Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 1 jan 2017
Thema:
Er gaat iets nieuws beginnen: het mag een naam hebben
Voorganger: Mignon van Bokhoven
Muzikale ondersteuning: Gerard van de Weijer en Cor Rademaker

Openingslied: Uit uw hemel zonder grenzen

Welkom
Welkom, welkom op deze vroege morgen van 2017. Een bijzonder moment om elkaar te ontmoeten. De eerste dag van de week, de eerste dag van dit jaar. Laten we deze dag niet verslapen, maar goed verzorgen, zoals we alle zondagen van het jaar verzorgen.
Cor Rademaker zei toen ik hem vroeg om piano te spelen in deze eerste viering van het jaar: ‘Men kan het jaar slechter beginnen.’
Tegelijkertijd hoort deze zondag van 1 januari tot een bijzondere periode van het jaar. De tijd tussen de heilige kerstnacht op 24 december en 6 januari wanneer we het feest van Driekoningen vieren. Een hele periode waarin we verwijlen bij de geboorte van Jezus. Een periode ook die een beetje buiten de tijd valt. Restdagen. De dagen die het verschil maken tussen ons zonnejaar en de omloop van de maan. 12 maanden van 29,5 dag is 354 dagen. Dan blijven er elf dagen over. Deze dagen. Als een geschenk om iets mee te doen. Van oudsher al dagen waarop niet veel te doen was. Te donker, te koud, te korte dagen om op het land te werken.
De uiterlijke werkzaamheden vallen een beetje stil en krijgen we ruimte om innerlijk wat meer aan het werk te gaan.

Openingsgebed
Goede God,
verzameld op deze vroege morgen,
gekomen uit het donker
verlangend naar het licht
worden wij stil
en luisteren naar u
u, die zich steeds laat kennen
in mensen, in gebaren,
in tekens van vrede

‘uit uw hemel zonder grenzen
komt gij tastend aan het licht’

Laat ook ons zonder grenzen,
toe in uw licht,
in het licht van de ander.

dat vragen wij u in de naam van de
Vader, de Zoon en de Heilige Geest,
Amen
Acclamatie: Hoe is uw naam

1e lezing Numeri 6:22-27
De heer sprak tot Mozes: ‘Zeg tegen Aäron en zijn zonen: Als u de Israëlieten zegent, doe het dan met deze woorden: ‘Moge de heer u zegenen en behoeden! Moge de heer de glans van zijn gelaat over u spreiden en u genadig zijn! Moge de heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken!’ Als zij zo mijn naam over de Israëlieten uitspreken, zal Ik hen zegenen.’
Acclamatie: Gij levende eerste laatste

2e lezing Lucas 2:21
Een week later, toen de tijd gekomen was dat Hij besneden moest worden, kreeg Hij de naam Jezus, die door de engel was genoemd voordat Hij in de moederschoot werd ontvangen.
Lied: Ik zing van ganser harte voor de Heer

