Gebed voor de eenheid – Grote Kerk
Zondag 28 januari 2024 – 10.00 uur
Voorgangers: pastor Franneke Hoeks en ds. Ruud Stiemer
Melodiek: Lied 295 – ‘Wees hier aanwezig’
Bemoediging – ouderling
Voorganger: “Onze hulp is in de Naam van de Heer”,
Allen: ‘Die hemel en aarde gemaakt heeft.’ (ordinarium)
Openingswoord
We zijn vandaag samengekomen om te bidden voor de eenheid van christenen. Dat is waar deze bidweek over gaat Centraal in deze viering staat het verhaal van de barmhartige Samaritaan, waarin we de oproep horen om God lief te hebben en onze naaste als onszelf. Dit verhaal is een oproep om buiten onze eigen kring te kijken, ons te laten raken door het leed dat anderen overkomt en vervolgens in beweging te komen. Eenheid van christenen is mooi, belangrijk en soms al ingewikkeld genoeg. Toch hopen we dat de gedachte van deze bidweek verder gaat dan alleen de christenen. We gaan op pad en maken ons klaar om in een moment van stilte ons voor te bereiden op de ontmoeting met de Eeuwige, terwijl we denken aan zijn gebod om elkaar lief te hebben.
Vol verlangen bidden we tot u
om mensen die liefhebben in uw naam
die zich bekommeren om hun naaste
en zo het visioen van het goede leven voor allen proberen waar te maken.
‘Heer, ontferm u – (Ordinarium)
Samenzang Lied 867 – ‘Loof overal, loof alles wat adem heeft’ (orgel)
Gebed
God van mensen,
Jouw naam is als een belofte: ”Ik zal er zijn”
Wees er dan ook, hier en nu in ons midden
Jij weet hoe wij hier aanwezig zijn,
hoe wij gekomen zijn vanuit ons eigen bestaan,
de een vrolijk en onbezorgd,
de ander vol vragen en onzekerheden,
weer een ander aarzelend en moedeloos misschien.
Wij vragen jou
dat het gebed van de één
de ander mag dragen,
dat de kracht van de één,
de last van de ander mag verlichten,
dat het vertrouwen van de één
de ander mag bemoedigen.
Neem van ons af wat ons belast.
open onze ogen en oren voor uw woord,
open ons hart voor uw liefde.Amen
Melodiek: Psalm 57 – ‘Ik zoek bij jou naar toevlucht voor mijn ziel’
Groet – door de voorganger:
De Heer zij met u
allen: ‘Ook met u zij de Heer’ (ordinarium)
Gebed om de Geest: Lied 681 ‘Veni sancte Spiritus’.
Lezing uit het Eerste Testament | Genesis 18 vers 1–8
De Heer verscheen opnieuw aan Abraham, bij de eiken van Mamre. Op het heetst van de dag zat Abraham in de ingang van zijn tent. Toen hij opkeek, zag hij even verderop plotseling drie mannen staan. Onmiddellijk snelde hij de tent uit, naar hen toe. Hij boog diep en zei: ‘Heer, wees toch zo goed uw dienaar niet voorbij te gaan. Ik zal wat water voor u laten halen zodat u uw voeten kunt wassen. Maak het u hier onder de boom intussen gemakkelijk. Ik zal u ook iets te eten brengen, zodat u weer op krachten kunt komen voordat u verdergaat. Daarvoor bent u immers bij uw dienaar langsgekomen?’ Zij antwoordden: ‘Dat is goed, ga uw gang.’ Abraham haastte zich naar de tent, naar Sara. ‘Vlug’, zei hij, ‘drie schepel fijn meel! Maak deeg en bak brood.’ Daarna snelde hij naar de kudde, zocht een mooi kalf uit dat er mals uitzag, en gaf dat aan een knecht, die het onmiddellijk klaarmaakte. Hij haalde boter en melk, nam het gebraden kalf en zette alles aan zijn gasten voor. Terwijl zij aten, bleef hij bij hen staan onder de boom.
