Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 26 – 27 okt 2013
Thema: Het gebed van de arme dringt door de wolken heen!
Voorganger: Martien van Stiphout
Muzikale ondersteuning: Melodiek

Openingslied: Hier wordt een huis voor God gebouwd

Begroeting en welkom ‘de Heer is nabij voor rouwmoedige harten.’  – psalm 34-19
Met een mooi oud woord heet ik u van harte welkom. Het klinkt bijna als: heb de moed om te rouwen, om je eigen situatie onder ogen te zien.
Jezus vertelt de parabel van een farizeeër en een tollenaar. Het gaat hem om de ideale gebedshouding, waarin het begrip gerechtigheid een rol speelt. Jezus besluit dat de tollenaar naar huis gaat als een rechtvaardige, die ander niet.
Gerechtigheid betekent in de bijbel: je zo gedragen dat anderen er beter van worden. Het thema vandaag luidt: Het gebed van de arme dringt door de wolken heen!

Gebed
Eeuwige, Gij die genadig zijt,
met hart en ziel vieren wij uw Naam.
Wij bidden: Wees ons nabij dit uur,
keer uw Aangezicht niet van ons af
en vergeet ons niet, hier, nu
en alle dagen, tot in uw Vrederijk.
Acclamatie za: Gij hart, Gij bron van leven – zo: Hoor mij, wees niet doodse stilte

Eerste lezing: uit Wijsheid van Jezus Sirach 35, 15b-22a
God luistert naar het gebed van de arme.
De Heer is een rechter en persoonlijk aanzien is voor hem niet van belang. Hij is niet partijdig ten koste van de arme, hij verhoort de bede van wie onrecht werd gedaan. Hij slaat acht op de smeekbede van een wees en op de jammerklachten van een weduwe. Stromen een weduwe de tranen niet over de wangen, weeklaagt ze niet om de man die haar tranen doet stromen? Wie de Heer zo dient dat het hem behaagt, wordt aangenomen, zijn bede reikt tot aan de wolken.
Het gebed van een nederige dringt door de wolken heen, hij is ontroostbaar zolang het niet aankomt, hij volhardt totdat de Allerhoogste er aandacht aan schenkt, totdat hij ten gunste van de rechtvaardige oordeelt en dat oordeel uitvoert.
Tussenzang za: Voor mensen die naamloos – zo: Voor kleine mensen is hij bereikbaar,

Tweede lezing uit het evangelie volgens Lucas 18, 9-14
Parabel over twee tegengestelde wijzen van bidden.
Tot enkelen die overtuigd waren van hun eigen rechtvaardigheid en de anderen minachten, sprak hij deze parabel: ‘Twee mensen gingen opwaarts naar het Heilige, om te bidden, de één een farizeeër, de ander een tollenaar.
De farizeeër stond daar te bidden en zei over zichzelf: “O God, ik dank u dat ik niet ben zoals de andere mensen: rovers, onrechtvaardigen, overspeligen en ook niet zoals die tollenaar. Ik vast tweemaal per week en ik sta een tiende af van alles wat ik verdien.”
De tollenaar bleef van verre staan en wilde zelfs niet zijn ogen opheffen naar de hemel, maar hij sloeg zich op de borst en zei: “o God, wees mij, zondaar, genadig.” Ik zeg jullie, hij daalde af naar zijn huis, als een rechtvaardige, die ander niet – wie zich verheft, zal worden vernederd, maar wie zich vernedert zal worden verhoogd.’
Acclamatie za: Oren en ogen gaan open – zo: Maak uw woord als een kracht in ons

