SAN SALVATORGEMEENSCHAP
3 oktober 2020
Voorganger: Tony de Meulder
Melodiek o.l.v. Hans Waegemakers | Piano: Coby Wagemans | Dwarsfluit Maria Werner
Openingslied: De vreugde voert ons naar dit huis (155)
De vreugde voert ons naar dit huis,
waar ‘t Woord aan ons geschiedt.
God roept zijn naam over ons uit
en wekt in ons het lied
Dit huis van hout en steen
dat lang de stormen heeft doorstaan,
waar nog de wolk gebeden hangt
van wie zijn voorgegaan.
Dit huis dat alle sporen draagt
van wie maar mensen zijn,
– de pijler die het alles schraagt,
wilt Gij die voor ons zijn?
Zal dit een huis, een plaats zijn waar
de hemel open gaat,
waar Gij ons met uw eng’len troost,
waar Gij u vin den laat?
Onthul ons dan uw Aangezicht,
uw Naam die mét ons gaat,
en heilig ons hier met uw licht,
uw voorbedachte raad.
Vervul ons met een nieuw verstaan
van’t woord, waarin Gij spreekt,
en reik ons zelf als leeftocht aan
het Brood, dat Gij ons breekt.
Welkom
Iedereen van harte welkom in deze mooie ruimte.
Dit huis van hout en steen, dat lang de stormen heeft doorstaan, waar nog de wolk gebeden hangt van wie zijn voorgegaan. Vandaag staat in de lezingen de wijngaard centraal. We horen hoe jammer het wel is dat mensen die wijngaard vaak verwaarlozen of hem onrechtmatig in bezit willen nemen. De wijnbouwers worden vergeleken met het volk van God. Wij allemaal krijgen het hoederecht over de wijngaard die onze wereld is en ook daar loopt er heel wat mis. Jezus vraagt ons om niet hebberig en egoïstisch met deze wereld om te gaan. Hoe is het met jouw wijngaard? Hoe het moet, toont Jezus ons in zíjn manier van leven. Vanavond gaan wij samen vieren en luisteren naar verhalen en gebaren uit de traditie.
Maken wij het een moment stil om onze gedachten en gebeden op Gods hoogte te brengen.
Openingsgebed
Eeuwige Jij, die naar ons omziet en ons medeverantwoordelijk hebt gemaakt voor het wel en wee van onze naasten, laat jouw vuur van liefde dat Jij in ons hebt gelegd, nooit doven.
Wakker het aan, doe ons steeds intenser verlangen naar wat goed is.
En herinner ons eraan dat wij daaraan samen moeten bouwen,
zoals het ons werd voorgedaan door Jezus, jouw Zoon. Amen.
Acclamatie: Wek uw kracht en kom ons bevrijden
Eerste lezing: Jesaja 5. 1-7
Ik wil zingen voor mijn vriend, zingen het lied van mijn vriend en zijn wijngaard. Mijn vriend had een wijngaard, die lag op een vruchtbare helling. Hij spitte hem om en maakte hem vrij van stenen, hij plantte er uitgelezen wingerden; in het midden bouwde hij een toren en hij kapte er een perskuip uit. Toen hoopte hij druiven te krijgen, maar de wijngaard gaf enkel wilde vruchten. En nu, inwoners van Jeruzalem, mannen van Juda, nu moet gij de rechters zijn over mij en mijn wijngaard! Wat had ik nog meer kunnen doen voor mijn wijngaard en heb ik voor hem niet gedaan? Ik had op druiven gehoopt! Waarom geeft hij mij wilde vruchten? Ik zal u dan nu vertellen, wat ik ga doen met mijn wijngaard. Ik haal zijn omheining weg, dat hij kaalgevreten kan worden. Ik maak zijn muren stuk, dat hij platgetrapt kan worden. Ik maak van hem een verwilderd stuk grond; hij wordt niet langer gesnoeid en met geen hak meer bewerkt; distels en dorens schieten er op, en aan de wolken verbied ik hun regen op hem te laten vallen. De wijngaard van de Heer der hemelse machten is het huis Israël.
Lied: Dat duren zal, zolang er leven is (247)
Dat duren zal, zolang er leven is,
de hang naar kwaad,
de zuigkracht van de zonde,
de diepe trechter van de duisternis
waar zelfs geen sprankje licht
meer wordt gevonden –
dat aan dit noodlot
geen ontkomen is:
wie heeft die droom
ons op het hart gebonden?
