San Salvatorgemeenschap 3 april 2015
Goede Vrijdag
Thema: Geroepen om je weg te gaan
Voorgangers – Pastoraatsteam
Welkom
Welkom op dit uur, dit uur waar de tijd een ogenblik stil staat.
Een uur van herinneren en gedenken Wij volgen de weg die Hij is gegaan ten einde toe:
Jezus, een mens, een kind van God. In hem erkennen wij de weg die veel mensen gaan,
met een last op hun schouders. Deze ervaringen van lijden, maar ook van delen, troosten en hoop
hebben we de afgelopen weken mogen delen met mensen die met ons mee liepen op de kruisweg van Facebook.
Zo hebben we Hem herkend in ervaringen van mensen vandaag de dag.
De weg van het kruis, is een weg van alle tijden. Vandaag volgen wij het laatste stuk van weg van Jezus,
wetende dat iedereen geroepen is zijn of haar weg te gaan.
Goede god,
maak het stil in ons zo stil dat we lijden kunnen verstaan.
zo stil dat pijn er zijn mag zo stil dat ons hart jou horen kan.
Blijf ons nabij, dit laatste uur maak dat we de zwaarte kunnen dragen
en richt ons naar het licht.
Johannes 18 1-11
Jezus ging met zijn leerlingen naar de overkant van de Kidronbeek en liep een olijfgaard in, samen met zijn leerlingen. Judas, zijn verrader, kende deze plek ook, want Jezus was er vaak met zijn leerlingen samengekomen. Judas ging ernaartoe, samen met een cohort soldaten en dienaren van de hogepriesters en de Farizeeën. Ze waren gewapend en droegen fakkels en lantaarns. Jezus wist precies wat er met hem zou gebeuren. Hij liep naar hen toe en vroeg: ‘Wie zoeken jullie?’ Ze antwoordden: ‘Jezus uit Nazareth.’ ‘Ik ben het,’ zei Jezus, terwijl Judas, zijn verrader, erbij stond. Toen hij zei: ‘Ik ben het,’ deinsden ze achteruit en vielen op de grond. Weer vroeg Jezus: ‘Wie zoeken jullie?’ en weer zeiden ze: ‘Jezus uit Nazareth.’ ‘Ik heb jullie al gezegd: “Ik ben het,”’ zei Jezus. ‘Als jullie mij zoeken, laat deze mensen dan gaan.’ Zo gingen de woorden in vervulling die hij gesproken had: ‘Geen van hen die u mij gegeven hebt, heb ik verloren laten gaan.’ Daarop trok Simon Petrus het zwaard dat hij bij zich had, haalde uit naar de slaaf van de hogepriester en sloeg hem zijn rechteroor af; Malchus heette die slaaf. Maar Jezus zei tegen Petrus: ‘Steek je zwaard in de schede. Zou ik de beker die de Vader mij gegeven heeft niet drinken?’
Lied: Voor mij alleen de weg
Ter door veroordeeld In die dagen stond Jezus, verdacht gemaakt, de handen geboeid voor de landvoogd.
Pilatus vroeg hem: ‘Ben jij de koning der Joden?’ ‘Ja, koning ben ik, maar mijn koninkrijk is niet van deze wereld.’ En hij zweeg.
‘Wat wilt ge dat ik doe met deze man?’ ‘Kruisig hem, kruisig hem!’ ‘Maar ik zie geen kwaad in deze mens.’
‘Kruisig hem, kruisig hem!’ Toen leverde hij, om het volk tevreden te stellen en zijn handen wassend in onschuld,
Jezus aan hen over om gekruisigd te worden. Wij gedenken vandaag en bidden voor allen die in de wereld van vandaag
onrecht wordt aangedaan. En voor allen die heel dichtbij door ons ten onrechte worden veroordeeld.
Wij bidden om recht en gerechtigheid.
Lied
Mensen die verdacht gemaakt, in het nauw gedreven, prijsgegeven aan het kwaad,
trouw zijn aan het leven. Heer, wees hen nabij mensen met een kruis als Gij dat er licht zal dagen.
Het kruis op zijn schouders gelegd De soldaten hingen hem een rode mantel om;
ze sloegen en spuwden hem in het gezicht; ze zetten een doornenkroon op zijn hoofd,
knielden voor hem neer en zeiden spottend: ‘Wees gegroet, jij koning der Joden!’
Daarna namen ze hem mee om te kruisigen. Wij gedenken vandaag en bidden
voor alle mensen met een kruis, gebukt onder zware zorgen.
Voor wie heden ten dage worden geslagen omlaag gehaald en voor schut gezet.
Wij bidden om uithoudingsvermogen en kracht.
Lied
Mensen die veroordeeld zijn om een kruis te dragen;
zie hun lasten en hun pijn, hoor hun bange vragen.
Heer, wees hen nabij mensen met een kruis als Gij
dat er licht zal dagen.
Voor de eerste maal gevallen
De Heer is een steun voor ieder die struikelt; ligt iemand tegen de grond Hij reikt hem de hand.
