SAN SALVATORGEMEENSCHAP 31 juli 2022
Voorganger: Wilton Desmense
Lectoren: Fiet Vreeburg en Toon van Mierlo
Muzikale begeleiding: Coby Wagemans en Maria Werner
Cantor: Machteld Terlingen
Thema: Een van God gegeven bezigheid
Openingslied: Hier gaan we zingend de wereld te buiten
Welkom
Goede morgen. Thema vandaag is: een van God gegeven bezigheid. En die wordt als moeilijk betiteld.
We zongen zojuist, dat we hier zingend de wereld te buiten gaan. De woorden ervan deden me denken aan Ruud Bokeloh, die ik hier eerlijk gezegd erg mis. Hij is onlangs verhuisd naar Amsterdam.
Regelmatig kwam Ruud na een zaterdagavondviering klagen over de liederen, en alsof de duivel ermee speelde typte ik zojuist nota bene “kliederen”, want dat vond Ruud ook van menig lied: “Wat hebben we in ‘s hemelsnaam gezongen! Leg het me eens uit. Ik snap er niets van.” In zijn geest dacht ik: ‘Hoe kun je nou toch de wereld te buiten gaan. Je bevoegdheden, je capaciteiten te buiten gaan, dat zou ik snappen. Maar de wereld: leg het me eens uit.’ Beste mensen, daarvoor hebben we vandaag een uitnemende Prediker in huis. Luister goed naar hem, wanneer hij zichzelf nu bij ons introduceert, bij monde van Toon van Mierlo.
Prediker stelt zich voor (Prediker 2: 1-11)
Ik, Prediker, was koning van het land. Ik wilde graag alles weten en wijs worden. Ik wilde ontdekken wat voor zin alles heeft wat er onder de hemel gebeurt. Dat is een moeilijke bezigheid die God aan de mensen heeft gegeven. Je wordt er alleen maar moe van. Ik keek naar alles wat onder de zon wordt gedaan. En ik ontdekte: alles is lucht en onbegrijpelijk. Wat krom is, kan niet recht worden. En wat ontbreekt, is ontelbaar.
Ik zei bij mezelf: “Ik heb heel veel wijsheid en kennis opgedaan. Daarom wil ik graag het verschil leren tussen wijsheid en dwaasheid, tussen verstandig en onverstandig.” Maar ik heb begrepen dat dat teleurstellend is. Want met veel wijsheid komt veel verdriet. Hoe meer je weet, hoe groter je verdriet.
Acclamatie: Wat is de mens, wat zijn de dagen
Introductie lezingen
Misschien vindt u het verwarrend: worden nu de lezingen geïntroduceerd? We hebben er net toch al een gehoord! Want dat was niet een gebed, iets wat normaal op die plaats in de viering langskomt. Klopt! Maar voor alles is er op deze aarde een bestemde tijd en een bestemde plaats. Turn, turn, turn. In deze viering gaat dat ook op voor gebed, lezing en zang. Daarom is er nog wat extra tijd ingeruimd voor Prediker. Na diens wijze woorden en een daarop aansluitend lied laat Lucas Jezus aan het woord, welke lezing door Fiet Vreeburg verzorgd zal worden.
Lezing 1: Onder de zon (Prediker 2: 1-11)
Ik zei tegen mezelf: “Ik zal proberen te genieten. Ik zal blij zijn met de goede dingen van het leven.” Maar ook dat is maar lucht. Van het lachen ontdekte ik dat het dwaas is. Blijdschap heeft geen nut. Ik heb dat uitgezocht door veel wijn te drinken (maar dat deed ik wel met verstand). Want ik wilde weten of het soms beter voor de mensen is om zich dwaas te gedragen in de korte tijd dat zij leven. Ook deed ik geweldige dingen: ik bouwde paleizen. Ik legde tuinen en parken aan. Ik plantte daarin allerlei fruitbomen. Ik groef vijvers om water te hebben voor een bos van jonge bomen. Ik kocht slaven en slavinnen. Ik bezat heel veel koeien, schapen en geiten, veel meer dan alle andere koningen die vóór mij in Jeruzalem hadden geregeerd. Ik kreeg steeds meer zilver en goud. Ik bezat schatten en geschenken die ik gekregen had van de koningen en landen waarover ik heerste. Ik liet zangers en zangeressen komen, en allerlei dingen die de mensen mooi vinden, en allerlei muziekinstrumenten. Ik werd belangrijker en rijker dan alle andere koningen die vóór mij in Jeruzalem hadden geregeerd. Intussen bleef ik wijs. Ik kon alles krijgen wat ik hebben wilde om van te genieten. En ik genoot van alles wat ik met hard werken had bereikt. Dat had ik tenminste bereikt. Maar toen keek ik naar alles wat ik had bereikt en hoe hard ik daarvoor had gezwoegd. En ik zag dat het allemaal maar lucht was, een teleurstellende bezigheid. Niets daarvan had zin onder de zon.
