San Salvatorgemeenschap 21 mei 2017
Thema: Het land van god, we maken het samen
Eerste communie viering
Voorganger: Franneke Hoeks & Han van Uden
Koor: De Cantrorij o.l.v. Peter Paul van Beekum | Piano: Steven van Gool
Openingslied: Lied van de poorten
Welkom
Welkom allemaal. Groot en klein. Oud en jong. Bekend en onbekend. Kinderkerk en vaste bezoekers van onze vieringen….. Wat ontzettend fijn dat u, dat jullie er zijn. Een heel bijzonder welkom aan Keycha, Sam, Fredrique, Suzanne, Ward, Merlijn en Lotte. Het is vandaag feest. Jullie doen vandaag je eerste communie. Voor de eerste keer gaan jullie met ons allemaal breken en delen zoals Jezus dat ooit met zijn vrienden deed.
De afgelopen maanden mocht ik samen met Han van Uden en Annette Beelen met jullie en je ouder optrekken. We kwamen hier in Cello 6 keer bij elkaar om naar verhalen te luisteren, te praten met elkaar, te zingen en te knutselen.
De poort waar we door binnenkwamen, speelde een belangrijke rol in die bijeenkomsten. Met de communicanten gingen we namelijk op ontdekkingsreis, die ons steeds door andere poorten leidde. Wat dacht u van de poort van alle mensen, de poort die altijd openstaat, de poort van de goede gaven, de poort van de gedroogde tranen, de poort van samen eten en de poort van de herinnering. Prachtige poëtische namen. Iedere poort leerde ons iets over het land van God. Tijdens onze bijeenkomsten was de doorgang door de poort een vast ritueel. Met een grote stap of sierlijke sprong belande we in het mysterieuze en mooie land. We ontdekten dat het land van God en niet zomaar is. Het idee en dromen misschien wel maar we moesten ook de handen uit de mouwen steken. We gingen achter de poort samen aan de slag door te tekenen, door samen te eten, door manieren te bedenken om het weer goed te maken. Veel van wat we gemaakt hebben hangt hier nu in onze ruimte. Daarmee wordt deze ruimte ook een beetje het land van God.
Afgelopen week hebben we voedsel ingezameld voor de voedselbank. Dat doen we bewust rondom de eerste communie. Een mooie manier om als gemeenschap heel concreet iets van het land van God zichtbaar te maken. Helemaal prachtig als we daar de kinderen bij kunnen betrekken. Breken en delen wordt letterlijk zichtbaar.
Lichtliedje – Kinderkerkkaars
Het land van God is niet alleen een land van praten en doen. Het is ook een plaat waar het stil mag zijn. Laten we aan het begin van deze viering de stilte zoeken in onszelf. De stilte waarin we de fluistering van God kunnen verstaan. De fluistering die ons uitnodigt op weg te gaan.
Gebed
Goede God
Dankzij Jezus zijn we hier bij elkaar.
Hij heeft ons gevraagd,
te blijven werken aan een mooie wereld
en op die manier te blijven denken aan hem.
Hij heeft ons laten zien,
hoe jouw liefde door de wereld gaat,
hoe jij er voor ons wilt zijn.
Laat dit uur een feest van liefde zijn,
een feest van verbondenheid met elkaar
een feest van verbondenheid met Jezus,
die ons vraagt met elkaar te delen,
in de naam van jou God
die we kennen als Vader, Zoon en Goede Geest. Amen.
Acclamatie: Bij u is de bron van het leven.
Inleiding op de lezingen
Eerste lezing Het mosterdzaadje
Op een dag vertelde Jezus weer over het grote feest van God en de mensen. Dat noemde hij het land van God.
‘God droomt ervan dat de hemel op aarde komt, ’zei hij. ‘Dan Zal het groot feest zijn voor iedereen. Alle mensen op de hele wereld mogen op dat feest komen. Iedereen mag dansen en eten.
De oorlog bestaat niet meer. Niemand hoeft meer pijn te hebben. In het land van God hoort iedereen erbij. Alle mensen mogen komen en iemand hoeft er meer weg, want het feest houdt nooit op.’
‘Daar geloven we niks van,’ zeiden de mensen die stonden te luisteren, ‘Kijk maar eens in het rond! Kijk maar gewoon uit je ogen. Dan zie je mensen die geen huis hebben. En zieke mensen. Die hebben pijn. En andere mensen, die honger hebben of op de vlucht zijn. Het leven lijkt helemaal niet op een feest. We zien er niks van!’
Toen vertelde Jezus over een mosterdzaadje: ‘Dat is zo’n piepklein zaadje. Het is zowat het kleinste van alle zaden. Als je het in je hand houdt, dan zit het ineens in een groefje tussen je vel. Dan denk je dat je het kwijt bent, Je ziet het niet eens meer, ook al heb je het in je hand.
