Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 20 april 2014
Pasen: Dorst naar de opstanding!
Voorganger: Martien van Stiphout
Muzikale ondersteuning: de Cantorij

Intocht met brandende Paaskaars en wierook
Intochtlied: Vroeg in de morgen ben ik

Begroeting en welkom
Vroeg in de morgen, op weg van dood naar leven, op zoek naar licht en warmte, u mag ik welkom heten: Hier is nieuw leven, nieuw licht, ontstoken in de nacht.
Dorst – de meest dringende nood, maar dorst is ook een uitdrukking van diep verlangen, prikkel om in beweging te komen. ‘Ik heb dorst’ roept Jezus aan het kruis. Twee dagen later wordt het Pasen: feest van opstaan en tot leven komen. Wat dor en doods lijkt, komt tot bloei. Gij, Licht en Leven, zegen ons, opdat wij opstaan en leven!

Acclamatie: Bij U is de bron van het leven

Paaskaars op standaard wordt bewierookt.

Gebed
God van licht, Bron van leven, uit chaos en leegte
roept Gij te voorschijn licht en leven.
Geef dat ook wij opstaan uit alle dood.
Wek op in ons uw liefde, uw dorst naar de opstanding.

Lied: Licht dat ons aanstoot in de morgen

Eerste lezing uit de Handelingen 10, 34a. 37-43
Dit is de dag van het gedenken dat wij onderweg zijn.

Petrus nam het woord en zei: ‘U weet wat er in heel het Joodse land is gebeurd, hoe het begon in Galilea, hoe God, na de doop waartoe Johannes opriep, Jezus uit Nazareth met de heilige Geest heeft gezalfd en met kracht heeft bekleed. Hij trok als weldoener door het land en genas iedereen die in de macht van de duivel was, want God stond hem bij. Wij zijn de getuigen van alles wat hij gedaan heeft, in het land van de Joden en ook in Jeruzalem. Zeker, ze hebben hem gedood door hem aan een kruishout te hangen, maar God heeft hem op de derde dag weer tot leven gewekt en hem aan de mensen laten verschijnen, niet aan het hele volk, maar aan enkele getuigen die daartoe door God waren aangewezen, aan ons namelijk, die samen met hem gegeten en gedronken hebben nadat hij uit de dood was opgestaan. Hij heeft ons opgedragen daarvan getuigenis af te leggen en aan het volk bekend te maken dat hij het is die door God is aangesteld als rechter over de levenden en de doden. Van hem getuigen alle profeten dat iedereen die in hem gelooft door zijn naam vergeving van zonden krijgt.’
Antwoordzang: Wie mag te gast zijn ps 15

Evangelie volgens Johannes 20,1-9
Het opstandingverhaal van dood naar leven

Op de eerste dag der week, vroeg in de morgen, donker was het nog, kwam Maria Magdalena bij het graf. En zij zag dat de sluitsteen van het graf was weggerold. Schreiend boog zij zich voorover om in het graf te kunnen zien. Toen zag zij op de plaats waar Jezus’ lichaam had gelegen twee vreemdelingen in stralend wit. Zij zeiden: ‘Waarom huil je zo?’ ‘Omdat ze mij mijn Heer ontstolen hebben en ik niet weet waar ze hem hebben neergelegd.’
Toen keerde zij zich om, toen zag zij Jezus staan. Maar zij wist niet dat hij het was, haar ogen herkenden hem niet. Jezus sprak tot haar: ‘Wat huil je, wie zoek je?’ Zij dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Heb jij hem weggenomen? Zeg me dan waar je hem hebt neergelegd.’ Jezus zei tot haar: ‘Maria.’
Zij herkende hem en zei: ‘Rabboni, lieve meester!’ en zij omklemde zijn voeten. Jezus sprak: ‘Houd mij niet vast, want nog ben ik niet opgegaan naar mijn vader. Maar ga mijn broeders zeggen: dit heeft hij gezegd: “Ik zal opgaan naar mijn vader en naar jullie vader, naar mijn God en jullie God.”
Acclamatie: Leven weet leven

