San Salvatorgemeenschap 10-11 mei 2014
Thema: Gezocht: Goede herder M/V
Voorgangers: Erick Mickers en Franneke Hoeks
Muzikale ondersteuning: Melodiek
Openingslied: de vreugde voert ons naar dit huis
Welkom
Welkom in dit huis van vrede, waar ruimte is voor iedereen, waar plaats is voor verstilling, verbonden met elkaar en met de Ene, die wij noemen,
de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
Openingswoord
Welkom allemaal, mede namens Franneke Hoeks. Samen hebben wij deze viering voorbereid. Voor Franneke een eerste keer op deze manier, maar wellicht dat Franneke zich geroepen weet, om dit vaker te gaan doen. Per slot van rekening is het vandaag toch ook roepingenzondag.
En ook u komt als geroepen want wij zijn op zoek naar een goede herder of herderin. Juist in dit weekend roepen wij u op, gehoor te geven aan deze oproep.
Mensen met leiderschapskwaliteiten, die weten wat ze willen; voorop lopen en de richting bepalen. U weet wel, die leiders die veel volgelingen hebben. U kent ze wel.
Martin Luther King, Nelson Mandela, Moeder Teresa, Mahatma Ghandi, paus Franciscus of de Dalai Lama die vandaag duizenden mensen trekt in de Ahoy.
U kent ze wel. Augustinus van Hippo, Pater Damiaan, Bernadette Soubirous, Franciscus van Assisi, Teresa van Avila, Johannes de XXIII of Johannes Paulus II.
U kent ze wel.: Mark Rutten, Angela Merkel, Ruud Lubbers, Margareth Thatcher, Indira Ghandi, Joop den Uil, maar ook Josef Stalin, Mao Zedong, Francisco Franco, Adolf Hitler….U kent ze wel….
Ja, niet elke grote leider is een goede herder, niet elke goede herder is een grote leider. Wat dacht u van alle mensen die als een moeder zijn voor anderen. Zoeken wij zo’n herder of herderin?
Wellicht dat het evangelie van vandaag ons op het goede spoor zet. Laten we ons daarop voorbereiden door de stilte in te gaan, om te komen tot gebed.
Gebed
Goede God, hoeder van wat leeft,
jij stuurde een mens om ons de weg te wijzen.
een mens die ons voorleefde,
een mens die voor ons leefde,
een mens van wie we tot op de dag van vandaag
leren wat ten volle leven is.
Wees in ons midden en houdt ons gaande
vandaag en alle dagen van ons leven.
Acclamatie: Gij, die uw naam hebt uitgeroepen
1e lezing uit Richard Everett, Sound Bites, Seasonal sketches with punch and wit for instant performance.
Weet je wat me net is overkomen? Ik wilde bij mijn moeder op bezoek. Het is per slot van rekening (bijna) Moederdag. Of het nu komt omdat ik het te druk heb….maar….
Ik bel aan… Doet er toch een vreemde vrouw open.
Ik heb nog even een moment zoiets van ik heb bij de verkeerde deur aangebeld. Ik begin me al te verontschuldigen. Zo van sorry, ik heb me vergist. Ik kom voor mijn moeder.
De vrouw lacht en zegt : “Dat weet ik !” Als ze mijn bloemen ziet, pakt ze de bos zomaar uit mijn handen. Ik ben overrompeld als ze zegt: “Dat had je niet hoeven doen. Wat een prachtig!”
Het lijkt me best een lief mens hoor, maar ik voel dat ik toch een beetje boos wordt.
“Sorry hoor… die bloemen…. ken ik U?!”
Ze antwoord lachend “Ja natuurlijk wel. Je kent me door en door…. Je bent mijn kind.”
Kunt u het zich voorstellen dat een wildvreemde dit vol overtuiging tegen je zegt. Ik merk dat ik geïrriteerd raak, hoe aardig ze me ook lijkt. “Ja hoor… als ik uw kind ben…bent u mijn moeder?!”
