Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

San Salvatorgemeenschap 18-19 mei 2013
Thema: Hierheen, Vrouwe Ademtocht
Voorganger: Ed Andriessen
Muzikale ondersteuning: Melodiek

Openingslied: Om warmte gaan wij een leven

Inleiding
Welkom allemaal. Pinksteren is het feest van beweging, van vuur en enthousiasme. Met Pinksteren denken we aan de dag dat de apostelen, ontmoedigd door de dood van Jezus, gingen beseffen dat zij zijn werk moesten voortzetten. Pinksteren vertelt ons dat ze de straat op gingen om te getuigen en zo een nieuw begin te maken met de beweging die Jezus van Nazareth had ingezet. Diezelfde man inspireert ons nog steeds. Ook wij getuigen van een nieuw begin op vertrouwde waarden. Een kerk, een gemeenschap waar alle mensen welkom zijn, waar we met elkaar het leven vieren, waar we elkaar bijstaan waar nodig, waar twijfel een geloofshouding mag zijn en waar iedere tijd zijn eigen zekerheden kent.
Pinksteren is het feest van de inspiratie. Ik ben voor deze viering vooral geïnspireerd door een lied dat door Melodiek is ingebracht en dat we als geloofslied zullen zingen: Hierheen, Vrouwe Ademtocht. Dit lied heeft aan mij een aantal gedachten ontlokt die ik graag met jullie wil delen.
Maar laten we eerst ruimte maken in onszelf en de viering openen met een gebed.
-stilte-

Openingsgebed
Eeuwige, maak ons ontvankelijk voor de tekenen van deze tijd. Laat ons het goede zien, de goede wil, het zoeken naar vrede, de drang naar gelijkheid, de medemenselijkheid en de verdraagzaamheid, als zovele tekenen van uw Geest die werkt in mensen van nu.
Laat ons de werking ontdekken van uw Geest in onze groeiende en zich vernieuwende Gemeenschap.
Leer ons ingaan op de goede verlangens die in onszelf geboren worden, en laat ons geluk brengen aan elkaar.
Laat uw Geest van ons bezit nemen, zodat vrede, vriendschap en vreugde aanwezig zijn waar mensen samenleven. Amen.

Lied za: Laat onze woorden stijgen – zo: Alles wacht op u vol hoop

1e lezing: Handelingen 2; 1-11
Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.
In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, Joden en proselieten, mensen uit Kreta en Arabië –wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’
Lied: za: Kom Schepper Geest, daal op ons neer – zo:Veni Creator; lieve vuurwind.

2e lezing: Johannes 20, 19-23
Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Ik wens jullie vrede!’ Na deze woorden toonde hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen.  Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.’ Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest. Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’
Accl.: Blijf niet staren op wat vroeger was.

Overweging
Hierheen, Vrouwe Ademtocht, waar de trouwe zielen zijn die geheel de Uwe zijn. Dat wij nieuw geschapen worden dat wij open velden zijn voor de dauw van uw genade.’
Waar wordt de Goede Geest, de Heilige Geest, Vrouwe Ademtocht mooier aangeroepen dan in dit mooie lied dat wij zo dadelijk als geloofslied zullen aanheffen?
Net als die leerlingen van Jezus en de uit alle volken afkomstige mensen in Jeruzalem zijn wij voortdurend op zoek naar bezieling, steun op ons pad. Ook wij willen die open velden zijn waar de dauw van Haar genade vruchtbare grond vindt.  Maar het is vaak niet eenvoudig om Haar,Vrouwe Ademtocht te herkennen.
Misschien omdat wij verder zoeken dan nodig is. Soms vinden we die Geest in dat kleine vogeltje dat onafgelaten strootjes aanbrengt voor het nestje waarin de jongen tot leven komen. Soms in dat prachtige heideveld dat ons door haar schoonheid welhaast letterlijk open ademt. Soms in dat boek of dat gedicht dat je onverwacht op het goede spoor zet. Soms, als we ons biddend richten tot de Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch. Soms in momenten waarin we iets moeten aanvaarden dat eigenlijk niet te aanvaarden is. Soms in dat prachtige muziekstuk, dat je tot tranen roert. Soms in die mens die veel voor ons betekent. Soms ook in onszelf als we ervaren dat we er werkelijk toe doen. Als het een iets los maakt in de ander. Als het een iets los maakt in onszelf.
Maar misschien herkennen we Haar niet meer omdat het leven ons zó beschadigt heeft dat we muren om ons hebben heen gebouwd. Muren die niet alleen de bedreigingen buiten houden, maar ook alles wat ons zou kunnen inspireren tot een gelukkig en zinvol bestaan. Laten er dan begeesterde mensen zijn die kunnen helpen de muren te slechten. Die ons herscheppen tot wie wij in onze kern zijn.

