
laat ons daartoe bidden met de woorden:
Onze vader, eindigend met
Want van U is de toekomst, kome wat komt.
Vredeswens
Vrede zij met, door en in de wereld.
Vrede zij met ons hier bijeen. Laten wij dit naar elkaar be-amen.
Vredeslied: Komen ooit voeten gevleugeld
Komen ooit voeten gevleugeld mij melden de vrede?
Daalt over smeulende aarde de dauw van de vrede?
Wordt ooit gehoord uit mensenmonden dat woord:
“Wij zullen rusten in vrede.” ?
Dan zal ik huilen en lachen en drinken en slapen,
dromen van vluchten en doden en huiv’rend ontwaken;
maar niemand vlucht, nergens alarm in de lucht,
overal vrede geschapen.
Dan zal ik zwaaien naar vreemden, zij zullen mij groeten.
Wie was mijn vijand? Ik zal hem in vrede ontmoeten.
Dan zal ik gaan, waar nog geen wegen bestaan:
vrede, de weg voor mijn voeten.
Communie
Kom, laat ons nu dan delen met elkaar van brood en wijn
en de vruchten van ons samenzijn. Van harte daartoe uitgenodigd.
Communielied: Eet en drinkt van brood en wijn
Eet en drinkt van brood en wijn
tot mijn gedachtenis
en weet dat er in angst en pijn
een weg naar vrede is.
Deelt het leven met elkaar
tot mijn gedachtenis
en schenkt elkaar voor alle haat
alleen vergiffenis.
Leeft in liefde met elkaar
tot mijn gedachtenis
en maakt zo in uw daden
waar dat leven geven is.
Mededelingen
Slottekst en wegzending
(zang)
‘Dit land is jouw land, dit land is mijn land
van de zuidpoolgletsjers tot de sneeuw van Groenland
van de hoogste bergen tot de oceanen,
leeftocht is hier voor iedereen.’
Laten we in die overtuiging de nieuwe week intrekken,
in de naam van de vader en de zoon en de heilige geest.
Amen.
Slotlied: Wonen overal, nergens thuis