Wie haalt ons uit dit lichaam
van de dood? Van goede wil
ten kwade opgeschreven,
beul ik mij af om liefde,
taal en brood, zoek witte plekken
om mij prijs te geven,
vind enkel zwaarte,
stenen in mijn schoot –
er moeten wenken zijn van ander leven.
Maar dan scheurt Gij
het handvest van de doem
aan flarden. En uw geest
begint te waaien, vaagt onze
dromen weg, de hemel schoon
en voor de haan het morgenlicht
kan kraaien zijt Gij al bezig
om de witte bloem
van uw genade in ons uit te zaaien.
EVANGELIE Mt., 21, 33-43
In die tijd sprak Jezus tot de hogepriesters en de oudsten van het volk: “Luistert naar deze gelijkenis: Er was eens een landeigenaar die een wijngaard aanlegde; hij zette er een heining omheen, hakte een wijnpers erin uit en bouwde een wachttoren. Daarop verpachtte hij hem aan wijnbouwers en vertrok naar den vreemde. Toen de tijd van de oogst gekomen was, zond hij zijn dienaren naar de wijnbouwers om de opbrengst in ontvangst te nemen. Maar de wijnbouwers grepen zijn dienaren vast. Zij mishandelden de een, doodden de ander en stenigden een derde. Daarop zond hij andere dienaren, talrijker dan de eersten; maar zij behandelden hen op dezelfde manier. Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe, in de veronderstelling dat zij zijn zoon wel zouden ontzien. Maar toen de wijnbouwers de zoon zagen, zeiden ze onder elkaar: “Dat is de erfgenaam; vooruit, laten we hem vermoorden en ons zijn erfenis toeëigenen.” Ze grepen hem vast, wierpen hem de wijngaard uit en doodden hem. Wanneer nu de eigenaar van de wijngaard komt, wat zal hij dan wel met die wijnbouwers doen?” Ze antwoordden Hem:
“Hij zal die misdadigers een ellendige dood doen sterven en zijn wijngaard zal hij aan andere wijnbouwers verpachten, die hem de opbrengst op de vastgestelde tijd zullen afdragen!” Toen sprak Jezus tot hen: “Hebt gij nooit in de Schrift gelezen: De steen die de bouwlieden hebben afgekeurd, is juist de hoeksteen geworden. Op last van de Heer is dat gebeurd en het is wonderbaar in onze ogen. Daarom zeg Ik u: Het Rijk Gods zal u ontnomen worden en gegeven aan een volk dat wel de vruchten daarvan opbrengt.”
Evangelieacclamatie: Blijf niet staren op wat vroeger was (82)
Blijf niet staren op wat vroeger was,
sta niet stil in het verleden.
“Zie,” zegt Hij, “Ik ga iets nieuws beginnen.”
Het is al begonnen, merk je het niet?
Overweging
Zin om te wijnen? Zomaar een gedachte die bij mij opkomt als ik het prachtige verhalen hoor over de wijngaard bij profeet Jesaja en bij Matteus.
Zin om te wijnen!
Een uitdrukking die Meijlandjes in het leven hebben geroepen.
Heel toepasselijk in deze tijd.
Het is oktober de wijnpluk is volop bezig. De tienduizenden hectare wijngaard in Europa krijgen alle zorg en aandacht, en de kwaliteit van de oogst wordt letterlijk en figuurlijk gewikt en gewogen. Precies in deze tijd horen we zowel in de eerste lezing bij Jesaja als in het evangelie een parabel over een wijngaard. Meer tijdgebonden kan het niet zijn.
‘Ik wil zingen voor mijn vriend, zingen het lied van mijn vriend en zijn wijngaard’, klinkt het in de eerste lezing, en dat lijken heel vrolijke woorden. Want wie gaat er nu een lied zingen over een wijngaard die er niets van terecht heeft gebracht? Maar heel merkwaardig: dat blijkt inderdaad zo te zijn voor de wijngaard van die vriend: hij heeft alleen maar wilde vruchten voortgebracht.
Hoe anders is de wijngaard in de parabel van het evangelie: die is zeer vruchtbaar geweest.
