Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 14 -15  maart
Tot zegen geroepen zijn

Thema: Geroepen om te delen – van jezelf
Voorganger: Maria van den Dungen
Muzikale ondersteuning: de Cantorij

Openingslied: Vrede voor jou hierheen gekomen

Welkom en inleiding
Welkom u en jij – mogen we welkom zijn bij elkaar, ieder met de eigen verlangens, vreugde, pijn, herinneringen. Ieder naar eigen aard, eigen kunnen of niet meer kunnen –
Dat we het goed mogen hebben, dit uur van samenzijn, dat wensen we elkaar toe.

In deze vastentijd is het centrale thema Tot zegen geroepen en door het project “Blessings4you”.voelen wij ons met mensen in Uganda verbonden. We willen ons bewust worden van wat voor hen belangrijk is. En hen ondersteunen om onafhankelijke mensen te worden die trots zijn op wat zij doen en wie zij zijn.
Vorige week was het thema van de viering Geroepen om jezelf te bevrijden, hierin stond ‘zelfredzaamheid’ en je bewust worden van je verslavingen centraal.
Deze week gaan we weer een stapje verder en is het thema: Delen van jezelf. Dat dat gemakkelijker gezegd dan gedaan is merken we ook in deze viering. Laten we maar stil worden en de hulp van God vragen.

Gebed
Gij, die ons kent bij onze naam
Die ons ziet zoals we zijn,
die hoort naar wat ons bezig houdt.
Wees hier aanwezig door de oude verhalen
en door de geest die in ons leeft.
Geef ons uitzicht en toekomst
in dit uur van samenzijn rond uw woord
en rond de tafel van breken en delen.
Dat we U en elkaar erin mogen herkennen.
Amen.
Acclamatie: Wees hier aanwezig, woord ons gegeven

Eerste lezing: Jozua 5,1-10, 12 Naderen van het beloofde land
Toen de koningen van de Amorieten ten westen van de Jordaan en de koningen van de Kanaänieten bij de zee hoorden dat de HEER de Jordaan had drooggelegd, zodat de Israëlieten konden oversteken, sloeg de angst voor Israël hun om het hart en werden ze door wanhoop bevangen.
Besnijdenis en Pesach
Na de overtocht zei de HEER tegen Jozua: ‘Maak messen van vuursteen en besnijd de Israëlieten opnieuw.’ Jozua maakte die messen en hij besneed de Israëlieten opnieuw bij de Voorhuidenheuvel. Hij besneed hen omdat alle weerbare mannen die uit Egypte waren weggetrokken, na de uittocht waren gestorven, onderweg in de woestijn. Van het volk dat weggetrokken was waren alle mannen besneden geweest, maar de mannen die na de uittocht waren geboren, toen het volk onderweg was in de woestijn, waren niet besneden. Want Israël trok veertig jaar door de woestijn, totdat alle weerbare mannen die uit Egypte waren weggetrokken gestorven waren. Ze hadden niet geluisterd naar de HEER, en daarom had de HEER hun gezworen dat hij hun niet het land zou laten zien dat hij ons zou geven, zoals hij onze voorouders had beloofd: het land dat overvloeit van melk en honing. Maar hij liet hun zonen hun plaats innemen. Dus besneed Jozua deze zonen, omdat dit onderweg niet gedaan was. Nadat ze allemaal waren besneden, moesten ze in hun tenten blijven tot ze waren genezen. En de HEER zei tegen Jozua: ‘Vandaag heb ik de schande van Egypte van jullie afgewenteld,’ en Jozua noemde die plaats Gilgal. Zo heet die plaats tot op de dag van vandaag.
Toen de Israëlieten in hun kamp bij Gilgal waren, op de vlakte van Jericho, bereidden ze in de avond van de veertiende dag van die eerste maand het pesach-offer. Al één dag na het pesach-offer aten ze ongedesemd brood en geroosterd graan van de opbrengst van het land. Er kwam die dag geen manna meer; de Israëlieten kregen vanaf toen nooit meer manna. Ze aten dat jaar van de opbrengst van de akkers van Kanaän.
Tussenzang: Die mij droeg op adelaarsvleugels

