Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

SAN SALVATORGEMEENSCHAP
29 december 2024

Voorganger: Wilton Desmense

Lectoren: Rinus van der Heijden en Corrie Dansen

Cantor: Machteld Terlingen

Muzikale begeleiding: Joost Boekhoven en Maria Werner

Thema: Het levenslang verhaal van ons allemaal

Openingslied: Zonder naam en zonder woorden

Zonder naam en zonder woorden,
zonder wapens, zonder land
word jij onder ons geboren,
aan ons lief en leed verwant,
als een klein en weerloos lam
in het levenslang verhaal
van ons allemaal,
dat wij amper horen.

Zonder rekenen en praten,
zonder taal en veel geschrijf
zul jij kleinen binnen laten,
die nog leven zoals jij,
want die zijn zo frank en vrij
in het levenslang verhaal
van ons allemaal,
dat wij hen vergaten.

Zonder wijsheid, zonder weten,
zonder geld en zonder goed
zul jij naar de mensen heten
om te zijn die wordt vermoed:
hij die vrede redden moet
in het levenslang verhaal
van ons allemaal,
want je kunt nooit weten!

Inleiding en gebed

Welkom allemaal, hier dicht bij de kerstboom en de stal op deze zondagmorgen tussen Kerstmis en Nieuwjaar, de zondag van de Heilige Familie. We mogen de sfeer nog een week vasthouden, in deze week
waarin ook weer de top2000 wordt uitgezonden op radio en tv. U hebt wellicht gehoord dat dit muzikaal gebeuren inmiddels geleid heeft tot religieuze vieringen, zoals in Best, waar Tony de Meulder zich tot een van de initiatiefnemers ervan heeft ontpopt; en gisterenavond was er in de Grote Kerk een top2000-viering. Om niet achter te blijven bij deze nieuwe ontwikkelingen heb ik u daarom om te beginnen een lied laten meezingen uit onze eigen San Salvator-kerst-top 10, aan het eind van het tweede millennium. Ik heb geprobeerd die uit het hoofd te reconstrueren: zie de dia. Daarin heeft het lied – de ouderen onder ons weten het ongetwijfeld nog – lange tijd bovenaan gestaan.

[dia: San Salvator kerst top 10 1980-2000

1 Zonder naam en zonder woorden
2 Herders hoort ik deel u mede
3 Wij komen tezamen
4 Maria die zoude naar Betlehem gaan
5 Midden in de winternacht
6 Je zult er geweest zijn in Betlehem toen
7 Nu zijt wellekome
8 ’t Is geboren het god’lijk kind
9 Wij hebben de sterren zien branden
10 Hoe leit dit kindeke

We zongen van ‘het levenslang verhaal van ons allemaal’. ‘Het levenslang verhaal van ons allemaal’: prachtige woorden om onze verbondenheid uit te drukken, hier met elkaar, en tegelijk als uiting van een droom over ons leven op deze aarde. Een toekomstdroom: dat levenslang verhaal wordt immers anno 2024 overstemd door tegenklanken, lijkt maar al te vaak vervlogen en de kleinen van deze wereld worden her en der over het hoofd gezien. Er is er één om niet over het hoofd te zien, van de kribbe tot het kruis, een die naar de mensen wordt geheten, omdat ons vermoeden is uitgegroeid tot een rotsvast geloof in de blijde boodschap van deze mens, die vrede redden moet. Zijn wij om die reden vanmorgen hierheen op weg gegaan, weg uit die mooie huizen van ons, om te dromen, als het ware op simpel kribbehooi rustend, maar niet berustend? Wijs ons, bidden wij, de weg in ons levenslang verhaal naar vrede!

Acclamatie: Ik ben op weg naar een stal

Ik ben op weg naar een stal, de huizen zijn me te mooi
Misschien dat ik dromen zal, als ik slapen durf in het hooi

Voorbereiding op de lezingen

Rinus van der Heijden is de lector van de eerste lezing. Het verhaal over Elkana (uitspraak El-kanná) en Hanna begint als een geboorteverhaal, maar gaat over in een opofferingsverhaal. Corrie Dansen zal de blijde boodschap van belofte lezen.