Tussenzang: De wijze woorden en het groot vertoon (couplet 1 en 3)
Lezing 2: Je leven is niet van jezelf (Lucas 12: 13-21)
Jezus zei: “Ook als je alles hebt wat je hebben wil, betekent dat niet dat je ook je leven bezit. Je leven is niet van jezelf. Zo was er eens een rijke man. Zijn akkers hadden een grote oogst opgeleverd. Hij dacht bij zichzelf: ‘Wat zal ik doen? Want ik heb geen ruimte genoeg om de hele oogst op te bergen.’ Toen bedacht hij: ‘Ik weet al iets. Ik zal mijn schuren afbreken en grotere schuren bouwen. Daar zal ik dan al mijn graan en al mijn rijkdommen in opbergen. Dan heb ik heel veel. Het is genoeg voor járen. Ik kan voortaan rustig aan doen. Ik ga lekker eten en drinken en feestvieren.’ Maar God zei tegen hem: ‘Jij dwaas! Vannacht nog zal je leven van je teruggevraagd worden. En voor wie heb je dan zoveel verzameld?’ Zó zal het gaan met de mensen die voor zichzélf schatten verzamelen, maar geen schat hebben bij God.”
Acclamatie: Uw woord is een lamp voor mijn voeten
Overweging
We krijgen vandaag wel wat mee om te overdenken! Eigenlijk zijn Prediker en Jezus degenen die verkondigen. Laatstgenoemde lijkt wat betreft vormgeving van zijn boodschap geïnspireerd door de ander. Ze beginnen namelijk allebei met een uitgebreide en uitbundige schildering van wat het leven te bieden heeft. Maar tenslotte komen ze met een kort en bondig “maar” aanzetten en pakken donkere wolken zich samen. En beiden komen feitelijk uit bij dezelfde vraag: wat is de zin van het leven? Prediker laat ons naar het antwoord gissen. Jezus biedt een antwoord aan. En wij? Hoe staan wij daarin? Hebben wij bepaald wat voor ons zin heeft onder de zon, bijv. door de keuze om vandaag hier samen te komen? Ik beken dat ik hierin worstel. Ik zie het zwart en ik zie het wit. Turn, turn, turn. Ik zie de oneindigheid in, zoals door de James Webtelescoop, die mij 13 miljard jaar terugvoert, dichterbij een onvoorstelbare oerknal dan we ons nog kunnen voorstellen. Ik voel mij verbonden met een geschiedenis die mij voert langs het slijm en slijk van het eerste leven, langs een aards paradijs, godenwerelden, massamoordenaars, de zoon van God en een vierjarig Oekraiens meisje dat een kinderwagen voortduwt en enkele ogenblikken later wordt getroffen door een zogenaamd denazificerende raket. Tegenstrijdige en verwarrende gevoelens worden opgewekt, verdriet en troost. Vind ik die in de literatuur, in het evangelie, bij jullie om mij heen? Vele vragen, velerlei antwoorden. Alles heeft zijn tijd. Ik laat een duo aan het woord, dat het tegen elkaar in uitzong in met elkaar kempende vertwijfeling. De aanleiding was de dood van een mens alleen.
(Erik) Zomer glimlacht over de daken, heerlijk weer dat nooit op lijkt te raken,
zonlicht verspreidt zich over de aarde als een waterval van goud.
Maar in een huis waar een mens op sterven ligt – schaduw heerst er, de zon weg van het gezicht –
valt de deur van dat verlaten leven dicht, geen hand nabij, geen troost, niet één om te waken,
of soms toch Hij die zelfs een mus ziet vallen van de daken?
(John) Spreek me niet van eenzame zielen in tranen, duistere plaatsen waar ouderen zijn achtergelaten:
ik wil het niet horen, ‘t is aan mij niet besteed.
Dagelijks sterft er wel ergens iemand oud en alleen, niets kan ik er aan doen, niemand kan dat, niet één.
Het is zinloos naar een zin te zoeken achter dat leed.
(Erik) De winter druilt thans over de daken, wind en mist zijn nu alledaagse zaken,
de regendruppels die de wolken maken, slaan tegen het kamerraam.
De neerkletterende regen op het huis maakt het zelfs voor de ratten niet pluis.
Hun vluchtend getrippel sterft weg bij dat gedruis, en opnieuw blijft de dode achter, alleen.
Dat die het ritme van de regen kon horen is al weer zo lang geleden!
(John) Spreek me niet van de zin van het leven, bespaar me die woorden, die slechts ongemak geven,
ik wil ze niet horen, ze zijn aan mij niet besteed.
Eenzame oude lui, wat zou het, jandorie, tot stof zullen wij wederkeren, ons memento mori!
Meer is er niet, geen enkele zin zit achter het leed!
(Erik) Een nieuwe lente, een nieuw geluid: bloemen bloeien honderduit
het koolzaad en het fluitekruid, maken goede sier.
Herinneringen ontwaken eindelijk weer, “Kom, gaan we daar weer eens aan ‘n keer”:
tevergeefs aangebeld, er komt geen reactie meer!
Op het raam tikken: “Is hier iemand thuis?”
Maar de ziel die eens deze mens bezielde is nu mijlenver van huis.
(John) Spreek me niet van de fasen des levens, geen antwoorden heb ik, er zijn geen gegevens.