Maar als je het uitzaait, dan moet je eens zien wat er gebeurt. Als je het kleine zaadje in de grond stopt, en je geeft het water dan gaat het ontkiemen. Eerst wordt het een klein plantje. Dan groeit het uit en krijgt het steeds meer takken en balderen. Het op het laatst is er uit dat kleine mosterdzaadje een hele grote struik gegroeid, groter dan alle andere in de tuin. Dan zien vogels vanuit de lucht die struik. Ze komen eropaf, en maken een nest tussen de bladeren. Wie had dat nu gedacht van zo’n klein mosterdzaadje? En zo gaat het ook met het land van God. Als iemand er maar een klein begin mee maakt, dan zul je eens zien wat voor een groot feest het kan worden. Geloof het maar. Doe het maar. Durf het maar. Ga maar gewoon met het grote feest beginnen. Wat het begin is klein, maar uit iets kleins kan iets heel groots groeien.
Acclamatie zo: Bij u is de bron van het leven.
Tweede lezing: Vijf broden en twee vissen
Tobi gaat met zijn moeder naar de markt. Hij helt haar de verse groenten uit hun tuin uit te stallen. Als dat gedaan is kijk hij of hij vriendjes ziet met wie hij kan spelen. Ha daar is Joram, zijn buurjongen. Die komt al naar Tobi toe en vraagt: ‘Ga je mee de heuvels is? Jezus is daar. Misschien gaat hij weer een verhaal vertellen.”
“Ja ,’ zegt Tobi, ‘even mijn moeder vragen of ik weg mag.’ Zijn moeder heeft zijn hulp niet meer nodig. Ze doet een paar broden en gedroogde visjes in een mandje en zegt: ‘Neem die maar mee voor vanmiddag.’ Het is lente. De zon schijnt. Overal op de groene heuvels bloeien bloemen . Al snel merken Tobi en Joram dat zij niet de enigen zijn die Jezus willen zien. Er zijn een heleboel mensen onderweg. Ook zieke mensen die geloven dat Jezus hem beter kan maken. Jezus zit met zijn leerlingen op een mooie rustige plek die nu volstroomt met msnen. Tobi en Joram vinden een plaatsje heel dichtbij. Zo kunnen ze het goed horen als Jezus iets vertelt. En Jezus vertelt. Hij vertelt over het land van God dat lijkt op een klein mosterdzaadje. Een heel klein zaadje. Je kunt het haast niet zien. Maar als het in de aarde valt, gaat het groeien. Dat wordt het een grote boom met heel veel takken en bladeren.
Jezus kijkt de kinderen aan en zegt: ‘Is dat geen wonder? Zo’n piepklein zaadje en dan zo’n grote boom. De vogels kunnen hun nesten erin bouwen! Zo is het ook met het land van God. Dat begint heel klien, maar het groeit en groeit….’
Tobi en Joram zien dat Jezus zieke mensen bij zich roept en hen beter maakt. Maar dan komt Filippus, een van de leerlingen die Jezus overal volgen, naar hem toe. ‘De zon gaat bijna onder’, zegt hij. ‘Het wordt tijd dat de mensen naar huis gaan om te eten.’
Jezus zegtL ‘We kunnen hen niet zonder eten naar huis sturen. Geven jullie ze maar te eten.’ Verbaasd kijkt Filippus Jezus aan. ‘Maar Jezus , er zijn hier wel vijfduizend mensen, dat kunnen we toch niet. We hebben geen geld om zoveel brood te kopen.’
Tobi heeft alles gehoord. Hij heeft zijn brood en vissen nog niet opgegeten. Hij laat ze aan Filippus zien ent zeg: ‘Die mag Jezus wel van me hebben.’
‘Hier is een jongen met vijf broden en twee vissen,’ zegt Filippus tegen Jezus. ‘Het is iets, maar veel te weinig om iedereen te eten te geven.’ ‘Wil je die aan mij geven?’, vraagt Jezus. ‘Dat is lief. Laat alle mensen maar gaan zitten in het gras.’
Als iedereen zit, pakt Jezus een brood uit het mandje van Tobi en houdt het omhoog. ‘Dank u God, Schepper van het heelal voor het koren dat groeit op de aarde en voor dit brood dat ervan gemaakt is.’
Dan breekt Jezus het brood in stukken en deelt het uit. Alle broden en vissen deelt hij uit. En iedereen kan eten zoveel hij wil.
‘Het lijkt wel of we in het land van God zijn, ’zegt Tobi tegen zijn vriend. Als niemand meer honger heeft zegt Jezus: “Haal nu maar op wat erover is, want het is zonde als er iets wordt weggegooid.’ De leerlingen halen twaalf manden met brood op. En dan, dan is het tijd om naar huis te gaan. Jezus staat op en zoek een stil plekje voor zichzelf. Tobi en Joram gaan op weg naar huis. Het is al donker als ze thuiskomen. Tobi vertelt het hele verhaal van de broden en vissen die genoeg waren voor iedereen aan zijn moeder. ‘Misschien Tobi, misschien is Jezus wel een koning. Maar dan wel een heel andere dan iedereen denkt,’ zegt ze.
