Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 3-4 okt 2015
Thema: Franciscus en de schildpad
Voorganger: John Parker
Muzikale ondersteuning: de Cantorij

Openingslied za: Dit huis is een huis – zo: Deze woorden aan jou opgedragen

Inleiding
Welkom iedereen bij deze viering die samenvalt met Internationale Dierendag. Eigenlijk valt het samen met het christelijk feest waarin de heilige Franciscus herdacht wordt. Het thema ‘Franciscus en de schildpad’, leek me een leuke manier om het christelijke leven te bekijken. In het oude bekende verhaal dacht de haas makkelijk van de schildpad te kunnen winnen. In feite verloor de haas de wedstrijd. Het uiterlijk vertoon geeft niet altijd de werkelijkheid aan. Een interessante benadering, dacht ik. Niet dat de snelle het verkeerd deed, maar de langzame deed het ook goed. Er zijn verschillende manieren om de boodschap van het evangelie te volgen in je leven. Wij kunnen niet allemaal Franciscus evenaren. Als je maar in gelooft en eerlijk bent, haal je ook de eindstreep.
Laten wij bidden:
Eeuwige, wij mensen, allemaal anders, begrijpen het evangelie ieder op zijn of haar eigen manier, en proberen het voorbeeld van Jezus te volgen met de kracht die eenieder bezit. Met de inspiratie die we iedere keer opdoen bouwen wij aan een mooiere wereld waarin ieder en alles ruimte heeft om te leven. \wees geprezen om de schepping. \wees geprezen dat wij mee mogen doen. Amen.
Acclamatie za: Dank Heer, wij danken U – zo: Liefde, dal van liefde

1e lezing: Rainer Maria Rilke
O, waar is hij, die uit bezit bevrijd, in armoe groot zo sterk werd, dat hij zijn kleren uitdeed op de markt en, naakt, gehuld werd in een bisschopskleed.
De innigste en vurigste van allen, hij kwam en leefde als een nieuw herboren kind; de bruine broeder van de nachtegalen, die met bewondering en welgevallen en met verrukking onze aarde mint.
Hij was niet een van hen die droef te moede, vermoeid en treurig worden, meer en meer. Hij ging met kleine bloemen als met kleine broeders langs weideranden; en sprak keer op keer. Sprak over zich, hoe hij zich gaf voor alle mensen, zodat er vreugd door aller harten ging; zijn held’re hart kende totaal geen grenzen
en voor dat hart was niemand te gering. Hij was een licht; steeds dieper straalde licht en in zijn cel werd niet geklaagd. De glimlach straalde op zijn aangezicht als van een kind, op groei gericht, en werd volwassen, als een jonge maagd…
O, waar is hij? Hij is niet uitgezongen; hoe voelen hem, de juichend, eeuwig jonge, van heel dichtbij de armen, die hem zoeken; hoe rijst hij op in al hun donk’re stonden de grote avondster van vrouwe Armoede.
Lied za: Gij komt tot ons – zo: Boom je stam was koud

2e lezing: uit het evangelie volgens Mattheus
Ik zeg jullie: maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam en over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding? Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren, het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij? Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn levensduur toevoegen? En wat maken jullie je zorgen over kleding? Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken niet en weven niet. Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen.
Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zo veel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen? Vraag je dus niet bezorgd af: “Wat zullen we eten?” of: “Wat zullen we drinken?” of: “Waarmee zullen we ons kleden?” – dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.
Acclamatie za: Maak uw woord – zo: Nooit hoorden wij andere stemmen

Overweging
In de fabel van Aesopus, de schildpad en de haas, is er een loopwedstrijd tussen de 2 dieren. Ze bereiken allebei het eindpunt van de wedstrijd maar niet in de volgorde zoals de haas had verwacht. Hij is snel, kan heel hard lopen. Maar de schildpad zet door en bereikt de eindstreep. Vandaag, in de volksmond Dierendag, is zo genoemd omdat de christelijke kerk het feest viert van de heilige Franciscus. Een rijke jongeman die alles opgaf om de boodschap van het evangelie, van de Schrift zo goed mogelijk na te leven.
Volgens de verhalen had hij een groot respect voor de aarde, voor alles dat op aarde leeft. De verhalen over zijn liefde voor dieren hebben ervoor gezorgd dat deze dag gekozen werd als mondiale dierendag.
Franciscus is een extremist geweest. \een hardloper van het geloof, die alles opgaf: rijkdom, reputatie, woning, zelfs zijn kleren gaf hij weg aan wie niets hadden. Jezus volgen: laat alles om mij te volgen. Laat je niet hinderen door aardse dingen. Franciscus nam Jezus letterlijk op zijn woord. Een haas: zonder twijfel of aarzeling ging hij op pad, rekenend op God zijn liefde om de weg open te doen. Volgens de verhalen is het ook gelukt. Met veel toewijding en de hulp van vele volgelingen is Franciscus een voorbeeld geworden voor vele tot op de dag van vandaag. De innigste en vurigste van allen, noemde hem de duister dichter Rainer Maria Rilke.
Een prachtig voorbeeld dat velen hebben nageleefd en nog naleven. Ik wil Franciscus of zijn volgelingen zeker niet beledigen als ik hem met de schildpad van Aesopus vergelijk. In het verhaal heeft de haas de wedstrijd verloren. Franciscus heeft zijn wedstrijd niet verloren. Net zoals zovelen die liever klein stapjes nemen (zoals de schildpad het doet), bereikt hij het eindpunt.
Ik kan mezelf best voorstellen als de schildpad; kleine stapjes, langzaam misschien, soms een zijweggetje volgend, maar wel de juiste weg proberend te volgen. Geen haas, zoals mijn medestudenten van vroeger wel wisten, en zoals jullie me ook kennen…Op dierendag zouden we erover na kunnen denken, om watvoor soort dier je bent; een snelle, een wat langzame, een vliegende, een kruipend.
Franciscus was een snelle. Hij heeft de woorden van Jezus in het evangelie gelezen of gehoord en dacht meteen: dit moet ik doen. Geen zorgen maken over morgen, over kleren, over fijn eten, over geld of bezittingen. Ik moet alles opzij laten en God eren in de schepping, in de dieren, in mensen. Nou, zo iemand ben ik niet. Een van de eerste vragen ’s-ochtends is: wat gaan we eten vandaag, wat ga ik koken. En ik zeg tegen mezelf: als ik dit doe, dan ben ik goed bezig voor mijn gezin. Als ik het kan, dan iets doen voor of geven aan anderen.
Ik denk vandaag aan de vluchtelingen die vandaag (morgen) verwelkomd worden in de gemeente Den Bosch. Ik zal niet de enige zijn die zo denkt: ‘wat kan ik voor ze betekenen?’ Een Franciscus zou misschien alles dat hij heeft voor ze geven, en heel zijn tijd, heel zijn aandacht. Op mijn eigen, schildpadachtige wijze, wil ik ook iets voor deze mensen kunnen doen.
De schepping is bont en mooi. Dieren, vogels, insecten, reptielen, vissen, en dan oog nog mensen. Allemaal anders, met eigen aard, eigen karakter. Gelukkig zijn er hazen bij, en veel andere soorten. De verschillen maken het leven op aarde mooi, interessant, boeiend, heilig. En binnen de christelijke gemeenschap probeert een ieder op haar of zijn eigen manier het evangelie na te leven. En dit maakt ook het leven van de gemeenschap mooi, boeiend, heilig.
Geloofslied za: Om warmte – zo: Gij die de stomgeslagen mond verstaat

