San Salvatorgemeenschap 12-13 sept. 2015
Thema: Gedragen worden (Ziekenzondag)
Voorganger: Maria van den Dungen
Muzikale ondersteuning: koor Melodiek
Openingslied: Vrede voor jou, hierheen gekomen
Welkom
Welkom jij, zoekend naar licht,
jij die zoekt naar bemoediging
Jij zomaar hier.
Iedereen, vaste bezoeker of niet: fijn dat U er bent .
Waar mensen samenzijn om te luisteren naar zijn Woord, is God aanwezig en geeft hij zijn zegen: in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
Inleiding
Het tweede weekend in september is al jaren bestemd voor aandacht voor de zieken. Die aandacht mag natuurlijk niet tot een weekend beperkt blijven, maar het is heel goed dat er in de liturgie eens per jaar extra aandacht is voor onze kwetsbaarheid.
De WHO definieerde gezondheid in 1948 als een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijkwelzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken.”
Dat is heel wat, zeker als je iets ouder wordt zijn er altijd wel kwaaltjes, misschien een groot handicap en voor sommigen zelfs een levensbedreigende ziekte.
Binnen de groep ouderen zijn er grote verschillen. Waar de een nog zelfstandig woont en allerlei activiteiten onderneemt, leeft een ander van dezelfde leeftijd in een verpleeghuis of probeert zich met hulp van kinderen en bekenden soms moeizaam te redden.
Een heel jaar zouden het goede dagen voor de chronisch zieke mensen kunnen zijn, als wij er voor zorgden dat ze overal gewoon bij zouden horen. Daarover willen we ons bezinnen in deze viering en bidden we:.
Gebed
Jij, God van verbondenheid,
In het gezicht van mijn naaste ben Jij te vinden.
In de zorg voor kwetsbare mensen
ben Jij het sterkst aanwezig.
Door onze tederheid en zorg ben jij
werkzaam in de wereld vandaag.
Als wij chronisch zieke mensen ondersteunen
doen we wat Jezus in zijn tijd deed:
Mensen oprichten en sterk maken.
Beziel ons daartoe in deze viering
en alle dagen die ons gegeven worden. Amen.
Acclamatie: Een schoot van ontferming
Eerste Lezing: 1 Kon. Hoofdstuk 19, 1-8
Toen Koning Achab aan zijn vrouw Izebel meedeelde dat Elia de beelden van Baal, de afgod, had verwoest en diens profeten met het zwaard had gedood, stuurde Izebel een bode naar Elia met de boodschap: ‘De goden mogen mij dit aandoen en nog erger als ik u niet binnen vierentwintig uur het lot van de profeten heb laten delen.’ Toen Elia dat gehoord had, probeerde hij zijn leven in veiligheid te stellen en vertrok naar Berseba, dat tot Juda behoorde. Daar aangekomen liet hij zijn dienaar achter. Na een tocht van een dag in de woestijn kwam hij bij een bremstruik. Hij ging eronder zitten. Hij wilde sterven en zei: ‘Het wordt mij teveel, heer; laat mij sterven want ik ben niet beter dan mijn voorvaders.’ Daarna ging hij onder de bremstruik liggen en sliep in. Maar opeens stootte een engel hem aan en zei tegen hem: ‘Sta op en eet.’ Hij keek op en daar zag hij aan zijn hoofdeinde een koek, op gloeiende stenen gebakken, en een kruik water. Hij at en dronk en viel weer in slaap. Maar opnieuw, voor de tweede maal, stootte de engel van de heer hem aan en zei: ‘Sta op en eet; anders gaat de reis uw krachten te boven.’ Toen stond hij op, at en dronk, en gesterkt door dat voedsel liep hij veertig dagen en nachten, tot hij de berg van God, de Horeb bereikte.
Tussenzang: Op mijn levenslange reizen – Uit staat en stand
Evangelie: Marcus 2, 1-12
Toen Jezus na zijn tocht door Galileia terugkwam in Kafarnaüm, werd bekend dat hij weer thuis was.
Er stroomden zo veel mensen toe dat er zelfs voor de deur geen plaats meer was, en hij verkondigde hun de heilsboodschap.
Er werd ook een verlamde bij hem gebracht, die door vier mensen gedragen werd.
Omdat ze zich niet door de menigte konden wringen, haalden ze een stuk van het dak weg boven de plaats waar Jezus zat, en toen ze een opening hadden gemaakt, lieten ze de verlamde op zijn draagbed naar beneden zakken.