De Heer is ons genadig en vol mededogen; groot is zijn geduld, nog groter zijn liefde.
De Heer is nabij ieder die om Hem roept; als een mens struikelt helpt Hij hem overeind.
Wij gedenken vandaag en bidden voor hen die niet meer op kunnen
tegen zwaarte en verdriet; voor wie bezwijken onder de zware last
en voor hen die moeten toezien. Wij bidden om echte solidariteit.
Lied
Mensen klein, hun leed te groot die aan ‘t kruis bezwijken,
wankelend in diepe nood; dat zij staande blijven.
Heer, wees hen nabij mensen met een kruis als Gij
dat er licht zal dagen.
Ontmoeting met zijn moeder
Twaalf was hij toen Jezus achterbleef in Jeruzalem.
Toen zijn ouders, onderweg naar huis, hem misten, gingen ze terug naar Jeruzalem
en vonden hem daar in de tempel. Zijn bezorgde moeder zei:
‘Kind, hoe kon je ons dit aandoen; we waren zo ongerust.’
Hij zei: ‘Begrepen jullie dan niet dat ik hier moest zijn?’
En Simeon zei toen: ‘Uw kind zal een teken worden van tegenspraak
en door uw ziel zal een zwaard gaan.’ Wij gedenken vandaag en bidden
voor ouders, die als zijn moeder Maria door alles heen trouw blijven aan hun kinderen,
hen nabij zijn vol begrip en mededogen; en voor alle ouders die hun kind zien lijden.
Wij bidden om sterkte en troost.
Lied
Mensen die hun wegen gaan, van geen wijken weten,
hopen dat wij naast hen staan, trouw in taal en teken.
Heer, wees hen nabij mensen met een kruis als Gij dat er licht zal dagen.
Simon van Cyrene helpt het kruis dragen Toen ze hem wegvoerden hielden ze onderweg
een zekere Simon van Cyrene aan, die van zijn akker kwam.
Hij moest het kruis van Jezus helpen dragen. Ze brachten hem naar een heuvel
even buiten de stad: Golgotha … Wij gedenken vandaag en bidden
voor wie het kruis van anderen met hun hart en handen helpen dragen
en voor alle mensen werkzaam in de verzorging en verpleging.
Wij bidden om wijze liefde en geduld.
Lied
Mensen onder pijn gebukt en te hard geslagen schreeuwen, bidden om geluk
dat wij helpen dragen. Heer, wees hen nabij mensen met een kruis als Gij
dat er licht zal dagen.
Veronica droogt zijn gezicht Zalig zij die verdriet hebben
zij zullen worden getroost. Zalig zij die zachtmoedig zijn
zij zullen het land erven. Zalig zij die mild zijn
zij zullen mildheid ondervinden. Zalig die vrede brengen
zij zijn kinderen van God; hun behoort het rijk der hemelen.
Wij gedenken vandaag en bidden voor wie veel lijden en erg tobben;
wier levensweg een kruisweg is geworden maar die hun lijden hoe dan ook moeten dragen
en zo een onuitwisbare indruk maken op ons. Wij bidden om waarachtig meeleven.
Lied
Mensen schreiend van verdriet zoeken mededogen,
vragen handen zacht, die lief al hun tranen drogen.
Heer, wees hen nabij mensen met een kruis als Gij
dat er licht zal dagen.
Voor de tweede maal gevallen Niets aan mijn lichaam is nog heel.
Ik loop gebogen en diepgebukt, ik ben uitgeput en totaal gebroken.
Vrienden en naasten ontlopen mij; die mij liefzijn steken geen hand uit.
Nu ik voel dat ik ga vallen bent U, God, mijn enige hoop;
laat mij niet in de steek en help mij: U bent nog mijn enige redding.
Wij gedenken vandaag en bidden voor mensen in landen vol armoede,
vluchtelingen op zoek naar vrede, vreemdelingen vragend om onderdak,
voor alle mensen die men laat vallen. Wij bidden dat zij kunnen opstaan.
Lied
Mensen, die zijn uitgeput ziek en moegestreden, smeken ons om stok en stut
en het leed geleden. Heer, wees hen nabij mensen met een kruis als Gij dat er licht zal dagen.
Ontmoeting met de huilende vrouwen
Een massa mensen volgde hem op zijn kruisweg; veel vrouwen, die met hem te doen hadden,
jammerden en huilden, maar Jezus zei tot hen: ‘Vrouwen van Jeruzalem, huil niet om mij
maar om jezelf en de toekomst van je kinderen.’ Wij gedenken vandaag en bidden
voor mensen die niet kunnen of willen zien, hun hoofd uit onmacht of onvermogen,
afwenden van pijn en lijden. Wij bidden om inzet voor de zwakken.
