Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 25-26 mei 2013
Thema: God weet…
Voorganger:Erick Mickers
Muzikale ondersteuning:

Openingslied: za: Heer, onze Heer hoe zijt gij aanwezig – zo: Zo vriendelijk en veilig als ’t licht

Welkom + openingswoord
Welkom allemaal,
wie u ook bent,
waar vandaan u ook komt,
dat u moge vinden
wat u hier naar toe brengt,
voor ieder verschillend,
maar verbonden met elkaar en met die Ene,
die we telkens weer noemen,
de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.

Dat vertrouwde kruisteken, die woorden daarbij, wat zeggen we eigenlijk.
Zegt het ons überhaupt nog iets,
tegenwoordig.

Vandaag is het feest van dat kruisje,
van de heilige Drie-Eenheid.
Een construct van weldenkende mensen
om het goddelijke niet te vangen onder èèn noemer,
maar ruimte te laten voor de verscheidenheid
waarin het goddelijke zich laat ervaren in het leven.

Hoe moeilijk is het in de tijd gebleken om die intentie overeind te houden.
Wat is er gepraat, geschreven en gevochten om de woorden
van Vader, Zoon en heilige Geest binnen dit raamwerk te houden en vooral niet af te wijken.
Hoe menselijk allemaal.
We kunnen bijna niet anders.
Of misschien toch wel?
God weet…

Gebed
Mogen onze gedachten verwaaien,
op de zachte bries die
ons doorademt,
ons tot leven brengt,
ons verenigt met al wat is.

Laat de adem haar weg vinden,
in ons en door ons,
in de stilte,
die ons toekomt.

…………………..

Hoe anders,
hoe vertrouwd,
hoe groots,
hoe klein,
hoe zacht,
hoe krachtig,
hoe puur en nabij,
ben jij,
Jij, God weet…

Acclamatie: za: Gij hart, Gij bron van leven – zo: Liefde, dal van liefde
Vandaag mogen we luisteren naar twee lezingen
die ons uitnodigen te kijken van waar uit wij geboren zijn.
Ontvangen we het leven enkel van onze moeder,
of wordt ons het leven ook gegeven door de Geest die ons doorademt.
Wie ben ik, waar kom ik vandaan?

1e lezing: uit het boek Spreuken
De HEER heeft mij vóór al het andere verworven,
toen hij zijn scheppingswerk begon, schiep hij eerst mij.
Ik ben in het begin gemaakt, nog voor alles er was,
nog voor de aarde vorm kreeg.
Toen er nog geen oceanen waren, werd ik voortgebracht,
nog voor de bronnen met hun waterstromen.
Toen de bergen nog niet waren neergezet, werd ik voortgebracht,
nog voor er heuvels waren.
De aarde en de velden had de HEER nog niet geschapen,
geen korrel zand was nog gemaakt.
Ik was erbij toen hij de hemel zijn plaats gaf
en een cirkel om het water trok,
de wolken aan de hemelkoepel plaatste,
de oceanen bruisend op liet wellen,
toen hij aan de zeeën grenzen stelde,
het water met zijn woord zijn plaats gaf,
de fundamenten van de aarde legde.
Ik was zijn lieveling,
een bron van vreugde, elke dag opnieuw.
Ik was altijd verheugd in zijn aanwezigheid,
vond vreugde in zijn hele aarde
en was blij met alle mensen.

Lied: za: Hoort hoe God met mensen omgaat – zo:  Zij die stom zijn

2e lezing: uit het Evangelie volgens Johannes

Tijdens zijn verblijf in Jeruzalem voor de viering van het paasfeest kwamen heel wat mensen tot geloof in zijn naam bij het zien van de tekenen die Hij verrichtte. Maar Jezus van zijn kant had geen geloof in hen, omdat Hij ze allemaal kende: niemand hoefde Hem over de mens iets te leren, Hij wist zelf wel wat men aan een mens had.

