San Salvatorgemeenschap 28-29 mei 2016
Thema: Elkaar zien
Voorganger: Ard Nieuwenbroek
Openingslied: Hier gaan we zingend de wereld
Welkom vandaag aan iedereen. Misschien naar hier gekomen met een verwachting. Zoekend naar stilte, inspiratie of naar iets wat je bemoedigt. Vertrokken vanuit ver of dichtbij. Gezien door anderen of juist niet. Verlangend te mogen zijn wie je wilt zijn. Zoekend naar verbinding die je tot mens maakt.
Het was vorig weekend in Oisterwijk. Bij een prachtig verstild ven. Ik was daar aan het wandelen met mijn vriendin en opeens hoorden we op korte afstand oorverdovende muziek, Arabische dansmuziek. Vier jongens dansten naar hartenlust en vol extase. We liepen er naar toe en ze stopten onmiddellijk. Gingen verlegen op een bankje zitten. Ze bleken rond de 16 en 17 jaar oud en net zes maanden geleden na een lange voettocht als vluchteling uit Afghanistan hier aangekomen. We spraken openhartig over hun angsten, heimwee om familieleden en over de uitzichtloosheid. Na een stevige verbindende handdruk vervolgden we onze wandeling. Op de terugweg hoorden we de dansmuziek al weer van verre. Wandelaars kwamen ons vandaaruit tegemoet en spraken schande over zoveel onbeschofte herrie van losgeslagen buitenlanders. Hadden ze deze vier jongens echt gezien? Hadden ze in de gaten hoe de muziek en dans deze wanhopige jongens even wat kracht gaven?
Elkaar fris en onbevangen zien. Dat lijkt zo vanzelfsprekend en dat is het niet. Voor blinde mensen geldt dat letterlijk. Voor ziende mensen geldt vaak hetzelfde. Waarbij ik overigens soms het idee heb dat blinde mensen de ander juist beter zien. In het evangelie van vandaag gaat het over tegenstellingen en hoe je elkaar, dwars door die tegenstellingen heen, toch kunt zien. Jezus gaat ons daarin voor als hij zonder vooroordelen de nood van een Romeins veldheer ziet.
Laten we, voordat we gaan luisteren, zingen en nadenken, de stilte zoeken in onszelf en om ons heen.
Gebed
Alomzijnde:
Dank, dat je bij ons bent en dat we dat zeker mogen weten. Je belooft in jouw woord dat waar twee of drie samen zijn in jouw naam, jij bij hen bent. Dat geeft ons vertrouwen. Dat geeft ons ook de moed en de kracht om elkaar vanuit ons hart te willen zien. Wees ons ook hier nabij en strooi jouw liefde en wijsheid over ons uit. Hier en nu, straks en ooit.
Lied: Ken je mij, wie ken je dan?
1e Lezing
(aangehaald in F. Lenoir: Over geluk, p. 197-198, zonder bronvermelding)
Een oude man zit bij de poort van een stad. Er komt een vreemdeling aanlopen die hem vraagt: ‘Ik ben nog nooit in deze stad geweest. Wat voor mensen wonen hier?’
De oude man antwoordt met een wedervraag: ‘Wat voor mensen woonden er in de stad waar u vandaan komt?’ ’Egoïstische en onaangename mensen. Daarom ben ik er weggegaan,’ zegt de vreemdeling. De oude man antwoordt: ’U zult hier net zulke mensen vinden.’ Even later komt er weer een vreemdeling aanlopen die de oude man vraagt: ‘Ik ben net aangekomen, kunt u me zeggen wat voor mensen er in deze stad wonen?’ De oude man antwoordt: ‘Vertel eens vriend, wat voor mensen woonden er in de stad waar u vandaan komt?’ ‘Ze waren aardig en gastvrij; ik had er veel vrienden. Ik vond het jammer dat ik ze achter moest laten.’ ‘U zult hier net zulke mensen vinden,’ antwoordt de oude man. Een koopman die een eindje verderop zijn kamelen laat drinken, hoort deze twee gesprekken. Als de laatste vreemdeling nog maar net is doorgelopen, zegt hij verwijtend tegen de oude man: ‘Hoe kun je op twee dezelfde vragen hetzelfde antwoord geven, maar met verschillende strekking?’ ‘Omdat iedereen zijn eigen wereld in zijn hart draagt,’ antwoordt de oude man.
