Viering: 27 02 2022
Thema: Geen optocht, maar wel: samen op tocht.
voorganger: Maria van den Dungen
Koor Melodiek olv Marcel van der Maeden
Vooraf…muziek
Openingslied: Hier gaan we zingend de wereld
Welkom iedereen die hierheen is gekomen, die dit uur wil meemaken waarin een andere wereld mag doorklinken: een uur meer dan er kan.
Fijn om in deze spannende tijd samen te kunnen zijn en elkaar te bemoedigen.
Vandaag is het Carnavalszondag, tijd om wat uitbundiger te genieten voordat de vastentijd begint.
Op het moment dat ik deze viering voorbereidde was de situatie rond Oekraine spannend, nu weten we hoe verdrietig die zich heeft ontwikkeld.
Ik had er al voor gekozen om er een wat luchtiger, vrolijke dienst van te maken. De lezingen van het leesrooster heb ik daarom – bij wijze van uitzondering – vervangen. Ons geloof moet toch een blijde boodschap brengen en die klonk er – naar mijn mening – niet zo in door.
Maar ook passend bij de situatie in Oekraïne heeft de viering een serieuzer karakter.
Maar laten we eerst maar naar binnen keren.
Gebed:
Samen hier bijeen worden we stil
om ruimte te maken voor jou.
Samen hier bijeen stellen we ons open
voor een vleugje wind,
adem van de geest, die ons gaande houdt.
Verlangend naar een toekomst,
van samen onderweg, een hand in de rug,
vrede in onszelf en met al God ’s schepselen.
Accl.: Dat wij volstromen
De beide lezingen zijn bijbelverhalen, vrij bewerkt door van Jan van Opbergen.
Eerste lezing is een bewerking van het scheppingsverhaal: Toen god zijn blijdschap volgde
–In het begin was God nog alleen;
buiten hem om – nog niets te doen.
God had plezier in zijn bestaan en de blijdschap speelde als een kind om hem heen.
Toen, op zekere dag, hoe moet een mens dat anders zeggen, trok de blijdschap hem mee
en schiep ruimte en tijd voor hem uit.
En God volgde zijn blijdschap op de voet.
Zeven dagen lang liet hij zich leiden
door de geest van de vreugde.
Hij zag opeens dat het licht werd
en hoe de warmte zich spreidde over de ruimte en de tijd die zijn blijdschap had vrijgemaakt.
Maar de blijdschap ging verder en God zag het water glinsterend in de zon;
en hij zag het land open en vrij onder de hemel.
Nog verder ging de blijdschap en opeens zag God
hoe alles begon te bewegen.- bomen en planten,
vogels en vissen en de dieren op het land.
Goed zo, zei God, en hij kreeg plezier
in alles wat zijn blijdschap teweeg had gebracht.
Even niet kijken, zei de blijdschap op de zevende dag.
En God deed in ’s hemelsnaam een ogenblik zijn ogen dicht, en toen hij opnieuw rondkeek
ontdekte hij de verrassing van zijn leven:
zijn blijdschap had de mens gemaakt,- niet zomaar iets, maar iemand.
En God herkende de mens als sprekend zichzelf.
Toen boog God zich blij-verrast over de mens heen en zei: Jij bent me door mijn blijdschap uit het hart gegrepen!
Tussenzang: Met niets van niets zijt gij begonnen
Tweede Lezing: het verhaal over hoe het Joodse volk de 10 geboden ontvingen.
Toen God de mens geschapen had sprak hij: Ik geef u de hemel en de aarde om er te wonen in vrede, om er te leven in vreugde.
En toen de mens vroeg: hoe zal ik wonen en hoe moet ik leven, zette God zich naast hem neer en gaf hem 10 geboden:
Ik schrijf ze in uw hoofd en bind ze op uw hart, tien wenken om te leven,
En omdat 10 geboden vandaag misschien wel veel zijn, nu alleen:
Het VIERDE GEBOD
En God sprak: Neem de tijd om te vieren,
dat ik uw God wil zijn.