Lezing 1: 1 Samuel 1,20-22.24-28

In de stad Rama in het bergland van Efraïm, woonde een man die Elkana heette. Elkana had twee vrouwen, Hanna en Peninna. Peninna had kinderen, Hanna niet. Elk jaar maakte Elkana met zijn vrouwen en kinderen een reis naar de tempel in Silo. Daar bracht hij een offer. Vervolgens gaf hij altijd een stuk vlees van het offerdier aan Peninna en haar kinderen. Maar het mooiste stuk gaf hij aan Hanna, want van haar hield hij het meest. Peninna had er plezier in om Hanna te vernederen. Ze zei dat Hanna niets waard was, omdat ze geen kinderen had. Zo ging het elk jaar weer, wanneer de familie Silo bezocht. Het was zo erg dat Hanna dan alleen maar kon huilen en niet kon eten. Toen dat weer eens gebeurde, vroeg Elkana aan Hanna: “Hanna, waarom ben je zo verdrietig? Waarom eet je niets? Je hebt mij toch? Ben ik niet veel meer waard dan tien zonen?” Na het eten stond Hanna op om in de tempel te gaan bidden. Ze bad: “Machtige Heer, ziet u hoe moeilijk ik het heb? Vergeet mij niet, maar denk aan mij. Geef mij toch een zoon! Dan beloof ik hem aan u terug te zullen geven. Hij zal u zijn leven lang dienen. Als teken daarvan zal zijn haar nooit geknipt worden.” Intussen zat de priester Eli dicht bij de ingang van de tempel op een stoel. Omdat Hanna maar bleef bidden en Eli wel haar mond zag bewegen, maar haar niet hoorde, dacht hij dat ze dronken was en hij wilde haar wegjagen. Maar Hanna zei: “Nee, ik ben niet dronken. Ik ben erg ongelukkig. Daarom heb ik al die tijd tot God gebeden”. Toen zei Eli: “Ga dan nu maar rustig naar huis. God zal je geven wat je gevraagd hebt.” En de Heer gaf aan Hanna wat ze gevraagd had: ze werd zwanger en kreeg een zoon. Ze noemde hem Samuel. Hanna gaf Samuel de borst, totdat het niet meer nodig was.
Toen namen Elkana en Hanna hem mee naar de tempel en ze brachten de jongen bij Eli. Hanna zei tegen Eli: “Weet u nog wie ik ben? Ik ben die vrouw die hier bij u gebeden heeft. En dit is de jongen waar ik toen om gevraagd heb. De Heer heeft gedaan wat ik hem vroeg. Nu is het mijn beurt om te doen wat ik beloofd heb. Ik geef Samuel aan de Heer. Samuel zal hem zijn hele leven blijven dienen.” Toen knielden ze samen voor het altaar van de Heer.

Tussenzang: Is een mens trouw aan Gods wetten en woorden

Is een mens trouw aan Gods wetten en woorden
hij loopt niet mee in de pas van het kwaad,
hij lacht niet weg wat hij over Hem hoorde,
zo een brengt vrede, geluk waar hij gaat.

Refr. Vlagen vreugde waaien over, kleuren het leven, rijk wordt het land.

Staat hij geworteld in God voor het leven, hij komt tot bloei als een boom op het land,
met armen wijd, want zo wil hij zich geven, zo een draagt vrucht en wint hand over hand.

Refr.

Wie God voorbij loopt komt later Hem tegen, hij is als kaf dat verwaait in de wind,
maar hem die recht doet behoedt Hij zijn wegen als hij maar deelt van ’t geluk dat hij vindt.

Refr.