Lied za: De Heer heeft mij gezien – zo: Wij zullen kennen
2e Lezing uit Lucas 7, 1-10
Toen Jezus aan het eind was gekomen van zijn toespraak tot de menigte ging hij Kafarnaüm in. Een centurio, een Romeins veldheer, die daar woonde had een slaaf die ernstig ziek was en op sterven lag. De centurio was erg op deze slaaf gesteld. Toen hij over Jezus hoorde, zond hij enkele Joodse leiders naar hem toe om hem te vragen bij hem te komen en zijn slaaf van de dood te redden. Toen ze bij Jezus waren gekomen, drongen ze er bij hem op aan mee te gaan. Ze zeiden: ‘De man die u dit verzoekt, verdient het dat u hem deze gunst bewijst. Want hij is ons volk goedgezind en heeft voor ons de synagoge laten bouwen.’ Jezus ging samen met hen op weg. Hij was al niet ver meer van het huis verwijderd, toen de centurio enkele vrienden naar hem toe stuurde met de mededeling: ‘Heer, spaar u de moeite, want ik ben het niet waard dat u onder mijn dak komt. Daarom ook achtte ik mij niet waardig om zelf naar u toe te gaan. Maar u hoeft maar te spreken en mijn knecht zal genezen zijn. Toen Jezus dit hoorde, verbaasde hij zich over hem; hij keerde zich om naar de menigte die hem volgde en zei: ‘Ik zeg jullie, zelfs in Israël heb ik niet zo’n groot geloof gevonden!’ Toen de vrienden van de centurio terugkeerden naar zijn huis, troffen ze daar de slaaf in goede gezondheid aan.
Lied za: Uw woord is waarheid Heer – zo: Keer U om naar ons toe
Overweging
Naar een verhaal kun je op duizend manieren luisteren. Wat mij opvalt bij het luisteren naar het Evangelie van vandaag is dat het stikt van de tegenstellingen. Tegenstellingen die overbrugd worden. Zoals Jood en Romein. Slaven en vrijen. In onze maatschappij barst het ook van tegenstellingen. Arm, rijk. Werkhebbend, werkzoekend. Oud, jong. Autochtoon, allochtoon. Hetero, homo. Legaal, illegaal. Man, vrouw. Ziek, gezond. Er zijn nogal wat tegenstellingen te vinden. Waar het Evangelie ons vandaag toe uitnodigt, is om dát punt in ons bestaan te zoeken, waar alle tegenstellingen uiteindelijk eindigen. Dát punt, waar eigenlijk alle tegenstellingen wegvallen. Dát punt, waar we uiteindelijk in het hart van het evangelie zijn.
Als we die schijnbare tegenstellingen willen overbruggen dan is er wel flink wat werk aan de winkel. Het begint bij onze worsteling met hokjes. We kunnen bijna niet anders dan mensen in hokjes plaatsen. Stereotype beelden die ons verleiden om iemand op een bepaalde manier te zien. Vaak gevoed door je opvoeding, de plek , het land en de cultuur waar je opgroeit en de waarden die je daar mee krijgt. We kennen ook uitdrukkingen die dat bevestigen. Wat te denken van: ‘De eerste indruk is de beste’? Tot mijn schaamte moet ik bekennen dat ik in mijn leven heel veel eerste indrukken heb moeten wijzigen. Hoe zie ik de ander? Vanuit de psychologie weten we dat je niet anders kunt dan vanuit je eigen perspectief iets waar te nemen. Iets te zien. Als we iemand tegenkomen, op straat, in de trein of waar dan ook, dan is er onmiddellijk een beeld. Een kijk op de ander waarmee we die ander zien vanuit ons eigen zien. Het is een door ons gecreëerde werkelijkheid. Je kunt bijna niet volstrekt onbevangen een ander zien. Het plaatsen in een hokje van die ander is verbonden met je ervaringen tot dan toe en ook gebaseerd op maatschappelijke en culturele beelden. Dat kan bijna niet anders en zorgt naast welkome rust en helderheid ook voor veel misverstanden en onrecht. Je doet een ander, en ook jezelf, vaak tekort door het eenzijdige zien van de ander. Soms leidt dat tot vooroordelen.