Overweging
De farizeeër en tollenaar worden in beeld gebracht als twee mensen die tegenover elkaar staan. Wij zijn geneigd in de farizeeër ‘het slechte’ te zien en in de tollenaar ‘het goede.’ Farizeeërs zijn immers huichelaars; bijna altijd de tegenstanders van Jezus. Ook Lucas geeft in zijn eerste zin de toon aan door farizeeërs te typeren als mensen ‘die zichzelf rechtvaardig vinden en anderen minachten.’ Maar in de parabel van vandaag is die tegenstelling of typering niet zo vanzelfsprekend. De farizeeër is hier geen huichelaar; hij doet zijn best om trouw te zijn; brengt naar voren dat hij vaker vast en meer afdraagt dan voorgeschreven is. Hij is God dankbaar om wie hij geworden is: iemand waar niets op aan te merken is, onberispelijk en niet te beroerd om behoorlijk wat weg te geven van zijn inkomsten.
Wat is er dan aan de hand met die farizeeër?
Het probleem is dat hij alle aandacht opeist voor zichzelf; hij is zich terdege bewust van wat hij gedaan heeft; en staat trots vooraan op de eerste rij. Dat hij zich aan de wet houdt beschouwt hij als een prestatie en hij meent dat hij daaraan rechten kan ontlenen. En dat is zijn grote vergissing, want gerechtigheid is in de bijbel: je zo gedragen dat anderen er beter van worden. Dat heeft heel veel met liefde en trouw te maken, en het veronderstelt dat je het zwaartepunt van je leven buiten jezelf legt. Daar heeft onze farizeeër geen oog voor. Ook God heeft hij niet nodig; hij bidt niet, maar is met zichzelf bezig: ‘God, ik dank u: Ik ga regelmatig naar de kerk. Ik geef behoorlijk aan de collecten. Ik betaal mijn belastingen op tijd en zoals het hoort. Ik heb respect voor het milieu, ik ben donateur van Greenpeace en het wereldnatuurfonds. Ik gooi geen afval op straat en ga niet met de auto als het niet echt nodig is. Ik werk als vrijwilliger, bezoek zieken en bejaarden. Ik drink met mate – en al wat niet meer. Kijk eens, lieve God, wat ik allemaal doe. Ik dank u dat ik niet ben als al die anderen: rovers, echtbrekers, junks, verkrachters, profiteurs, zwartwerkers, witwassers, terroristen en allerlei ander ongeregeld. De farizeeër is alleen uit op eigen roem; hij zet zich af tegen anderen, is arrogant en discrimineert.
Bij de tollenaar ligt dat anders: hij weet van zichzelf dat er dingen niet goed zijn in zijn leven. Hij durft zijn tekortschieten eerlijk te bekennen en probeert van daaruit contact te zoeken met God, de bron van zijn leven, het dragende geheim van zijn bestaan. Hij blijft achter in de kerk en beseft, dat hij nergens recht op heeft, maar rekent er wel op dat God hem genadig is. Jezus Sirach noemt dit het gebed van de nederige, dat door de wolken heen dringt.
De parabel toont ons twee manieren van bidden of misschien twee kanten van een mens, van ons ook: de zelfverzekerde kant tegenover de machteloze. Jezus dikt de zelfgenoegzaamheid van de farizeeër aan om ons te laten zien hoe gevaarlijk bidden is. De parabel is als een oproep om niemand te veroordelen, je niet te verheffen, je niet te laten voorstaan op anderen, om te bidden met volharding en trouw, zoals je bent, met of zonder woorden.
Op zich is er natuurlijk niets op tegen om God te danken dat je geen rover, geen onrechtvaardige en echtbreker bent. Het betekent dat je eerbied hebt voor het bezit van de ander; dat je probeert rechtvaardig te zijn en trouw blijft in je relaties. Het ongewone in de houding van de farizeeër zit hierin: dat hij God dankt alleen om zijn eigen prestaties. In feite bidt hij niet, omdat hij zijn eigen prestaties niet beziet in het licht van God en medemens. Bidden is een levenshouding die start bij de ervaring dat het leven is toevertrouwd; dat het geen persoonlijk bezit is. (J Berger sj in Een bezinning 2004)
De farizeeër vergeet zijn afkomst. Hij doet niet verkeerd, maar heeft geen weet hoe goed hij zou kunnen doen. Hij zit opgesloten in zijn eigen wereldje, en dat is eng, bekrompen, triest. God zit niet op hem te wachten; hij ziet om naar mensen die zich zo gedragen dat anderen er beter van worden! (Jezus Sirach) Voor mensen die naamloos door het leven gaan; voor kleine mensen is hij bereikbaar!
Geloofslied: De wijze woorden en ’t groot vertoon

Klaarmaken van de tafel
Collecte en muzikaal intermezzo

Voorbede
Bidden wij dat wij niet uit zijn op eigen roem en eer;
dat wij zoeken naar het goede voor de ander en onszelf.

Keer ons om naar U toe, keer ons toe naar elkaar.

Bidden wij dat wij niet discrimineren
en iedereen in eigen waarde accepteren;
dat mensen die anders leven en denken kunnen rekenen op ons respect.

Keer ons om naar U toe, keer ons toe naar elkaar.

Bidden wij dat wij genieten van het goede en leven met hart en ziel;
dat wij de liefde en vriendschap die anderen ons aanbieden dankbaar aanvaarden.

Keer ons om naar U toe, keer ons toe naar elkaar.

Bidden wij voor wie op ons gebed rekenen:
zieken en stervenden, slachtoffers van oorlog en geweld,
voor onze lieve doden . . .

Gedenk ons hier bijeen onder de hoede van uw woord.

Tafelgebed: Gezegend Gij die leeft   met: Zoudt Gij ooit mij beschamen
Onze Vader

Vredewens
Voor mensen die zich zo gedragen dat anderen er beter van worden: Vrede zal je deel zijn!.

Vredelied za: Stad van vrede – zo: Da pacem Domine

Uitnodiging voor de communie
Het gebed van de arme dringt door de wolken heen! Brood en wijn: Gods genadebrood!

Lied za: Eet en drink van brood en wijn – zo: Brood zal ik u geven

Slotgebed
Eeuwige, Gij die genadig zijt,
versterk in ons het geloof,  de hoop en de liefde,
en laat ons van harte doen wat Gij wilt,
om te mogen ontvangen wat Gij belooft.

Mededelingen

Zending en zegen
Zegen en geluk, ze vallen je soms ten deel,
zomaar en onverdiend.
Zegen en geluk, je kunt ze niet afdwingen,
maar je er wel voor openstellen.
Zegen en geluk, wij wensen het elkaar,
wij bidden het elkaar toe.

God, blijf ons nabij met de weelde van uw zegen
in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

Slotlied za: Heeft Hij ons bidden opgevangen – zo: De boom is de aarde dankbaar

 

Plaats een reactie