Lezing 2:  Lucas 2: 25-40

In Jeruzalem woonde een man die Simeon heette. Simeon was goed, eerlijk, en trouw aan God. De heilige Geest was in Simeon vaardig en die had hem verteld: “Voordat je sterft, zul je de door God beloofde messias zien.” De heilige Geest stuurde Simeon naar de tempel. Op hetzelfde moment kwamen ook Jozef en Maria met hun baby daarheen om alles te doen wat volgens hun geloof verplicht was. Toen Simeon het kind zag, nam hij het in zijn armen en dankte God. Hij zei: “Heer, ik ben uw dienaar. Nu kan ik rustig sterven, zoals u mij beloofd hebt. Want nu heb ik zelf de redder gezien. U hebt hem gestuurd om alle volken te redden. Hij is het licht, hij wijst de volken de weg naar u. Hij is de held van uw volk.” Die dingen zei Simeon over Jezus. Jozef en Maria waren erg verbaasd. Toen zegende Simeon hen, en hij zei tegen Maria: “Jouw zoon is een teken van de dingen die in dit land gaan gebeuren. Veel mensen zullen door hem nieuw leven krijgen, maar anderen zullen zich tegen hem verzetten. Die mensen zullen niet gered worden.” Simeon zei ook: “Maria, jij zult veel verdriet en pijn hebben om je zoon, maar al die dingen moeten gebeuren. Want zo wordt duidelijk, hoe de mensen van binnen echt zijn.” Ook de profetes Hanna was in de tempel. Ze was stokoud. Ze was zeven jaar getrouwd geweest en nu was ze al 84 jaar weduwe. Hanna was altijd in de tempel. Daar eerde ze God dag en nacht, door te bidden en te vasten. Terwijl Simeon sprak, kwam Hanna erbij staan. Ze dankte God voor alles wat hij gedaan had. Daarna begon ze te vertellen over Jezus. Nadat Jozef en Maria hun religieuze plichten hadden vervuld, reisden ze terug naar huis, naar Nazareth. Daar groeide Jezus op. Hij werd sterk en wijs, en God was bij hem met zijn liefde.

Acclamatie: Midden onder u staat hij die gij niet kent

Overweging

Wij zitten midden in de kersttijd, midden in wat bezongen wordt als ‘de meest wondervolle tijd van het jaar’. We zongen zojuist bij wijze van acclamatie ‘midden onder u staat hij die gij niet kent’, refrein uit een lied van Oosterhuis. Ik zei niet voor niets ‘bij wijze van acclamatie’. Acclamatie betekent ‘aanroep’, een hemelwaarts gericht gebed. Maar wie roept hier wie aan? Oosterhuis citeert de apostel Johannes. In het eerste hoofdstuk van zijn evangelie laat die zijn naamgenoot, Johannes de Doper aan het woord. Toen een aantal farizeeën hem gevraagd had, waarom hij doopte, had hij geantwoord: “Ik doop in water;
midden onder u staat hij, die jullie nog niet kennen, hij die na mij komt …” Tegen die achtergrond was onze acclamatie een roep, een beroep van ons op de hemel, om die profetische woorden uit te laten komen: “Laat komen hij die komen zal, verlangend zien wij naar hem uit!”
Zo’n beroep werd in de eerste lezing gedaan door Hanna: zij stelde er een belofte aan God tegenover en zij loste die in. Daaruit spreekt nog een mentaliteit, die we vaker tegenkomen in het Oude Testament. Simeon en Hanna getuigen van een andere manier van geloven: zij vragen niets van God, maar stellen hun vertrouwen op Hem: dat is de leidraad van hun leven, hun levenslang verhaal.

De liederen van vandaag, zowel die wij zongen als die wij nog gaan zingen, vormen het weefsel van deze viering. Onze trouw aan Gods wetten en woorden is niet verankerd in wetten en woorden: God zelf is verankerd in ons levenslang verhaal, waarin Hij als een vonk in onze harten meereist, in de trouw aan elkaar, die ons verbindt. Met dat gevoel zijn wij 2024 doorgegaan en laten wij dat ook in het nieuwe jaar blijven doen. Want eenmaal komt er tijd en uur dat alles goed zal gaan, als de bron van ons leven op de lange duur vereenzelvigd wordt met al onze eigen namen samen.

Tenslotte wil ik een citaat meegeven uit een van de top 10 kerstliederen van de San Salvator:
Je zult er geweest zijn in Bethlehem toen en niemand die vraagt: wat kom jij hier doen?
Sint Jozef die schuift al een eindje opzij en Maria die zegt: kom jij er maar bij!
Amen.

Geloofslied: Wij zoeken U, o Heer

Wij zochten U, o Heer, en vonden een gelaat:
het wonder van twee ogen, dat in vervulling gaat.