“Ja”, zegt ze vol overtuiging. Ik ben van mijn à propos. “Nou wordt hij mooi….Het spijt me verschrikkelijk mevrouw, maar u bent mijn moeder niet! Mag ik mijn bloemen terug.”
Ze lijkt een beetje te schrikken van mijn heftigheid. “Sorry, je hebt gelijk. Ik ben meer dan je moeder!”
Het moet niet veel gekker worden, dacht ik. “Ik ben je moeder en je vader en toch ook weer niet”.De vrouw is er duidelijk een beetje vanaf.
“Mevrouw, sorry hoor, maar hoe zei u dat u heette?” “Dat heb ik niet gezegd…. Maar nu je het vraagt: Ik ben God.”
Dat is voor mij de druppel. “God!”, Ik zeg tegen haar. ‘Nou tot ziens God. Ik moet er vandoor.”
Ze houdt me tegen. “Je gelooft me niet hè?”
“Nee natuurlijk niet.”
“Waarom eigenlijk niet?” vraagt ze.
Achteraf vreemd dat ik er op inging, maar ik flap eruit: ”Nou ik weet niet of u het weet, maar u bent een vrouw. ”
“Echt?” zegt ze verbaast.
Ik raas door: “ Ja God is een man… mannelijk… En als u God was …. Met een hele dikke vette ALS – U zou misschien nog best een goede God zijn…. Maar als u God was dan zou u toch weten dat God een man is. Dat staat in de bijbel! Zij antwoordt : “Is dat zo?”
Ja natuurlijk. Ik heb er schoon genoeg van maar de vrouw praat door: . “Ik ben ook een rots, een herder en een wijnstok… zelfs een koning”
Nou en!
“Het zijn beelden …. Ook je vader, je moeder….beelden. Vraag maar?”, daagt ze me uit.
“Houd je van je moeder?”
“ Ja natuurlijk,” roep ik uit.
“ Alles waar je in je moeder zo van houdt… komt van mij.”
Ja, ja ! “Haar kook kunsten ook?”, zeg ik bij wijze van grap.
“Natuurlijk!” zegt de vrouw. “Haar appeltaart, met haar geheime ingrediënt?
Mijn moeders appeltaart is legendarisch. “Dat geheime ingrediënt dat ben ik.”
Oh.
“Nou”, zeg Ik weet iets waar u niet bij was, niets mee te maken had: mijn geboorte.”
De vrouw lacht…”Och kind, je moest eens weten. Ik was het zetje, het laatste beetje kracht waarvan ze niet wist dat ze het nog in zich had.”
OK…” en dit die keer dat ik zo eng gedroomd had?”
“Ik was de zachtheid in de stem, waarmee ze je in slaap zong en weet je nog de eerste keer dat je naar school moest, maar niet durfde?”
De eerste keer naar school… of ik dat nog weet! Iedere keer als ik een presentatie moet geven op mijn werk, voel ik weer dat kind.
“Ik was de moed in je moeders ogen toen ze zei…. Ga, je kunt het!”
Ik lijk steeds meer mee te gaan in het verhaal van de vrouw….en toch. Ik roep uit: “Waar was jij die keer dat ik met lucifers aan het spelen was op mijn kamer. Mijn moeder was woedend.
“Sorry hoor maar God gebruikt zulke woorden niet !”
De vrouw is niet uit het veld te slaan.
“Ik was de zorg achter haar boosheid en de liefde achter haar angst”
“Waar was je dan toen mijn hart brak!” roep ik uit.
“Zij en ik waren er om de brokstukken bij elkaar te harken en we huilden zachtjes.
“”En weet je nog toen je ontslagen werd?”
Of ik dat nog weet.. natuurlijk. Verschrikkelijk. “Ik was het kleine kneepje van haar hand en het geloof dat ze in je had, toen je zelf alle hoop verloren had. Weet je als je je moeder ziet, dan zie je iets van mij. Je houdt van haar omdat ze is zoals ik.”