Waarnemen is sowieso lastig. Is wat je ziet ook wat je ziet? Laten we eens kijken naar de volgende plaatjes:
Zie je drie of vier balken?
Zie je een jonge of een oude vrouw?
Het is maar net hoe je er naar kijkt! En dus ook hoe je ziet en gezien wordt. Het is volstrekt subjectief en er lijkt ook geen waarheid te bestaan. De kracht van de Romeinse hoofdman in de Bijbellezing is dat hij lós van alle maatschappelijke structuren weet uit te spreken dat dát is wat we voor ieder mens willen bereiken: dat hij of zij gezien wordt in zijn eigen nood. Gezien worden zoals hij graag gezien zou willen worden. Niet vooral, of zelfs uitsluitend, worden gezien als een Romeins veldheer die vanuit een autoritaire machtspositie beslist over slaven, leven en dood. Maar als een doodgewoon mens, die zijn geloof uitspreekt in Jezus, zonder hem zelfs gezien te hebben. Dat maakt indruk op Jezus en die spreekt op dat moment uit nog nooit zo’n groot geloof gevonden te hebben.
Laatst vertelde iemand hoe tijdens het inparkeren van haar auto twee donkergekleurde mannen haar daarbij met gebaren wilde ondersteunen. Wat gebeurde was interessant. Na enige tijd, want het inparkeren duurde even, kwamen er omstanders haar vragen of alles wel in orde was. Ze doelden op de betrokkenheid van de twee donkergekleurde mannen. Hoe zouden de omstanders die twee mannen hebben gezien? Vanuit welk perspectief? Wat zorgde ervoor dat ze juist het helpen van die twee mannen niet konden zien?
Vluchtelingen hebben 24 uur per dag te maken met het hokje ‘vluchteling’ en dat heeft grote consequenties in hun leven. Maar als ik in een opvangcentrum in gesprek ga met een jongen die met zijn vader en moeder uit Syrië weggevlucht is en die door ingewikkelde omstandigheden nog steeds geen papieren heeft, dan zit ik daar uiteindelijk toch gewoon met een jongen die een vriendin heeft met wie hij samen wil zijn en die het liefst gewoon aan het werk zou zijn om een gezinnetje te onderhouden.
De kracht van Jezus is dat hij, los van alle maatschappelijke hokjes en vooroordelen, steeds op zoek is naar de kwetsbaarheid en het verhaal in ieder mens. Dat hij zó het gezicht van God wil laten zien.
Als wij met elkaar hier aan tafel gaan en een geloofsgemeenschap willen zijn, is dát wat van ons gevraagd wordt en wat ons beloofd wordt. Dat wij elkaar en anderen zien, van aangezicht tot aangezicht. Dat wij zó leven dat mens na mens tot zijn unieke recht komt. Zo elkaar en anderen zien dat de hokjes er uiteindelijk niet meer toe doen. Dat we echt ontmoeten. Je blik verruimen. Zien en gezien worden. Ken je mij, wie ken je dan? Weet jij mij beter dan ik?