Refr. Want dicht bij ons zijt Gij, in elke mens die wij ontmoeten,
gaat Gij aan ons voorbij, gaat Gij aan ons voorbij.

Wij zochten U, o Heer, en onze mond werd taal:
het wonder van vergeven en danken duizend maal.

Refr.

Wij zochten U, o Heer, en vonden een gebaar:
het wonder van twee handen, die zoeken naar elkaar.

Refr.

Wij zoeken U, o Heer, en breken ‘t vriendenbrood
aan tafels van verlangen en ver van ons de dood.

Refr.

Collecte met (piano-/dwarsfluit)muziek

Voorbede

Tussen de feestdagen vieren wij onze geborgenheid in het nabij weten van onze Levensbron, als hartelijke familie, waar we ons kind aan huis mogen voelen, waar we mogen komen en gaan, waar we welkom blijven. Tussen de feestdagen in, rond het licht uit boom, stal en sterren, naar God tastend in de onbedorvenheid van een kind dat reeds naar ons op zoek is, om de zin van het leven tot ons door te laten dringen.
Tussen de feestdagen in, verbonden met alle plekken en huizen, gebroken of gaaf, geschonden of heel, op plekken waar koningen en wijzen komen, en waar kleine mensen de eenzaamheid met hun feestschalmeien verlichten. Laat ons vandaag bidden om heilige plekken waar kinderen groeien en mensen oud worden, geliefd en bemind. Waar we mogen leren: ook wij zijn lid van de heilige familie.

Accl.: Wij treden biddend in uw licht

Wij bidden voor onze persoonlijke intenties en voor hen die ons met de beste intenties zijn voorgegaan in het doorgeven van het licht van de blijde boodschap. Speciaal bidden wij voor ……

Accl.: Keer U om naar hen toe, keer ons toe naar elkaar

Tafelgebed:

Sprekend ben Jij, in al wat is en al wat leeft,
in al wat Jij ons toevertrouwt, in al wat ons bezielt en inspireert.
Licht ben Jij op dagen van vreugde, op momenten van verdriet,
in tijden van angst en onzekerheid.
Hoop ben Jij waar leven lijden is, waar kwaad ontembaar lijkt,
waar niets meer te verwachten valt.
Genade ben Jij, in vriendschap en verbondenheid,
in zorgzaamheid en betrokkenheid, in verwondering en ontluistering.
Zo ben Jij God met ons, met ons op weg, met ons begaan.
Zo laat Jij je zien, in kinderen, kwetsbaar en vol belofte,
in elke mens, zoekend en vol goede wil,
in die ene mens, Jezus, kind van jou, broeder van ons.
Zijn leven onder ons, brengt ons hier bij elkaar
en verbindt ons met Jou en met onszelf.

Want op de avond voor zijn sterven nam hij brood,
sprak er zijn dank voor uit, brak het en deelde het rond
met de woorden: “Neemt hiervan, want dit is mijn leven, gebroken voor jullie.”
Ook nam hij de beker in zijn handen, reikte die aan zijn vrienden
met de woorden: “Drinkt hier allen uit, want dit is mijn liefde,
geschonken aan jullie. Blijft dit doen om mij te gedenken.”
Sprekend ben Jij met ons onderweg, wanneer wij leven in zijn geest, doen wat hij gedaan heeft,
voor mensen op zijn pad, klein of ongezien, verstoten of verguisd,
eenvoudig of wijs,  belast of vermoeid, ziek of ontdaan.
In zijn geest zijn wij hier bijeen, in zijn geest vieren wij het leven,
vol verwondering en bewondering, vragend en dankend,
brekend en delend, hoopvol en met vertrouwen
dat jouw liefde in ons spreekt, tot geluk en vrede voor iedereen.