Ik zeg hardop als of het nu pas goed tot me doordringt”: “God is een vrouw”
“Beelden!” zegt de vrouw. “Dat heb ik je toch gezegd. Ik ben de draagkracht in de rots, de veiligheid van de stad, de behoedzaamheid van de herder en het leven in de wijnstok, de grootsheid van de koning … en de liefde van je moeder. Allemaal beelden die je iets laten zien maar om mij echt te vinden, zul je door die beelden heen moeten kijken. Verder moeten kijken. Nou, ga maar.”
De vrouw geeft mij de bloemen terug. Wil ze ze nou niet hebben?
En daar sta ik dan weer met mijn bosje bloemen. Ik wil weglopen, maar kan het niet laten nog een vraag te stellen. “Hoe gaat het straks op het einde? Ben jij er dan ook?”
De vrouw kijkt me aan. “Natuurlijk. Ik zal je hand vasthouden. Zacht en stevig zoals je moeder altijd deed bij. Ik zorg voor je.”
Ik draai me om. “Nog een ding? Kunt u er voor zorgen dat ik misschien die nieuwe I-Phone krijg voor mijn verjaardag?” Ja het valt te proberen nietwaar.
De vrouw schaterlacht en terwijl ze de deur dichtdoet roept ze: “Geen idee! Dat moet je aan je vader vragen. Alle moeilijke beslissingen laat ik aan hem over.”
Lied: Moeder God…
2e lezing: Johannes 10, 1-10
Waarachtig, Ik verzeker u: wie niet door de deur de hof van de schapen binnenkomt, maar naar binnen klimt op een andere plaats, kan alleen maar een dief zijn en een bandiet. Wie wel door de deur binnenkomt, is de herder van de schapen. Voor hem doet de deurwachter open en de schapen horen zijn stem. Zijn schapen roept hij ieder bij zijn naam, en hij brengt ze naar buiten. En als hij zijn schapen allemaal naar buiten heeft gebracht, trekt hij voor hen uit, en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen. Een vreemde echter zullen ze nooit volgen; integendeel, ze gaan voor hem op de vlucht, omdat ze de stem van vreemden niet kennen.’ In deze versluierende taal sprak Jezus hen toe, maar ze begrepen niet wat Hij hun te zeggen had.
Jezus ging dus verder: ‘Waarachtig, Ik verzeker u: Ik ben de deur voor de schapen. Al degenen die vóór Mij zijn gekomen, zijn dieven en bandieten, naar hen hebben de schapen niet geluisterd. Ik ben de deur; wie door Mij binnenkomt zal gered worden: die kan vrij in en uit gaan en zal weidegrond vinden. Een dief komt alleen maar om te roven en te slachten, en om verloren te laten gaan; Ik ben gekomen opdat ze leven mogen bezitten, en wel in overvloed.
Acclamatie: Maak uw woord tot een kracht
Overweging
Allemaal beelden, maar als je Mij echt wilt zien, moet je door de beelden heenkijken, zegt Moeder God in de tweespraak. Het zijn allemaal beelden die God verbeelden, beelden die de verbondenheid tussen God en de mens laten zien. Beelden die ons willen helpen God te vinden. Johannes is een meester in het schetsen van die beelden.
Door heel zijn boek lees je ‘ik ben’ dat verwijst naar de Godsnaam “ik-ben-die-is”
Zo laat hij Jezus zeggen:
Ik ben iemand die van zichzelf getuigt, maar ik ben niet uit mezelf gekomen, ik ben gezonden,
ik ben van boven en niet van deze wereld,
ik ben gekomen om de wil te doen van hem die mij gezonden heeft,
ik ben gekomen om een duidelijke scheiding aan te brengen,
niet-zienden zullen zien, zienden zullen blind worden,
niet om te veroordelen, maar om de wereld te redden,
zodat ze leven mogen bezitten, in overvloed.