Evangelie: Johannes 6, vers 1, 4-15 Het teken van het brood.
Daarna ging Jezus naar de overkant van het Meer van Galilea (ook wel het Meer van Tiberias genoemd). Een grote menigte mensen volgde hem, omdat ze gezien hadden welke wondertekenen hij bij zieken deed. Jezus ging de berg op, en ging daar met zijn leerlingen zitten. Het was kort voor het Joodse pesach-feest.
Toen Jezus om zich heen keek en zag dat die menigte naar hem toe kwam, vroeg hij aan Filippus: ‘Waar kunnen we brood kopen om deze mensen te eten te geven?’ Hij vroeg dat om Filippus op de proef te stellen, want zelf wist hij al wat hij zou gaan doen. Filippus antwoordde: ‘Zelfs tweehonderd denarie zou niet voldoende zijn om iedereen een klein stukje brood te geven.’
Een van de leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zei: ‘Er is hier wel een jongen met vijf gerstebroden en twee vissen – maar wat hebben we daaraan voor zoveel mensen?’ Jezus zei: ‘Laat iedereen gaan zitten.’ Er was daar veel gras, en ze gingen zitten; er waren ongeveer vijfduizend mannen.
Jezus nam de broden, sprak het dankgebed uit en verdeelde het brood onder de mensen die er zaten. Hij gaf hun ook vis, zoveel als ze wilden. Toen iedereen volop gegeten had zei hij tegen zijn leerlingen: ‘Verzamel nu de overgebleven stukken brood, zodat er niets verloren gaat.’ Dat deden ze en ze vulden twaalf manden met wat overgebleven was van de vijf gerstebroden die men had gegeten. Toen de mensen het wonderteken dat hij gedaan had zagen, zeiden ze: ‘Hij moet wel de profeet zijn die in de wereld zou komen.’ Jezus begreep dat ze hem wilden dwingen om mee te gaan en hem dan tot koning zouden uitroepen. Daarom trok hij zich terug op de berg, alleen.
Acclamatie za: Vijf broden en twee vissen – zo: Onze hulp is de naam van de Heer