Maar gaat het in het in de lezingen echt over een wijngaard zoals wij die vandaag kennen? Ik denk dat het over een ander soort wijngaard gaat. Het gaat over de mens in de wijngaard van God, de wereld waarin wij leven, hier en nu! Hierover door mijmerend stel ik mij de vraag: Wat brengt de mens er in die wijngaard van terecht?
Klinkt het lied over onze wijngaard vrolijk of klinkt het somber? Hangt dat af van hoe ik mij gedraag in de Gods wijngaard en de van de wereld waarin ik leef? Die wijngaard die wij ook misschien wel de nieuwe wereld mogen noemen.
Hoe zorg ik, jij, u voor de aarde?
Zorg ik vol liefde voor de aarde die we van God in bruikleen hebben gekregen, of is de aarde aan ons onderworpen?
Is het alleen maar streven naar een hoge opbrengst van wat we gezaaid, geplant en geïnvesteerd hebben. Is onze aarde een oord van vreugde dat we vol respect behandelen, of is ze een verwilderd stuk grond vol distels en doornen?
Hoe zorg ik voor mijzelf? Hoe gaan ik om met mijn medemensen, die ten diepste broers en zussen van mij zijn?
Zijn wij, ben ik zoals de wijnbouwers die zich willen meester maken van wat niet van hen is, en die daarbij niets uit de weg gaan? Hoe kunnen wij geloofsgemeenschap zijn? Wat is kerk-zijn in 2020 ten tijde van het coronavirus?
Ben ik ongerust? Ben ik angstig?
Of doen we alsof er niets aan de hand is, zoals bijvoorbeeld in Tilburg bij de voetbalwedstrijd van vorige week. Of zoals president Trump die nu toch besmet is met het coronavirus, ondanks dat hij zegt dat het maar een eenvoudig griepje is.
Doen wij net alsof alles en iedereen van ons is, en alleen wij mensen het voor het zeggen hebben?
Zijn wij mensen die profiteren van de goedheid, de mildheid, de dienstbaarheid van anderen om onze eigen zin te doen, ook al gaat dat ten koste van eerlijkheid en gerechtigheid?
Want dat is wat de wijnbouwers in het evangelie doen: ze profiteren van de goedheid en de mildheid van de landeigenaar, en van de dienstbaarheid van de dienaren en de zoon. Die zijn toch maar in de minderheid, en ze denken helemaal niet aan geweld.
Ik denk dat we heel goed weten wie in de eerste lezing de man is die over de wijngaard van zijn vriend wil zingen, en wie in het evangelie de landeigenaar is: dat is Hij wiens naam is Ik zal er zijn voor jou. En de wijngaard waarover Hij een mooi lied zou willen zingen, is de wijngaard van zijn Rijk van liefde en van vrede, een nieuwe wereld waarin en waaraan wij, mensen, mogen meewerken. Dat die nieuwe wereld komen zal. Een wereld waar we zowel leraar, als leerling zijn voor elkaar.
Dat we zijn handen willen zijn om te werken in zijn wijngaard van liefde en vrede. Dat ik, u, jij mag leren om zijn ogen te worden om te zien waar nood is. Dat we zijn hart willen zijn om vol liefde om te gaan met elkaar, zoals Hij omgaat met ons: vol eindeloze liefde in zijn heerlijke wijngaard van liefde en vrede.
Zin om te wijnen? Ja, in zo’n wijngaard kun je niet anders of je nu wil of niet.
Amen.
Geloofslied: Hoor, maar ik kan niet horen (83)
Hoor. Maar ik kan niet horen.
Mijn oren dichtgestopt.
Mijn adem opgekropt.
Mijn hart van leegte zwaar.
Ik ben nog niet geboren.
Ik ben niet. Niet waar.
Hoor, Maar ik wil niet horen.
Zou ik uw woord verstaan,
ik moest uw wegen gaan,
U volgen hier en nu.
Ik durf niet zijn geboren
en leven toe naar U.
Hoor, roept Gij in mijn oren
en jaagt mijn angst uiteen.
O stem door merg en been
verwek mij uit het graf,
uw mens opnieuw geboren –
o toekomst, laat niet af.