Zo worden God en de mens met elkaar verbonden en vertelt Jezus
dat hij zichzelf is, maar niet met zichzelf bezig is,
dat hij zich verbonden weet met iets dat boven hem uitstijgt,
dat hij de dingen doet omdat hij zich daartoe geroepen weet,
niet om chaos te scheppen,
maar om mensen tot leven te brengen.
Verderop in zijn boek schrijft Johannes: Ik ben niet alleen, de Vader is met mij, ik ben in de Vader, Hij is in mij, ik ben in jullie, zoals jullie in mij zijn.
En zo zegt Jezus:
Zie je mij, dan zie je ook God,
Zie je mij, dan zie je ook zelf,
Zoals jullie in mij zijn,
zo ben ik in jullie,
zo is God in jullie.
Zo zijn we niet alleen verbonden mét God, zo leven wij ook in en door elkaar zoals een ouder en een kind in en door elkaar tot leven komen.
En dan geeft Johannes door heel het boek beelden mee die God en diens verbondenheid met en in de mens verbeelden.
Beelden van herkenning voor de mensen in die tijd,
beelden van de wereld van alledag zodat in het alledaagse God vindbaar zou zijn.
En Jezus vertelt:
Ik ben het brood om van te leven, oervoedsel, broodnodig, elke dag opnieuw.
ik ben het licht van de wereld, overdag de zon, ´s avonds de maan en een spaarzaam olielampje.
ik ben de deur voor de schapen, waarvan iedereen weet, er is er maar één van in de omheining.
ik ben de goede herder, de minst geschoolde, eenvoudige kracht, die met toewijding zorg draagt voor de kudde.
ik ben de opstanding die al sinds de profeet Elia als een werkelijk gebeuren wordt ervaren.
ik ben het leven, dat spreekt over bevrijding en melk en honing in overvloed, maar zich inperken laat door onderdrukking, wetten en straffen.
ik ben jullie meester en Heer, de rabbi die zich van jongs af aan al heeft verdiept in de schrift en daarover met elkaar levendig in gesprek gaat, er commentaar op geeft en ontvangt en het verhaal weer doorgeeft als een levend gebeuren van alledag.
ik ben de weg, vaak moeilijk te begaan, geen enkele bewegwijzering, maar leidend naar nieuwe vergezichten.
ik ben de waarheid die spreekt over wat het goede is.
ik ben de ware wijnstok, die kronkelig, droog en oeroud steeds weer vruchten geeft.
ik ben de koning, waarvan iedereen weet dat zijn bestaansrecht maar betrekkelijk is.
Oude beelden die voor ons vandaag eerder een wereld van romantiek en onbegrip oproepen. Wie wil zich tegenwoordig nog graag laten vergelijken met een schaap? Wie zoekt tegenwoordig nog naar een goede herder of herderin? Het lijkt in ons deel van de wereld een bijna uitgestorven beroep. En mochten die oude beelden nog zeggingskracht hebben, is er dan nog óf weer behoefte bij de mensen om verbonden te zijn met God?
Voelen wij ons verbonden met iets dat boven ons uitstijgt? Doen wij de dingen omdat wij ons daartoe geroepen weten? Durven wij te zeggen dat God in ons woont, in elke mens die wij ontmoeten?
En mocht dat allemaal zo zijn, welk beeld hoort dan bij dat gevoel van die verbondenheid?
Voelt God dan voor jou
als de oerbron van waaruit jij leeft,
als de baken in jouw bestaan,
als de verbinding tussen jouw binnenwereld en de wereld buiten,
als de vertrouweling van jou waar jij ook gaat of staat,
als de kunstenaar die jou opricht,
als de vervulling van jouw verlangen,
als de vertaler van jouw verhaal,
als de uitdager die in jou gelooft,
als de gids die je behoedt,
als de onzichtbare kracht die eindeloos lijkt te zijn,
als de beschermeling die jouw aandacht verdient?