Overweging
Pasen begint bij Johannes in de nacht, wanneer het nog donker is. Hij vertelt ons een ontroerend verhaal: dat Maria Magdalena op de eerste dag van de week, vroeg in de morgen, aankwam bij het graf van haar geliefde. Ze verkeert in een duisternis van ingestorte dromen en verwachtingen. Ze zoekt troost bij het graf van hem die haar had vrijgemaakt van innerlijke en uiterlijke taboes. In plaats van troost te vinden bij het graf wordt ze geconfronteerd met nog meer teleurstelling: ‘Ze hebben mij mijn Heer ontstolen en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd.’
Het is de ontreddering en hulpeloosheid van mensen, die treuren om het verlies van hun geliefden. Het is de vraag naar de verblijfplaats van verdwenen meisjes. Mensen willen hun doden identificeren; een fatsoenlijke begrafenis geven of een gedenkzuil oprichten waar men kan rouwen. Het open lege graf is het terugkerend verhaal in onze levensgeschiedenis. Dat graf is symbool van alle kwaad en leed dat ons kan overkomen: totale afwezigheid van wat goed is.
Zo is het begin: Maria stond nog te huilen bij het graf. Ze is zo verdrietig om het verlies van haar geliefde, dat er alleen maar tranen zijn. Maar dan wordt verteld dat Maria zich omkeerde en dat ze toen een man zag staan – de tuinman, dacht ze. Ze keerde zich om, en dat is niet zonder betekenis bij Johannes. Ze draaide zich om en stond afgewend van het graf, met haar rug naar de dood. Ze laat de dood achter zich om zich te wenden naar het leven. Deze houding loopt al vooruit op de woorden die Jezus gaat zeggen over de dood die is overwonnen. Ze keert zich om naar het leven dat voor haar stond, energiek en onaantastbaar, vroeg in de morgen een nieuw begin. De dood ligt achter haar, het leven voor haar. ‘Het is de tuinman’, denkt Maria, ‘misschien kan hij me wel verder helpen bij het zoeken naar mijn geliefde.’ Dat Maria aan een tuinman dacht is niet zo vreemd. Johannes is de enige evangelist die het graf van Jezus in een tuin plaatst. Daarmee kan hij verwijzen naar die eerste tuin in de Schrift, waar het verhaal van God en mens is begonnen, de tuin van Eden, het paradijs. Toen liep dat niet goed af, het eindigde met de dood. Nu heeft God een nieuwe tuin geplant, en opnieuw heeft hij er twee mensen in geplaatst. En midden in de tuin stond in de persoon van de tuinman de boom van het leven.
Maria vraagt aan de tuinman of hij haar wil helpen om Jezus te vinden. Even is het stil. Dan weet Maria zich aangesproken door die unieke stem die haar dierbaar is, de stem die haar gezegd heeft, dat ook zij er mocht zijn en meetelt. Het is de stem bij de waterput en aan het kruis: ‘ik heb dorst’ prikkel om in beweging te komen, uitdrukking van haar diepste verlangen. Het is ook de stem die Lazarus bij zijn naam heeft geroepen om het graf te verlaten. Haar antwoord klinkt als een echo vol liefde en overgave: Rabboni, lieve meester. En wat allang in de lucht hing, wat in het verhaal door de context al uitgebeeld was, wordt dan onder woorden gebracht. De Heer is opgestaan ten leven. Houd mij niet vast, want ik ga terug naar mijn Vader, die ook jouw Vader is. Ik ga vooruit en jullie volgen.
Het verhaal op de eerste dag, toen het licht opnieuw begon te schijnen, is een opstandingsverhaal in drie fasen: aanvaarding van ons levenslot, inclusief lijden en dood – bestrijding van het kwaad – instemming met het nieuwe leven en er in binnengaan. Zo heeft ook Maria het ervaren: ze is zo vol van wat ze heeft meegemaakt, dat ze naar de apostelen gaat om hen te verkondigen wat de kernboodschap is van Jezus: De Heer leeft. Zo wordt een vrouw de boodschapper van het grote mysterie: wie of wat Jezus deed opstaan.
Het leven van mensen is in wezen een Paasweg, waarop wij voortdurend door vormen van dood en verrijzenis heen gaan. Pasen wijst ons de weg en geeft ons kracht waardoor ons leven weer inhoud, zin en richting krijgt. Verrijzenis is inkeer en aandacht van verstarring naar beweging, van besluitenloosheid naar zekerheid, van dood naar leven. Met Pasen is het graf leeg. De zware steen die het afsloot, is weggerold. En ook is er de stem: Ik ben die er zijn zal; het leven is sterker dan de dood.
Sta op en zing van licht en donker, van menselijk falen en de trouw van God: Gij die van ons verlangt een nieuw lied in alle tijden, Uw woord is gehoord, verstaan. Uw liefde zal ons bevrijden!

Hernieuwing van de doopbelofte
Ieder komt naar een doopschaal en maakt met wijwater een kruisteken.

Geloofslied: Gij die van ons verlangt een nieuw lied

Collecte en muzikaal intermezzo

Voorbede
Dit is de dag van het gedenken
Wij gedenken de opstanding van dood naar leven:
de slachtoffers van geweld en misbruik;
van misdaden wereldwijd.

Wij gedenken onze lieve doden

Tafelgebed met: Zoudt Gij mij ooit beschamen
Onze Vader

Vredewens
Ik had dorst en jullie gaven Mij te eten.
Lied: Eet en drinkt van brood en wijn

Communie: Uw liefde zal ons bevrijden!
Communielied: Gij zijt voorbij gegaan

Gebed
Eeuwige, wij danken U voor deze viering.
Bevestig in ons de paasvreugde, en geef kracht
aan mensen naar wie ons medeleven uitgaat.

Mededelingen

Pasen een gedicht van Esther Disveld
Het heldere Licht zien
dat zich losmaakt
van zal het ooit misschien

De warmte voelen
van de bevestiging dat het kan:
Tot leven komen
zoals het groen dat uit de bomen breekt
Tot bloei komen
met alles waarmee je tot de wereld spreekt

Gij levende eerste en laatste, moeder, vader,
God onspreekbaar, boven onze woorden uit…

De beloning van de hoop
dat je aan mag zwellen
als een rivier van liefde
en overstromen van vreugde

De vervulling van het diep gekoesterde
verlangen om bemind te worden
om wie je in alle broosheid bent
Om van betekenis te zijn
en iets te betekenen voor een ander

Gij levende eerste en laatste, moeder, vader,
God onspreekbaar, boven onze woorden uit…

Getroffen worden door het besef
dat het goed is zoals het is
Dat de wezenlijke bron
nooit uitgeput raakt noch vergaat
De vredevolle blik bemerken
waarmee wij elkaar kunnen verstaan
en die zoveel ruimte laat voor een nieuw begin

Gij levende eerste en laatste, moeder, vader,
God onspreekbaar, boven onze woorden uit…

Wegzending en zegen
Moge de Levende de bron zijn
die onze diepste dorst lest!

Slotlied: Om warmte gaan wij een leven

Plaats een reactie