Gezongen refrein: Ken je mij
Geloofslied za: Twee handen schoon gebleven – zo: Op weg naar morgen
Tafel wordt klaargemaakt en er wordt gecollecteerd
Voorbeden
Alomzijnde,
Jij leerde ons zien dat een Romeins veldheer ook een kwetsbaar mens in nood kan zijn. Een ervaring die we kunnen gebruiken in ons dagelijks leven waarbij we zo vol vooroordelen elkaar zo vaak tekort doen en niet voldoende open staan voor een ander. Wees ons nabij in die wijsheid, in jouw liefde en geef ons moed en energie om vanuit ons hart een ander in zijn kern te kunnen zien.
Gij hart, gij bron van leven
Alomzijnde,
Zoveel mensen leven in pijn en beschadiging. Zoekend naar houvast en oplossingen leven ze soms van uur tot uur, van dag tot dag. Wees hen in andere mensen nabij. Laten we hen zien in hun nood. Opdat hiermee jouw kracht hen helpt weer overeind te geraken in het leven.
Gij hart, gij bron van leven
Alomzijnde,
We bidden om betrokkenheid voor mensen in de zorg, die mensen in een crisis nabij zijn. Mantelzorgers, psychologen, therapeuten, verpleegkundigen, psychiaters, artsen en al die anderen. Wees hen nabij opdat hun professionele zorg in jouw genade de ander kan bereiken.
Gij hart, gij bron van leven
Alomzijnde,
We bidden vandaag om nabijheid voor de vele vluchtelingen die nog steeds wanhopige pogingen doen een nieuw veilig, warm thuis en een humane toekomst te bereiken. Sta hen nabij in de liefde van anderen die hen niet verwerpen, afstoten maar ondersteunen en menselijk behandelen. Opdat ze worden gezien als mensen en niet als nummers.
Gij hart, gij bron van leven
Alomzijnde
Ook vandaag gedenken we alle mensen die ons hun zorg, liefde en aandacht hebben gegeven. Soms heel even, soms een leven lang. Die ons hebben gezien vanuit hun hart. Die ons hebben geraakt in ons verlangen tot verbinding. Ook bidden we hier voor de intenties geschreven in ons intentieboek. Vandaag gedenken we in het bijzonder
Gij hart, gij bron van leven
Tafelgebed
Gezegend, jij, God-met-ons, uit jouw liefde is ons leven ontstaan, uit jouw handen mogen wij het leven ontvangen, om ten volle mens te zijn,
in al onze grootsheid, in al onze kleinheid.
Wij willen jou danken voor dit leven,
voor de schoonheid en de vreugde, voor de kwetsbaarheid en gebrokenheid, voor de liefde en verbondenheid om samen door het leven te gaan, elkaar te dragen en ons gedragen te weten. Elkaar te zien in wie we werkelijk zijn.
Wij willen jou danken voor jouw zoon Jezus, die zijn hand op onze schouders wil leggen om onze lasten te kunnen dragen: zachtmoedig naar anderen en naar onszelf. Zoals hij willen wij in alle eenvoud het leven van onszelf en anderen dragen, in vertrouwen op Jou dat Jij ons ziet en niet laat vallen.
Zo dragen wij hem met ons mee, want op de laatste avond van zijn leven, heeft hij ons zijn lijf en ziel voor eeuwig gegeven.
In het bijzijn van zijn vrienden heeft Jezus brood genomen, dankte jou voor het brood, brak het en deelde het aan zijn vrienden met de woorden: ‘Neem en eet van dit brood,
dit is mijn leven, ik geef het aan jullie.’ Hij nam een beker, sprak een dankgebed, en zei tot zijn vrienden: ‘Drink hieruit en proef van mijn liefde, zodat mijn vreugde in jou zal zijn
en haar volheid bereikt. Heb elkaar lief, zoals ik jou heb lief gehad.’
Zo heeft hij zich aan ons gegeven, om zichtbaar te blijven, als levend brood om samen met hem de weg te kunnen gaan die ons gegeven is, ook onder moeilijke omstandigheden.