Overweging
Bijzonder dat u hier gekomen bent. Gisteravond luidden wij het oude jaar uit. Met geknal om het oude achter ons te laten. Vandaag zijn we om te vieren dat er een nieuw jaar begonnen is.
Met de Kerstdagen, op kerstkaarten en ook gisteravond met Oudjaar zijn al veel goede wensen uitgewisseld. Gezegende kerstdagen. Zalig nieuwjaar. Veel gezondheid. Beste wensen. Dat het je mag brengen wat je er van verwacht. Een mooie tijd waarin je de ander wat extra aandacht geeft. Zelfs de reclames roepen om ons op dat aandacht voor vrienden en familie te hebben.
Met deze aandacht voor elkaar, met een warm gebaar, met een goed woord, een liefdevolle wens, zegenen we elkaar. Zegenen. In het Grieks eu-logein ‘goed spreken’. Mooi dat we daar in het oecumenisch leesrooster, op dit moment in het liturgisch jaar aandacht aan besteden, ook hier in onze geloofsgemeenschap. De eerste lezing gaat over zegenen. Zegenen in de joodse traditie werd gedaan met een gebaar. Het opleggen van de handen, het heffen van de armen. In de lezing die wij hoorden gaat het ook over de woorden die daarbij klinken. Woorden van genade, van vrede, van de glans van het gelaat van God. De zegen reikt aan dat we opkijken, kop op, dat we niet naar beneden kijken, maar in het licht gezet worden.
En dan klinkt ook nog: als zij zo mijn naam uitspreken. Kennelijk ligt in al deze mooie beloften en zegenbeden Gods naam besloten. Die ondoorgrondelijke naam Ik zal er zijn.
Naam, naam is niet zomaar iets. Je eigen naam is niet zomaar iets. Die bepaalt een deel van je leven. Je hebt je naam gekregen en in de meeste gevallen doe je het er mee. Maar je moet je er altijd toe verhouden. Als je Maria heet, dan zijn er meer Maria’s, zoals in deze gemeenschap. Maria krijgt altijd een toevoeging. Ik heb zelf een niet zo gebruikelijke naam. Gegarandeerd dat mensen die in eerste instantie niet goed verstaan, verbasteren. Ik houd niet zo van aandacht, dus ik voel me al snel wat ongemakkelijk. Namen hebben meestal ook een betekenis. Ook daar heb je je toe te verhouden in je leven. Ligt er een verwachting in besloten? Moet je die waarmaken?
Tijdens de lunch op het lustrumfeest werd u uitgenodigd om eens nader kennis te maken met elkaar naar aanleiding van je naam. Aan onze tafel ontstonden er leuke gesprekjes, het ging meteen ergens over.
Al hechten we er misschien niet zoveel waarde aan, gisteren kwam ik toch zomaar, zonder ernaar te zoeken, twee berichtjes tegen die iets met naamgeving te maken hebben:
Een berichtje: Twee Indiase bollywood ouders werden gehoond nadat ze hun kind naar Timur Lenk de grote Mongoolse krijgsheer die in de 14e eeuw ruim zeventien miljoen mensen vermoordde. Je noemt je kind daar niet naar een dergelijke wrede heerser, al kan de arme boreling daar natuurlijk niets aan doen en is Timur misschien best een mooie naam.
Een ander berichtje: in een schoenenadvertentie kwam de volgende prijsvraag voor: ‘Verzin een naam voor deze schoen waarin al jouw goede voornemens samenkomen’.

Een pasgeboren kind, een echte feestschoen, iets nieuws dat gaat beginnen, het is pas echt iets als het een naam mag hebben.
Zo gaan we bijvoorbeeld als gemeenschap ook op zoek naar een naam voor ons nieuwe onderkomen in het pand Ordune aan het Schaarhuispad. Nu hebben we nog onze kantoor en vergaderruimte in Rosmalen. Deze ruimte heet de ‘Schaapskooi.’ Nu we ook met onze kantoor en ontmoetingsruimte terug naar Orthen gaan, gaan we dus ook weer op zoek naar een nieuwe naam voor deze ruimte. Misschien wel een naam waarmee we uit willen drukken wat wij willen betekenen voor bewoners, omwonenden en voor mensen die zich thuis voelen bij de San Salvator geloofsgemeenschap.
We lezen in het evangelie dat Jezus zijn naam kreeg bij zijn besnijdenis als joods jongetje in de tempel. De engel had zijn naam aangekondigd. Jesjoe, van het Hebreeuwse werkwoord jasja redden, bevrijden. God redt, God bevrijdt. Net als Joshua, allebei veel voorkomende namen in die tijd. Geen heel uitzonderlijke naam, maar wel met een betekenis. Vredevorst, man van Gods hart, Goddelijke held, een ‘name for fame’. Redder, bevrijder, een echte Salvator.
Geloofslied: Hij heeft ons bidden opgevangen

De gaven van brood en wijn worden op tafel gezet
Er klinkt muziek

Voorbeden
Goede God,
op deze eerste dag van de week,
de eerste zondag van het jaar bidden wij
voor mildheid om het positieve te blijven zien
voor redelijkheid om goed te blijven spreken
voor opstandigheid om te ageren tegen wat niet klopt.

Niet meer verstrooid niet meer

Goede God,
op deze eerste dag van de week,
de eerste zondag van het jaar bidden wij
voor gezondheid voor hen die ziek zijn
voor licht, voor hen die in duisternis leven
voor vrede, voor hen die vervuld zijn van haat en wrok.
voor hoop voor vluchtelingen in zware winterse omstandigheden.

Niet meer verstrooid niet meer

Wij bidden voor de zieken in onze gemeenschap,
en voor de intenties toevertrouwd aan het intentieboek.
Wij bidden voor onze dierbare overledenen.
Dat zij in uw milde hand geborgen zijn.

Niet meer verstrooid niet meer

Tafelgebed
Goede God, U bent:
Licht voor ons
op dagen van vreugde,
op momenten van verdriet,
op tijden van angst en onzekerheid.