Instrumentale muziek | Tafel van breken en delen
Voorbede
– Bidden we voor allen samenkomen rond het woord en de tafel van de Heer. Dat zij Jezus mogen zien als de hoeksteen en samen met Hem het bouwwerk vormen, waar licht en ruimte is voor iedereen.
– Bidden we voor onze geloofsgemeenschap. Dat wij mogen groeien in goedheid en liefde en dat mensen zich geroepen mogen blijven voelen om mee te bouwen aan een levendige Kerk van morgen.
– Bidden we voor allen die zich buitengesloten voelen. Dat zij mogen ondervinden dat heel wat mensen bereid zijn zich, met hart en ziel in te zetten, voor mensen die het minder goed hebben of voor mensen die zich niet zo goed in hun vel voelen.
Acclamatie: Laat onze woorden stijgen (125)
Gedenk ons hier bijeen (246)
Tafelgebed
Gezegend zijt Gij, lichtende God boven onze woorden uit moeder, vader, Geest, bron van leven.
Gezegend om het licht van dag tot dag om het goede wijde Brabantse land stromen water, ruimte, uitzicht, zon en maan.
Gezegend om deze, onze aarde met alle lieve mensen die er op wonen. Wek Uw kracht in ons dat wij haar behoeden en dienen en voor de toekomst bewaren.
Gezegend zijt Gij om Uw licht dat in deze wereld is in mensen die het bewaren en doen goed tegen kwaad licht dat standhoudt, vuur dat niet uitdooft.
Gezegend zijt Gij om de vrede die Gij geeft aan allen die gestorven zijn die leven in Uw licht die zijn opgestaan zonder dood zonder duisternis.
Gezegend Gij om de kennis en de volharding waarmee gevochten wordt tegen de dood in ziekenhuizen, op onbekende plaatsen door mensen die niemand kent dan Gij alleen.
Gezegend gij om de liefde waarmee stervenden en ongeneeslijk zieken worden omringd om al het goede dat gedaan wordt.
Gezegend om onze ouders die ons het leven gaven en die naar eer en geweten hebben voorgedaan hoe het leven goed geleefd kan worden.
Gezegend om onze kinderen en al onze vrienden die ons dagelijks omringen, om allen, die licht en vrede uitstralen in voor- en tegenspoed.
Gezegend en onvolprezen voor alom die ene mens, Jezus van Nazareth, liefste der mensen omdat hij vol was van Uw Geest. Die op de laatste avond van zijn leven brood nam en zei: dit ben ik ten voeten uit: gebroken brood. Neemt en eet en leef zoals ik gedaan heb als kinderen van het licht. Voor altijd trek ik met jullie mee. Blijf mij gedenken.
Ook de beker liet hij rondgaan en zei: drink uit deze beker, want dit is mijn bloedeigen leven voor jullie geluk gegeven. Doe ook dit tot mijn gedachtenis.
Gezegend ben jij hier die klein of groot ongezien en ongeweten kracht uitstraalt en net als hij over water kunt gaan om anderen te redden die iedere morgen opnieuw weet te verrijzen om te leven in het licht.
Gezegend wij allen hier als we de stilte liefhebbende zachte bries boven op de bergen samen met hem kunnen bidden:
Onze vader
Vredeswens (geen handen geven!)
Eeuwige, de wereld is jouw wijngaard
en Jij wilt dat die vruchten voortbrengt,
vruchten van vrede en geluk voor alle mensen.
Geef ons daartoe jouw vrede
opdat wij die aan elkaar zouden doorgeven.
Geven wij die vrede aan elkaar door.
Vredeslied: Shalom Aleichem (173 a capella)
Uitnodiging aan de tafel van Brood en Wijn
Lied: Waar twee of drie mensen (293)
Waar twee of drie mensen
elkaar vrede wensen
en hartelijk delen
de beker, het brood,
ontvouwt zich voor velen
een spoor van verbinding.
De weg van de eenling,
dat voetspoor loopt dood.
Wie liefde verkiezen,
wie durven verliezen
zichzelf aan een naaste,
zij bieden ons zicht.
Zij helpen verhaasten
Gods rijk met zijn zegen.
Zij wijzen de wegen
die gaan naar het licht.
De mensen die jaren
zo hecht samen waren
verduren de tijden,
niets drukt hen teneer.
De beker van lijden
is samen gedronken.
