Viering GOEDE VRIJDAG 30 maart 2018
DE WEG GEGAAN, TEN EINDE TOE…
voorgangers: Maria van den Dungen en Gepke Kerssen
lector: Corrie Dansen
zang: Cantorij
Openingslied: Naar U levende
Na korte stilte:
Dit is het uur van stil gedenken
de dood van een mens, de gerechte:
Een mens, die zijn weg gegaan is,
van Bethlehem naar Jeruzalem,
langs mensen, gekwetst en niet in tel
Hij is de weg gegaan ten einde toe:
Een mens, die woorden van leven sprak,
hoop op bevrijding gaf; en zo haat en verraad opriep.
Wij volgen dit uur – zoals velen op de wereld-
de weg, die Hij is gegaan tot het uiterste:
Ons rest vanavond, die beker in ons midden,
lijdensbeker, die leeg gedronken wordt tot op de bodem.
Testament van Hem, die ons vraagt hoeders van vrede,
dragers van toekomst te zijn . Amen.
Acclam.: Wie ten einde toe
We lezen het lijdensverhaal uit Marcus:
lezing 1: Nachtwake en arrestatie Mc 14, 32 – 50
Ze kwamen bij een plek die Getsemane heette, en hij zei tegen zijn leerlingen: ‘Blijven jullie hier zitten, terwijl ik ga bidden.’ Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee. Hij voelde zich onrustig en angstig worden en zei tegen hen: ‘Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier waken.’ Hij liep nog een stukje verder, liet zich toen op de grond vallen en bad dat dit uur zo mogelijk aan hem voorbij mocht gaan. Hij zei: ‘Abba, Vader, voor u is alles mogelijk, neem deze beker van mij weg. Maar laat niet gebeuren wat ik wil, maar wat u wilt.’ Hij liep terug en zag dat zijn leerlingen lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus: ‘Simon, slaap je? Kon je niet één uur waken? Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.’ Weer ging hij weg om te bidden, met dezelfde woorden als daarvoor. Toen hij weer terugkwam, lagen ze opnieuw te slapen, want hun ogen vielen steeds dicht, en ze wisten niet wat ze hem moesten antwoorden. Toen hij voor de derde maal terugkwam, zei hij tegen hen: ‘Liggen jullie daar nog steeds te slapen en te rusten? Het is zover: het ogenblik is gekomen waarop de Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de zondaars. Sta op, laten we gaan; kijk, hij die me uitlevert, is al vlakbij.’
Nog voor hij uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de twaalf, in gezelschap van een met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriesters, schriftgeleerden en oudsten was gestuurd. Met hen had zijn verrader een teken afgesproken. Hij had gezegd: ‘Degene die ik kus, die is het. Neem hem gevangen en voer hem weg onder strenge bewaking.’ Toen hij eraan kwam, liep hij recht op Jezus af, zei: ‘Rabbi!’ en kuste hem. Ze grepen hem vast en namen hem gevangen.
Een van de omstanders trok een zwaard, ging de dienaar van de hogepriester te lijf en sloeg hem een oor af. Jezus zei tegen hen: ‘U bent er met zwaarden en knuppels op uit getrokken om mij te arresteren, alsof ik een misdadiger ben! Dagelijks was ik bij jullie in de tempel om onderricht te geven, en toen hebben jullie me niet gevangengenomen; maar dit gebeurt omdat de Schriften in vervulling moeten gaan.’ Toen lieten allen hem in de steek en vluchtten weg.
bezinning:
Geboren en getogen als mensenkind,
om beeld te zijn van een God die liefde is,
is Jezus de weg gegaan, die langs mensen leidde,
bondgenoot, grenzeloze trouw en solidariteit,
een weg van liefde tot het uiterste.
Maar dan: als het erop aan komt: de ontgoocheling.
Je dacht dat je op je vrienden kon rekenen,
maar je staat er alleen voor.
“Konden jullie dan niet één uur met Mij wakker blijven?”
vroeg Jezus. Slechts één uur meevoelen…
En wij? Waar waren wij toen je hongerig, dorstig of naakt was,
ziek of helemaal alleen?