Bij het zien van hun geloof zei Jezus tegen de verlamde: ‘Vriend, uw zonden worden u vergeven.’
Er zaten ook een paar Schriftgeleerden tussen de mensen, en die dachten bij zichzelf:
Hoe durft hij dat te zeggen? Hij slaat godslasterlijke taal uit: alleen God kan immers zonden vergeven! Jezus had meteen door wat ze dachten en dus zei hij: ‘Waarom denkt u zoiets? Wat is gemakkelijker, tegen een verlamde zeggen: “Uw zonden worden u vergeven” of: “Sta op, pak uw bed en loop”?
Ik zal u laten zien dat de Mensenzoon volmacht heeft om op aarde zonden te vergeven.’ Toen zei hij tegen de verlamde: ‘Ik zeg u, sta op, pak uw bed en ga naar huis.’
Meteen stond hij op, pakte zijn bed en ging weg; allen die dit zagen, stonden versteld en loofden God.
‘Zoiets hebben we nog nooit gezien,’ zeiden ze.
Acclamatie: Oren en ogen gaan open voor Jezus
Overweging
Ziek zijn confronteert ons met de kwetsbaarheid en grenzen van het leven. Dat kan allerlei gevoelens, vragen en gedachten oproepen, zoals verwarring, verdriet en eenzaamheid. Afhankelijk zijn is erg moeilijk, zeker met de uitgeklede zorg van nu.
ind augustus is door Radboud UMC een onderzoek gedaan onder de bezoekers op het Lowlands festival. Hoe voelt het om 80+ te zijn? was de vraag.
Een van de bezoeksters – arts in opleiding – gaf aan niet zoveel met ouderen te hebben,” zo traag en klagerig” vond ze. Tijdens dit onderzoek kregen de kandidaten een bril op, die maakte dat zij slechter zagen, ze kregen oordopjes die hun gehoor verminderden en gewichten aan hun benen die het lopen bemoeilijkten.
Het bleek een openbaring te zijn voor de deelnemers aan het onderzoek: alles kostte heel veel energie en ging tergend langzaam. Zij gaven aan meer begrip te hebben gekregen voor de problemen van hoogbejaarden.
En begrip leidt mogelijk tot meer geduld en de bereidheid om te helpen. Misschien dat er zo een samenleving ontstaat, waarin mensen zich elkaars lot aantrekken; zoals in de tweede lezing.
Bij zijn vorig verblijf in Kafarnaum was Jezus nog een onbekende prediker. Maar het verhaal van zijn wonderen gaat rond in heel het land en daarom stromen de mensen toe. Misschien hopen zij op een wonder, het huis is in elk geval overvol, en bij Jezus komen kun je wel vergeten. Toch is dat juist wat de mannen willen die hun verlamde vriend met zich meedragen, hopend op genezing.
Zij banen zich met hun vriend een weg tot de buitentrap die naar het dak leidt. Daar zitten de mensen in het midden oosten vaak ’s avonds als de ergste hitte weg is om te genieten van wat koelte. En een deel van dat dak is vaak van riet en leem, zodat de wind boven de binnenplaats vrij spel heeft. En dan is het kinderspel om daar een doorgang te maken:
Als het niet kan zoals het moet—dan moet het maar zoals het kan!!
Aan touwen wordt de man neergelaten, tot aan de voeten van Jezus. Het doet mij denken aan het dalen van de kist bij een begrafenis; dat is niet zo vreemd want in zekere zin was deze man ook dood. In het denken van die tijd werd ziekte of handicap gezien als een straf voor zonde en daardoor konden mensen in een sociaal isolement raken.
Ook in onze tijd worden mensen tot buitenstaander gemaakt: in families, op school of werk, zelfs in de kerken. Denk eens aan alle publiciteit rond pesten op school en op het werk. Ook ziekte kan mensen buiten spel zetten, verlammen. Hoe goed is het dan dat er mensen voor hen in de bres springen, dat ze niet alleen staan?