In zijn geest willen wij bidden met de woorden die hij ons gegeven heeft:

Onze Vader

Vredeswens

In veel oude culturen werd de tijd van Kerst tot Driekoningen beschouwd als een periode van ‘wereldrust’: de twaalf heilige dagen en nachten. De aarde zelf is dan vervuld van innerlijke stilte. Vooral tijdens de nachten staat de hemel als het ware open en kan iedereen zich gemakkelijker verbinden met wat diep in de mens leeft, ons levenslang verhaal. Zo kunnen de heilige nachten een periode van bezinning (op het verleden) en de heilige dagen een periode van bezieling (richting de toekomst) vormen.
Als dit uur vandaag, 29 december, gewijd is aan de vraag naar ons leven, van de wieg tot de dood, laten we dan de nu volgende minuut wijden aan de vraag voor de toekomst, de vraag om vrede. Laten wij elkaar die toewensen.

Vredeslied: Ik zie de hemel opengaan

1 Ik zie de hemel opengaan,
de aarde in het licht,
van mensen die elkaar zien staan,
Gods eigen aangezicht.

2 Ik zie de wereld omgekeerd,
het laagste bovenaan,
het ongeziene in het licht-
uit niets groeit Gods bestaan.

3 Ik zie het lang beloofde land,
waar alles wordt gedeeld,
van grond tot licht,
van steen tot brood –
Wij zijn Gods evenbeeld.

5 Ik zie de aarde vol sjaloom,
de on-geest weggeleefd.
Ontmaskerd staan wij voor elkaar –
en zie de vrede leeft.

Communie

Laten wij met elkaar eten en drinken van de vruchten der aarde en daarin de inspiratie herdenken die uitgaat van het leven dat Jezus heeft geleefd. Wees daartoe van harte uitgenodigd.

(piano-/dwarsfluit)muziek

Communielied: Een huis te hoog en te donker

Een huis te hoog en te donker, de muren te grijs en te stil,
en onder de voeten plavuizen waar niemand op slapen wil.

Refr. We hebben de sterren zien branden, ze vroegen met woorden van licht
of ze stervend in onze handen zouden voortleven op ons gezicht.

En toch kwamen mensen hier binnen, toen ’t avond geworden was,
omdat er zou worden gezongen en men er verhalen las.

Refr.

Ze hebben de sterren genomen, het vuur sprong omhoog uit hun hand,
het spatte uiteen in het donker: zo snel is een ster verbrand.

Refr.

Mededelingen

Slotgedachte

Een gedicht van Hans Andreus:

Gelukkig dat
Het licht bestaat

en dat het met
me doet en praat

en dat ik weet
dat ik er vandaan

kom, van het licht
of hoe dat heet.

Wegzending

Wees als een familie:
deel liefde uit, breng goedheid mee, schenk vreugde, hoop en licht,
in de naam van in Wie wij willen geloven, omdat Hij als een mens
ons levenslang verhaal ondertekende met het kruisteken:
vader/moeder, dochter/zoon en heilige geest.

Amen

Slotlied: Een mens is leven en is dood (mel. Auld Lang Syne)

Een mens is leven en is dood, is liefde en is haat.
Een mens is honger en is brood, is goed zijn en is kwaad.

Refr.

Maar eenmaal komt er tijd en uur dat alles goed zal gaan,
als Gij ons op de lange duur noemt met uw eigen naam.
Een mens is vreemdeling en vriend, is vreugde en is pijn.
Een mens is hopen en is zien, is licht en donker zijn.

Refr.

Een mens is ver en heel dichtbij, is armoe en is rijk,
is man en vrouw, is droef en blij en alles tegelijk. Refr.

Leave a comment

Op de Agenda

Viering 12 januari 2025

12 januari 2025 10:30
U bent welkom in de viering om 10.30 uur in Cello. Marian Veenker is de voorganger. Melodiek verzorgt de muzikale ondersteuning.

koffieochtend

15 januari 2025 10:00
U bent welkom voor koffie en thee in Inloophuis Ordune. Tussen 10.00 en 11.30 uur. Er is een gastvrouw of gastheer aanwezig maar geen gespreksleider. Gesprekken kunnen variëren van diepe…
Inloophuis en kantoor Ordune
Schaarhuispad 1315231 PP Den BoschOp de eerste en derde woensdag van de maand staat de koffie klaar tussen 10.00 en 11.30 uur. U bent welkom!
NL96 INGB 0006 0407 13
Vieringen in Dagcentrum Eygenweg
van der Eygenweg 15231 PA ‘s-Hertogenbosch

San Salvator gemeenschap 2025