Zouden wij dan niet onze broeders hoeders moeten zijn?
Wie lieten wij in de steek? Wie bleven wij nabij?
lied: couplet 1: Eeuwige, onzienlijke,
Lezing: Jezus voor Pilatus Mc. 15, 1-15
’s Ochtends in alle vroegte kwamen de hogepriesters, de oudsten en de schriftgeleerden en het hele Sanhedrin in vergadering bijeen. Na Jezus geboeid te hebben, brachten ze hem weg en leverden hem over aan Pilatus.
Pilatus vroeg hem: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Hij antwoordde: ‘U zegt het.’ De hogepriesters brachten allerlei beschuldigingen tegen hem in. Pilatus vroeg hem toen: ‘Waarom antwoordt u niet? U hoort toch waar ze u allemaal van beschuldigen?’ Maar Jezus zei helemaal niets meer, tot verwondering van Pilatus. Pilatus had de gewoonte om op elk Pesachfeest één gevangene vrij te laten op verzoek van het volk. Op dat moment zat er een zekere Barabbas gevangen, samen met de andere opstandelingen die tijdens het oproer hadden gemoord. Een grote groep mensen trok naar Pilatus en begon hem te vragen om ook nu te doen wat zijn gewoonte was. Pilatus vroeg hun: ‘Wilt u dat ik de koning van de Joden vrijlaat?’ 1Want hij begreep wel dat de hogepriesters hem uit afgunst hadden uitgeleverd. Maar de hogepriesters hitsten de menigte op om te zeggen dat hij Barabbas moest vrijlaten. Toen zei Pilatus tegen hen: ‘Wat wilt u dan dat ik doe met die man die u de koning van de Joden noemt?’ En ze begonnen weer te schreeuwen. ‘Kruisig hem!’ riepen ze. Pilatus vroeg: ‘Wat heeft hij dan misdaan?’ Maar ze schreeuwden nog harder: ‘Kruisig hem!’
Omdat Pilatus de menigte tevreden wilde stellen, liet hij Barabbas vrij. Jezus leverde hij uit om gekruisigd te worden, nadat hij hem eerst nog had laten geselen.
Bezinning:
Geen haat, geen wrok en geen geweld in Jezus’ woorden…
Pas nog toegejuicht,
– als een vorst binnengehaald met palmtakken.
Nu ervaren als bedreiging van bestaande machten,
politiek en religieus,
Ze verschuilen zich achter het volk,
dat ze gewetenloos manipuleren
en zo wordt Jezus veroordeeld en gegeseld.
Een voorbeeld gesteld, angst als wapen.
Nog elke dag worden mensen veroordeeld
slachtoffers van machthebbers, economische belangen.
Ook nu bezwijken er mensen door oorlog, haat en terreur,
of onder het onbegrip of het oordeel van anderen,
en wordt deze last te zwaar om te dragen.
Worden wij geraakt door hun verhaal,
kan het oordeel, de roddels of het racisme
om ons heen en wereldwijd
ons iets schelen of kijken we de andere kant op?
lied: couplet 2: Eeuwige, onzienlijke,
Lezing: Kruisiging Mc.15, 16- 32
De soldaten leidden hem weg, het paleis (dat wil zeggen het pretorium) in, en riepen de hele cohort bijeen. Ze trokken hem een purperen gewaad aan, vlochten een kroon van doorntakken en zetten hem die op. Daarna brachten ze hem hulde met de woorden: ‘Gegroet, koning van de Joden!’ Ze sloegen hem met een rietstok tegen het hoofd en bespuwden hem, en bogen onderdanig voor hem. Nadat ze hem zo hadden bespot, trokken ze hem het purperen gewaad uit en deden hem zijn kleren weer aan.