Neem alle tijd om te zingen en te dansen
bij al wat goed is en ooit nog goed zal worden.
Niet bij de feiten zult gij rusten, maar bij uw dromen.Die u verder drijven naar het land dat ik u geven wil.
Vier de Sabbath om te weten
dat gij tot vrijheid zijt geroepen
en dat heel de aarde
in staat moet zijn tot alle goeds.
Acclam.: Het woord dat ik jou geef
Overweging:
Wat is het toch mooi begonnen, met ons en met de wereld: een God die blij – zeg maar verrukt – was over zijn schepping.
En de bijbelverhalen zijn ons genoeg bekend om te weten hoe het elke keer mis ging en het weer opnieuw werd geprobeerd.
En daarom kwamen er 10 woorden om het de mensheid wat gemakkelijker te maken. Onze tweede lezing over het vierde woord/ gebod lijkt meer de achtergrond weer te geven voor de Sabbath- of zondagsheiliging dan de formulering die we kennen en ook anders hebben ervaren.
We worden opgeroepen om te zingen en te dansen bij al wat goed is.
We mogen dromen van een betere wereld en mogen de zondag of sabbath vieren om ons vrij te weten en tot alle goeds in staat.
We mogen dus ook gerust carnaval vieren als dat mogelijk is, even ontsnappen aan het geregelde of erg drukke bestaan. Helaas moet het dit jaar in aangepaste vorm. Geen prins afhalen, geen intocht en geen optocht.
Maar ons jaarthema: Trektocht, past wel bij deze viering. Ons leven is een – hopelijk – lange weg, we zijn gewoon op tocht.
Een tocht heeft meerdere etappes net als ons leven, Als kind genieten we van alles wat nieuw is, als puber kijken we kritisch naar alles en rebelleren we misschien. Als volwassene krijg je meer verantwoordelijkheid, ook voor anderen om je heen. En als oudere hoop ik dat je tevreden kunt terug kijken op je leven dat je nog gaat afronden.
Je reis voert ook langs plaatsen, misschien ver weg, maar het belangrijkst zijn die plaatsen waar je hebt geleefd, waar je opgroeide, waar je jezelf vestigde en langer woonde en waar je met mensen weet had van elkaars wel en wee.
..Want het belangrijkste van je levensreis zijn de mensen. Soms had je een klik met iemand die je kort ontmoet hebt, iets waar je met plezier aan terug denkt. Maar belangrijker als een schip in de nacht zijn de vriendschappen, die je opbouwde en soms lang, soms een leven lang, duurden. Je wist van elkaars vreugde onderweg, er was de gedeelde pijn en het weten dat je blind op elkaar kon bouwen. De mensen met wie je het glas kon heffen op het leven, een dronk op de toekomst van kinderen en kleinkinderen, als dat je gegeven was. Mensen met wie je over vroeger kon praten, hoe het toen was. Sommigen hadden nog herinneringen aan de oorlog, aan hoe vreselijk het was om niet vrij te zijn, of om honger te hebben.
Er waren ook mensen met wie het nooit klikte, hoe je ook je best deed, maar ook daar heb je je bij neergelegd; geen vijanden, maar geen chemie die paste.
Misschien was het mooist aan die lange weg – als je dat geluk had- was dat je die samen was gegaan, jarenlang met de mens of mensen van wie je hield.
Samen op tocht, dat geldt natuurlijk ook voor onze gemeenschap, mensen met in grote lijnen – een gedeelde kijk op geloof, op samenleving. Dat verbindt ook, zo zelfs dat er in de lange jaren als Salvatorianen vriendschappen zijn ontstaan, mensen zorg hebben voor elkaar. Vervoer wordt verzorgd, sommigen eten samen of hebben in coronatijd de YouTube vieringen met elkaar bekeken. Ik denk dat de God uit de eerste lezing zou zeggen: Jullie zijn me uit het hart gegrepen.