De pijn is verzonken,
de dood is niet meer.
Zo heeft wie alleen was
weer richting gevonden:
weg van de Messias,
voor eeuwig een band,
Aan liefde als opdracht
heeft hij ons gebonden.
Wat zacht is, krijgt daadkracht.
Wij zijn in Gods hand.
Laten we nu eten van dit Brood en deze Wijn
Gebed:
God, Jij hebt jouw wijngaard toevertrouwd aan de wijnbouwers.
Aan ons heb Jij jouw wereld gegeven om er een vredevolle plaats van te maken waar het goed is om te wonen.
Begeester ons, zodat wij nooit ophouden geweldloos te strijden voor de vrede, in navolging van Jezus, jouw Zoon en onze Broeder. Amen.
Mededelingen:
- Regenboogviering zaterdag 10 oktober 17.00 uur Grote Kerk. Aanmelden via beraadvankerkendenbosch@gmail.com.
Deze viering ook te volgen via https://kerkdienstgemist.nl/stations/1175-Protestantse-Gemeente-s-Hertogenbosch/events/live - 10 & 11 oktober YouTube viering.
- Van 1 t/m 8 oktober week tegen de eenzaamheid. Stuur iemand een kaartje!
- Collecte bij het verlaten van de kerk.
Slotgedachte: De vruchten van het Rijk
De aarde is niet ons bezit. We hebben ons leven niet in de hand. Als mens op deze aarde zijn we een voorbijganger. In de korte tijd die ons is toegemeten hebben we de taak goede vruchten te dragen. De waarde van ons leven wordt niet bepaald door het bezit dat we vergaren. Het enig belangrijke is wie we als mens zijn.
Ons leven is goed voor zover we bijdragen aan het geluk en het welzijn van anderen. Ons leven is waardevol, als we al het mogelijke doen om van onze aarde een paradijs te maken.
We zijn als pachters in de wijngaard. De opbrengst komt ons niet toe, maar aan hen die met ons leven en die na ons de aarde bewonen.
We worden uitgenodigd om ons steentje bij te dragen aan het bouwwerk van het Rijk van God.
De hoeksteen hiervan is de man van Nazareth. Verzameld rondom Hem en in navolging van Hem, kan ons leven blijvend goede vrucht dragen, tot opbouw van mens en wereld.
Wim Holterman osfs
Wegzending en Zegen
Wij worden telkens opgeroepen om met liefde mee te bouwen aan een wereld van vrede. Moge onze wijngaard goede vruchten voortbrengen. Op Gods zegen kunnen wij alvast rekenen:
de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.
Slotlied: De boom is de aarde dankbaar (266)
De boom is de aarde dankbaar
dat hij diep in haar wortelt.
De vogel is dankbaar de boom
dat hij hoog in hem nestelt.
Dankbaar het water de wolken
dat het mag vallen en stromen:
en de mensen dat zij het drinken
dat wij nog leven dat het nog stroomt dat wij het drinken
dat wij nog leven dat het nog stroomt dat wij het drinken.
De zon is de wereld dankbaar
dat zij zó naar hem uitziet.
De mensen zijn dankbaar de zon
dat hij rood uit de nacht komt.
Dankbaar het koren de akker
dat het mag kiemen en dragen:
en hun kinderen dat ze het eten
dat wij nog leven dat het nog draagt dat wij het eten
dat wij nog leven dat het nog draagt dat wij het eten.
Oh mensheid, begroet de liefde
dat wij heden nog leven.
Zaai sterren van liefde, een tuin
waar jij morgen zal leven.
Liefde je bed en je tafel
dat het mag lukken en duren:
en de sterren dat zij het zingen
dat wij nog leven dat het nog duurt dat wij het zingen
dat wij nog leven dat het nog duurt dat wij het zingen.
++++
Reageren op deze viering vinden we fijn. Dat kan via
- de website www.sansalvarorgemeenschap.nl Onder de tekst van de viering is gelegenheid om een reactie achter te laten.
- door een mailtje te sturen naar info@sansalvarorgemeenschap.nl
Op dit moment missen wij de collecte als inkomstenbron.
U kunt de San Salvator blijven steunen door een bedrag over te maken op
NL96 INGB 0006 0407 13 van San Salvator in Beweging.