Lied
Mensen doof voor anderman, vreemd verdriet ontlopen, enkel oog voor hun belang:
breek die harten open. Heer, wees hen nabij mensen met een kruis als Gij dat er licht zal dagen
Voor de derde maal gevallen
Het brood gebroken, de beker gedeeld, ging hij naar de Hof van Olijven
met drie van zijn vrienden. Bang geworden ging hij door de knieën en bad:
‘Vader, laat deze beker aan mij voorbijgaan, maar niet mijn wil maar uw wil geschiedde.’
Doodsbang geworden ging hij naar zijn vrienden. Maar zij sliepen …
Wij gedenken vandaag en bidden voor mensen die gerechtigheid willen
en blijven vechten voor het goede; voor wie niet begrepen en alleen gelaten
vallen en eronder doorgaan. Wij bidden dat ze niet opgeven.
Lied
Mensen, die bij alle kwaad hoopvol wegen wijzen, vallen, sterven soms als zaad:
doe hen weer verrijzen. Heer, wees hen nabij mensen met een kruis als Gij dat er licht zal dagen.
Van zijn kleren beroofd
Aangekomen op Golgotha kleedden zij hem uit. En terwijl hij naakt te kijk stond
dobbelden de soldaten om zijn kleren; ze gaven hem wijn vermengd met mirre,
maar hij weigerde. Toen kruisigden zij hem; het was op ‘t derde uur.
Hij bad voor zijn beulen: ‘Vader, vergeef het hun want ze weten niet wat ze doen.’
Wij gedenken vandaag en bidden voor mensen die, hun waardigheid ontnomen,
te kijk worden gezet en vernederd; voor allen die naakt en verloren
nergens geborgen niemand zijn. Wij bidden voor hen om beschutting.
Lied
Mensen, die ontnomen zijn have, goed en kleren, door de macht bedrogen zijn:
laat hun kansen keren. Heer, wees hen nabij mensen met een kruis als Gij
dat er licht zal dagen.
Aan het kruis genageld
Voorbijgangers dreven de spot met hem en riepen: ‘Jij bent toch de Zoon van God …
Als dat waar is, kom dan af van dat kruis!’ En anderen lachten:
‘Als jij koning bent en anderen redden wilt, red dan eerst jezelf en kom van dat kruis af!
Als je dat kunt laten zien zullen we geloven.’ Wij gedenken vandaag en bidden
voor wie anderen redden en leven geven, maar zelf de beker van het lijden
tot de bodem moeten leegdrinken, bespottelijk gemaakt door hoog en laag.
Wij bidden voor hen om Godsvertrouwen.
Lied
Mensen, goedheid in persoon, die voluit beminden en die als de mensenzoon
haat als antwoord vinden. Heer, wees hen nabij mensen met een kruis als Gij dat er licht zal dagen.
Stervend aan het kruis
Van het zesde tot het negende uur viel er duisternis over het hele land.
Jezus riep in zijn wanhoop: ‘God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?’
Even later gaf hij zich over: ‘Vader, in uw handen leg ik mijn geest’
Hij boog het hoofd en gaf de Geest. Wij gedenken vandaag en bidden
voor mensen die sterven moeten, hun idealen niet verstaan en weggehoond;
voor allen die als hij jong en onverdiend afscheid moesten nemen van het leven.
Wij bidden voor wie ons lief waren.
Lied
Mensen, die in doodsnood zijn en van God verlaten, schreeuwen in hun stervenspijn:
waarom mij verlaten? Heer, wees hen nabij mensen met een kruis als Gij dat er licht zal dagen.
Bloemenhulde
De geest gegeven. Het is volbracht. Dit kruis, hier in ons midden
is teken van lijden en pijn. Het harde hout maken we zacht met tere bloemen.
Het bittere, het harde, het pijnlijke, mag niet het einde zijn.
Lied: Dans nos obscurité
De strijd gestreden en begraven Een leerling van Jezus, Jozef uit Arimatea,
haalde het lichaam van het kruis, wikkelde het in doeken en legde het neer in zijn eigen graf,
dat al eerder in de rots was uitgehouwen. Ze rolden een grote steen voor het graf.
Van op afstand keken een aantal vrouwen toe. Bedroefd gingen zij en anderen weg …
Wij gedenken vandaag en bidden voor wie gestorven zijn en begraven,
door hun vrienden op handen gedragen, dankbaar door hen bewaard in hun hart,
levend gehouden in hun denken en doen. Wij bidden om trouw tot in de dood.
Lied
Mensen in hun graf gelegd mogen blijven hopen; ooit breekt God, heeft Hij gezegd,
al die graven open. Heer, wees hen nabij mensen met een kruis als Gij
dat er licht zal dagen.
Tot besluit
We weten ons geroepen om onze weg te gaan. De nacht in, nu.
Machteloos zijn onze handen. Er rest ons niets dan het verdriet, de pijn, het lijden
met ons mee te dragen en waar het kan een zachte kracht te zijn
voor mensen op onze weg. In stilte gaan we weg van hier, dromend van licht,
hopend op een nieuwe morgen.
Lied: Stilte nu