‘Paraclete, Troosteres, ons gegeven in Gods naam van omhoog, een vonkenval van nieuw leven, gloed van vlammen. Als de wanhoop in ons woedt zalven ons uw zachte handen.’

Paraclete. Dit van oorsprong Griekse woord betekent “aan iemands zijde gevraagd”. In de Bijbel wordt het zowel vertaald als “trooster(es)” en “pleitbezorger”.
Mooie duidingen voor de Geest die ons gewillig is als wij ons door iets of iemand getroost weten op die momenten waarin de wanhoop ons leven regeert.
Maar ook voor de Geest die ons gewillig is als wij niet de ontvanger zijn, maar degene die zich op dat moment aan iemands zijde gevraagd weet. We kunnen dan soms verrast zijn dat alleen al onze aanwezigheid een ander tot troost kan zijn, niet zelden slechts vergezeld door een arm om iemands schouder, een strelend gebaar, een vloek uit onmacht of een woord van begrip. Wat maakt het dat wij er op die momenten gewoon kunnen zijn?

‘Zevenmaal, staat zwart op wit, heeft de vader U beloofd, zoete hand op doodmoe hoofd -alle dagen van de weken onzer jaren, zevenmaal klinkt Gij op uit onze kelen’.

De zeven is in de Bijbel het getal van de volheid. Denk maar aan het boek Genesis waarin wordt verteld dat de wereld in zeven dagen werd geschapen, de menorah die zeven armen kent, de zeven dagen die het de Israëlieten kostte om de muur van Jericho te doen instorten. Altijd is de Geest in ons midden, zeven dagen in de week. Altijd kunnen wij ons op haar beroepen. Maar Zij kan zich ook altijd op ons beroepen in de hoop gehoord te worden en zich vertaald te voelen in wat wij voor die ander en onszelf kunnen betekenen.
Ik prijs me gelukkig hier en nu in het gezelschap te verkeren van velen die zich door Haar geroepen voelen en niet rusten vooraleer zij Haar roep van het juiste antwoord hebben voorzien. Zijn wij niet allemaal betrokken op de ander? Zijn wij niet allemaal bereid onze eigen ruimte te delen met de ander? Zijn wij niet allemaal tot vergeven bereid?

‘Koud mijn lende, zaai uw licht. Hartstocht, wek mijn hartstocht weer, vijand dwingt mijn lichaam neer. Jij alleen kunt hem verjagen, jij alleen mijn leidsvrouw zijn. Jij ontvoert ons uit het kwade.’

Om met Martin Buber te spreken: In de omgang tussen de ene mens en de ander is er als het ware een tussenruimte. En in die ruimte weet je nooit precies wat er gaat gebeuren. Daar ontstaat iets nieuws, daar kan de Geest gaan waaien, daar wordt je allebei ook anders dan je daarvoor was.
Maar om die tussenruimte te kunnen betreden, die waairuimte van de Geest, is er één ding nodig: vertrouwen. Vertrouwen, zoals dat volgens het evangelie van Lucas aan de leerlingen werd meegegeven met de woorden: ‘Als jullie iemands zonden vergeven, dan zijn ze vergeven; vergeven jullie ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’
Als we ons ‘omsloten zelf’ loslaten en die waairuimte van de Geest betreden; die open ruimte waar we van tevoren niet weten wat er zal gaan gebeuren; wanneer we dat doen en vertrouwen op de werking van Gods geest in mensen,  dan kan de toekomst open gaan. Dan kunnen mensen ‘nieuw geschapen’ worden. Dan wordt onze hartstocht weer gewekt, onze vijand verjaagd en het kwade achtergelaten.