Melodiek: ‘Boek jij bent geleefd’
Evangelielezing | Lucas 10 vers 25–37
Er kwam een wetgeleerde die Hem op de proef wilde stellen. Hij vroeg: ‘Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ Jezus antwoordde: ‘Wat staat er in de wet geschreven? Wat leest u daar?’ De wetgeleerde antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.’ ‘U hebt juist geantwoord,’ zei Jezus tegen hem. ‘Doet dat en u zult leven.’ Maar de wetgeleerde wilde zijn gelijk halen en vroeg aan Jezus: ‘Wie is mijn naaste?’ Toen vertelde Jezus hem het volgende:
‘Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers, die hem zijn kleren uittrokken, hem mishandelden en hem daarna halfdood achterlieten. Toevallig kwam er een priester langs, maar toen hij het slachtoffer zag liggen, liep hij met een boog om hem heen. Er kwam ook een Leviet langs, maar bij het zien van het slachtoffer liep ook hij met een boog om hem heen. Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag. Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Hij zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde. De volgende morgen gaf hij twee denarie aan de eigenaar en zei: “Zorg voor hem, en als u meer kosten moet maken, zal ik u die op mijn terugreis vergoeden.”
Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers?’ De wetgeleerde zei: ‘De man die hem barmhartigheid heeft betoond.’ Toen zei Jezus tegen hem: ‘Doet u dan voortaan net zo.’
Lied ‘Laudate omnes gentes’. (Melodiek)
Overdenking
orgelspel
Bevestiging van liefde | geïnspireerd op 1 Korintiërs 13
Je naaste liefhebben. Het klinkt zo vanzelfsprekend, maar blijkt in de praktijd vaak nog niet zo simpel. Je naaste liefhebben is een proces van zien, geraakt worden en in beweging komen. Liefde is de moter van goed samenleven. We hebben vanuit onze Bijbelse traditie een stevig fundament van dat liefdevolle leven meegekregen. De christenen in Burkino Faso die het materiaal van deze viering voorbereidden namen een beurtspraak op met daarin de woorden van 1 korinthiers 13. Ik mag u uitnodigen om woorden van liefde uit te spreken en ook om woorden van liefde te ontvangen.
I Al sprak ik de talen van alle mensen en die van engelen –
II had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schallende cimbaal.
I Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen
II had ik de liefde niet, ik zou niets zijn.
I Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs om te worden verbrand
II had ik de liefde niet, het zou mij niet baten.
I De liefde is geduldig en vol goedheid.
II De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid.
I Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan,
II ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid.
I Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze.
II De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan.
A Dit is wat blijft: geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.
Lied ‘Ubi Caritas et amor est, Deus ibi est’.
Dankgebed en voorbeden
In dankbaarheid dat we hier vanuit verschillende kerken en geloofsgemeenschappen bij elkaar zijn om onze verbinding met elkaar en met de Eeuwige te vieren willen we bidden voor mensen overvallen door oorlog, geweld en klimaatverandering. We zijn in ons gebed bij de mensen in Gaza, Oekraïne en alle andere brandhaarden op de wereld. We laten ons raken door mensen op de vlucht, zoeken naar een veilige plek om te verblijven. Vandaag herdenken we als Nederland de massavernietiging in Auschwitz. Nooit meer!
Acclamatie – ‘Doe lichten over ons uw aangezicht’ (orgel)
Laten we bidden voor barmhartige Samaritanen, mensen die hun hart laten spreken en opkomen voor hun naasten.
Hulpverleners in vluchtelingenkampen. Mensen die in noodhospitalen proberen levens te redden. Mensen die zorgen voor voedsel en schoon water op plekken waar dat niet voorhanden is. Mensen die de strijd tegen onrecht aangaan.