Zo was er een farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus.  Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. ‘Rabbi,’ zei hij, ‘wij weten dat u een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de wondertekenen doen die u verricht.’  Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’
‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’ vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden?’  Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest.  Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk.  Wees niet verbaasd dat ik zei dat jullie allemaal opnieuw geboren moeten worden.  De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is.’
‘Maar hoe kan dat?’ vroeg Nikodemus.  ‘Begrijpt u dit niet,’ zei Jezus, ‘terwijl u een leraar van Israël bent?  Waarachtig, ik verzeker u: wij spreken over wat we weten en we getuigen van wat we gezien hebben, maar jullie accepteren ons getuigenis niet.  Wanneer jullie me niet geloven als ik over aardse dingen spreek, hoe zouden jullie me dan geloven als ik over hemelse dingen spreek?  Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon?
De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft,  opdat iedereen die gelooft, in hem eeuwig leven heeft. Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.
……………

Acclamatie: za:  Hoe is uw naam, waar zijt Gij te vinden – zo: God bewaar mij, als ik ..

Overweging:
Mensen geloven in Jezus.
Ze mogen dan wel in hem geloven, maar Jezus gelooft niet in hen.
Hij alleen weet wat er in mensen omgaat.
Mensen geloven wel, maar niet in Hem als degene die hij is,
maar enkel door zijn tekenen, zijn handelingen die verwondering oproepen.
Johannes voert hier Jezus ten tonele als iemand die weet heeft van de mens,
terwijl de mensen geen weet hebben wie zij voor zich hebben.
Johannes geeft Jezus het woord.
Hij laat dat Jezus op zo’n arrogante manier vertellen,
alsof hij God zelf is,  verheven boven alle mensen.
Het werkt afstotend, of je wordt nieuwsgiering naar de man.

Zo  vertelt Johannes van een farizeeër, die nieuwsgierig is naar Jezus, maar daar niet openlijk voor uit durft te komen. Zou die man, die Jezus , werkelijk van God gekomen zijn?
Jezus beaamt wat Nikodemus zegt, zeker ik kom van God. Niet om wat ik doe als mens, maar omdat ik opnieuw geboren ben.

Hoe kan dat nu, voor de tweede keer geboren worden?
“Nou, het gaat niet om een nieuwe geboorte uit de mens,
maar om een nieuwe geboorte uit water en geest.
Wie zou ik zijn”, zegt Jezus, “als mijn doen niet haar oorsprong vind in de kracht van de geest.
Wees niet verbaasd, niet alleen ik ben nieuw geboren,
maar ook jullie kunnen opnieuw geboren worden.”

En Jezus vertelt verder:
“Alleen wanneer je als mens je laat leiden door de geest, pas dan zul je als water meegaan in de stroom die leven heet, zoals de wind zich laat meevoeren en niet weet waar vandaan hij komt of heengaat.”
Hoe kan dat nou, vraagt Nikodemus hem weer..

“Als mijn aardse daden je al niet kunnen overtuigen om  van mij aan te nemen hoe je het koninkrijk God kunt binnen gaan, hoe kan het mij dan lukken als ik over hemelse zaken spreek.
Je zult mij moeten verheffen boven de mensen uit, zodat mensen wel in mij gaan geloven om hen op die manier dichter bij God te kunnen brengen en opnieuw tot leven te laten komen.”

Zo plaatst Johannes direct aan het begin van zijn verhaal  de figuur Jezus als de nieuw geboren mens die voortkomt uit  geest en water en plaatst hem op een voetstuk als God zelf, opdat iedereen tot geloof komt en opnieuw wordt geboren.

Het is zoals in dat verhaal wat een boeddhistische meester eens vertelde.
Deze las een heel mooie tekst en iedereen was erg onder de indruk.
Prompt kwam de vraag: wie heeft deze woorden geschreven?
De meester zei:
‘als ik vertelde dat de Boeddha hem heeft geschreven, zouden jullie de tekst vereren,
dan zouden jullie er iedere ochtend bloemen op leggen en ervoor knielen.
Als ik zei dat hij van de koning is, zouden jullie er nog steeds met groot respect mee omgaan, maar
jullie zouden hem niet vereren zoals in het geval van Boeddha.
Als ik zei dat hij door een monnik is geschreven,
zouden jullie met een mond vol tanden zitten.
En als ik zei dat onze kok deze tekst geschreven heeft,  zouden jullie erom lachen.”