Overweging
Dan kom je eindelijk na 40 jaar rondtrekken door die woestijn aan in het land Kanaän, er is een wonder voor nodig geweest om je de Jordaan te laten oversteken. De vijanden hebben zich angstig teruggetrokken en in plaats van een feestje heeft de God van Israël een besnijdenis gepland. Je zult weten dat je behoort tot een uitverkoren volk, zoiets is niet alleen een voorrecht, maar misschien net zo vaak pijnlijk. De prijs daarvoor wordt hier letterlijk in je vlees gekerfd, althans bij 50 % van het volk, die tot de bevoorrechte sekse hoorden.
Dit verhaal herinnert ons aan het verhaal van de uittocht uit Egypte. Na het Paasfeest gevierd te hebben ontvluchtten de Joden Egypte dankzij het wonder van de doortocht door de Schelfzee.
In de eerste lezing is sprake van een intocht in het beloofde land en na de overtocht door de Jordaan kon men daar als vrije mensen Pesach – Pasen vieren.
Bij het Joodse paasmaal wordt de vraag gesteld: Waarom is deze nacht anders dan andere?. .. ..omdat we bevrijde mensen zijn,- of horen te zijn- vrij van slavernij en de ketens van onze verslavingen.
We hoorden dat na de intocht in het beloofde land er geen manna meer kwam, in dit vruchtbare land is het manna niet meer nodig. Dat betekent dat God niet langer zijn volk in leven hield, maar dat ze zelf voor hun levensonderhoud moesten zorgen als volwassen mensen. Niet meer terug naar de woestijn, maar wel de herinnering aan die tijd levend houden en af en toe die tijd oproepen door het feest van de uittocht te vieren. Vergelijkbaar met onze 4 en 5 mei viering, waarbij wij de betekenis van onze vrijheid gedenken.
Het evangelie van vandaag is bij de evangelist Johannes het eigenlijke paasverhaal. In het verhaal van de laatste maaltijd komen bij hem de instellingswoorden helemaal niet voor, wel de voetwassing als symbool voor de dienstbaarheid aan elkaar.
Deze zondag heet in de Roomse traditie Zondag Laetare of Klein Pasen. Midden in de vasten kijken we door het verhaal van de overvloedige maaltijd als het ware even vooruit naar Pasen.
Johannes begint ook met: het was kort voor het Joodse pesachfeest.
Een grote menigte mensen volgde Jezus omdat zij van zijn wonderen hoorden en ze willen er meer zien! En dan bekommert Jezus zich om hen, hij bedenkt dat zij honger kunnen hebben en vraagt dan zijn leerlingen: Waar kunnen we brood kopen om deze mensen te eten te geven?’
Voedsel is niet vanzelfsprekend voor miljoenen mensen. Dagelijks sterven er duizenden – Beeld en Gelijkenis van hem – van honger.
Dan zegt Jezus iets heel belangrijks tegen zijn leerlingen: “Geven jullie ze maar te eten!”
Het is alsof Hij het tegen ons heeft: honger in Afrika? Begin maar te delen! Dan is er voldoende voor Iedereen!
Dat is even schrikken: Hoe kom je aan zoveel brood? Wat kost dat wel niet? Dat is een rib uit ons lijf, dat doet pijn. Dat geld, die welvaart, die hebben we zelf verdiend met ons harde werken. En wat blijft er aan de strijkstok hangen en hoe corrupt zijn de regeringen daar?
Wij zijn bang dat wie geeft en uitdeelt er armer van wordt. Maar het is ook mogelijk dat we meer ontvangen dan we hadden, dat we er juist rijker van worden. En dat is geen mooie droom alleen, maar daarvan wordt iets zichtbaar en tastbaar als mensen anders en dienstvaardig gaan leven. Niet bang om te kort te komen, niet graaiend en grijpend, niet alles naar zich toehalend, maar graag gevend en delend van wat ze ontvangen hebben.
Dit wonder van de broodvermenigvuldiging heeft niet alleen maar met god te maken maar ook: met mensen! Als die jongen niet zijn brood had weggegeven, was het wonder niet gebeurd! Naast het wonder van Gods geven hoort in ons leven hier op aarde het wonder van onze gaven te staan!
Maar hoe bijzonder is het in zo’n situatie wel niet, als we opeens zouden beginnen met: eens niet meer te graaien, maar: uit te delen! Niet te nemen, maar te geven!
De broodvraag is in de bijbel niet bijkomstig, maar daarin gaat het om het wezenlijke. Nu is het wel waar dat de mens niet zal leven van brood alléén, van brood-op-zich; d.w.z. van brood dat niet gedeeld wordt, maar dat opgehoopt wordt bij de rijken en dat de armen onthouden wordt. Brood is waarachtig brood als het van hand tot hand gaat, als het teken is van leven in vrede.
Geef ons heden ons dagelijks brood, bidden we dagelijks. Daarin vragen we geen rijkdom, geen overvloed, maar het brood voor deze dag. De aarde is van God en wat er groeit is bestemd voor ons allemaal.
Vandaag laat Jezus van Nazareth ons zien hoe het kan. Bewogen zijn – je te laten raken – dan durf je grenzen te overschrijden. Laten we nou eens onze verantwoordelijkheid oppakken! Met vallen en opstaan kan het! We hoeven het niet alleen te doen – God staat ons bij. Voor mensen die hopend, wankel gelovend door het leven gaan…herstelt God uit duister, de mens in luister – wij dragen zijn Naam.
Geloofslied: Blijf geborgen in je naam

De tafel wordt klaargemaakt en iedereen wordt uitgenodigd bij te dragen via de collecte

Voorbede
Eeuwige,
We bidden voor hen die onze naasten zijn
in deze geloofsgemeenschap,
die delen van brood en beker,
die elkaar dragen in keer en tegenkeer.

Jij die onze gedachten raadt

We bidden om ruimte
voor vragen en onzekerheid,
voor het donker in ons bestaan.
We bidden om troost voor de zere plekken in de ziel,
om bewogenheid, om raakbaar te blijven.
om humor en mildheid om te relativeren,

Jij die onze gedachten raadt

We vragen aandacht voor de signalen van de tijd,
geestkracht om te blijven gaan,
stem om het goede woord te spreken,
adem om het uit te houden,
om vertrouwen en verbondenheid,
We bidden vandaag voor de mensen
in Uganda en andere landen
waar het leven voor velen overleven betekent.
Laat er veiligheid en vreugde komen in hun leven,
mensen die met hun willen delen,
bronnen van hoop en zegen.

Jij die onze gedachten raadt

We bidden ook om zegen voor alles wat er hier gebeurt:
voor de kinderen die zijn gedoopt,
voor de kinderen die hun communie gaan doen
voor onze zieken en voor de parochianen,
opgetekend in het dodenboek en in ons hart,
Voor alles wat ons bezig houdt en wat er leeft in ons hart.

Jij die onze gedachten raadt

Tafelgebed
Eeuwige
Eer wij werden geboren kende Jij ons al
Jij hebt ons mens genoemd en ons geëigend
Onze namen staan geschreven in de palm van jouw hand
zo blijven wij geborgen in onze naam.