Allemaal beelden, andere woorden voor de beelden die Johannes schetst, maar als je God echt wilt vinden, moet je door de beelden heenkijken.
Ik ben de deur, de verbinding tussen jouw binnenwereld en de wereld buiten jou.
Ik ben in jou.
Telkens als je binnen treedt, doe dat dan door de deur van liefde, opdat je met liefde jouw hart binnentreedt.
Telkens als je naar buiten gaat, doe dat dan door de deur van liefde, opdat je met liefde de wereld tegemoet treedt.
Je vindt deze gedachten soms ook in een symbool terug bij voordeuren aan huis: Bordjes met de tekst: Pax et bonum: vrede en alle goeds; Sjaloom: vrede voor jou
Je wordt er aan herinnert als je binnenkomt en wanneer je naar buiten gaat.
Een keramiek oranje/rood huisnummer dat mensen ooit hebben gekregen en dat zegt: dat heb ik met liefde gemaakt voor jou, draag jij die liefde verder?
Een joodse mezoeza, een kokertje met een papierrolletje met de tekst, uit Deuteronomium:
Sjema , Israël! Hoor Israël, De Heer, onze God, de Heer is één! Bemin de eeuwige met heel je hart, met je gehele ziel en met al wat je kunt doen. Bewaar deze woorden in je hart, geef ze door aan je kinderen en praat erover, als u in uw huis zit en als u over de weg gaat, als u neerligt en als u opstaat.
Maar ook een Boeddhabeeld of een Mariabeeld zijn niet zomaar beeldjes, maar zij weerspiegelen een levenswijze dat gericht is op mededogen en liefde.
En Jezus zegt: Ik ben de goede herder, de vertrouweling van jou waar jij ook gaat of staat.
Ik ben in jou. – Ik ken jou bij naam. Ik trek voor je uit. – Ik ben zichtbaar in jou. Laat mij vinden in jouw herder-zijn, voor hen die op jou hun vertrouwen hebben gesteld.
Gezocht: de herder in jou! – Gezocht: de herderin in jou!
Hoe, dat is aan jou, als je maar door de deur van liefde naar binnen en naar buiten gaat. Je hoeft niet altijd vooruit te lopen. Afhankelijk van de situatie is aan de zijlijn of achteraan ook een goede positie.
En een goede herder of herderin verlaat ook ooit de kudde, om er te zijn voor die ene die om jou roept. Het gaat dus niet om die ene herder te vinden waar iedereen achter aan loopt, maar het gaat erom dat jij die ene herder of herderin kunt zijn voor de ander, dat we herders m/v zijn voor elkaar, en zo het leven kunnen omarmen .
En Jezus zegt dan: Kijkend naar jou, dan zie Ik me zelf, dan zie ik God in jou.
Geloofslied: Kom en volg mij
De gaven van brood en wijn worden op tafel gezet en er wordt gecollecteerd
Muziek
Voorbede
Goede God, wij bidden, voor mensen die hoeders van leven zijn.
Mensen die in kleine of grote dingen van het leven een voorbeeld zijn voor anderen.
Dat zij ons keer op keer laten zien waar het in het leven echt om gaat.
Voor degenen die zoeken naar houvast en richting in dit leven.
Mensen die soms zo blindelings vertrouwen op korte termijn en eigen geluk,
dat daardoor groepen mensen worden uitgesloten.
Dat zij een weg vinden waarin samenleven, rijkdom en kracht wordt.
Voor ons eigen binnenste,
dat wij blijven vertrouwen op jouw droom van het goede leven voor allen.
Dat we ons hart laten spreken en ons verstand gebruiken
bij het realiseren van dit visioen op deze aarde.
Wij bidden
voor datgene wat geschreven staat in dit intentieboek;
voor allen die ziek zijn, psychisch of lichamelijk, thuis of in een andere omgeving;
voor hen die onzekere tijden tegemoet gaan, door ontslag of een verbroken relatie;
voor allen voor wie zich veelvuldig leeg voelt door het gemis van een dierbare;
voor hen voor wie ons gebed gevraagd is.