Ik wil er niet van horen, ‘t is aan mij niet besteed.
Onze weg leidt van de wieg naar het graf. Of we die als koren gaan of als niet meer dan kaf:
het gaat zo het gaat, daarmee is de kous af!
(Erik) Begrijp je niet, wat ik tracht uit te leggen? Geef me een antwoord, wie kan het me zeggen:
wat is de zin, de reden waarom we bestaan?
Geboren om dood te gaan, dat is toch niet leven? Er moet een antwoord zijn,
en we moeten ernaar streven zin te geven en een reden te vinden voor ons bestaan.
(John) Alles is lucht, niets heeft zin onder de zon!
(Erik) Zoek je schat bij wie het heel-al begon.
Hoe met dit alles om te gaan? Met deze overweging? Beschouw het/haar/hem als een van de voortschrijdende stappen van je leven, soms zich moeizaam verplaatsend door het slijk der aarde, dan weer licht als lucht, maar neurie of zing vervolgens alleen of samen het leven-op-aardelied.
Geloofslied: Wij leven op aarde
Collecte met muziek
Voorbeden
Bidden we om woorden te vinden die ons helpen onze weg door het leven te gaan.
Bidden we om woorden te vinden die ons helpen onze weg door het leven te gaan.
Bidden we om vergezichten te ontdekken die onze ogen openen voor de schoonheid
en het perspectief van het leven.
Bidden we dat al onze zintuigen de zin van het leven mogen ervaren
en vertalen naar waarden, die in ons een vleugje eeuwigheid kenbaar maken.
Bidden we voor hen, die tot stof zijn weergekeerd, maar wier namen
in ons geheugen zijn gegrift, doordat zij mede ons leven zin gaven.
Tafelgebed
Jij, oorsprong van elk zoeken en vinden, verlangen van elk mensenhart.
Dromende maak Jij in mij los de hunkering naar inzicht,
het luisteren naar het woord van mijn naaste dat goed doet en kracht geeft.
Jij doet ons nieuwe woorden spreken en geeft ons nieuwe begeestering
als twee of meer bijeen zijn in Jouw naam.
Jouw wijsheid is aan het licht gekomen in Jezus van Nazareth,
wiens leven de zin van nieuw leven verkondigde: de liefde voor de naaste,
van even grote waarde als een hemels paradijs. Daarvoor gaf hij zichzelf,
als ‘n graankorrel die sterven moet om tot leven te komen.
Op de laatste avond van zijn aardse leven nam hij het brood van het leven in zijn handen,
en gaf het door met de woorden: neemt en eet, dit is de zin van mijn leven,
dit laat ik jullie na, mijn liefde aan jullie gegeven.
Ook een beker liet hij rondgaan en hij zei: dit is als mijn bloed, het bloed van mijn leven,
een nieuw verbond, voor de mensheid tot in eeuwigheid.
Denk aan mij, telkens als je dit samen in mijn naam doet.
In zijn geest kunnen wij elkaar de vindplaatsen aanwijzen van waarheid en liefde.
Samen gaan we wegen om het onrecht te keren,
om te breken en te delen wat het leven ons biedt.
Zo wordt dat evangelische testament een hoopvolle tocht naar een land van licht en leven.
Bidden wij met de woorden die hij ons gaf en sluiten wij die zingend af:
Onze vader, eindigend met ‘Want van U is de toekomst, kome wat komt.
Vredeswens
Wijsheid moge gevonden worden, geduld en geluk in onze harten,
en vrede zij er voor iedereen, voor ons allemaal!
Vredeslied: De wijze woorden en het groot vertoon
Communie
Wees van harte welkom om de geest van het breken en delen mee vorm te geven
op de manier die u verkiest.
Daartoe kan de handeling die van oudsher communie heet behoren
en daartoe bieden wij nu de gelegenheid aan wie dat wil.
Communielied: Gij spreekt zo zwart als de nacht
Mededelingen
o.a. Volgende week: Tony de Meulder, volkszang met Spotify
Slottekst en wegzending
Prediker is meestal een grote pessimist.
Maar toch geldt ook voor hem bij gelegenheid: turn, turn, turn.
Als je met een goede zaklamp zoekt, vind je – en dat ter afsluiting van deze viering –
de keerzijde van zijn zwartgallige bespiegelingen: hoop! Dan zegt hij: “Geniet van het leven!
Geniet van het brood dat je eet en van de drank die je drinkt. Dat is wat God graag ziet.
Draag altijd mooie kleren. En zorg ervoor dat je lekker ruikt.
Als je de kans krijgt om iets te doen, doe het dan zo goed mogelijk.”
Laten we daarmee op deze zevende dag van de week onze rustdag vervolgen
en elkaar de zegen toewensen voor de zeven dagen van de week die komt:
In de naam van de vader, de zoon en de heilige geest. Amen.
Slotlied: Leven is van zeven dagen
2 Reactie
José Vos
Wat een prachtige viering. Zo jammer, dat ik er niet lijfelijk bij kon zijn. Maar toch erg van genoten en veel van opgestoken om verder over na te denken. Turn, turn!
Hans Moerman
Mooie en inspirerende viering Wilton.