Toen brachten ze hem naar buiten om hem te kruisigen. Ze dwongen een voorbijganger die net de stad binnenkwam, Simon van Cyrene, de vader van Alexander en Rufus, om het kruis te dragen. Ze brachten hem naar Golgota, wat in onze taal ‘schedelplaats’ betekent. Ze wilden hem met mirre vermengde wijn geven, maar hij nam die niet aan. Ze kruisigden hem en verdeelden zijn kleren onder elkaar; ze dobbelden erom wie wat zou krijgen. Het was in het derde uur na zonsopgang toen ze hem kruisigden. Het opschrift met de aanklacht tegen hem luidde: ‘De koning van de Joden’. Samen met hem kruisigden ze twee misdadigers, de een rechts van hem, de ander links. De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met hem: ‘Ach, kijk nu toch eens! Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt, red jezelf toch door van het kruis af te komen.’ Ook de hogepriesters en de schriftgeleerden maakten onder elkaar zulke spottende opmerkingen: ‘Anderen heeft hij gered, maar zichzelf redden kan hij niet; laat die Messias, die koning van Israël, nu van het kruis afkomen. Als we dat zien, zullen we geloven!’ Ook de twee andere gekruisigden beschimpten hem.
Bezinning:
Jezus wordt zijn laatste waardigheid ontnomen,
naakt en onbeschermd wordt hij aan het kruis genageld,
voor iedereen te kijk gezet.
Geen enkel respect voor zijn menswaardigheid.
Het is van alle tijden:
soldaten, die zich amuseren met gevangenen,
vrouwen, die verkracht worden,
het zijn oorlogswapens, ingebakken in het systeem.
Als verbondenheid onze diepste bestaansgrond is.
Moeten wij dan niet solidair zijn
en opkomen voor slachtoffers
alle dagen, in woord en daad, hier en overal?
lied: couplet 3 en 4: Eeuwige, onzienlijke,
Lezing: STERVEN Mc. 15, 33-39
Op het middaguur viel er een duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, riep Jezus met luide stem: ‘Eloï, Eloï, lema sabachtani?’, wat in onze taal betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen: ‘Hoor, hij roept Elia!’ Iemand ging snel een spons halen, doordrenkte die met zure wijn, stak de spons op een stok en probeerde hem te laten drinken, terwijl hij zei: ‘Laten we eens kijken of Elia komt om hem eraf te halen.’ Maar Jezus slaakte een luide kreet en blies de laatste adem uit. En het voorhangsel van de tempel scheurde van boven tot onder in tweeën. Toen de centurio, die recht tegenover hem stond, hem zo zijn laatste adem zag uitblazen, zei hij: ‘Werkelijk, deze mens was Gods Zoon.’
Bezinning:
Hij is zijn weg gegaan, zoals zijn Vader hem ingaf.
Inzet, zoveel verder reikend dan eigen belang en eigen zorg.
Verantwoordelijkheid nooit ontvlucht.
Aan de gelofte trouw gebleven tot het einde.
Zijn laatste levensadem blaast hij uit.
Levensadem, door God gegeven aan het begin
Levensadem, aan God teruggegeven aan het einde.
Zijn leven in Gods handen leggen.
Dat doet Jezus want alles is volbracht.
lied: Als alles duister is
voorbede:
Laten we bidden:
-voor wie terugkijkt en twijfelt of hij in zijn leven de juiste weg gekozen heeft
voor wie de hoop op een nieuw begin opgegeven heeft;
voor wie hardnekkig een doodlopende weg volgt;
voor wie uitgestoken handen niet opmerkt.
Om een rustpunt, een adempauze, een moment van oplettendheid.
ACCLAM: oh Lord
Laten we bidden:
-Voor wie om zich heen kijkt en naar reisgenoten zoekt
om deze wereld leefbaar te maken.
-voor mensen die ook nu onschuldig sterven
omwille van hun geloof of idealen;
-voor mensen die omkomen op de vlucht,
op weg naar een beter leven.
Om een keerpunt, een daad van gerechtigheid, een blik van liefde.