Hoop voor ons,
waar leven lijden is,
waar kwaad ontembaar lijkt,
waar niets meer te verwachten valt.

Genade voor ons,
in vriendschap en verbondenheid,
in zorgzaamheid en betrokkenheid
in verwondering en ontluistering.

Zegen voor ons,
zodat wij een zegen voor de ander kunnen zijn
zodat wij ons gedragen weten op de weg
zodat wij thuis zijn bij u.

Zo laat Jij je zien,
in kinderen, kwetsbaar en vol belofte,
in elke mens, zoekend en vol goede wil,
in die ene mens,
Jezus, kind van jou, broer van ons.

Zijn leven onder ons,
brengt ons hier bij elkaar,
verbindt ons met Jou en met onszelf
door op de avond voor zijn sterven,
brood te nemen,
zijn dank daarvoor uit te spreken,
het te breken en te delen met de woorden:
“Neemt hiervan,
want dit is mijn leven, gebroken voor jou.”

Ook nam hij de beker in zijn handen,
reikte die aan zijn vrienden
met de woorden:
“Drinkt hier allen uit,
want dit is mijn liefde, geschonken aan jou.
Blijft dit doen om mij te gedenken.”

Gezegend zijn wij
wanneer wij leven in zijn geest,
doen wat Hij gedaan heeft,
voor mensen op zijn pad,
klein of ongezien,
verstoten of verguisd,
eenvoudig of wijs
belast of vermoeid,
ziek of ontdaan.

In zijn geest zijn wij hier bijeen,
en vieren wij het leven,
vragend en dankend,
brekend en delend,
hoopvol en met vertrouwen
dat jouw liefde in ons spreekt,
tot geluk en vrede voor iedereen.

In zijn geest willen wij bidden met de woorden die Hij ons gegeven heeft:
Onze Vader

Vredeswens uitnodiging om elkaar de vrede toe te wensen
Vredeslied: Komen ooit voeten gevleugeld

Iedereen wordt van harte uitgenodigd aan de tafel van brood en wijn.
Communielied: Zo vaak wij delen is God onder ons

Afsluitend gebed
Niets mag dus in de weg staan, niets scheiden, niets vertroebelen. Laten we allen overal, op iedere plaats, ieder uur en iedere tijd, dagelijks en voortduren, echt en deemoedig geloven, en in ons hart bewaren en liefhebben, eren, aanbidden, dienen, loven en zegenen, verheerlijken, hoog verheffen, prijzen en danken de allerhoogste verheven, eeuwige God, drievuldig en één, Vader, Zoon en Heilige Geest, schepper van alles en redder van allen die in Hem geloven, op Hem hopen en Hem beminnen; Hem die zonder begin en zonder einde is, onveranderlijk, onzichtbaar en onzegbaar, onuitsprekelijk, onbegrijpelijk en onnaspeurlijk, gezegend en lofwaardig. Amen
(uit: De Wijsheid van Franciscus van Assisi, Kok Kampen: 2000)

Slotgedachte
Beste eekhoorn,
Als je niet wilt dat de tijd voorbijgaat
(en dat wil je toch niet?)
dan moet je aardig zijn voor de tijd:
je moet vragen wat hij wenst,
je moet je luiste stoel naar hem toe schuiven,
je moet hem een kopje thee aanbieden
en zoveel honing voor hem neerzetten als hij ooit maar
op kan
(maar je moet er wel op letten dat je wat overlaat voor
mij, als ik straks langskom),
je moet zorgen dat de zon schijnt
en dat de lijster zingt
en dat de geur van zoete beukennoten rondwaart
(zo heet dat)-
en als hij dan toch nog voorbijgaat
dan moet je voor hem gaan staan en roepen:
Ho! Wacht even!
en dan moet je hem strelen-
eerst de seconden,
dan de minuten en de uren
en dan de dagen en de maanden en de jaren,
zachtjes strelen-
misschien gaat hij dan nooit voorbij
(maar zeker is dat niet).
Wacht anders tot ik er ben.
Tot straks.
De mier
gedicht van Toon Tellegen
Uit: ‘Na aan het hart-Dierenverhalen vol vriendschap’, Querido:2004

Zegenwens
Gaan wij van hier met de zegen zoals Aäron die leerde in de woestijn:

De Here zegene u en behoede u
De Here doe zijn aangezicht over u lichten
en zij u genadig
De Here verheffe zijn aangezicht over u
en geve u vrede
Amen

Slotlied: Nu daagt het in het oosten

Plaats een reactie