Tja, wat Johannes doet, is heel begrijpelijk,
want ja, zeg nou zelf,
wie gelooft er nu in een eenvoudige timmermanzoon uit zo’n dorpje Nazareth,
ook al kan hij dingen doen die voor anderen voor onmogelijk worden gehouden.

Ongeacht of we Jezus willen zien als God of als gewone sterveling,
wat staat zijn de woorden die tot verbazing leiden:
“ieder moet opnieuw geboren uit water en geest om het koninkrijk van God te zien.”

Hij roept ons op, om naast onze menselijke wijze van kijken, voelen en denken
ook ruimte te maken voor de geest die ons meevoert in het leven
naar plaatsen die we niet verwachten en niet kunnen begrijpen.
Pas  wanneer je het menselijke denken  loslaat,
niet voortdurend verbanden zoekt die oorzaak en gevolg met elkaar verbinden,
pas dan wordt je geest bevrijd en zul je als water meegaan in de stroom die leven heet,
zoals de wind zich laat meevoeren en niet weet waar vandaan hij komt of heengaat.

Als mens willen we zo graag alles begrijpen,
om grip te krijgen op ons leven.
De waaromvraag is inherent, is ingebakken aan onze mogelijkheid van denken.
Zo vroeg één van de 1e communicanten na het lezen van de Paasverhalen:
“Als Jezus alles wist, waarom liet hij dan alles gebeuren. Waarom liepen ze niet gewoon hard weg?”

Vertel je dan dat God de Vader het zo bedoeld heeft,
dat Jezus als Zoon gezonden is naar de wereld om ons te verlossen van onze zonden
door zijn Geest aan ons te geven door te sterven?
Of zeg je dan:
Wij weten het niet en misschien wist Jezus het ook niet.
Waarom niet?
Omdat we niet alles kunnen weten en in systemen of constructen kunnen vatten.
Omdat we niet alleen willen vertrouwen op ons menselijk denken,
maar ook vertrouwen hebben in het Leven,
hoe ondoorgrondelijk en ogenschijnlijk onmenselijk dan ook.

Elke religie heeft zo haar eigen systeem. Het zijn zingevingssystemen.
Jezus brak met het toon gangbare systeem en liet zich meevoeren door de geest, door het leven zoals het zich aandiende.

Een bevrijde geest
denkt niet in systemen,
die leeft in liefde.
God is liefde.

Dan is Jezus toch God!
God weet….

Geloofslied: za: Zijt Gij mij, God, een herder (coupletten 1 en 2) – zo: Gij, Gij peilt mijn hart

Klaarmaken van de tafel / collecte

Voorbede: za:  Heer, ontferm U – zo: als alles duister is

Jij,
oorsprong van elk leven,
ga met ons mee,
in die hand van vergeving,
in een vriendelijk woord,
in daden van goedheid
voor alle mensen waar dan ook.

Ga met ons mee,
in de moed om zacht te zijn,
in de wil om vrede,
in de wens om vreugde
voor alles en iedereen op deze aarde.

Ga met ons mee,
en doorbreek
de tralies van ons denken,
de kooien van macht en aanzien,
de ketenen van al wat ons klein maakt,
opdat elke mens opnieuw geboren wordt,
als bron van vreugde,
kind van jou,
geliefd, elke dag opnieuw.

Ga met ons mee,
in alles wat ons zo bezig houdt:
de gevoelens geschreven in dit boek…;

de verwondering van nieuw leven,
in het bijzonder voor diegene
die vandaag binnen onze gemeenschap is gedoopt;

de lijdende mens,
door lichamelijk of psychische ziekte,
door armoede of werkeloosheid,
door eenzaamheid en gemis;

de mensen die ons zijn ontvallen,
wil er zijn met uw licht,
voor hen en ons allen hier aanwezig.

Tafelgebed (Liesbeth en Maria tot aan … een nieuwe geboorte)

Jij, oorsprong
van elk zoeken en vinden,
verlangen van elk mensenhart.
Dromende maak Jij in mij los
de hunkering naar inzicht,
het  luisteren naar
het woord van mijn naaste
dat goed doet en kracht geeft.
Jij doet ons nieuwe woorden spreken
en geeft ons nieuwe begeestering
als twee of meer bijeen zijn
in Jouw naam.