Deze man heeft geboft dat zijn vrienden voor hem tegen de gangbare opvattingen in gaan. Zozeer zijn ze hem toegedaan – en dát moet hij zelf verdiend hebben- dat ze alles riskeren om hem kans op genezing te geven. En dan horen we dat Jezus hun geloof heeft gezien. Misschien gaat hij daarom in op de onuitgesproken vraag, die bijna een uitdaging is. En de verlamde man? Door het open dak gaat de hemel a.h.w. voor hem open en krijgt hij uitzicht op een nieuwe toekomst. Als Jezus zegt dat zijn zonden vergeven zijn wordt hij een vrij mens en komt er een eind aan zijn isolement. Dan kan hij zelf weer gaan waarheen hij wil, kan hij op zijn beurt anderen gaan dragen.
Pas als je je gedragen weet, kun je op jouw beurt mensen dragen. Pas als je je bemind weet, kun je op jouw manier van mensen houden. Durf te geloven dat er minstens iemand is die van je houdt, zoals je bent.
En Jezus? Hem vallen de beschuldigende blikken van de Schriftgeleerden ten deel. Mensen kunnen offers brengen in de tempel als boete voor hun zonde, maar in hun ogen is vergeven voorbehouden aan de Eeuwige. Hier op aarde gelden regels en daar moet je je aan houden. Waar zouden we blijven als iedereen elkaar maar gaat vergeven? Zij zinnen op maatregelen.
Jezus blijkt wel een voorstander van dat vrij denken, bij hem gaan mensen vóór regels. Hij was vertrouwd met de Schrift, weet dat Jahweh had beloofd dat hij zijn volk op arendsvleugels zou dragen (Ex. 19,4): Hij die ons draagt. Jezus draagt zijn mensen zijn leven lang. Wat een voorbeeld!
Geloofslied za: God is die goed is – zo: Zolang wij ademhalen
Dadelijk zetten wij onze gaven op tafel:
brood en wijn, vrucht van het werk van mensen.
Ook onze financiële solidariteit hoort daarbij
als een teken van onze bereidheid tot delen.
Voorbede
Bron van leven,
Wij bidden voor mensen die door ziekte of door hun leeftijd
Niet de dingen kunnen die anderen wel kunnen:
Lijden onder het gemis van werk, activiteiten waar ze plezier in hebben,
Niet meer zelf overal naar toe kunnen.
Dat er mensen zijn die hen blijven zien als een heel mens,
Die vanzelfsprekend zorg voor hen dragen
Jij die onze gedachten raadt…
Bron van hoop
Wij bidden voor mensen met een ziekte die steeds erger wordt
en die daardoor geen toekomst zien.
Dat er ook voor hen water en brood is, nieuwe kracht om te leven.
Jij die onze gedachten raadt…
Bron van liefde
Wij bidden voor mensen om de zieke heen
Die zo veel dingen niet meer samen kunnen doen
Die hun dierbare zien veranderen
Dat er ook aandacht en zorg voor hen is.
Jij die onze gedachten raadt…
Bron van bevrijding
Wij bidden voor mensen die lijden onder geweld
Voor de vluchtelingen op hun gevaarlijke reis
Oplopend tegen muren van weerstand.
Open de harten van mensen voor de nood van de ander
Jij die onze gedachten raadt…
Voor wat geschreven staat in het intentieboek: voor mensen die het zwaar hebben, voor situaties die moeilijk zijn, bidden wij om licht en om leven.
Jij die onze gedachten raadt…
Wij noemen de namen van mensen die ons voorgingen.
Met liefde en respect gedenken wij hen
Tafelgebed
Gezegend Jij, EEUWIGE, schepper van al wat is.
Licht, dat ons aanstoot in de morgen
rouw, die ons draagt op adelaarsvleugels
Liefde, die ons niet vallen laat.
Gezegend de mensen die Jou verwachten
elkaar bemoedigen en proberen te verstaan.
Gezegend de hand die zegent
de liefde die streelt
de mond die trouw uitademt
en eerbiedig spreekt
Gezegend de voet die Jou naloopt
en nieuwe wegen zoekt
om mensen te benaderen en te bezoeken
om te doen wat recht en goed is.
Gezegend de mensen
die wegen van toekomst wijzen
de bevrijding tegemoet.
Gezegend jij als je zulke mensen mag ontmoeten
Stad van vrede
Gezegend geliefden voor elkaar
oud voor jong, sterk voor zwak, rijk voor arm.
Gezegend alle vreemdelingen
en zij die vechten voor het recht van elk mens
op een menswaardig bestaan.