Voorbede
Eeuwige, wij bidden voor milieubeschermers,
voor die vele mannen en vrouwen die het leven op aarde
willen behoeden tegen bederf en vernietiging,
die de schepping verdedigen tegen plundering en uitputting.

Heer ontferm U

Eeuwige, wij bidden voor alle wetenschappers die strijden tegen slopende ziekten,
voor allen die in de gezondheidszorg de mensen dienen en verder helpen.

Heer ontferm U

Eeuwige, wij bidden voor allen
die hun medemensen ondersteunen en begeleiden
op hun weg door het leven.

Tafelgebed
U eeuwige die ver weg zijt en ongezien
U komen toe mijn zwijgen en mijn lied
alle verlatenheid en drift
mijn honger, mijn verlangen
want Gij zijt God.
U alleen komt het toe
en niemand in vreugde of verdriet
is bij machte U te noemen.

Onuitsprekelijk zijt Gij en goed
goed is de hand die alles heeft geschapen
onzegbaar goed is onze broeder zon
die elke dag maakt dat het dag is
die doorschijnend mooi van licht en kracht is
die ons met blindheid slaat overweldigt, troost
opvrolijkt, levend maakt.

Ook goed en mooi is zuster maan
die Gij van hemel hebt gemaakt
en goed als Gij is broeder wind
met al zijn wolkenvelden en goed weer, slecht weer
en de lucht waarin wij leven nietig en gelukkig

Gezegend is Uw naam om zuster water
die nuttig is en nederig, kostbaar en zuiver;
om broeder vuur die in de nachten brandt
lachend robuust en ongewis;

om onze zuster moedertje aarde
die de voeten draagt, die ons bestiert
en alle soorten vruchten en kruiden geeft
en bloemen fonkelend.

Gezegend zijt Gij omwille van Jezus van Nazareth
die in de nacht van zijn lijden
brood genomen heeft en gezegd:
ik wil gegeten worden, ik wil delen wat ik ben
met jou mijn naaste en met ieder mens.

Die een beker wijn heeft ingeschonken
doorgegeven, en gezegd:
ik wil gedronken worden ik wil mezelf prijsgeven
voor een nieuw verbond opdat alle mensen samen zijn
in het koninkrijk van God

Gezegend en onvolprezen zijt Gij
omwille van allen die willen leven als hij
die meedogend zijn die alle ziekte, alle dorst verduren
die het uithouden ongekroond in deze wereld;
zult Gij hen kronen?

Gezegend en bemind zijt Gij van oudsher
door allen die U Vader noemen
vader van alle mensen
en deze naam weten te heiligen.
Samen met hen, samen met Uw zoon
bidden wij daarom: Onze Vader

Vredeswens
Vredeslied za: Gij levende, eerste en laatste – zo: Weet je waarom, zeg me waarom

Communielied za: Hij brak het brood – zo: Kom en volg mij

Mededelingen

Slotgedachte: Godsbeeld van Edward Schillebeeckx
Een jongetje kwam toen het al donker was, te laat thuis van zijn spel in de tuin. Zijn vader mopperde, maar het jongetje vertelde dat hij een olifant had gezien in het schemerdonker tussen de bomen.
‘Onzin,’ zei zijn vader, ‘in ons land wonen geen olifanten en ze huizen zeker niet in onze tuin. Je komt slaap te kort, naar boven dus. Ik kom je dadelijk onderstoppen.’
Toen hij dat even later deed, vroeg hij aan zijn zoontje of hij al gebeden had en God ook verteld had over de olifant. ‘Ja,’ zei het jongetje. ‘En…wat zei God?’ vroeg de vader.
‘Hij zei,’ vertelde de kleine jongen, ‘dat hij de olifant ook gezien had…’

Zegen en wegzending
Slotlied za: Dans van de zee – zo: Jij allerhoogste, heer van alle dingen.

Plaats een reactie