Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 31 mrt 2013
Thema: Een tocht van dood naar leven!
Voorganger: Martien van Stiphout
Muzikale ondersteuning: Melodiek

Intocht met brandende Paaskaars en wierook
Intochtlied: Vroeg in de morgen ben ik

Begroeting en welkom
Vroeg in de morgen, op weg van dood naar leven,
op zoek naar licht en warmte, u mag ik welkom heten:
hier is nieuw leven, nieuw licht, ontstoken in de nacht.
Jij die gekomen bent om op te staan uit het duister
van de tijd, om hier het feest van Pasen te vieren,
wees blij: het leven is sterker dan elke dood.

Wij die hier samen zijn om Jezus te gedenken,
opgestaan uit de doden, wees welkom en voel
u thuis bij God, die een God van liefde wil zijn.
Gij, Licht en leven, zegen ons,
opdat wij opstaan en leven gaan!
Dit is de dag van de opstanding!

Acclamatie: Als alles duister is, ontsteek dan
Paaskaars op standaard wordt bewierookt.

Gebed
God van licht, God van leven, uit chaos en leegte
roept Gij te voorschijn licht en leven.
Geef dat ook wij opstaan uit alle dood.
Wek op in ons uw liefde, hier, nu en alle dagen.
Lied: Licht dat ons aanstoot in de morgen

Eerste lezing: Handelingen 10, 34a. 37-43
Dit is de dag van het gedenken dat wij onderweg zijn.
Petrus nam het woord en zei: U weet wat er in heel het Joodse land is gebeurd, hoe het begon in Galilea, hoe God, na de doop waartoe Johannes opriep, Jezus uit Nazareth met de heilige Geest heeft gezalfd en met kracht heeft bekleed. Hij trok als weldoener door het land en genas iedereen die in de macht van de duivel was, want God stond hem bij. Wij zijn de getuigen van alles wat hij gedaan heeft, in het land van de Joden en ook in Jeruzalem.
Zeker, ze hebben hem gedood door hem aan een kruishout te hangen, maar God heeft hem op de derde dag weer tot leven gewekt en hem aan de mensen laten verschijnen, niet aan het hele volk, maar aan enkele getuigen die daartoe door God waren aangewezen, aan ons namelijk, die samen met hem gegeten en gedronken hebben nadat hij uit de dood was opgestaan. Hij heeft ons opgedragen daarvan getuigenis af te leggen en aan het volk bekend te maken dat hij het is die door God is aangesteld als rechter over de levenden en de doden. Van hem getuigen alle profeten dat iedereen die in hem gelooft door zijn naam vergeving van zonden krijgt.
Tussenzang: Victimae Paschali Laudes

Tweede lezing: Uit het evangelie volgens Johannes 20, 1-9
Dit is de dag van gedenken waartoe wij zijn bestemd. We zingen het opstandingverhaal van dood naar leven
Op de eerste dag der week, vroeg in de morgen, donker was het nog, kwam Maria Magdalena bij het graf. En zij zag dat de sluitsteen van het graf was weggerold. Schreiend boog zij zich voorover om in het graf te kunnen zien. Toen zag zij op de plaats waar Jezus’ lichaam had gelegen twee vreemdelingen in stralend wit. Zij zeiden: ‘Waarom huil je zo?’ ‘Omdat ze mij mijn Heer ontstolen hebben en ik niet weet waar ze hem hebben neergelegd. ’
Toen keerde zij zich om, toen zag zij Jezus staan. Maar zij wist niet dat hij het was, haar ogen herkenden hem niet. Jezus sprak tot haar: ‘Wat huil je, wie zoek je?’ Zij dacht dat het de tuinman was en zei: ‘Heb jij hem weggenomen? Zeg me dan waar je hem hebt neergelegd. ’ Jezus zei tot haar: ‘Maria. ’
Zij herkende hem en zei: ‘Rabboni, lieve meester!’ en zij omklemde zijn voeten. Jezus sprak: ‘Houd mij niet vast, want nog ben ik niet opgegaan naar mijn vader. Maar ga mijn broeders zeggen: dit heeft hij gezegd: “Ik zal opgaan naar mijn vader en naar jullie vader, naar mijn God en jullie God. ”
Acclamatie: Toen zag ik de doden staan