Acclamatie ‘Doe lichten over ons uw aangezicht’ (orgel)
Laten ons bidden voor mensen die god liefhebben en proberen zijn visioen waar te maken. Mensen binnen en buiten kerken, mensen zoals u en ik die verder kijken dan hun eigen belang, en in straat, buurt of stad omzien naar medemensen en zo bewegen richting de droom die Jezus ons voorleefde
Acclamatie – ‘Doe lichten over ons uw aangezicht’ (orgel)
Collectemoment (Orgelspel:….
Tafelgebed
Gezegend, Jij, God-met-ons,
uit jouw liefde is ons leven ontstaan,
uit jouw handen mogen wij het leven ontvangen,
om ten volle mens te zijn,
in al onze grootsheid,
in al onze kleinheid.
Wij willen Jou danken voor dit leven,
voor de schoonheid en de vreugde,
voor de kwetsbaarheid en gebrokenheid,
voor de liefde en verbondenheid
om samen door het leven te gaan,
elkaar te dragen en ons gedragen te weten.
Wij willen jou danken voor jouw zoon Jezus,
die zijn juk op onze schouders wil leggen
om onze lasten te kunnen dragen:
zachtmoedig naar anderen en naar onszelf.
Zoals Hij willen wij in alle eenvoud het leven dragen,
in vertrouwen op Jou
dat Jij ons niet laat vallen.
Zo dragen wij Hem met ons mee,
want op de laatste avond van zijn leven,
heeft Hij ons zijn lijf en ziel
voor eeuwig gegeven.
In het bijzijn van zijn vrienden
heeft Jezus brood genomen,
dankte Jou voor het brood,
brak het en deelde het aan zijn vrienden
met de woorden:
‘Neem en eet van dit brood,
dit is mijn leven, ik geef het aan jullie.’
Hij nam een beker, sprak een dankgebed,
en zei tot zijn vrienden:
‘Drink hieruit en proef van mijn liefde,
zodat mijn vreugde in jou zal zijn
en haar volheid bereikt.
Heb elkaar lief,
zoals ik jou heb lief gehad.’
|Zo heeft Hij zich aan ons gegeven,
om blijvend te dragen,
als levend brood
om samen met Hem
de weg te kunnen gaan
die ons gegeven is.
Zo weten wij ons gedragen door Jou,
zo dragen wij elkaar,
met respect en mededogen,
Laat ons met de hulp van Jouw Geest
een gemeenschap zijn
van mensen in beweging,
vol ruimte en openheid voor elkaar.
Raak ons met jouw liefdesvuur.
Verfris ons, doe ons herleven
in het doen van gerechtigheid.
Laten wij elkaar tot brood worden,
brood van vrede en liefde,
laat ons daartoe zingend bidden met de woorden die Jezus ons geleerd heeft:
‘Onze Vader verborgen’
Vredegroet | Lied ‘De vrede, vrede zal zijn
Delen brood en wijn
Melodiek: ‘Wat in stilte bloeit – de tafel der armen’
orgelspel
Slotgedachte
Mahatma Ghandi stapt op een dag op de trein in India. Terwijl hij instapt, verliest hij een van zijn schoenen. De schoen belandt vlak naast het spoor. Omdat de trein begint te rijden, kan Ghandi zijn schoen niet meer pakken. Kalm doet hij ook zijn andere schoen uit en gooit die beheerst naar de andere schoen. Hij landt er vlak naast. Een medepassagier vraagt Ghandi verbaasd waarom hij dat doet.Ghandi glimlacht. ‘De arme man die mijn verloren schoen langs het spoor vindt, vindt nu een paar dat hij kan gebruiken.’
Lied – ‘Vervuld van uw zegen’…(orgel)
Zegen
V Laten we gesterkt door Zijn zegen op weg gaan om God lief te hebben en onze naaste als onszelf, gastvrijheid bieden aan wie we op ons pad ontmoeten, verenigd in Christus en vernieuwd door de Heilige Geest.
A Alles wat we samen kunnen doen, laten we dat doen!
V Zo zegene u de barmhartige God, Vader, Zoon en Heilige Geest
A: amen, amen, amen (ordinarium)
‘Ik heb lief de aarde en de mensen’