Jouw wijsheid is
aan het licht gekomen.
in Jezus van Nazareth.
Hij was zichtbaar vol van Jou
en bracht licht bij hen,
die in de nacht tot Hem kwamen.
Nieuw leven verkondigde Hij
als van een nieuwe geboorte.

Zijn rijk van liefde
vergeleek Hij
met een schat in de akker,
de parel in het sleepnet,
die voor alles moet worden gezocht.
Daarvoor gaf hij zichzelf ,
als ‘n graankorrel die sterven
moet om tot leven te komen.

Samen:
Op die laatste avond voor zijn dood
zat Hij aan tafel met zijn vrienden.
Hij nam brood in zijn handen,
sprak zijn dank daarover uit,
brak het ……
en deelde het uit met de woorden:
neemt en eet,
dit is mijn leven,
mijn liefde voor jullie gegeven.

Ook de beker liet Hij rondgaan:
Drinkt hieruit, allemaal,
dit is mijn bloedeigen leven,
een nieuw verbond,
dat hemel met de aarde verzoent.
Denk aan mij, telkens als je dit
samen in mijn naam doet.

Aangevuurd door zijn Geest
vinden woorden en mensen elkaar.
Hij leeft in ons opstaan
en naar de ander gaan.
Onmacht en angst
hebben niet meer het laatste woord
maar durven leven in een nieuw gevoel
van vrijheid en gemeenschap
rondom Hem.

In zijn geest wijzen mensen
elkaar de bronnen aan,
vindplaatsen van waarheid en liefde.
Samen gaan ze wegen
om het onrecht te keren,
hun handen staan klaar
om te breken en te delen
wat het leven biedt.
Zo groeit zijn rijk onder ons
wordt zoeken een hoopvolle tocht
naar een land van licht en leven.

Zo bidden wij met woorden door Hem gegeven:

Onze Vader
Onze Vader die in de hemel zijt,
Uw naam worde geheiligd,
Uw rijk kome.
Uw wil geschiede, op aarde
zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood,
en vergeef ons onze schuld
zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven.
En leid ons niet in bekoring,
maar verlos ons van het kwade.
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid. Amen.

Wees gegroet

Vredeswens
Mogen we elkaar in de geest van de vrede elkaar alle goeds toewensen.

Vredeslied: Gij levende, eerste en laatste /

Breken en delen

Lied: Hij die gesproken heeft een woord

Gebed

Slotgedachten:
Gedachten van Arjan Broers, pastor in de Dominicusgemeenschap in Amsterdam

Toen ik net theologie studeerde woonde ik in huis bij een oude dame,
die bevriend was met een paar medestudenten.
Mien heette ze, ze had alleen lagere school gehad, was volstrekt authentiek en zeer gelovig. ‘Ach Adderie’, kon ze zeggen – ze kon mijn naam niet goed onthouden –
‘daar zal de Grote Baas wel een bedoeling mee hebben’.
Steevast als ik bij haar aanbelde zag ze er een godsbewijs in.
‘Da’s toch ook sterk’, zei ze dan.
‘Ik dacht net: Moeder Maria, wat heb ik Adderie lang niet gezien’.

En op een keer – ze was toen al 85 – huurden we een motorboot om een paar dagen op het water de lente te proeven. Mien was net aan staar geopereerd en kon eindelijk alles weer goed zien. Ze genoot tomeloos.
En op een avond praatten we na een spelletje door,
over hoe zij zich zo gemakkelijk overgaf aan het leven, en over haar en ons geloof.
Drie jonge theologen en een oude vrouw.
‘Mien’, zei een van ons. ‘Dat vertrouwen van jou: waar is dat dan in?
In Moeder Maria? Of God, of Jezus, of de Heilige Geest…?’

Mien keek ons geamuseerd aan en sprak.
‘Nou jongens toch, wat maakt dát nou uit?’

Zegenwens
Mag onze God,
die leven, liefde en licht is
ons vergezellen op onze weg,
ons ten volle tot leven brengen,
als nieuw geborene,
mogen we elkaar dat toewensen,
in zijn naam
de Vader, de Zoon en heilige Geest. Amen

Slotlied:za: Een vader had een mooie droom (coupletten 1, 4 en 5) – zo: Is een mens trouw

Plaats een reactie