‘Nooit heb ik mijn God gezien, niet de vader niet de zoon. Gij die beider geestkracht zijt, doe mij in hun liefde wonen. Dank dat Gij mij hebt gezocht, Paraclete, Ademtocht’

Ik ben bij het mijmeren over dit lied regelmatig afgedwaald naar Maria. Niet zo vreemd natuurlijk in deze mei-maand. Maar er is meer dat mij daar toe bracht.
Mijn gedachten gingen soms uit naar het Magnificat.  Die prachtige woorden die Maria, zwanger zijnde van haar zoon Jezus, sprak toen zij een bezoek bracht aan haar nicht Elisabeth. Profetische woorden, die ervan getuigen dat Maria werkelijk ontvankelijk is geweest voor de Geest, voor Vrouwe Ademtocht.
Maria’s woorden van toen, later muzikaal vertaald en hertaald in prachtige liederen, getuigen van de kracht waarmee deze vrouw in het leven stond. Zonder meer kunnen we ze in verband brengen met wat we later de bevrijdingstheologie zijn gaan noemen. Luister maar naar de verzen 51-53 van dit Magnificat, een loflied op haar nog ongeboren zoon:
51 Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen,
52 heersers stoot hij van hun troon
en wie gering is geeft hij aanzien.
53 Wie honger heeft overlaadt hij met gaven,
maar rijken stuurt hij weg met lege handen.
Tot zover deze woorden. Wat de Geest al niet vermag.
Geloofslied: Hierheen, Vrouwe Ademtocht.

Klaarmaken van de tafel / collecte
-spirituals-

Voorbeden
Kom, Stormwind van God, zet ons in beweging,
opdat we niet passief achteroverleunen uit gemakzucht,
dat we niet wegzakken in het drijfzand van egoïsme en zelfoverschatting.

Laat onze woorden stijgen

Kom, Liefde van God, leer ons wat echte liefde betekent,
hoe we die waar kunnen maken aan elkaar,
niet alleen aan hen die we leuk en aardig vinden
maar ook aan hen aan wie we een hekel hebben.

Laat onze woorden stijgen

Kom, troostende God,
aanhoor ons gebed voor allen die ziek zijn en lijden aan het leven,
aanhoor ons gebed voor allen wier intenties in dit boek zijn opgeschreven,
aanhoor ons gebed voor allen die ons in de dood zijn voorgegaan, in het bijzonder voor……

Laat onze woorden stijgen

Tafelgebed
Kom in ons midden,
Vrouwe Ademtocht, die ons de moed schenkt
om in te gaan
tegen alles wat kleineert,
tegen alles wat het uitzicht ontneemt,
tegen alles wat misbruikt en schendt,
tegen alles wat onvrede brengt.

Kom in ons midden,
Vrouwe Ademtocht, die ons de kracht geeft
om mee te werken
aan alles wat gerechtigheid bouwt,
aan alles wat tranen droogt,
aan alles wat leven bevordert,
aan alles wat strijdt tegen de dood.

Kom in ons midden,Vrouwe ademtocht,
die ons leert geloven
in alles waar liefde woont,
in alles wat kloven overbrugt,
in alles wat verzoening brengt,
in alles wat ook Jezus van Nazareth
de mensen heeft geboden
Jezus, die op de avond voor zijn dood
het levensbrood en de lijdensbeker deelde met zijn vrienden
en zei:
Breek met mij het brood,
drink met mij de beker.
Blijf dit doen, blijf dit doen.
-stilte-
Laten wij samen (zingend) bidden za: Onze Vader – zo: Onze Vader geborgen.

Vredeswens
Laten we elkaar begeesteren door elkaar vrede en vriendschap te wensen.

Breken en delen
Ik nodig ons allen uit om brood en wijn met elkaar te delen.
Brood en wijn, dat ons doet denken aan die ene mens, Jezus van Nazareth,
wiens voorbeeld het navolgen de moeite waard is.
Brood en wijn, dat ons voortdurend herinnert aan ons heilige voornemen om eerlijk te delen.

Lied zo: Let us break bread together on our knees.
Lied:  Waar vriendschap is en liefde, daar is God.

Afsluitend gebed aan tafel
De wereld is zo koud mijn God, zo vol van haat en egoïsme,
van liefdeloosheid, van racisme, van eigendunk en zelfgenot.
Maar als een flits schiet door mij heen:
kan ik mijn naaste niet verwarmen?
Brandde het vuur van Gods erbarmen
niet in mijn hart? was ‘t koud als steen?
Ik schaam mij zo, want hoeveel keer
liet ik een goede kans voorbijgaan
en liep ik verder, waar ‘k moest stilstaan ?
vuur van Gods Geest, daal in mij neer.
(Nel Benschop)

Slotgedachte
Wie God niet overal ziet, vindt Hem nergens. (John Petit-Senn)

Zegen en wegzending
Geest raak ons aan
waai door ons heen
heel ons bestaan
in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest

Slotlied: De geest des heren heeft een nieuw begin gemaakt.

Plaats een reactie