Dat er licht mag zijn voor hen en ieder van ons
De intentiekaars wordt aangestoken
Tafelgebed
Jij, onnoembare, maar zo vertrouwd nabij,
Jij, onzienbare, maar zo liefdevol aanwezig,
Jij, onaanraakbare maar zo voelbaar dichtbij
dankbaar zijn wij voor het leven,
dankbaar zijn wij voor die ene mens
die in woorden, in beelden, in daden
jouw liefde een naam, een gezicht, een lichaam gaf
die ze: Neem het brood dat jou gegeven wordt
die voordeed het brood te breken, te delen,
opdat er leven komt in overvloed;
die opnam de beker, deze rond liet gaan
opdat er liefde vloeit, voor iedereen;
die opriep, dit te blijven doen als een levende herinnering
aan hem die wij noemen
de Christus, Jezus van Nazareth, herder van mensen, kind van Jou.
In zijn geest zijn wij hier bijeen en willen wij doen wat Hij deed,
opdat jouw liefde aansprekend zichtbaar en tastbaar zal zijn.
In zijn geest bidden wij daarom met de woorden:
Onze Vader
Vredeswens
Mag de vrede van Jezus, onze vrede zijn.
Vrede en alle goeds
Vredeslied: Waar vriendschap is en liefde
Uitnodiging aan de tafel van brood en wijn
Jezus zegt: Ten volle leven is leven in liefde,
ik breek dit brood, en deel deze wijn, als teken van mijn liefde voor jou,
opdat jij leven mag, ten volle.
Dus voel je welkom en door niets bezwaard om deel te nemen aan deze tafel van gastvrijheid, en ontvangt en wordt, brood en wijn van leven.
Lied: Liefde heeft geen longen
Gebed
In zoveel moeders, in zoveel mensen die zijn als een moeder, ontmoeten wij Jou. Uit dankbaarheid voor hen, voor de liefde die zij geven of ooit hebben gegeven bidden wij met beeldende woorden, tot de moeder van alle moeders, en zo tot jou:
Wees gegroet Maria, vol van genade.
De Heer is met U.
Gij zijt de gezegende onder de vrouwen.
En gezegend is Jezus,
de Vrucht van Uw schoot.
Heilige Maria, Moeder van God,
bid voor ons, zondaars,
nu en in het uur van onze dood. Amen.
Mededelingen + bloemetje van de week
Slotgedachte: van Augustinus, bisschop van Hippo
Hoe de liefde eruit ziet?
Zij heeft handen om anderen te helpen.
Zij heeft voeten waarmee zij zich haast
naar armen en behoeftigen.
Zij heeft ogen die het lijden en de nood zien.
Zij heeft oren die het zuchten en de droefheid horen.
Zo ziet liefde eruit.
Zegenwens
Mogen de woorden ons gegeven, zijn als een deur, een opening naar nieuwe wegen, een welkom naar een veilig thuis, telkens door liefde gedreven, opdat wij een zegen zijn voor elkaar, opdat Gods’ droom werkelijkheid wordt, een leven in overvloed, waar ook ter wereld.
Mogen we dat elkaar toezingen.
Lied: Gij levende eerste en laatste
Slotlied: Zijt gij mij God een herder
1 Reactie
Maria Langemeijer ,.Wonend in Zeist,aanwezig op 4mei in Uwgemeenschap
Het geloofslied sprak mij aan
Gezien mijn taak als voorganger bij vieringen voor ouderen speciaal(O.L.Vr.van Altijddurende Bijstand in Bilthoven),wil ik U vragen,mij de tekst van geloofsliederen toe te sturen.Ik wil binnenkort een geloofslied gebruiken i.p.v.een geloofsbelijdenis bij de woord en communieviering.
Bij voorbaat hartelijke dank,m.vr.gr.
M.Langemeijer-Kuijlaars