Gezegend die elkaar bewaren, troosten
koesteren, helpen en verdragen
die het goede zichtbaar maken in alles wat leeft
die werken aan een wereld
waar het goed leven is voor ieder mens.
Gezegend jij hier als je zulke mensen mag ontmoeten.
Stad van vrede
Gezegend Mozes, de profeten en zieners
de schrijvers van Uw woord.
Gezegend Jezus van Nazareth
Die recht deed aan mensen niet in tel
n zo de Schrift vervulde.
Die de Schrift genomen heeft,
gelezen en gedeeld met zijn vrienden
als BROOD, onmisbaar om te leven.
Die op de laatste avond voor zijn dood
brood in zijn handen nam,
zijn dank daarover uit sprak,
het brak en uitdeelde met de woorden:
neemt en eet, dit is als mijn leven,
mijn liefde en vrede voor jullie gegeven.
Hij nam de beker en liet die rond gaan zeggend:
Dit is mijn levenskracht,
die ik jullie nalaat als heldere wijn,
die gaat van mond tot mond
en alleen te drinken is samen met anderen.
Gezegend allen groot of klein
jong of oud, sterk of zwak die doen als hij
en de weg willen gaan die hij gewezen heeft.
Gezegend die kracht uitstralen
oog en oor en hart hebben voor anderen
die elke morgen hoopvol opstaan en leven in het licht.
Gezegend jij als je zulke mensen mag ontmoeten
Gezegend jij als jij zo’n mens probeert te zijn.
Stad van vrede
Gezegend de zachtmoedigen,
die hun medemensen op handen dragen.
Hun wegen zijn lieflijke wegen
en hun paden: paden van vrede.
Gezegend wij hier gekomen om het WOORD te horen,
het BROOD te delen en te bidden:
Onze Vader……
Vredeswens
Daar waar vriendschap is en liefde,
daar is God in ons midden,
daar leven mensen in vrede met elkaar.
Laten we dat elkaar toewensen en nastreven.
Lied za: Waar vriendschap heerst en liefde – zo: Vrede voor jou
Uitnodiging communie
Jezus heeft nooit anders gedaan dan brood en leven delen, als vanzelfsprekend.
Iedereen is dus uitgenodigd.
Communielied za: Heer onze Heer hoe zijt gij – zo: Naar U, levende, klimt mijn ziel
Gebed
Gij die genoemd wordt: “Ik zal bij u zijn”
Gij laat geen mens aan zijn lot over.
Gij roept ons op
Om Uw naam in ons hart, in ons hoofd
In onze handen en voeten te prenten
Opdat ook wij elkaar behoeden en doen leven
Dat wij zorg dragen voor elkaar
De één voor de ander, telkens weer.
Zodat wij gaan op uw weg van waarheid en leven.
Amen.
Mededelingen
Slotgedachte
Een zieke spreekt tot ons:
Mijn lief, met handen stijf van reumatiek kan ik jou zegenen:
dat het jou goed mag gaan,
dat je God op je weg mag vinden,
zoals ik Hem vind, telkens weer.
Met benen, onmachtig om mij nog te dragen,
kan ik naar je toekomen.
Omdat mijn hart bij jou is,
krijgen mijn gedachten en mijn gebeden vleugels.
Met oren die steeds minder worden,
kan ik jou nog steeds horen:
de stem van je ogen en je lach als je komt;
ik voel dat je strelende handen willen zeggen
dat je me liefhebt, dat is genade.
Ja pijn; het doet pijn.
Pijn is een deel van mijn leven geworden,
maar niet méér dan een deel.
Ik ben méér dan dat!
Je kunt me je zorgen gerust vertellen,
ik zal ze serieus nemen.
Je mag best lachen en dansen en gelukkig zijn bij mij,
want een deel van mij danst mee…
Misschien wist je het niet meer,
nu je mij helpt met eten en aankleden
en met heel de rest.
Maar ik ben wie ik was;
Ik zing, ik dans, ik heb je lief als tevoren.
Lees het maar in mijn ogen en blijf mij herkennen
voorbij aan de pijn, daar waar ik helemaal mijzelf ben.
Voor altijd: vrede en alle goeds.
Zegen
Wees gedragen door de liefde van God,
verbonden door haar blijvende trouw
en gezegend met het licht van zijn ogen.
die is: Vader, Zoon en heilige Geest.
Amen.
Slotlied za: Wonen overal – zo: Hierheen vrouwe ademtocht