Gezegend Jij, God –met – ons
Jouw trouw is van alle tijden
Jij voedt jouw volk
met brood voor onderweg
Jij ondersteunt het
met hoop en vertrouwen.
Op de lange tocht naar
toekomst en vrijheid
blijf Jij de trouwe God.

Maar jouw ‘zijn’ is niet te doorgronden
Jij bent altijd meer
dan wij van jou weten of vermoeden.
Maar in Jezus heb jij je laten zien,
zijn spoor is onuitwisbaar,
zijn geest is niet te doven.

Waar vriendschap is en liefde

Die de avond voor zijn dood
aan tafel zat met zijn vrienden,
brood nam, dankte, het brak
en deelde met de woorden:
Neemt en eet, dit is als mijn leven,
mijn liefde voor jullie gegeven.

Ook de beker liet Hij rondgaan:
‘Drinkt hieruit, allemaal,
dit is mijn bloedeigen leven, dat hemel en aarde verbindt.
Denk aan mij, wanneer je hieruit samen drinkt
in mijn naam.’

Waar vriendschap is en liefde

Aangevuurd door zijn Geest vinden mensen elkaar.
In zijn geest wijzen zij elkaar de bronnen aan,
vindplaatsen van waarheid en liefde.

Samen gaan ze wegen om het onrecht te keren,
hun handen staan klaar om te breken
en te delen wat het leven biedt.

Waar vriendschap is en liefde

Jezus leeft voort in ons opstaan
en naar de ander gaan.
Zo groeit zijn rijk onder ons,
wordt zoeken een hoopvolle tocht
naar een land van licht en leven.
Daarom bidden wij met zijn woorden:
Onze Vader

Vredeswens
Vrede is broodnodig voor iedereen om vrije en gelukkige mensen te kunnen worden. Laten we daaraan werken en elkaar die vrede toewensen.
Acclamatie za: Maak mij tot een bedding – zo: Niemand heeft u ooit gezien

Uitnodiging
Ga maar in het gras zitten zei Jezus en deel mee. De grazige weide mag U erbij denken, maar iedereen mag mee delen van brood en wijn.
Communielied: Een schaal met brood, een beker wijn

Gebed
GOD VAN MENSEN,
Wij leggen in jouw handen wat was,
en wat temidden van ons groeien zal.
Blijf met ons op weg gaan.
Wees nieuw en vurig, wees oud en wijs in ons.
Van U is de toekomst, kome wat komt.
Amen

Mededelíngen

Slotgedachte: van agrarisch project van Blessings 4 you
Geroepen om te delen van jezelf
In Oeganda is de grond erg vruchtbaar. De combinatie van zon en regelmatig een regenbui zijn optimale ingrediënten om een goede oogst te kunnen behalen.
Voor de kinderen is het een goede leerschool om zelf het land te leren bewerken en groente te kunnen verbouwen.
Afgelopen jaar heeft Blessings4you-Uganda mais en bonen geplant op een stuk grond tegenover het Family House. Alle kinderen hielpen mee en ook de werkers hadden hun inbreng. Eerst ploegen, met een spade alles omspitten, onkruid er uit en dan de zaden er in.
De opbrengst mocht er zijn. Prachtig om samen te oogsten. Na de mais geplukt te hebben wordt het eerst een tijdje te drogen gelegd. Daarna wordt de mais van de kolf gehaald. Dan wordt de mais gemalen tot maïsmeel. Maïsmeel wordt elke dag gegeten in Oeganda, men noemt het “posho”, meestal serveert men het met bonen maar ook met kool of zilvervis in pinda saus.
We zijn dankbaar voor de opbrengst van het land en samen wordt er gretig van gegeten. In Oeganda is iedereen altijd welkom om mee te eten!
 

Zegen en opdracht
Mensen zijn elkaar gegeven.
Laten we in Gods naam voor elkaar een zegen zijn
bij alles wat ons te doen staat,
bij alles wat we beleven mogen
bij alles wat ons overkomt. . . . .
Laten wij voor elkaar een zegen zijn
in het leven dat we samen delen
zo kwetsbaar en moeizaam als het soms is . . .
Moge de Levende ons zegenen
beschermend en vurig
opdat wij het wagen opnieuw op weg te gaan
en tussen herinneren en verwachten
een weg te gaan van geloof, hoop en liefde.
Onder die zegen en die van elkaar
Vader, Zoon en heilige Geest. Amen.

Slotlied za: Ga dan die hier bent – zo: Om warmte gaan wij een leven

Plaats een reactie