Acclamatie zo: Oren en ogen gaan open
Overweging – in gesprek met de kinderen
Geloofslied : Niet zonder jou erbij
De gaven worden op tafel gezet en er wordt een kaarsje aangestoken
In het land van God is samen aan tafelgaan belangrijk. Wij gaan hier de tafel klaar maken. We zetten brood, wijn en druivenstap op tafel en we vragen aan u om ook iets voor deze tafel te doen. De grote mensen vragen we of ze een bijdrage willen leveren aan de collecte.
De kinderen mogen een kaarsje aan steken voor iemand die ze lief vinden of aan wie ze vandaag extra willen denken. Dat is een vast ritueel binnen de kinderkerk. Met lichtjes en als uw gaven maken we er een mooie feesttafel van hier in ons midden.
Voorbeden
Wij bidden tot jou lieve God
dat kinderen overal op de wereld
veilig op kunnen groeien,
dat zij naar school kunnen
en voldoende ruimte hebben om te spelen,
te lachen en kind te zijn. zo Keer u om naar ons toe
Wij bidden tot jou lieve God
denk aan alle mensen op de wereld
zorg dat mensen vrienden worden en geen oorlog voeren.
zorg dat mensen delen zodat niemand honger hoef te hebben
zorg dat mensen veilig kunnen wonen en niet hoeven vluchten. Zo Keer u om naar ons toe
Wij bidden tot jou lieve God
voor mensen die ziek zijn, zich alleen voelen
of gewoon verdrietig zijn.
dat zij mogen voelen dat er iemand is die om hen geeft.
Zo Keer u om naar ons toe
Wij bidden tot jou lieve God
Voor deze zeven kleine mensen die vandaag hun eerste communie doen. Voor alle kleine en grote zorgen die mensen hebben opgeschreven in dit intentie boek. Gisteren hebben we het gehad over de poort van de herinnering. Als mensen dood zijn, zijn ze niet zomaar verdwenen. We dragen ze bij ons in ons hart. Hun namen blijven klinken in ons midden.
We bidden hier voor onze geliefde doden die we ons blijven herinneren en die deel van ons leven zijn. Zo Koester de namen
Tafelgebed
In de geest van jouw Liefde zijn wij hier samen,
als vrienden aan één tafel, om Jou te danken voor alles wat groeit en bloeit, voor de wereld waarop wij wonen,
dat Jij een moeder en vader wilt zijn, voor grote en kleine mensen, dat Jij ons roept om goed te zijn, om brood te delen met elkaar, dat jij ons samen brengt, tot verbondenheid met iedereen.
Alle mensen samen
Wij danken Jou voor Jezus van Nazareth, mens onder mensen, in wie Jij zichtbaar werd, als die nabije Ander, als vriend begaan met ons, als broeder uit één familie,
verbonden en betrokken met ieder die op zijn pad kwam.
Hij vroeg ons te blijven doen wat hij heeft gedaan:
het leven te delen, in vriendschap met elkaar.
verbondenheid met iedereen.
Alle mensen samen
Daarom zijn wij hier bijeen, zoals die laatste avond.
Terwijl Hij dankte voor de gaven, brak Hij het brood en deelde het uit aan zijn vrienden en zei: Dit is mijn lichaam dit ben ikzelf voor jullie gebroken.
Doe wat ik heb gedaan noem niemand je vijand, maar iedereen je vriend deel met elkaar het brood van alledag
en blijf samen onderweg. Toen nam Hij een beker met wijn gaf die aan zijn vrienden en zei: Drink uit deze beker mijn bloedeigen leven deel met elkaar vreugde en verdriet
deel met elkaar de lucht het water en het land
en alles wat de aarde je te bieden heeft.
verbondenheid met iedereen.
Alle mensen samen
De dag daarna is Jezus gestorven maar niet voorgoed.
Iedere keer als wij samenzijn, als vrienden aan één tafel,
ontmoeten wij Jezus, in het delen van brood en wijn,
voelen we ons door Hem en met Hem verbonden,
herkennen we Hem in elkaar.
Zo houden wij zijn geest levend,
zo kunnen wij leven in zijn geest.
Zo bidden wij in zijn geest,
het gebed dat Hij ons gegeven heeft.
Onze Vader
Vredeswens
Vredeslied: Nooit
Eerste communie
Communie
Communielied: Hier wordt een huis voor god gebouwd
Dankgebed
Lieve god
wat fijn dat we hier aan tafel brood en wijn
mochten delen met grote en kleine mensen.
Zo wordt het land van god zichtbaar.
Dat voelt mooi en goed. Amen.
Mededelingen & Bloemetje
Slotgedachte
Dat land van God?
‘Het is onmogelijk’, zei trots.
‘Het is riskant’, zei ervaring.
‘Het is zinloos’, zei rede.
‘Probeer het gewoon’, fluisterde het hart.
De kinderkerk-kaars wordt uitgeblazen
Zegenwens
Lieve god,
laat ons nu naar huis gaan
met jouw uitnodiging in ons hart.
De uitnodiging om iedere dag
de wereld een beetje mooier te maken
Dat doen we in jouw naam, goede God
die we kennen als vader, zoon en heilige geest.
Slotlied: van Grond en vuur