Zo weten wij ons gedragen door jou, zo willen we elkaar zien en dragen, met respect en zachtheid, vanuit het verlangen dat wij een gemeenschap zijn waar niemand buitengesloten wordt, waar niet vastgehouden wordt aan starre vooroordelen, waar plaats is voor andersdenkenden. Laat ons met de hulp van jouw Geest een gemeenschap zijn van mensen in beweging, vol ruimte en openheid voor elkaar.
Raak ons met jouw liefdesvuur. Verfris ons, doe ons herleven in het doen van gerechtigheid. Laten wij elkaar tot brood worden, brood van vrede en liefde, laat ons daartoe bidden met de woorden die Jezus ons geleerd heeft:
Onze Vader
Vredeswens
Vredeslied za: Stad van vrede – zo: Waar twee of drie mensen elkaar vrede wensen
Iedereen wordt van harte uitgenodigd aan de tafel van brood en wijn
Lied za: Wat in stilte bloeit – zo: Brood zal ik U geven
Lied: Ken je mij, wie ken je dan?
Afsluitend gebed aan tafel
Slotgedachte
Filmpje: Look beyond borders BEKIJK HIER
Ik ben alleen, zegt de een…
Ik ben alleen, zegt de een.
Nee, ik ben alleen, zegt de ander, jij hebt mij.
Ik jou?? zegt de een en draait zich, als door de bliksem getroffen, om,
kijkt in het rond, knielt op de grond, port met een stok onder divans en kasten,
zoekt de ander, roept de ander, en denkt tenslotte, in het klamme donker,
met zijn rug tegen de muur: het is waar, ik heb jou.
Uit: ‘De een en de ander’ van Toon Tellegen, Querido 2003
Zegen en wegzending: Hans Stolp
Wanneer de woorden alle kanten opvliegen,
Wanneer er tranen ongezien over mijn wangen lopen,
Wanneer ik niet weet wat ik moet doen,
Hoor ik: Je bent niet alleen.
Wanneer mijn hart onzichtbaar pijn doet,
Wanneer mensen mij kwetsen,
Wanneer ik nog geen positief woord heb gehoord,
Hoor ik : Je bent niet alleen
Wanneer niemand mij echt lijkt te zien ,
Wanneer ik mij alleen voel,
En wanneer er niemand naar mij lijkt te luisteren,
Hoor ik: Je bent niet alleen
Ik ben niet alleen, want jij bent bij mij.
In de nabijheid van een ander ben jij altijd dichtbij
Daartoe zegenen we elkaar en onszelf
in de naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest, Amen
Slotlied za: Uit vuur en ijzer – zo: Ik heb lief de aarde en de mensen
2 Reactie
lieke eysackers
ik was te gast bij deze viering en de ontvangst paste bij het thema: er was oog voor een ‘vreemde’ bezoeker, aandacht, ik voelde me opgemerkt en welkom.
het thema was voor mij o.a. de aanleiding voor mijn bezoek aan de kerk (ik ben absoluut geen kerkganger, zelfs geen overtuigd gelovige..): elkaar zien = oprechte aandacht voor elkaar, er zijn voor de ander in het moment, de verbinding zoeken en aangaan van mens tot mens… Dat zijn voor mij belangrijke waarden, dat is waar het op aan komt, althans voor mij.
Goed thema in een, voor mij aansprekende tekst verwoord door de voorganger en, hoewel het een thema is voor iedereen, van alle tijden en overal, zeker ook in deze tijd goed om nog eens te benadrukken.
Annemieke Laghuwitz
Ook ik ben zo een paar jaar geleden onthaald in de SSiB. Ik zal die warmte nooit vergeten! En ook mij spreekt dit thema én de aanpak ervan me mede daarom zo aan. Want het is waar: het goddelijke zit niet in iets buiten de verbinding tussen ons om, maar IS de interactie tussen ons mensen, waardoor we elkaar kunnen en wíllen blijven zien. Laten we zó in beweging blijven en elkaar de ruimte geven – onbevooroordeeld!!