Overweging
Pasen begint bij Johannes in de nacht, wanneer het nog donker is. Hij vertelt ons een ontroerend verhaal: dat Maria Magdalena op de eerste dag van de week, vroeg in de morgen, aankwam bij het graf van haar geliefde. Ze verkeert in een duisternis van ingestorte dromen en verwachtingen. Ze zoekt troost bij het graf van hem die haar had vrijgemaakt van innerlijke en uiterlijke taboes. In plaats van troost te vinden bij het graf wordt ze geconfronteerd met nog meer teleurstelling: ‘Ze hebben mij mijn Heer ontstolen en ik weet niet waar ze hem hebben neergelegd. ’
Het is dezelfde hartverscheurende kreet als die van de dwaze moeders op de Plaza de Mayo in Argentinië, die treuren om de verdwijning van hun geliefden. Het is ook de vraag naar de plaats van verongelukte, vermoorde of vermiste kinderen. Mensen willen hun doden identificeren; een fatsoenlijke begrafenis geven of een zuil oprichten waar men kan rouwen.
Het open, lege graf is een terugkerend verhaal in onze mensengeschiedenis. Dat graf is symbool van alle kwaad: totale afwezigheid van enig goeds.
Zo is het begin: Maria stond nog te huilen bij het graf. Ze is zo verdrietig om het verlies van haar geliefde, dat er alleen maar tranen zijn. Maar dan wordt er verteld dat Maria zich omkeerde en dat ze toen een man zag staan – de tuinman, dacht ze. Ze keerde zich om, en dat is niet zonder betekenis bij Johannes. Ze draaide zich om en stond afgewend van het graf, met haar rug naar de dood. Ze laat de dood achter zich om zich te wenden naar het leven. Deze houding loopt al vooruit op de woorden die Jezus gaat zeggen over de dood die is overwonnen. Ze keert zich om naar het leven dat voor haar stond, energiek en onaantastbaar, vroeg in de morgen, een nieuw begin. De dood ligt achter haar, het leven voor haar. ‘Het is de tuinman’, denkt Maria, ‘misschien kan hij me wel verder helpen bij het zoeken naar mijn geliefde. ’ Dat Maria aan een tuinman dacht is niet zo vreemd. Johannes is de evangelist die het graf van Jezus in een tuin plaatst, de anderen spreken over een rotsachtige omgeving, een rotsgraf.
Waarom laat Johannes het verhaal van die dag gebeuren in een tuin? Daarmee kan hij alleen maar verwijzen naar die eerste tuin in de Schrift, waar het verhaal van God en mens is begonnen, de tuin van Eden, het paradijs. Toen liep dat niet goed af, het eindigde met de dood. Nu heeft God een nieuwe tuin geplant, en opnieuw heeft hij er twee mensen in geplaatst. En midden in de tuin stond in de persoon van de tuinman de boom van het leven.
Maria vraagt aan de tuinman of hij haar wil helpen om Jezus te vinden. Even is het stil. Dan weet Maria zich aangesproken door die unieke stem die haar dierbaar is, de stem die haar gezegd heeft, dat ook zij er mocht zijn en meetelt. Het is ook de stem die eens Lazarus bij zijn naam heeft geroepen om het graf te verlaten.
Haar antwoord klinkt als een echo vol liefde en overgave: Rabboni, lieve meester. En wat allang in de lucht hing, wat in het verhaal door de context al uitgebeeld was, wordt dan onder woorden gebracht. De Heer is opgestaan ten leven. Houd mij niet vast, want ik ga terug naar mijn Vader, die ook jouw Vader is. Ik ga vooruit en jullie volgen.
Het verhaal op de eerste dag, toen het licht opnieuw begon te schijnen, is een verrijzenisverhaal. Zo heeft ook Maria het ervaren: ze is zo vol van wat ze heeft meegemaakt, dat ze naar de apostelen gaat om hen te verkondigen wat de kernboodschap is van Jezus: De Heer leeft. Zo wordt een vrouw de boodschapper van ons grootste geheim, moeder van alle verkondigers. Dit is de laatste toevoeging die Johannes in zijn evangelie aan de rol van de vrouw heeft toegevoegd.
Pasen is een bevrijdingsfeest; de bevrijding uit de greep van ellende, wanhoop, angst en geweld. Opstaan en tot leven komen. Met Pasen is het graf leeg. De zware steen die het afsloot, is weggerold.
Wij kregen het leven van onze schepper en zijn geroepen zo met Gods schepping om te gaan, dat deze wereld een vredige en veilige woonplaats is voor allen. Ook bij ellende en onrecht is er de stem: Ik ben die er zijn zal; het leven is sterker dan de dood. Sta op en ga de tocht van dood naar leven. Zing van licht en donker, van menselijk falen en de trouw van God: Gij zult ons niet beschamen is uw naam. Gij die ons nooit geknecht hebt met geen woord, zijt God alleen.

Hernieuwing van de doopbelofte
Ieder komt naar een doopschaal en maakt met wijwater een kruisteken.
Geloofslied: Gij die ons nooit geknecht hebt

Voorbede
Dit is de dag van het gedenken
wie wij zijn: uit wie, door wie en tot wie wij gaan.

Wij gedenken de opstanding van dood naar leven:
voor de slachtoffers van geweld en misbruik;
van misdaden wereldwijd en met name in Syrië.

Wij gedenken ook onze lieve doden

Tafelgebed
Onze Vader

Vredewens
Vrede wens ik je toe, liefde wens ik je toe. Moge God
je behoeden, leef met zijn liefde, vrede wens ik je toe!
Lied: De vrede, de vrede zal zijn

Uitnodoging communie
Sta op uit het lege graf en leef van Gods genadebrood!
Communielied: Gij zijt voorbij gegaan

Gebed
Eeuwige, wij danken U voor deze viering.
Bevestig in ons de paasvreugde, en geef kracht
aan mensen naar wie ons medeleven uitgaat.

Slot: Dit is de dag voor verrijzenismensen:
Ga op weg met de boodschap van Pasen,
dat in ieder van ons opstanding mag gebeuren,
dat het ons gegeven mag worden telkens weer overeind te komen
uit wat ons terneer drukt en ontmoedigt:

Gij levende eerste en laatste, moeder, vader,
God onspreekbaar, boven onze woorden uit…

Dat het ook Pasen mag zijn voor allen die het moeilijk hebben,
voor wie Pasen geen feest is: dat zij gezien worden en gehoord;
dat zij mensen mogen ontmoeten die hen doen opstaan:

Gij levende eerste en laatste

Dat de dood niet het einde is, dat er telkens weer een nieuw begin is;
dat we opstaan en leven gaan van dood naar leven:

Gij levende eerste en laatste

Wegzending en zegen
Zegen wens ik je toe.
Aandacht wens ik je toe.
Dat er mensen zijn met wie je kunt delen.
Zegen wens ik je toe op je tocht van dood naar leven!

Slotlied: Het zal in alle vroegte zijn als toen

Plaats een reactie