ACCLAM: oh Lord
Laten we bidden:
-Voor wie vooruit kijkt en zich afvraagt welke wegen begaanbaar zijn
-Voor wie doorgaat op de weg van het leven, tegen verdrukking in;
-voor de mensen die begrip tonen,
-de mensen die je het medeleven van God laten ervaren.
-voor wie een hand uitsteekt, liefdevol die ander aanziet.
Om de troost van een hand die wenkt,
een weg die doorgaat,
ACCLAM: oh Lord
Jezus indachtig willen we bidden voor allen die ons zijn voorgegaan, voor allen die met ons het leven delen, en voor allen die na ons komen, totdat alles zal zijn volbracht.
Bloemenhulde
Laten we maar naar voren komen en onze bloemen leggen bij het kruis om Jezus te eren en in hem alle lijdende mensen.
LIED: Gij die de stom geslagen mond
Lezing: Graflegging Mc. 15, 40 -47
Van een afstand keken ook enkele vrouwen toe, onder wie Maria uit Magdala en Maria de moeder van Jakobus de jongere en van Joses, en Salome. Toen hij in Galilea verbleef, waren deze vrouwen hem gevolgd en hadden ze voor hem gezorgd, net als vele andere vrouwen die met hem waren meegereisd naar Jeruzalem.
Toen de avond al gevallen was ( het was de dag voor de sabbat), kwam Josef van Arimatea, een vooraanstaand raadsheer, die zelf ook de komst van het koninkrijk van God verwachtte. Hij raapte al zijn moed bijeen en ging naar Pilatus, die hij om het lichaam van Jezus vroeg. Het bevreemdde Pilatus dat hij al dood zou zijn en hij riep de centurio bij zich, aan wie hij vroeg of Jezus al gestorven was, 45en toen de centurio dat bevestigd had, gaf hij het lijk aan Josef. Josef kocht een stuk linnen, haalde Jezus van het kruis en wikkelde hem in het linnen. Daarna legde hij hem in een graf dat in de rots was uitgehouwen en rolde een steen voor de ingang.
Maria uit Magdala en Maria de moeder van Jezus keken toe in welk graf hij werd gelegd.
Lied: Hoe ver is de nacht
bezinning:
Hij werd in een graf gelegd
er waren tranen, wanhoop, rouw,
een steen sloot alles af!
De nacht duurt… er is nog geen ontwaken…
geen licht aan de horizon.
Uit het donker wordt het licht geboren.
IN STILTE WEGGAAN
3 Reactie
hans Moerman
Wat een mooie en tevens indrukwekkende viering!
Anthoon Budel
De weg te gaan, ten einde toe.
Ja, daartoe voel ik me echt uitgenodigd, de weg te gaan die het leven van me vraagt, met alle te nemen obstakels die een mens kan tegenkomen.
De Goede vrijdag en Stille zaterdag lijkt me ook een goed moment te overdenken waarin zijn ‘wij’ te kort geschoten in het leven van alle dag? In hoeverre wordt onze aandacht gevraagd, en zijn we te preuts en te angstvallig om spontaan te reageren?
Ja, laten wij morgen ‘met’ Christus opstaan en onze valse schaamte terzijde schuiven zoals de steen bij het graf van Jozef van Arimathea. Opdat onze harten zich blijvend zullen openen en we ons niet laten afschrikken, als van ons aandacht wordt gevraagd voor leed en verdriet, of gewoon omdat aandacht geven fijn is om te doen. Angst of verdriet dat anders voor ons verborgen zou blijven, doordat wij niet voldoende tijd nemen er voor de ‘ander’ te zijn.
aukje van Son
Ik werd erg geroerd door de goedeweek vieringen van witte donderdag en goede vrijdag.Mooie intieme religieuze teksten.
De viering van de paaswake kwam bij mij minder binnen.
Wst voor mij was de relatie van de lezingen met het hier en nu.
Dat was in de eerdergenoemde vieringen voor mij ,meer voelbaarder en herkenbaar.
Verder heb ik respeckt voor de inzet en energie die er aan de de vieringen wordt besteed.