Geloofslied: Ik heb lief de aarde en de mensen
Collecte, tafel; klaarmaken
Voorbede: acclam.: Gij hart, gij bron van leven
–Als mensen onderweg leven we ook mee met mensen verder weg.
we bidden voor de mensen in Oekraine, om veiligheid en vrede
en ook voor alle volken, die door hongersnood of door het water in hun bestaan bedreigd worden.
Laat ons zingend bidden:
We bidden voor de mensen, die genieten van de herwonnen vrijheid in deze coronafase, en voor hen die dit jaar weer Carnaval kunnen vieren,
Maar we bidden ook voor de mensen, die het loslaten van de coronaregels heel eng vinden.
Laat ons zingend bidden:
Voor allen die blijven geloven
dat het in deze wereld anders kan;
dat ze de hoop niet opgeven
en zich door ons gesteund voelen
Laat ons zingend bidden:
Voor onze zieken en allen die extra kracht nodig hebben, bidden we dit uur.
Voor onze lieve doden, bidden we in stilte, vanuit het diepste van ons hart… (stilte laten)
dat zij thuis mogen zijn bij jou.
refr.: Koester de namen
TAFELGEBED naar psalm 23
Onze Vader
Vredeswens: . ( vrij naar M. Spoelstra)
Laten we vrede dromen alsof oorlog niet bestaat
Laten we de liefde dromen warm en sterk en licht en zacht. Laat de liefde bij ons blijven, dag en nacht. God van mensen, geef ons kracht
waar te maken wat wij dromen
Lied: Shalom Aleichem
Uitnodiging communie: lied: Waar vriendschap is
Slotgedachte: deel van een tekst van Ine Verhoeven,
Diep in mijn hart zingt een lied,
Het is een lied dat van de vogels is gestolen
Het is een lied dat van de bomen is geplukt
Het is een lied waarmee ik in Gods land wil dolen
Diep in mijn hart zingt een lied
Het is een lied voor God en alle mooie mensen
het is een lied van vrede en van lief
het is een lied dat ik de wereld toe zo wensen.
Zegen
Vier het feest dat leven is
Ga op weg, heb lief, doe goed
en laat iedereen delen in je vrede. ( R. Hornix)
In de Naam van de Vader, de Zoon
en de Heilige Geest. Amen
In deze dagen met de strijd in Oekraïne lijkt het vreemd om een Carnavalslied te zingen als slotlied.
Maar dit lied geeft als het ware ons visioen weer voor een betere wereld.
Slotlied: Je hoeft niet groot te zijn ( Ooit )
Je hoeft niet groot te zijn
om te weten dat we Oeteldonkers zijn.
Met onze wortels in de schoot van het moeras.
Toe laat me later als ik groot ben als mijn ouders zijn,
met pet en kieltje en een rood-wit-gele das.
Ooit zijn wij allen samen
ooit dan staan wij hand in hand,
met die niet te tellen namen: boeren, bouwers,
Peer en musikant.
Eert hen die ons vermaakten, steeds in dienst van het geheel.
Nooit hun levenswerk staakten; ieder gaf zijn eigen deel.
Ik droom als een Oeteldonker: alle handen in elkaar!
Wordt het licht voor eeuwig donker, dan zijn al die mensen daar.
Ooit zijn wij allen samen
ooit dan staan wij hand in hand,
met die nooit vergeten namen
en dan ongeacht hun rang of stand.
Weet zonder echt te weten:
gij zult oogsten wat gij zaait.
En wij mogen nooit vergeten
waar ons Oeteldonk op draait.
Meer dan een mensenleven
stonden zij steeds voor ons klaar.
Eeuwig zijn zij trouw gebleven:
wel honderd-en-veertig jaar.
.